Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatscourant 2020, 30013 | Besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatscourant 2020, 30013 | Besluiten van algemene strekking |
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media;
Gelet op de artikelen 7, 8, vierde lid, 12, zesde en achtste lid, artikel 15, zesde lid, en artikel 19, derde lid, van de Wet register onderwijsdeelnemers,
Besluiten:
In deze regeling wordt, voor zover niet anders is bepaald, verstaan onder:
de gegevens, bedoeld in artikel 18 van het besluit;
Besluit register onderwijsdeelnemers;
Inspectie van het onderwijs;
Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;
onderwijsinstelling als bedoeld in de WEB, met uitzondering van een agrarisch opleidingscentrum als bedoeld in artikel 1.3.3 van de WEB, voor zover het betreft het aan die instelling verzorgde voorbereidend beroepsonderwijs;
1 oktober van enig jaar;
Wet register onderwijsdeelnemers.
1. De technische specificaties voor de uitvoering van de leveringen van de basisgegevens, bedoeld in de paragrafen 2 tot en met 6, worden voor de verschillende onderwijssectoren beschreven in de programma’s van eisen of aanvullingen op die programma’s zoals gepubliceerd op de website van de Dienst Uitvoering Onderwijs. Dit gebeurt voor de verschillende onderwijssectoren als volgt:
a. voor het primair onderwijs op https://duo.nl/zakelijk/primair-onderwijs/softwareleveranciers/softwareleveranciers-las.jsp;
b. voor het voortgezet onderwijs en het voortgezet algemeen volwassenenonderwijs op https://www.duo.nl/zakelijk/voortgezet-onderwijs/softwareleveranciers/softwareleveranciers-las.jsp;
c. voor het middelbaar beroepsonderwijs op https://duo.nl/zakelijk/middelbaar-beroepsonderwijs/softwareleveranciers/softwareleveranciers-las.jsp;
d. voor het hoger onderwijs op https://duo.nl/zakelijk/hoger-onderwijs/softwareleveranciers/softwareleveranciers.jsp.
2. De technische specificaties voor de uitvoering van de levering van de verzuimgegevens, bedoeld in paragraaf 7, worden gepubliceerd op https://duo.nl/zakelijk/verzuim/verzuim/melding-doorgeven.jsp.
1. Het bestuur van een onderwijsinstelling als bedoeld in de WPO of de WEC levert aan de minister het persoonsgebonden nummer en de basisgegevens van een onderwijsdeelnemer die is of was ingeschreven aan die school, overeenkomstig de specificaties en op de wijze zoals opgenomen in bijlage 1.
2. Het bestuur van een instelling als bedoeld in de WEC levert aan de minister het persoonsgebonden nummer en de basisgegevens, bedoeld in artikel 19, eerste lid, van het besluit, van een onderwijsdeelnemer die wordt of is begeleid, overeenkomstig de specificaties en op de wijze zoals opgenomen in bijlage 1.
3. Het bestuur van de school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs ‘De Waterlelie’ te Cruquius of de school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs ‘De Berkenschutse’ te Heeze, levert aan de minister het persoonsgebonden nummer en de basisgegevens, bedoeld in artikel 19, tweede lid, van het besluit, van een onderwijsdeelnemer die wordt of is begeleid door een aan die school verbonden leraar, overeenkomstig de specificaties en op de wijze zoals opgenomen in bijlage 1.
1. Het bestuur van een onderwijsinstelling als bedoeld in de WPO of de WEC levert aan de minister de basisgegevens betreffende de inschrijving evenals de eventuele wijziging en toevoeging van die gegevens, met het persoonsgebonden nummer van de desbetreffende onderwijsdeelnemer binnen veertien dagen nadat deze in de administratie van de onderwijsinstelling zijn verwerkt als bedoeld in artikel 40b, vijfde lid, van de WPO of artikel 42a, vijfde lid, van de WEC.
2. In afwijking van het eerste lid wordt de datum van in- of uitschrijving met het persoonsgebonden nummer van de desbetreffende onderwijsdeelnemer geleverd binnen zeven dagen nadat deze in de administratie van de onderwijsinstelling is verwerkt als bedoeld in artikel 40b, vijfde lid, van de WPO of artikel 42a, vijfde lid, van de WEC.
3. De minister meldt binnen zeven dagen na de levering, bedoeld in het eerste en tweede lid, aan het bestuur de getoetste gegevens, inclusief de uitkomsten van de toetsing, bedoeld in artikel 14, eerste lid, van de wet, en de volgende basisgegevens:
a. de geslachtsnaam, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel a, van het besluit;
b. de voornamen, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel b, van het besluit;
c. het adres, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel d, van het besluit;
d. de overlijdensdatum, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel e, van het besluit;
e. het geboorteland, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel i, van het besluit;
f. het geboorteland, van elk van de ouders, bedoeld artikel 4, eerste lid, onderdeel j, van het besluit;
g. de nationaliteit, of de gelijkstelling met een Nederlander, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel k, van het besluit;
h. het verblijf in en het vertrek uit Nederland, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel l, van het besluit;
i. het verblijfsrecht van de vreemdeling, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel m, van het besluit.
4. De minister levert tevens binnen zeven dagen na de levering, bedoeld in het eerste en tweede lid, aan het bestuur van een school als bedoeld in de WEC die is aangewezen op grond van artikel 59a van de WVO, tevens de geboorteplaats, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel h, van het besluit.
1. Het bestuur van een onderwijsinstelling als bedoeld in de WVO levert uiterlijk op de 15de van de maand volgend op de teldatum aan de minister het persoonsgebonden nummer en de basisgegevens, genoemd in bijlage 2, van elke onderwijsdeelnemer die is of was ingeschreven aan die onderwijsinstelling, overeenkomstig de specificatie van die basisgegevens zoals opgenomen in die bijlage.
2. In afwijking van het eerste lid levert het bestuur de gegevens betreffende de datum van inschrijving en de datum van uitschrijving van een onderwijsdeelnemer binnen zeven dagen na die in- of uitschrijving aan de minister.
3. Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing op peildata genoemd in een ministeriële regeling waarin voorschriften zijn vastgesteld omtrent toekenning van aanvullende bekostiging voor personeelskosten als bedoeld in artikel 85a van de WVO.
4. Het eerste, tweede lid en derde lid zijn van overeenkomstige toepassing op het bestuur van een agrarisch opleidingscentrum als bedoeld in artikel 1.3.3 van de WEB, voor zover het betreft het aan die instelling verzorgde voorbereidend beroepsonderwijs.
5. Het tweede lid is niet van toepassing op het bestuur van een school als bedoeld in de WVO, die is aangewezen op grond van artikel 56 van die wet.
1. Het bestuur van een onderwijsinstelling als bedoeld in de WVO levert zo spoedig mogelijk en uiterlijk binnen twee weken nadat de uitslag van het desbetreffende examen is vastgesteld het persoonsgebonden nummer en de in bijlage 3 genoemde basisgegevens van een onderwijsdeelnemer die bij de onderwijsinstelling staat ingeschreven en deelneemt aan een examen of een deel daarvan, voor zover het bestuur van de onderwijsinstelling de uitslag bepaalt.
De basisgegevens worden overeenkomstig de specificaties in bijlage 3 geleverd.
2. In afwijking van het eerste lid:
a. worden de resultaten behaald voor de schoolexamens, de vakken waarin schoolexamen is gedaan en het resultaat van de maatschappelijke stage, zo spoedig mogelijk na vaststelling van die resultaten, doch uiterlijk tien dagen voor het begin van het desbetreffende centrale examen, aan de minister geleverd; en
b. worden uiterlijk drie dagen voor de aanvang van het tweede en derde tijdvak aan de minister de volgende gegevens geleverd: gegevens betreffende de onderwijsdeelnemers, de in de eerdere tijdvakken door die onderwijsdeelnemers behaalde cijfers, en de, voor zover van toepassing, alsnog behaalde cijfers van het schoolexamen en de vakken waarin een onderwijsdeelnemer examen zal afleggen.
3. Indien noodzakelijk kan het bestuur tot uiterlijk drie dagen voordat het centrale examen in een vak aanvangt nog wijzigingen aanbrengen in de in het tweede lid, aanhef en onderdeel a, bedoelde gegevens. Daarna kunnen slechts in bijzondere omstandigheden en met goedkeuring van de inspectie nog wijzigingen in die gegevens worden aangebracht.
4. Onverminderd het eerste en tweede lid, worden wijzigingen in de gegevens, bedoeld in het eerste lid, binnen twee weken na het bekend worden van die wijziging door het bestuur aangeleverd aan de minister.
5. Het eerste tot en met vierde lid zijn van overeenkomstige toepassing op het bestuur van een agrarisch opleidingscentrum als bedoeld in artikel 1.3.3 van de WEB, voor zover het betreft het aan die instelling verzorgde voorbereidend beroepsonderwijs en op het bestuur van een school als bedoeld in de WEC die is aangewezen op grond van artikel 59a van de WVO.
1. Binnen zeven dagen na de levering, bedoeld in artikel 5, eerste lid, meldt de minister aan het bestuur van een onderwijsinstelling als bedoeld in de WVO de getoetste basisgegevens genoemd in bijlage 2, inclusief de uitkomsten van de toetsing, bedoeld in artikel 14, eerste lid, van de wet, en de volgende basisgegevens:
a. de geslachtsnaam, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel a, van het besluit;
b. de voornamen, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel b, van het besluit;
c. het adres, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel d, van het besluit;
d. de overlijdensdatum, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel g, van het besluit;
e. de geboorteplaats, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel h, van het besluit;
f. het geboorteland, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel i, van het besluit;
g. de nationaliteit, of de gelijkstelling met een Nederlander, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel k, van het besluit;
h. het verblijf in en het vertrek uit Nederland, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel l, van het besluit;
i. het verblijfsrecht van de vreemdeling, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel m, van het besluit.
2. Op 16 oktober, op 13 december dan wel op 4 januari volgend op de teldatum meldt de minister aan het bestuur de in bijlage 2 genoemde basisgegevens van onderwijsdeelnemers betrekking hebbend op de teldatum en die basisgegevens betrekking hebbende op het jaar voorafgaande aan de teldatum.
3. Op 21 juli dan wel op 15 september in het jaar volgend op het jaar van de teldatum, meldt de minister aan het bestuur de in bijlage 2 genoemde basisgegevens betrekking hebbend op de teldatum, waarvan een accountantsverklaring is ontvangen.
4. Het derde lid is niet van toepassing op onderwijsinstellingen die zijn aangewezen op grond van artikel 56 van de WVO.
5. Het eerste tot en met derde lid zijn van overeenkomstige toepassing op het bestuur van een agrarisch opleidingscentrum als bedoeld in artikel 1.3.3 van de WEB, voor zover het betreft het aan die instelling verzorgde voorbereidend beroepsonderwijs.
1. De minister meldt de getoetste basisgegevens genoemd in bijlage 3, inclusief de uitkomsten bedoeld in artikel 7, eerste lid, per omgaande aan het bestuur van een onderwijsinstelling als bedoeld in de WVO of het bestuur van een onderwijsinstelling als bedoeld in artikel 6, vijfde lid.
2. Op 16 oktober, of 13 december dan wel op 4 januari volgend op de teldatum meldt de minister aan het bestuur de in bijlage 3 genoemde basisgegevens betrekking hebbende op het voorafgaande schooljaar.
3. Op 21 juli dan wel op 15 september meldt de minister aan het bestuur de in bijlage 3 genoemde basisgegevens betrekking hebbende op het schooljaar voorafgaand aan de teldatum, waarvan een accountantsverklaring als bedoeld in artikel 7, derde lid, is ontvangen voor de in dat lid bedoelde basisgegevens.
4. Het derde lid is niet van toepassing op scholen die zijn aangewezen op grond van artikel 56 van de WVO.
5. Het eerste tot en met derde lid zijn van overeenkomstige toepassing op het bestuur van een agrarisch opleidingscentrum als bedoeld in artikel 1.3.3 van de WEB, voor zover het betreft het aan die instelling verzorgde voorbereidend beroepsonderwijs en op het bestuur van een school als bedoeld in de WEC, die is aangewezen op grond van artikel 59a van de WVO.
1. Het bestuur van een onderwijsinstelling als bedoeld in de WEB levert van elke onderwijsdeelnemer die is of was ingeschreven bij die onderwijsinstelling aan de minister het persoonsgebonden nummer en de in bijlage 4, onderdelen A en B genoemde basisgegevens en die basisgegevens in onderdelen C, D en E van die bijlage die betrekking hebben op de inschrijving.
2. De levering, bedoeld in het eerste lid, geschiedt zo spoedig mogelijk maar uiterlijk binnen zeven dagen nadat deze gegevens zijn ontvangen of mutaties in bestaande gegevens zijn ontstaan en overeenkomstig de specificaties van de basisgegevens zoals opgenomen in de genoemde onderdelen van die bijlage.
1. Het bestuur van een onderwijsinstelling als bedoeld in de WEB, levert voor elke onderwijsdeelnemer aan het beroepsonderwijs die is ingeschreven bij die onderwijsinstelling aan de minister het persoonsgebonden nummer en de in bijlage 4, onderdelen A en B, genoemde basisgegevens en die basisgegevens in onderdeel C die betrekking hebben op de examens.
2. De leveringen bedoeld in het eerste lid geschieden zo spoedig mogelijk maar uiterlijk binnen zeven dagen nadat het diploma is behaald of de onderwijsdeelnemer is uitgeschreven en overeenkomstig de specificaties van de basisgegevens zoals opgenomen in de genoemde onderdelen van die bijlage.
3. Het bestuur van een onderwijsinstelling als bedoeld in de WEB levert van elke onderwijsdeelnemer aan het voortgezet algemeen volwassen onderwijs die is ingeschreven bij die onderwijsinstelling aan de minister het persoonsgebonden nummer en de in bijlage 4, onderdelen A en B, genoemde basisgegevens en die basisgegevens in onderdeel D die betrekking op nieuwe examens.
4. De leveringen bedoeld in het derde lid geschieden zo spoedig mogelijk maar uiterlijk binnen 2 weken nadat het diploma is behaald of de onderwijsdeelnemer is uitgeschreven en overeenkomstig de specificaties van de basisgegevens zoals opgenomen in de genoemde onderdelen van die bijlage.
5. Op de leveringen, bedoeld in het tweede lid, is artikel 6, tweede tot en met vierde lid, van overeenkomstige toepassing.
Het bestuur van een onderwijsinstelling als bedoeld in artikel 1.4a.1 van de WEB die voor een opleiding educatie als bedoeld in artikel 7.3.1, eerste lid, onderdeel b tot en met f, van de WEB diploma-erkenning heeft als bedoeld in artikel 1.4a.1, eerste lid, van de WEB hoeft voor die opleiding educatie de basisgegevens met betrekking tot de inschrijvings- en examengegevens, genoemd in bijlage 4, onderdelen A tot en met D, voor zover dat lid van overeenkomstige toepassing is verklaard in artikel 1.4a.1, achtste lid, onderdeel a, van de WEB, niet langer te verstrekken.
De minister meldt de gegevens, bedoeld in artikelen 9 en 10, binnen twee weken nadat ze zijn ontvangen en getoetst op juistheid en volledigheid, zoals bedoeld in artikel 14 van de wet, aan het bestuur terug aangevuld met de volgende gegevens uit het register onderwijsdeelnemers:
a. de geslachtsnaam, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel a, van het besluit;
b. de voornamen, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel b, van het besluit;
c. het adres, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel d, van het besluit;
d. de overlijdensdatum, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel e, van het besluit;
e. de geboorteplaats, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel h, van het besluit;
f. het geboorteland, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel i, van het besluit;
g. het verblijfsrecht, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel m, van het besluit.
1. Het bestuur van een onderwijsinstelling als bedoeld in de WHW levert van elke onderwijsdeelnemer die is of was ingeschreven aan de minister het persoonsgebonden nummer en de basisgegevens genoemd in bijlage 5, binnen 8 weken na de beslissing inzake de inschrijving, bedoeld in artikel 7.32 WHW, of wijziging van die basisgegevens, onverminderd het bepaalde in artikel 4.3 van het Uitvoeringsbesluit WHW 2008. De gegevens worden geleverd overeenkomstig de specificaties opgenomen in bijlage 5.
2. Indien een gemeente identificerende gegevens als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel a tot en met e, van het besluit, en de nationaliteit, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel k, van het besluit, waaronder begrepen de identificerende gegevens waaruit blijkt of de student op grond van artikel 2.2 van de Wet studiefinanciering 2000 met een Nederlander gelijkgesteld wordt, niet aan de minister verstrekt, verzoekt de minister het bestuur deze gegevens te verstrekken.
3. Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op de inschrijvingsgegevens over de vooropleiding, bedoeld in artikel 5, vierde lid, onderdeel a, van het besluit, indien deze al zijn opgenomen in het register onderwijsdeelnemers.
4. De levering van het overige basisgegeven over het al dan niet zijn vrijgesteld van het betalen van collegegeld, bedoeld in artikel 8, zevende lid, van het besluit is niet van toepassing op de Open Universiteit.
Het bestuur van een onderwijsinstelling als bedoeld in de WHW levert de op het afsluitende examen betrekking hebbende basisgegevens, genoemd in bijlage 6, uiterlijk binnen 8 weken nadat de examencommissie, conform artikel 7.12 van de WHW, heeft vastgesteld dat het examen met succes is afgerond aan de minister, onverminderd het bepaalde in artikel 4.3 van het Uitvoeringsbesluit WHW 2008. De gegevens worden geleverd overeenkomstig de specificaties opgenomen in bijlage 6.
1. Uit het register onderwijsdeelnemers worden voor iedere onderwijsinstelling als bedoeld in de WPO en WEC afzonderlijk aan de minister en de inspectie de basisgegevens van onderwijsdeelnemers die aan die onderwijsinstelling ingeschreven zijn of ingeschreven zijn geweest verstrekt, met uitzondering van de persoonsgebonden nummers, de geslachtsnamen, de voornamen, de geboortedata en de adresgegevens van de onderwijsdeelnemers. De gegevens worden gespecificeerd overeenkomstig de bijlage genoemd in paragraaf 2.
2. De verstrekkingen, bedoeld in het eerste lid, geschieden wekelijks.
1. Uit het register onderwijsdeelnemers worden voor iedere onderwijsinstelling als bedoeld in de WVO afzonderlijk aan de minister en de inspectie de basisgegevens van onderwijsdeelnemers die aan die onderwijsinstelling ingeschreven zijn of ingeschreven zijn geweest verstrekt, met uitzondering van de persoonsgebonden nummers, de geslachtsnamen, de voornamen, de geboortedata en de adresgegevens van de onderwijsdeelnemers. De gegevens worden gespecificeerd overeenkomstig de bijlagen genoemd in paragraaf 3.
2. Op 16 oktober, 13 december en 4 januari van ieder schooljaar worden aan de minister en de inspectie verstrekt de voorlopige basisgegevens naar de stand van zaken op 1 oktober van het desbetreffende schooljaar en op 16 oktober van ieder schooljaar de gegevens omtrent de examens en de voorlopige gegevens omtrent de in- en uitschrijvingen gedurende één jaar, voorafgaand aan de genoemde datum van 1 oktober.
3. Op 16 juli van ieder jaar worden aan de minister en de inspectie verstrekt:
a. De gegevens, inclusief nieuwkomers, na accountantscontrole naar de stand van zaken op 1 oktober van het desbetreffende schooljaar;
b. de gegevens van de scholen na accountantscontrole omtrent de examens en de in- en uitschrijvingen gedurende één jaar, voorafgaand aan de genoemde datum van 1 oktober; en
c. de gegevens van de scholen na accountantscontrole op 1 januari, 1 april en 1 juli van het voorafgaande kalenderjaar, voor zover het nieuwkomers betreft.
4. Op 16 januari, 16 april, 16 juli en 16 oktober van ieder kalenderjaar worden aan de minister en de inspectie de relevante basisgegevens verstrekt omtrent de bekostiging op basis van de telgegevens voor de eerste opvang, voor zover dit is geregeld in een ministeriële regeling waarin voorschriften zijn vastgesteld omtrent toekenning van aanvullende bekostiging voor personeelskosten als bedoeld in artikel 85a van de WVO.
5. Onverminderd het tweede lid worden de gegevens omtrent de examens onmiddellijk na opname in het register onderwijsdeelnemers aan de inspectie verstrekt.
6. De gegevens, bedoeld in het tweede lid, kunnen op een latere datum worden verstrekt voor zover zij op de voorgeschreven datum nog niet beschikbaar zijn.
7. Het eerste tot en met zesde lid is van overeenkomstige toepassing op een agrarisch opleidingscentrum, als bedoeld in artikel 1.3.3 van de WEB, voor zover het aan die onderwijsinstelling verzorgde voorbereidend beroepsonderwijs betreft en op een school voor voortgezet speciaal onderwijs die is aangewezen op grond van artikel 59a van de WVO.
8. Het derde en vierde lid zijn niet van toepassing op scholen als bedoeld in artikel 56 van de WVO.
1. Uit het register onderwijsdeelnemers worden voor iedere onderwijsinstelling als bedoeld in de WEB afzonderlijk aan de minister en de inspectie de basisgegevens van onderwijsdeelnemers die aan die onderwijsinstelling ingeschreven zijn of ingeschreven zijn geweest verstrekt, met uitzondering van de persoonsgebonden nummers, de geslachtsnamen, de voornamen, de geboortedata en de adresgegevens van de onderwijsdeelnemers. De gegevens worden gespecificeerd overeenkomstig de bijlagen genoemd in paragraaf 4.
2. De verstrekking van de gegevens, bedoeld in het eerste lid, geschiedt voor de onderwijsinstellingen waaraan toepassing is gegeven aan artikel 1.4.1 en 1.4a.1 van de WEB, uiterlijk 15 oktober van het desbetreffende studiejaar.
3. De gegevens omtrent de examens worden onmiddellijk na opname in het register onderwijsdeelnemers aan de inspectie verstrekt.
Uit het register onderwijsdeelnemers worden jaarlijks voor iedere onderwijsinstelling als bedoeld in de WHW afzonderlijk aan de minister en de inspectie de basisgegevens van onderwijsdeelnemers die aan die onderwijsinstelling ingeschreven zijn of ingeschreven zijn geweest verstrekt, met uitzondering van de persoonsgebonden nummers, de geslachtsnamen, de voornamen en de geboortedata van de onderwijsdeelnemers. De gegevens worden gespecificeerd overeenkomstig paragraaf 5.
1. In het register onderwijsdeelnemers wordt van het verblijfadres, bedoeld in artikel 13, tweede lid, van het besluit, geregistreerd:
a. straat;
b. huisnummer;
c. huisletter
d. huisnummer toevoeging; en
e. locatie aanduiding.
2. In het register onderwijsdeelnemers wordt als de vermoedelijke soort verzuim, bedoeld in artikel 14, onderdeel d, van het besluit, geregistreerd:
a. luxe verzuim;
b. ongeoorloofd verzuim van in totaal zestien uren in vier opeenvolgende lesweken;
c. ongeoorloofd verzuim van 1 maand of langer; of
d. overig verzuim.
3. Voor zover in het register onderwijsdeelnemers bij de aanduiding van de vermoedelijke reden van het verzuim, bedoeld in artikel 14, onderdeel e, van het besluit, persoonsgegevens waaruit religieuze of levensbeschouwelijke overtuigingen blijken, gegevens over gezondheid of persoonsgegevens van strafrechtelijke aard als bedoeld in paragraaf 3.1 onderscheidenlijk paragraaf 3.2 van de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming worden geregistreerd, kunnen slechts de volgende gegevens worden geregistreerd:
a. afwezig vanwege ziekte;
b. afwezig vanwege contact met politie of justitie; of
c. afwezig vanwege een geloofsverplichting.
4. In het register onderwijsdeelnemers wordt als de status van de melding, bedoeld in artikel 14, onderdeel m, van het besluit, geregistreerd:
a. in behandeling;
b. afgesloten; of
c. ter kennisneming aangenomen.
5. In het register onderwijsdeelnemers wordt als de reden voor het afsluiten van de melding, bedoeld in artikel 14, onderdeel n, van het besluit, geregistreerd:
a. terug naar school, opleiding hervat;
b. inschrijving beëindigd, andere opleiding;
c. inschrijving beëindigd, werk;
d. inschrijving beëindigd, overige redenen;
e. inschrijving beëindigd, leerling overleden;
f. geen verzuim, langdurig ziek; of
g. geen verzuim, legitiem afwezig.
6. In het register onderwijsdeelnemers wordt als opmerking bij het afsluiten van de melding, bedoeld in artikel 14, onderdeel o, van het besluit, geregistreerd:
a. onderwijsdeelnemer is gezien door gemeente;
b. er wordt actie ondernomen richting onderwijsdeelnemer door gemeente; of
c. er loopt geen actie meer richting onderwijsdeelnemer.
De Regeling informatievoorziening WPO/WEC wordt als volgt gewijzigd:
A
Paragraaf 2, inhoudende de artikelen 2 tot en met 5 vervallen.
C
Artikel 6 komt te luiden:
D
De artikelen 7 tot en met 9 vervallen.
E
De artikelen 11 en 12 vervallen.
F
Na artikel 18 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:
G
Bijlage 1 van de Regeling informatievoorziening WPO/WEC vervalt.
H
Bijlage 3 van de Regeling informatievoorziening WPO/WEC vervalt.
De Regeling informatievoorziening WVO wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 komt te luiden:
In deze regeling wordt verstaan onder:
verklaring als bedoeld in artikel 14a, tweede lid, onderdeel c, van het Bekostigingsbesluit WVO;
bevoegd gezag als bedoeld in artikel 1 van de wet en wat betreft het voorbereidend beroepsonderwijs in een agrarisch opleidingscentrum als bedoeld in artikel 1.3.3 van de Wet educatie en beroepsonderwijs het bevoegd gezag, bedoeld in artikel 1.1.1, onderdeel w, van die wet;
Basisregistratie Instellingen;
Inspectie van het onderwijs;
Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap of Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media;
school die is aangewezen op grond van artikel 56 van de wet alsmede een uit ’s Rijks kas bekostigde school voor voortgezet onderwijs bedoeld in de wet, waaronder begrepen het voorbereidend beroepsonderwijs in een agrarisch opleidingscentrum bedoeld in artikel 1.3.3 van de Wet educatie en beroepsonderwijs, of een school als bedoeld in artikel 14a van de Wet op de expertisecentra;
schooljaar als bedoeld in artikel 1 van het Bekostigingsbesluit WVO;
vakken als bedoeld in artikel 1 van het Eindexamenbesluit VO, alsmede de onderdelen waarvoor het eindcijfer medebepalend is voor het combinatiecijfer;
Wet op het voortgezet onderwijs
B
Artikelen 2 tot en met 14 vervallen.
C
Bijlagen 1 tot en met 3 van de Regeling informatievoorziening WVO vervallen.
De Regeling financiën hoger onderwijs wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1 wordt ‘basisregister onderwijs: basisregister onderwijs als bedoeld in artikel 24b van de Wet op het onderwijstoezicht’ vervangen door ‘register onderwijsdeelnemers: het register bedoeld in artikel 4 van de Wet register onderwijsdeelnemers’.
B
In artikel 3a wordt ‘het basisregister onderwijs’ telkens vervangen door ‘het register onderwijsdeelnemers’.
C
Artikelen 14 tot en met 16 vervallen.
D
Bijlage 12 van de Regeling financiën hoger onderwijs vervalt.
A
De Eerste Regeling bekostiging personeel PO 2020–2021 en vaststelling bedragen voor ondersteuning van leerlingen in het PO en VO 2020–2021 wordt als volgt gewijzigd:
1. In artikel 32, achtste lid, wordt ‘basisregister onderwijs’ vervangen door ‘register onderwijsdeelnemers’.
2. In artikel 33, zesde lid, wordt ‘basisregister onderwijs’ vervangen door ‘register onderwijsdeelnemers’.
3. In artikel 34, negende lid, wordt ‘basisregister onderwijs’ vervangen door ‘register onderwijsdeelnemers’.
B
In artikel 32, zesde lid, artikel 33, vijfde lid, en 34, zevende lid, van de Definitieve Regeling bekostiging personeel PO 2018–2019 en vaststelling bedragen voor ondersteuning van leerlingen in het PO en VO 2018–2019 wordt ‘het basisregister onderwijs’ telkens vervangen door ‘het register onderwijsdeelnemers’.
C
De Regeling leerplusarrangement vo wordt gewijzigd als volgt:
1. Artikel 1, onderdeel e, komt te luiden:
het register onderwijsdeelnemers, bedoeld in artikel 4 van de Wet register onderwijsdeelnemers.
2. In artikel 4 wordt ‘het basisregister onderwijs’ vervangen door ‘het register onderwijsdeelnemers’.
D
In bijlage A van de Regeling leerresultaten VO 2016 wordt onder ‘Gebruikte gegevens’ in de tweede volzin ‘het BasisRegister Onderwijs (BROn)’ vervangen door ‘het register onderwijsdeelnemers’ en wordt ‘BROn’ vervangen door ‘het register onderwijsdeelnemers’.
E
De Regeling resultaatafhankelijke bekostiging vsv vo wordt gewijzigd als volgt:
1. Artikel 2, eerste lid, komt te luiden:
1. Bij de berekening van het aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters maakt de minister gebruik van de gegevens bedoeld in artikel 18 van het Besluit register onderwijsdeelnemers met betrekking tot onderwijsdeelnemers die zijn ingeschreven aan onderwijsinstellingen als bedoeld in de Wet educatie en beroepsonderwijs en onderwijsinstellingen als bedoeld in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.
2. Bijlage 1, behorende bij artikel 2, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
a. Onderdeel e komt te luiden:
het register onderwijsdeelnemers, bedoeld in artikel 4 van de Wet register onderwijsdeelnemers.
b. In het onderdeel ‘Berekeningswijze’ wordt ‘het basisregister’ telkens vervangen door ‘het register onderwijsdeelnemers’.
F
In de Tweede Regeling bekostiging personeel PO 2019–2020 en vaststelling bedragen voor ondersteuning van leerlingen in het PO en VO 2019–2020 wordt in artikel 34, zevende lid, in artikel 35, zesde lid, en in artikel 36, achtste lid, telkens ‘in het basisregister onderwijs’ vervangen door ‘in het register onderwijsdeelnemers’.
G
In de Regeling vaststelling meldingsformulier geïndiceerde leerlingen wordt in artikel 1a ‘op grond van de in artikel 178a van de Wet op het primair onderwijs bedoelde wijze’ vervangen door ‘op de grond van de in artikel 12 van de Wet register onderwijsdeelnemers bedoelde wijze’.
H
De Uitvoeringsregeling WEB 2007 wordt als volgt gewijzigd:
1. In artikel 2.1.3, onderdeel d, wordt ‘het persoonsgebonden nummer, bedoeld in artikel 2.3.6a tot en met artikel 2.36d’ vervangen door ‘het persoonsgebonden nummer, bedoeld in artikel 2.3.6a en artikel 2.3.6d’.
2. In artikel 2.2.3, onderdeel e, wordt ‘het persoonsgebonden nummer, bedoeld in artikel 2.3.6a tot en met artikel 2.36d’ vervangen door ‘het persoonsgebonden nummer, bedoeld in artikel 2.3.6a en artikel 2.3.6d’.
I
In de Regeling codetabellen school- en studiejaar 2019 –2020 wordt na artikel 5 een artikel ingevoegd, luidende:
1. Deze regeling treedt in werking op 1 juli 2020, met uitzondering van:
a. bijlage 2, voor zover het betreft de onderdelen ‘Opleidingskenmerk’ en ‘Fase’, en
b. bijlage 4, voor zover het betreft de onderdelen ‘Leerroute’ en ‘Fase’.
2. Bijlage 2, voor zover het betreft de onderdelen ‘Opleidingskenmerk’ en ‘Fase’, en bijlage 4, voor zover het betreft de onderdelen ‘Leerroute’ en ‘Fase’, treden in werking op het tijdstip waarop artikel I van het Besluit tot wijziging van het Besluit register onderwijsdeelnemers en tot intrekking van het Besluit experimenten doorlopende leerlijnen vmbo-mbo 2014–2022 in verband met de invoering van doorlopende leerroutes vmbo-mbo in werking treedt.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob
Deze bijlage beschrijft de gegevens die onderwijsinstellingen als bedoeld in de WPO en de WEC aanleveren. De technische specificaties (PvE leerlinggegevens ten behoeve van softwareleveranciers) zijn hiervan afgeleid.
Het bestuur van een onderwijsinstelling als bedoeld in de WPO levert aan de minister op grond van artikel 3 van elke onderwijsdeelnemer die is of was ingeschreven aan die onderwijsinstelling de volgende gegevens:
– het geslacht (artikel 4, eerste lid, onderdeel c, van het besluit);
– de postcode (artikel 4, eerste lid, onderdeel e, van het besluit);
– de geboortedatum (artikel 4, eerste lid, onderdeel f, van het besluit);
– de nationaliteit, indien deze niet is opgenomen in de basisregistratie personen (artikel 4, eerste lid, onderdeel k, van het besluit);
– het registratienummer van de onderwijsinstelling of, indien van toepassing, van het onderdeel daarvan waar de onderwijsdeelnemer onderwijs volgt (artikel 5, eerste lid, onderdeel a, van het besluit);
– de datum van inschrijving (artikel 5, eerste lid, onderdeel b, van het besluit);
– de datum van uitschrijving (artikel 5, eerste lid, onderdeel c, van het besluit);
– de groep (artikel 6, eerste lid, onderdeel a, van het besluit);
en, voor zover van toepassing:
– voor- en vroegschoolse educatie (artikel 6, eerste lid, onderdeel b, van het besluit);
– de uitslag van de eindtoets of, indien geen eindtoets is afgelegd, de reden daarvan (artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van het besluit);
– het schooladvies (artikel 7, eerste lid, onderdeel b, van het besluit);
– de aanduiding dat het betreft een onderwijsdeelnemer met een niet-Nederlandse culturele achtergrond (artikel 8, eerste lid, onderdeel a, van het besluit);
– de bekostigingsindicatie (artikel 8, eerste lid, onderdeel b, van het besluit);
– de begin- en einddatum van de periode waarvoor er voor de onderwijsdeelnemer een ontwikkelingsperspectief als bedoeld in artikel 40a WPO is vastgesteld, indien het betreft een onderwijsdeelnemer die is of was ingeschreven op een basisschool als bedoeld in artikel 1 WPO (artikel 8, eerste lid, onderdeel c, van het besluit);
– de begin- en einddatum van de periode waarvoor de onderwijsdeelnemer geplaatst is op een orthopedagogisch-didactisch centrum, en het registratienummer van het orthopedagogisch-didactisch centrum (artikel 8, eerste lid, onderdeel d, van het besluit).
Het bestuur van een onderwijsinstelling als bedoeld in de WEC levert aan de minister op grond van artikel 3 van elke onderwijsdeelnemer die is of was ingeschreven aan die onderwijsinstelling de volgende gegevens:
– het geslacht (artikel 4, eerste lid, onderdeel c, van het besluit);
– de postcode (artikel 4, eerste lid, onderdeel e, van het besluit);
– de geboortedatum (artikel 4, eerste lid, onderdeel f, van het besluit);
– de nationaliteit, indien deze niet is opgenomen in de basisregistratie personen (artikel 4, eerste lid, onderdeel k, van het besluit);
– het registratienummer van de onderwijsinstelling of, indien van toepassing, van het onderdeel daarvan waar de onderwijsdeelnemer onderwijs volgt (artikel 5, eerste lid, onderdeel a, van het besluit);
– de datum van inschrijving (artikel 5, eerste lid, onderdeel b, van het besluit);
– de datum van uitschrijving (artikel 5, eerste lid, onderdeel c, van het besluit);
– de begin- en einddatum van de periode waarvoor de onderwijsdeelnemer toelaatbaar is verklaard tot het speciaal dan wel voortgezet speciaal onderwijs (artikel 5, tweede lid, onderdeel a, van het besluit);
– indien de onderwijsdeelnemer is toegelaten tot het speciaal onderwijs met toepassing van artikel 40, derde lid, tweede volzin, WEC, de indicatie voor het soort verblijf (artikel 5, tweede lid, onderdeel b, van het besluit);
– indien het een inschrijving betreft op een school als bedoeld in de WEC niet zijnde een instelling als bedoeld in de WEC, het registratienummer van het samenwerkingsverband dat de onderwijsdeelnemer toelaatbaar heeft verklaard tot het speciaal dan wel voortgezet speciaal onderwijs en het volgnummer van de toelaatbaarheidsverklaring, bedoeld in artikel 40, tiende en twaalfde lid, WEC (artikel 5, tweede lid, onderdeel c, van het besluit;
en, voor zover van toepassing:
– de soort onderwijs (artikel 6, tweede lid, onderdeel a, van het besluit);
– de onderwijssoort, bedoeld in artikel 2, tweede lid, WEC, dan wel het cluster, bedoeld in artikel 2, vierde lid, WEC (artikel 6, tweede lid, onderdeel b, van het besluit);
– de groep of het leerjaar (artikel 6, tweede lid, onderdeel c, van het besluit);
– het uitstroomprofiel, bedoeld in artikel 14, eerste lid, WEC (artikel 6, tweede lid, onderdeel d, van het besluit);
– de schoolsoort, bedoeld in artikel 14a WEC (artikel 6, tweede lid, onderdeel e, van het besluit);
– de leerweg van het onderwijs, bedoeld in artikel 14a WEC (artikel 6, tweede lid, onderdeel f, van het besluit);
– het profiel van het onderwijs, bedoeld in artikel 14a WEC (artikel 6, tweede lid, onderdeel g, van het besluit);
– wat betreft het speciaal onderwijs: de uitslag van de eindtoets, het niveau waarop de eindtoets is afgelegd en indien geen eindtoets is afgelegd de reden daarvan, en het schooladvies (artikel 7, tweede lid, onderdeel a, van het besluit);
– de aanduiding dat het betreft een onderwijsdeelnemer met een niet-Nederlandse culturele achtergrond (artikel 8, tweede lid, onderdeel a, van het besluit);
– de bekostigingsindicatie (artikel 8, tweede lid, onderdeel b, van het besluit);
– de bekostigingscategorie, bedoeld in de artikelen 118, tiende lid, en 132, vierde lid, WPO en de artikelen 85b, derde lid, en 89a, derde lid, WVO (artikel 8, tweede lid, onderdeel c, van het besluit).
Dit hoofdstuk definieert alle relevante begrippen.
Begrip |
Definitie |
---|---|
Aanleverpunt |
Onderdeel van een PO-onderwijsinstelling die volgens de deelnamegegevens van die PO-onderwijsinstelling bevoegd is om via het leerlingadministratiesysteem (LAS) gegevens uit te wisselen met het register onderwijsdeelnemers. Een PO-school kan zelf meerdere aanleverpunten definiëren. Een aanleverpunt kan een vestiging zijn, maar dat hoeft niet. |
Arrangement |
Een registratie melding arrangement zoals hier bedoeld is een door de instellingen uit cluster 1 & 2 en de WEC-scholen ‘De Waterlelie’ te Cruquius en ‘De Berkenschutse’ te Heeze aan het register onderwijsdeelnemers door te geven registratie van de leerlingen die door bovengenoemde instellingen en scholen ambulant begeleid worden. |
Bekostigingscategorie |
De bekostigingscategorie die door het samenwerkingsverband is aangegeven op de toelaatbaarheidsverklaring voor een leerling voor de plaatsing op een school voor (v)so. Er zijn drie niveaus; hoog, middel of laag. De categorie wordt bepaald op basis van de ondersteuning die een leerling nodig heeft. |
BRINnummer |
Administratienummer van een PO-school (code bestaand uit twee cijfers plus twee hoofdletters) waarmee een PO-school uniek wordt geïdentificeerd binnen de Basisregistratie instellingen (BRIN). |
Register onderwijsdeelnemers |
Met het register onderwijsdeelnemers wordt in dit document zowel het systeem het register onderwijsdeelnemers als de organisatie het register onderwijsdeelnemers bedoeld. Als uit de context niet duidelijk of het om het systeem of de organisatie gaat dan wordt dit aangegeven. |
BRP |
Basisregistratie personen. |
Burgerservicenummer |
Het burgerservicenummer als bedoeld in de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer. |
Cluster |
Binnen het speciaal onderwijs worden vier clusters van scholen onderscheiden: Cluster 1: Visuele handicaps; Cluster 2: Auditief/communicatieve handicaps; Cluster 3: Lichamelijke en/of verstandelijke handicaps en langdurig zieke leerlingen met een lichamelijke handicap;Cluster 4: Psychiatrische stoornissen en ernstige gedragsproblemen. Elk cluster bestaat uit een aantal onderwijssoorten. |
Deelnamegegevens |
Gegevens van een (aanleverpunt van een) PO-school die door de PO-school zijn opgegeven om een rol te spelen bij de gegevensuitwisseling met het register onderwijsdeelnemers. |
DUO |
Dienst Uitvoering Onderwijs. |
Inschrijving |
Toelating van de leerling aan de desbetreffende PO-school voor het volgen van onderwijs. |
Leerling |
Ingeschrevene aan een PO-school. |
Melding |
Elektronisch bericht volgens een afgesproken formaat betreffende een individuele leerling en diens inschrijving, door een aanleverpunt aan het register onderwijsdeelnemers geleverd dan wel door het register onderwijsdeelnemers aan een aanleverpunt teruggekoppeld. |
NNCA |
Niet-Nederlandse culturele achtergrond. |
OCW |
(Ministerie van) Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. |
Onderwijsnummer |
Negencijferige code, door DUO toegekend, waarmee een leerling zonder burgerservicenummer in het register onderwijsdeelnemers uniek wordt geïdentificeerd. |
Ontwikkelingsperspectief |
Een registratie ontwikkelingsperspectief (OPP) is een door een school aan het register onderwijsdeelnemers door te geven periode dat voor een ingeschreven leerling een ontwikkelingsperspectief is opgesteld. Het doel van deze registratie OPP in het register onderwijsdeelnemers op leerling-niveau is zicht te krijgen op basisschoolleerlingen die extra ondersteuning krijgen. |
OPDC |
Een orthopedagogisch en -didactisch centrum voor leerlingen die (tijdelijk) niet mee kunnen op een school in de zin van artikel 1 WPO. |
PO-school |
Een PO-school is een WPO-school of een WEC-school. |
PvE |
Programma van eisen. |
Referentieniveau |
De referentieniveaus beschrijven welke basiskennis en -vaardigheden leerlingen beheersen voor taal en rekenen. De beheersing van deze referentieniveaus door basisschoolleerlingen wordt in leerjaar 8 door middel van de verplichte eindtoets in beeld gebracht. |
Referentietabel |
Een tabel waarin op grond van een (identificerend) kenmerk aanvullende gegevens (bijvoorbeeld een omschrijving) gevonden kunnen worden. |
Samenwerkingsverband passend onderwijs |
Er zijn aparte samenwerkingsverbanden voor de sectoren primair onderwijs en voortgezet onderwijs. Een samenwerkingsverband passend onderwijs omvat voor de betreffende sector alle vestigingen van reguliere scholen en WEC-scholen, voor zover daaraan speciaal onderwijs wordt verzorgd, behorend tot cluster 3 en 4, bedoeld in de Wet op de expertisecentra, binnen een aangewezen gebied. Naast de regionale samenwerkingsverbanden is er één landelijk PO, en één landelijk VO samenwerkingsverband. De samenwerkingsverbanden zijn opgenomen in het BRIN register. |
School voor trekkende bevolking |
Een school voor trekkende bevolking is een rijdende school of een school voor varende kinderen bedoeld in het Besluit trekkende bevolking WPO. |
School voor varende kinderen |
Een school voor varende kinderen is een school voor schipperskinderen in de leeftijd van 3,5 tot 8 jaar bedoeld in het Besluit trekkende bevolking WPO. |
Spontane mutatie |
Wijzigingen in persoonsgegevens (die BRP spontaan aan DUO meldt) of een wijziging van Persoonsgebonden Nummer die het register onderwijsdeelnemers spontaan (dus zonder voorafgaande melding van de PO-school) doorstuurt naar de PO-school. |
Uitstroomprofiel |
Leerlingen in het vso krijgen in het kader van artikel 14 WEC onderwijs in één van de drie mogelijke uitstroomprofielen: – vervolgonderwijs; – arbeidsmarkt; – dagbesteding. |
Verplichte eindtoets |
Toets voor de basisschoolleerlingen uit leerjaar 8 waarmee ze worden geïndiceerd voor het (niveau) van het vervolgonderwijs. De eindtoets PO is vanaf het schooljaar 2014–2015 verplicht voor de basisscholen en vanaf schooljaar 2019–2020 ook verplicht voor de speciale scholen voor basisonderwijs en de scholen of de instellingen voor speciaal onderwijs. De school geeft ook aan als een leerling ontheffing heeft (bijvoorbeeld zeer moeilijk lerende kinderen) of niet deelneemt (bijvoorbeeld wegens ziekte). |
VVE |
Voor- en vroegschoolse educatie. |
WEC-school |
School of instelling voor speciaal onderwijs, voortgezet speciaal onderwijs of speciaal en voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in de WEC. |
WOT |
Wet op het onderwijstoezicht. |
WPO-school |
Basisschool of speciale school voor basisonderwijs als bedoeld in de WPO. |
Hieronder staat de complete set van basisgegevens die kunnen voorkomen. Deels betreft het gegevens die door de PO-school kunnen worden aangeleverd, deels betreft het ook BRP-gegevens die alleen in de terugkoppeling aan de PO-school kunnen voorkomen.
Nr. |
Omschrijving |
Definitie/toelichting |
---|---|---|
Persoonsgegevens |
||
1 |
Leerlingnummer |
Een door de PO-school toegekend nummer ter interne identificatie van de leerling. Toelichting: wordt aangeleverd bij identificatie, melding inschrijving of verwijdering inschrijving ook teruggekoppeld zoals aangeleverd door de PO-school. Dit attribuut kan door het aanleverpunt gebruikt worden voor herkenning van meldingen en wordt niet door het register onderwijsdeelnemers gebruikt voor verdere verwerking. |
2 |
Burgerservicenummer |
Burgerservicenummer (BSN), identificerend persoonsnummer dat door de gemeente wordt toegekend aan personen. Toelichting: Wordt vanuit het register onderwijsdeelnemers teruggekoppeld zoals door het register onderwijsdeelnemers opgehaald uit de BRP. |
3 |
Onderwijsnummer |
Het identificatienummer dat het register onderwijsdeelnemers aan de leerling heeft toegekend voor registratie in het register onderwijsdeelnemers, indien het register onderwijsdeelnemers niet heeft kunnen vaststellen dat de leerling beschikt over een Burgerservicenummer. |
4 |
Geboortedatum |
De aanduiding van de datum waarop de leerling is geboren. Toelichting: EEJJMMDD, waarbij DD '00' of MMDD '0000' is toegestaan. |
5 |
Geboorteplaats |
De aanduiding van de plaats waar de leerling is geboren. |
6 |
Geslacht |
De aanduiding die aangeeft of de leerling een man of een vrouw is dan wel dat het geslacht onbekend is. NB: ‘Onbekend’ betekent overigens niet dat een PO-school het nog niet weet. Waardelijst: geslacht. |
7 |
Postcode-volgens-instelling |
De postcode van het woonadres van de leerling. Waardelijst: postcode. Toelichting: vier cijfers en twee letters. Verplicht vullen met de volledige postcode van het woonadres indien woonachtig in Nederland met bekend woonadres, anders leeg laten. |
8 |
Land-volgens-instelling |
De aanduiding van het land van het woonadres van de leerling. Waardelijst: land. Verplicht indien woonachtig in het buitenland of indien onbekend of onbestaand woonadres in Nederland. |
9 |
Datum ingang adreswijziging |
De datum waarop de wijziging of correctie van de postcode dan wel land ingaat. |
10 |
Achternaam |
De achternaam van de leerling. |
11 |
Voorvoegsel |
De verzameling van één of meer voorzetsels en/of lidwoorden die aan de achternaam van de leerling vooraf gaat en daarmee gezamenlijk de geslachtsnaam van de leerling vormt. Waardelijst: voorvoegsel. Toelichting: indien de PO-school een voorvoegsel wil toekennen dat niet voorkomt in de voorvoegseltabel, dan dient het voorvoegsel te worden opgenomen bij de achternaam. |
12 |
Alle voornamen |
De verzameling van één of meer voornamen van de leerling, ter onderscheiding van personen met dezelfde geslachtsnaam, aan de persoon gegeven of door de leerling gekozen. Toelichting: voornamen moeten van elkaar worden gescheiden met spaties. Binnen één afzonderlijke voornaam is het koppelteken toegestaan, maar een spatie niet. Indien een leerling geen voornamen heeft of als de voornamen onbekend zijn, moet een punt worden ingevuld. |
13 |
Straatnaam |
De naam van de straat waar de leerling woont. Toelichting: indien de PO-school een straatnaam heeft geregistreerd langer dan 24 posities, dan dient zij hiervan de eerste 24 posities in dit veld te vullen. |
14 |
Huisnummer |
Het bij het woonadres van de leerling behorende huisnummer. |
15 |
Huisnummer toevoeging |
De toevoeging achter het huisnummer |
16 |
Locatie omschrijving |
De aanduiding van de locatie van het object waarin de leerling woont nader aan te geven indien de formele adreselementen geen unieke identificatie van het object mogelijk maken, of een nadere aanduiding van de locatie achter de voordeur. |
17 |
Huisnummer aanduiding |
De aanduiding behorende bij het huisnummer. Waardelijst: huisnummer aanduiding. |
18 |
Plaatsnaam |
De naam van de woonplaats van de leerling. Toelichting: indien de PO-school een plaatsnaam heeft geregistreerd groter dan 24 posities, dan dient zij hiervan de eerste 24 posities in dit veld te vullen. |
19 |
Adresregel buitenland 1 |
De eerste adresregel van het woonadres van de leerling, indien in het buitenland woonachtig. |
20 |
Adresregel buitenland 2 |
De tweede adresregel van het woonadres van de leerling, indien in het buitenland woonachtig. |
21 |
Adresregel buitenland 3 |
De derde adresregel van het adres van de leerling, indien in het buitenland woonachtig. |
22 |
Datum overlijden BRP |
De datum waarop de leerling is overleden. Toelichting: EEJJMMDD, waarbij DD '00' of MMDD '0000' is toegestaan. |
23 |
Postcode volgens BRP |
De postcode van het woonadres van de leerling. Waardelijst: postcode. Toelichting: vier cijfers en twee letters. |
24 |
Datum ingang adres BRP |
De datum waarop het woonadres van de leerling is ingegaan. Toelichting: EEJJMMDD, waarbij DD '00' of MMDD '0000' is toegestaan. |
25 |
Geboorteland BRP |
De aanduiding van het land waar de leerling is geboren. Waardelijst: land. |
26 |
Geboorteland ouder-1 BRP |
De aanduiding van het land waar ouder-1 van de leerling is geboren. Waardelijst: land. |
27 |
Geboorteland ouder-2 BRP |
De aanduiding van het land waar ouder-2 van de leerling is geboren. Waardelijst: land. |
28 |
Datum vestiging in Nederland BR |
De datum van de inschrijving van de leerling in Nederland. Toelichting: EEJJMMDD, waarbij DD '00' of MMDD '0000' is toegestaan. |
29 |
Datum vertrek uit Nederland BRP |
De datum van het vertrek van de leerling uit Nederland dan wel de datum van het ministeriële besluit tot uitschrijving. Toelichting: EEJJMMDD, waarbij DD '00' of MMDD '0000' is toegestaan. |
30 |
Land waarnaar vertrokken BRP |
De aanduiding van het land dat de leerling als bestemming heeft opgegeven bij vertrek naar het buitenland dan wel van een ministerieel besluit. Waardelijst: land. Toelichting: code '0000' geeft aan dat een ministerieel besluit van toepassing is. |
31 |
Nationaliteit-1 BRP |
De aanduiding van een nationaliteit van de leerling. Waardelijst: nationaliteit. |
32 |
Datum ingang nationaliteit-1 BRP |
De datum waarop de geldigheid van nationaliteit-1 van de leerling is aangevangen of zal aanvangen. Toelichting: EEJJMMDD, waarbij DD '00' of MMDD '0000' is toegestaan. |
33 |
Nationaliteit-2 BRP |
De aanduiding van een tweede nationaliteit van de leerling. Waardelijst: nationaliteit. |
34 |
Datum ingang nationaliteit-2 BRP |
De datum waarop de geldigheid van nationaliteit-2 van de leerling is aangevangen of zal aanvangen. Toelichting: EEJJMMDD, waarbij DD '00' of MMDD '0000' is toegestaan. |
Een inschrijving WPO kent diverse gegevensgroepen die de inschrijving kenmerken. Hieronder staat de totale lijst van gegevensgroepen en gegevens die kunnen voorkomen bij een inschrijving WPO. De gegevens en gegevensgroepen zijn niet allemaal in alle situaties verplicht; dit staat in detail aangegeven bij de berichtbeschrijving en de controles
Nr. |
Omschrijving |
Definitie/toelichting |
---|---|---|
Inschrijving WPO |
Vaste gegevens |
|
35 |
Datum inschrijving |
Datum inschrijving is de datum van de daadwerkelijke aanvang van het volgen van onderwijs bij de PO-school. Echter, als dit de eerste schooldag van het schooljaar betreft dan wordt 1 augustus als datum genomen (maar registratie volgens opgave door school). |
36 |
Voorschools programma |
Voorschools programma is een aanduiding van het gevolgde onderwijsprogramma van voorschoolse educatie. Waardelijst: voorschools programma. |
37 |
Voorschoolse maanden |
Voorschoolse maanden is het aantal maanden deelname aan een erkend project voorschoolse educatie. Toelichting: Het aantal maanden moet liggen tussen 1 en 24 maanden (beide inclusief). |
38 |
Datum uitschrijving |
Datum uitschrijving is de laatste datum waarop de inschrijving werkelijk actief was. Echter, als dit de laatste schooldag van het schooljaar betreft dan wordt 31 juli als datum genomen (registratie volgens opgave door school). |
39 |
Advies-vo |
Advies-vo is de codering van het advies over het volgen van aansluitend voortgezet onderwijs bij het verlaten van de basisschool of de speciale school voor basisonderwijs, zoals opgenomen in het onderwijskundig rapport, bedoeld in art. 42 WPO. Waardelijst: advies-vo. |
40 |
Herzien Advies-vo |
Herzien advies-vo is de codering van het door basisschool of de speciale school voor basisonderwijs, op basis van de eindtoets, herzien advies over het volgen van aansluitend voortgezet onderwijs bij het verlaten van de basisscholen of de speciale scholen voor basisonderwijs. Dit mag alleen een opwaartse herziening zijn. Waardelijst: advies-vo. |
41 |
Aanduiding NNCA WPO |
Aanduiding NNCA WPO is de aanduiding van een leerling met een niet-Nederlandse culturele achtergrond bedoeld in artikel 1 en 11 lid 2 van het Besluit bekostiging WPO. Waardelijst: aanduiding NNCA. |
42 |
Datum inschrijving oorspronkelijke inschrijving |
Datum inschrijving oorspronkelijke inschrijving is de datum inschrijving van de inschrijving die gecorrigeerd wordt. |
Vestiging WPO |
Periode gegevens |
|
43 |
Datum ingang plaatsing vestiging |
Datum ingang plaatsing vestiging is de datum waarop de leerling op de vestiging wordt geplaatst. |
44 |
Vestigingsvolgnummer |
Vestigingsvolgnummer is het nummer van de vestiging binnen het registratienummer van de PO-school waarop de leerling is ingeschreven zoals geregistreerd in het BasisRegister Instellingen. Waardelijst: vestigingsvolgnummer. Toelichting: Een vestigingsvolgnummer met een voorloopnul heeft dezelfde betekenis als een vestigingsvolgnummer zonder voorloopnul (04 is hetzelfde als 4). |
45 |
Onderwijslocatie |
De plek of de plekken waar onderwijsinstellingen het onderwijs aanbieden cq verzorgen.. |
Indicatie bekostiging WPO |
Periode gegevens |
|
46 |
Datum ingang indicatie bekostiging |
Datum ingang indicatie bekostiging is de datum vanaf wanneer de indicatie bekostiging geldig is. |
47 |
Indicatie bekostiging |
Indicatie bekostiging is de indicatie waarmee de PO-school jaarlijks aangeeft of een inschrijving voor bekostiging in aanmerking komt, conform artikel 10, lid 1 van het Besluit Bekostiging WPO. Toelichting: Boolean kan zijn: true/false. |
Leerjaar/groep WPO |
Periode gegevens |
|
48 |
Datum plaatsing leerjaar/groep |
Datum plaatsing leerjaar/groep is de datum waarop de leerling in het leerjaar/de groep wordt geplaatst. |
49 |
Leerjaar |
Leerjaar is de codering van het leerjaar of het niveau waarin de leerling onderwijs volgt. Toelichting: Alleen 0 t/m 8 is toegestaan. |
50 |
Groep |
Groep is de (per vestiging) unieke aanduiding van de verzameling leerlingen waarbinnen de leerling gedurende een schooljaar de meeste onderwijstijd doorbrengt. |
Vroegschools programma WPO |
Periode gegevens |
|
51 |
Datum plaatsing vroegschools programma |
Datum plaatsing vroegschools programma is de datum waarop de leerling in het vroegschools programma wordt geplaatst. |
52 |
Datum einde plaatsing vroegschools programma |
Datum einde plaatsing vroegschools programma is de datum waarop de leerling uit het vroegschools programma wordt geplaatst. |
53 |
Vroegschools programma |
Vroegschools programma is de aanduiding van het gevolgde onderwijsprogramma van vroegschoolse educatie. Waardelijst: vroegschools programma. |
Ontwikkelingsperspectief BO WPO |
Periode gegevens |
|
54 |
Datum ingang OPP |
De datum ingang OPP is de datum vanaf wanneer het ontwikkelingsperspectief voor de leerling van kracht is. |
55 |
Datum einde OPP |
Datum einde OPP is de laatste datum waarop het ontwikkelingsperspectief werkelijk actief is. |
Verblijf OPDC WPO |
Periode gegevens |
|
56 |
Datum ingang plaatsing OPDC |
Datum ingang plaatsing OPDC is de datum waarop de leerling op het OPDC is geplaatst. |
57 |
Datum einde plaatsing OPDC |
Datum einde plaatsing OPDC is de laatste datum waarop de leerling werkelijk op het OPDC geplaatst was. |
58 |
BRINnummer OPDC |
BRINnummer OPDC is het administratienummer waaronder het OPDC is geregistreerd in het BasisRegisterInstellingen. |
59 |
Vestigingsvolgnummer OPDC |
Vestigingsvolgnummer OPDC is het nummer van de vestiging binnen het registratienummer van het OPDC waarop de leerling is ingeschreven zoals geregistreerd in het BasisRegisterInstellingen. Waardelijst: vestigingsvolgnummer OPDC. Toelichting: en vestigingsvolgnummer met een voorloopnul heeft dezelfde betekenis als een vestigingsvolgnummer zonder voorloopnul (04 is hetzelfde als 4). |
Een inschrijving WEC kent diverse gegevensgroepen die de inschrijving kenmerken. Hieronder staat de totale lijst van gegevensgroepen en gegevens die kunnen voorkomen bij een inschrijving WEC. De gegevens en gegevensgroepen zijn niet allemaal in alle situaties verplicht.
Nr. |
Omschrijving |
Definitie/toelichting |
---|---|---|
Inschrijving WEC |
Vaste gegevens |
|
60 |
Datum inschrijving |
Datum inschrijving is de datum van de daadwerkelijke aanvang van het volgen van onderwijs bij de PO-school. Echter, als dit de eerste schooldag van het schooljaar betreft dan wordt 1 augustus als datum genomen (registratie volgens opgave door school). |
61 |
Datum uitschrijving |
Datum uitschrijving is de laatste datum waarop de inschrijving werkelijk actief was. Echter, als dit de laatste schooldag van het schooljaar betreft dan wordt 31 juli als datum genomen. |
62 |
Advies-vo |
Advies-vo is de codering van het advies over het volgen van aansluitend voortgezet onderwijs bij het verlaten van de school of de instelling voor speciaal onderwijs, zoals opgenomen in het onderwijskundig rapport, bedoeld in art. 43 WEC. Waardelijst: advies-vo. |
63 |
Herzien Advies-vo |
Herzien advies-vo is de codering van het door de school of instelling, op basis van de eindtoets, herzien advies over het volgen van aansluitend voortgezet onderwijs bij het verlaten van de scholen of de instellingen voor speciaal onderwijs. Dit mag alleen een opwaartse herziening zijn. Waardelijst: advies-vo. |
64 |
Aanduiding NNCA WEC |
Aanduiding NNCA WEC is de aanduiding van een leerling met een niet-Nederlandse culturele achtergrond bedoeld in artikel 1 Besluit Bekostiging WEC. Waardelijst: aanduiding NNCA. |
65 |
Datum inschrijving oorspronkelijke inschrijving |
Datum inschrijving oorspronkelijke inschrijving is de datum inschrijving van de inschrijving die gecorrigeerd wordt. |
Vestiging WEC |
Periode gegevens |
|
66 |
Datum ingang plaatsing vestiging |
Datum ingang plaatsing vestiging is de datum waarop de leerling op de vestiging wordt geplaatst. |
67 |
Vestigingsvolgnummer |
Vestigingsvolgnummer is het nummer van de vestiging binnen het registratienummer van de PO-school waarop de leerling is ingeschreven. Waardelijst: vestigingsvolgnummer. Toelichting: een vestigingsvolgnummer met een voorloopnul heeft dezelfde betekenis als een vestigingsvolgnummer zonder voorloopnul (04 is hetzelfde als 4). |
68 |
Onderwijslocatie |
De plek of de plekken waar onderwijsinstellingen het onderwijs aanbieden c.q. verzorgen.. |
Indicatie bekostiging WEC |
Periode gegevens |
|
69 |
Datum ingang indicatie bekostiging |
Datum ingang indicatie bekostiging is de datum vanaf wanneer de indicatie bekostiging geldig is. |
70 |
Indicatie bekostiging |
Indicatie bekostiging is de indicatie waarmee de PO-school jaarlijks aangeeft of een inschrijving voor bekostiging in aanmerking komt conform artikel 9, lid 1 van het Besluit Bekostiging WEC. Toelichting: Boolean kan zijn: true/false. |
Onderwijssoort |
Periode gegevens |
|
71 |
Datum ingang onderwijssoort |
Datum ingang onderwijssoort is de datum waarop het onderwijssoort geldig wordt. |
72 |
Onderwijssoort |
De aanduiding voor de soort speciaal en voortgezet speciaal onderwijs. Waardelijst: onderwijssoort. |
Leerjaar/groep WEC |
Periode gegevens |
|
73 |
Datum plaatsing leerjaar/groep |
Datum plaatsing leerjaar/groep is de datum waarop de leerling in het leerjaar/de groep wordt geplaatst. |
74 |
Groepsaanduiding |
Groepsaanduiding is de (per vestiging) unieke aanduiding van de verzameling leerlingen waarbinnen de leerling gedurende een schooljaar de meeste onderwijstijd doorbrengt. |
75 |
Leerjaar WEC |
Het aantal jaren waarin de leerling het onderwijs heeft gevolgd. Hierbij tellen jaren op andere WEC-scholen en jaren in andere onderwijssoorten, soorten onderwijs, en soorten verblijf ook mee. |
Soort school |
Periode gegevens |
|
76 |
Datum ingang soort school |
Datum ingang soort school is de datum waarop de soort school geldig wordt. |
77 |
Soort school |
De aanduiding van de onderwijsvorm binnen het schooltype. Waardelijst: soort school. |
Soort verblijf WEC |
Periode gegevens |
|
78 |
Datum ingang soort verblijf |
Datum ingang soort verblijf is de datum waarop het soort verblijf geldig wordt. |
79 |
Indicatie soort verblijf |
De aanduiding van een leerling van wie de toelating is gericht op een verblijf op de PO-school, dan wel een leerling die is opgenomen in een residentiële instelling waarbij behandeling of opvang en onderwijs vanuit één plan noodzakelijk is vanwege de aard of de duur van de behandeling of opvang. Waardelijst: soort verblijf. |
Toelaatbaarheidsverklaring |
Periode gegevens |
|
80 |
Datum ingang toelaatbaarheidsverklaring |
De datum waarop de Toelaatbaarheidsverklaring geldig wordt. |
81 |
Samenwerkingsverband nummer |
Het administratienummer volgens de Basisregistratie Instellingen (BRIN) van het samenwerkingsverband welke de toelaatbaarheidsverklaring van de leerling heeft afgegeven. |
82 |
Bekostigingscategorie |
De aanduiding van de bekostigingscategorie van de leerling. Waardelijst: Bekostigingscategorie. |
83 |
Beschikkingsnummer TLV |
Het nummer dat door het samenwerkingsverband is afgegeven voor het registreren van de toelaatbaarheidsverklaring van de leerling. Toelichting: pos 1 t/m. 6 = nummer van het samenwerkingsverband; pos 7 = koppelteken; pos 8 t/m. 11 = jaartal van afgifte; pos 12 = koppelteken; pos 13 t/m. 17 = volgnummer met voorloopnullen. |
84 |
Datum einde Toelaatbaarheidsverklaring |
De laatste datum waarop de toelaatbaarheidsverklaring geldig is (dit is altijd 31-07-EEJJ). |
Arrangement WEC |
Periode gegevens |
|
85 |
Datum ingang arrangement |
Datum ingang arrangement is de datum waarop de leerling gebruik maakt van het onderwijsarrangement. |
86 |
BRINnummer school van inschrijving |
BRINnummer school van inschrijving, is het administratienummer van de school of instelling waar de leerling een arrangement ontvangt. |
87 |
Vestigingsvolgnummer school van inschrijving |
Vestigingsvolgnummer school van inschrijving is het nummer van de vestiging binnen het registratienummer van de school/instelling OPDC, waar de leerling een arrangement ontvangt, zoals geregistreerd in het BasisRegisterInstellingen. Waardelijst: vestigingsvolgnummer school van inschrijving. Toelichting: een vestigingsvolgnummer met een voorloopnul heeft dezelfde betekenis als een vestigingsvolgnummer zonder voorloopnul (04 is hetzelfde als 4). |
Uitstroomprofiel WEC |
||
88 |
Datum ingang uitstroomprofiel |
Datum ingang uitstroomprofiel is de datum waarop de leerling binnen het uitstroomprofiel is geplaatst. |
89 |
Uitstroomprofiel |
Het uitstroomprofiel is het profiel (dagbesteding, arbeidsmarktgericht of vervolgonderwijs, zoals benoemd in artikel 14 WEC) waarin de leerling op het vso is geplaatst. Waardelijst: uitstroomprofiel. |
90 |
Elementcode |
De elementcode geeft de schoolsoort aan binnen het voortgezet onderwijs bedoeld in artikel 5, onderdelen a tot en met c, WVO en de voor dat schooljaar geldende Regeling codetabellen. Waardelijst: elementcode ten behoeve van uitstroomprofiel. |
91 |
Leerjaar Uitstroomprofiel |
Leerjaar uitstroomprofiel is het leerjaar waarin de leerling zit binnen het vervolgonderwijs. Mogelijke waarden: 1 t/m 6. |
Naast de kopgegevens, persoonsgegevens en inschrijvingsgegevens voor WPO en WEC zijn er nog andere gegevens die een rol spelen bij de uitwisseling tussen PO-scholen en het register onderwijsdeelnemers. Waar hieronder wordt gesproken over waardelijsten, zijn de waardenlijsten bedoeld die zijn opgenomen in paragraaf 7.1.
Nr. |
Omschrijving |
Definitie/toelichting |
---|---|---|
Verplichte eindtoets |
||
92 |
Code verplichte eindtoets |
Code verplichte eindtoets is de unieke codering van de eindtoets. Waardelijst: verplichte eindtoets. |
93 |
Datum afname |
Datum van de eerste dag van de toetsafname van de verplichte eindtoets. |
94 |
Score |
Toetsuitslag van de verplichte eindtoets als geheel in de vorm van een score. Waardelijst: niveau eindtoets. |
95 |
Reden ontheffing |
Reden waarom de leerling een ontheffing heeft voor het afleggen van de eindtoets. Waardelijst: reden ontheffing. |
96 |
Reden niet-deelname |
Reden waarom de leerling niet heeft deelgenomen aan de eindtoets. Waardelijst: reden niet deelname. |
Toetsonderdeel |
||
97 |
Code Toetsonderdeel |
Code Toetsonderdeel is een code die het toetsonderdeel uniek identificeert bij een toets. Waardelijst: toetsonderdeel. |
98 |
Referentieniveau Toetsonderdeel |
Referentieniveau Toetsonderdeel is de waarde van het referentieniveau dat in het toetsonderdeel rekenen is behaald. Waardelijst: referentieniveau toetsonderdeel. |
Toetsdomein |
||
99 |
Code Toetsdomein |
Code Toetsdomein is een code die het toetsdomein uniek identificeert bij een toetsonderdeel. Waardelijst: toetsdomein. |
100 |
Referentieniveau Toetsdomein |
De waarde die aangeeft welk referentieniveau de leerling op het toetsdomein lezen en taalverzorging heeft behaald. Waardelijst: referentieniveau toetsdomein. |
Het register onderwijsdeelnemers controleert ieder gegeven dat de school aanlevert. Controles kunnen leiden tot ‘afkeur’ of ‘signalering’. Bij ‘afkeur’ vindt geen opname van gegevens in het register onderwijsdeelnemers plaats en wordt de PO-school ingelicht omtrent de reden van afkeur van het bericht. Daarnaast wordt bij elke afkeur nog een extra signaal meegegeven met extra informatie over de leerling. Deze controles en signalen worden verder in het ‘PvE leerlinggegevens ten behoeve van softwareleveranciers’ verder beschreven.
De uitwisseling met het register onderwijsdeelnemers vindt elektronisch plaats. Voor de (technische) uitwerking wordt verwezen naar het ‘PvE leerlinggegevens ten behoeve van softwareleveranciers’ op de site van DUO.
De uitwisseling tussen de scholen en DUO moet voldoen aan een aantal wettelijke bepalingen. Deze wettelijke bepalingen zijn: het Besluit voorschrift informatievoorziening Rijksdienst 2007, de Algemene verordening gegevensbescherming en de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming. Ook conformeert DUO zich aan de Code voor informatiebeveiliging(NEN-EN-ISO/IEC 27002:2017) en de Baseline Informatiebeveiliging Rijksdienst (zie: https://www.earonline.nl/index.php/BIR-Baseline_Informatiebeveiliging_Rijksdienst). Om niet te verzanden in een wirwar van regelingen heeft DUO een vastgesteld beveiligingsbeleid waarin bovenstaande is verwerkt en daarnaast een vastgestelde security baseline waaraan applicaties minimaal moeten voldoen. Deze security baseline voldoet niet altijd voor een vastgestelde risicoklasse zodat additionele maatregelen noodzakelijk kunnen zijn.
In dit hoofdstuk staan de eisen met betrekking tot de uitwisseling geformuleerd waaraan de PO-scholen moeten voldoen. Uitgangspunt is dat de aanlevering van de gegevens van de PO-scholen aan het register onderwijsdeelnemers valt onder ‘risicoklasse II’. Dat impliceert dat de PO-scholen gebonden zijn aan de beveiligingsvoorwaarden die horen bij de risicoklasse II.
Het merendeel van de eisen zijn technisch van aard en bedoeld voor de softwareleveranciers.
Voor deze eisen wordt verwezen naar het ‘PvE leerlinggegevens ten behoeve van softwareleveranciers’. De (procedurele) eisen aan de scholen worden hier genoemd.
De PO-scholen zullen zelf adequate beveiligingsmaatregelen moeten treffen met betrekking tot de (lokale) identificatie, autorisatie, controle, login welke opgenomen kunnen worden in het schoolpakket en eigen verantwoordelijkheid moeten nemen voor de lokale beveiliging. Specifieke maatregelen op het gebied van de lokale beveiliging worden door DUO niet voorgeschreven en zijn daarom geen onderdeel van het PvE.
De PO-scholen zijn verantwoordelijk voor de tijdigheid van het doorgeven van de mutaties aan het register onderwijsdeelnemers. De PO-scholen dragen zorg voor de beschikbaarheid van de eigen programmatuur (het schoolpakket) om de berichten naar het register onderwijsdeelnemers te versturen conform de gestelde specificaties.
De volgende tabellen worden gebruikt bij controles.
7.1.1. Voor- en vroegschoolse programma |
Naam VVE-programma |
Ingangsdatum |
Einddatum |
---|---|---|---|
Code |
|||
01 |
Kaleidoscoop |
01-01-1995 |
|
02 |
Piramide |
01-01-1995 |
|
03 |
Startblokken |
01-01-2000 |
|
04 |
Ko-Totaal |
01-01-2005 |
|
05 |
Ander VVE programma |
01-01-1995 |
|
06 |
Een combinatie van programma's |
01-01-1995 |
|
07 |
Ben ik in Beeld |
01-08-2018 |
|
08 |
Doe meer met Bas |
01-08-2018 |
|
09 |
Peuterplein en Kleuterplein |
01-08-2018 |
|
10 |
Uk en Puk |
01-08-2018 |
|
11 |
Instap |
01-08-2018 |
|
12 |
Opstap |
01-08-2018 |
|
13 |
Opstapje |
01-08-2018 |
|
14 |
VoorleesExpress |
01-08-2018 |
|
15 |
VVE Thuis |
01-08-2018 |
7.1.2. Advies-vo |
Omschrijving |
Ingangsdatum |
Einddatum |
---|---|---|---|
Code |
|||
01 |
VSO |
01-01-2000 |
|
10 |
Praktijkonderwijs |
01-01-2000 |
|
20 |
VMBO BL |
01-01-2000 |
|
21 |
VMBO BL, met LWOO |
01-01-2000 |
|
22 |
VMBO BL t/m VMBO KL |
01-01-2000 |
|
23 |
VMBO BL t/m VMBO KL, met LWOO |
01-01-2000 |
|
30 |
VMBO KL |
01-01-2000 |
|
31 |
VMBO KL, met LWOO |
01-01-2000 |
|
32 |
VMBO KL t/m VMBO GL |
01-01-2000 |
|
33 |
VMBO KL t/m VMBO GL, met LWOO |
01-01-2000 |
|
34 |
VMBO KL t/m VMBO TL |
01-01-2000 |
|
35 |
VMBO KL t/m VMBO TL, met LWOO |
01-01-2000 |
|
40 |
VMBO GL |
01-01-2000 |
|
41 |
VMBO GL, met LWOO |
01-01-2000 |
|
42 |
VMBO GL t/m VMBO TL |
01-01-2000 |
|
43 |
VMBO GL t/m VMBO TL, met LWOO |
01-01-2000 |
|
44 |
VMBO GL t/m HAVO |
01-01-2000 |
|
50 |
VMBO TL |
01-01-2000 |
|
51 |
VMBO TL, met LWOO |
01-01-2000 |
|
52 |
VMBO TL t/m HAVO |
01-01-2000 |
|
60 |
HAVO |
01-01-2000 |
|
61 |
HAVO t/m VWO |
01-01-2000 |
|
70 |
VWO |
01-01-2000 |
|
80 |
Geen specifiek advies mogelijk |
01-08-2013 |
7.1.3. Onderwijssoort |
Onderwijssoort |
---|---|
Code |
|
00 |
Niet van toepassing |
11 |
Onderwijs aan visueel gehandicapte kinderen |
12 |
Onderwijs aan visueel gehandicapte kinderen die tevens zeer moeilijk lerend zijn |
21 |
Onderwijs aan dove kinderen |
22 |
Onderwijs aan slechthorende kinderen |
23 |
Onderwijs aan kinderen met ernstige spraakmoeilijkheden |
24 |
Onderwijs aan dove kinderen die tevens zeer moeilijk lerend zijn |
25 |
Onderwijs aan slechthorende kinderen die tevens zeer moeilijk lerend zijn |
26 |
Onderwijs aan doof/blinde kinderen |
7.1.4. Soort verblijf (WEC) |
Omschrijving Soort Verblijf |
---|---|
Code |
|
0 |
niet van toepassing |
3 |
leerling opgenomen in een instelling voor gehandicaptenzorg |
6 |
leerling opgenomen in een justitiële jeugdinrichting of een gesloten jeugdinrichting |
7.1.5. Geslacht |
Geslacht |
---|---|
Code |
|
M |
Mannelijk |
V |
Vrouwelijk |
O |
Onbekend |
7.1.6. Soort school |
Soort school |
---|---|
Code |
|
0 |
Niet van toepassing |
1 |
Speciaal onderwijs |
2 |
Voortgezet speciaal onderwijs |
7.1.7. Aanduiding NNCA |
Aanduiding NNCA |
---|---|
Code |
|
In geval van een PO-school voor basisonderwijs: |
|
0 |
Niet van toepassing |
1 |
Leerling met een Nederlandse culturele achtergrond, inclusief leerlingen van wie tenminste een van de ouders of voogden afkomstig is uit Suriname of een van de Caribische delen van het Koninkrijk. |
2 |
Leerling met een niet-Nederlandse culturele achtergrond, exclusief leerlingen van wie tenminste een van de ouders of voogden afkomstig is uit Suriname of een van de Caribische delen van het Koninkrijk. |
In geval van een speciale school voor basisonderwijs of een WEC-school: |
|
0 |
Niet van toepassing. |
1 |
Leerling met een Nederlandse culturele achtergrond. |
2 |
Leerling met een niet-Nederlandse culturele achtergrond. |
7.1.8. Bekostigingscategorie |
Bekostigingscategorie |
---|---|
Code |
|
H |
Hoog |
M |
Midden |
L |
Laag |
7.1.9. Uitstroomprofiel |
Uitstroomprofiel |
---|---|
Code |
|
1 |
Dagbesteding |
2 |
Arbeidsmarkt |
3 |
Vervolgonderwijs |
7.1.10. Verplichte eindtoets |
Naam eindtoets |
Ingangsdatum |
Einddatum |
---|---|---|---|
Code |
|||
0011 |
Centrale Eindtoets (CET) |
01-08-2014 |
|
0012 |
ROUTE 8 |
01-01-2015 |
|
0013 |
ICE Eindevaluatie Primair Onderwijs (IEP Eindtoets) |
01-01-2015 |
|
0014 |
Dia-eindtoets |
01-08-2016 |
|
0016 |
AMN Eindtoets |
01-08-2016 |
7.1.11. Niveau eindtoets |
Code |
Niveau eindtoets |
Scorebereik |
Ingangsdatum |
Einddatum |
---|---|---|---|---|---|
Code Eindtoets |
|||||
0011 |
G |
Generiek |
501-550 |
01-08-2017 |
|
0012 |
G |
Generiek |
100-300 |
01-08-2017 |
|
0013 |
G |
Generiek |
50-100 |
01-08-2017 |
|
0014 |
G |
Generiek |
321-390 |
01-08-2017 |
|
0016 |
G |
Generiek |
300-500 |
01-08-2017 |
7.1.12. Reden ontheffing |
Reden ontheffing |
---|---|
Code |
|
01 |
Leerlingen die korter dan 4 jaar in Nederland verblijven en de Nederlandse taal onvoldoende beheersen. |
02 |
Zeer moeilijk lerende leerlingen. |
03 |
Meervoudig gehandicapte leerlingen voor wie het zeer moeilijk lerend zijn een van de handicaps is. |
7.1.13. Reden niet deelname |
Reden niet deelname |
---|---|
Code |
|
01 |
Verhindering/medische reden |
02 |
Ontheffing |
7.1.14. Code Toetsonderdeel |
Toetsonderdeel |
Ingangsdatum |
Einddatum |
---|---|---|---|
Code |
|||
8000 |
Nederlandse taal |
01-08-2015 |
|
8001 |
Rekenen |
01-08-2015 |
7.1.15. Referentieniveau Toetsonderdeel |
Referentieniveau |
Toetsonderdeel |
---|---|---|
Code |
||
01 |
Lager dan 1F |
Nederlandse taal en rekenen |
02 |
1F |
Nederlandse taal en rekenen |
03 |
1S |
Rekenen |
04 |
2F |
Nederlandse taal |
7.1.16. Toetsdomein |
Code |
Toetsdomein |
Ingangsdatum |
Einddatum |
---|---|---|---|---|
Code Toetsonderdeel |
||||
8000 |
8050 |
Lezen |
01-08-2015 |
|
8000 |
8051 |
Taalverzorging |
01-08-2015 |
7.1.17. Referentieniveau Toetsdomein |
Referentieniveau Toetsdomein |
---|---|
Code |
|
01 |
Lager dan 1F |
02 |
1F |
04 |
2F |
7.1.18. Elementcode t.b.v. uitstroomprofiel |
Elementcode t.b.v. uitstroomprofiel |
---|---|
Code |
|
Elementcodes zijn opgenomen in de voor het betreffende schooljaar geldende regeling codetabellen. Zie ook: https://duo.nl/zakelijk/primair-onderwijs/leerlingenadministratie/passend-onderwijs-uitwisselen/ |
De volgende referentietabellen worden gebruikt bij controles, maar worden niet door de organisatie het register onderwijsdeelnemers beheerd. Dit houdt in dat de school zelf verantwoordelijk is om hiervan de nieuwste versie te gebruiken om zo geen onnodige afkeuring van berichten te krijgen.
Attribuut: |
BRINnummer |
BRINnummer WEC-instelling |
|
BRINnummer WPO |
|
BRINnummer OPDC |
|
BRINnummer school van inschrijving |
|
Vestigingsvolgnummer |
|
Attribuut: |
Vestigingsvolgnummer |
Vestigingsvolgnummer OPDC |
|
Vestigingsvolgnummer school van inschrijving |
|
Referentietabel: |
BRIN-tabel van DUO |
Voor de gegevens met betrekking tot de BRP wordt verwezen naar de site van de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens, http://publicaties.rvig.nl/Landelijke_tabellen.
Het betreft hier de volgende tabellen:
– BRP landentabel
– BRP voorvoegseltabel
– Huisnummer aanduiding
– BRP nationaliteitentabel
Het bestuur van een onderwijsinstelling als bedoeld in de WVO of van een agrarisch opleidingscentrum als bedoeld in artikel 1.3.3 WEB, voor zover het betreft vbo, levert aan de minister op grond van artikel 5 van elke onderwijsdeelnemer die is of was ingeschreven aan die onderwijsinstelling de volgende basisgegevens:
– het geslacht (artikel 4, eerste lid, onderdeel c, van het besluit);
– de postcode (artikel 4, eerste lid, onderdeel e, van het besluit);
– de geboortedatum (artikel 4, eerste lid, onderdeel f, van het besluit);
– de nationaliteit, indien deze niet is opgenomen in de basisregistratie personen (artikel 4, eerste lid, onderdeel k, van het besluit);
– het registratienummer van de onderwijsinstelling of, indien van toepassing, van het onderdeel daarvan waar de onderwijsdeelnemer onderwijs volgt (artikel 5, eerste lid, onderdeel a, van het besluit);
– de datum van inschrijving (artikel 5, eerste lid, onderdeel b, van het besluit);
– de datum van uitschrijving (artikel 5, eerste lid, onderdeel c, van het besluit);
en, voor zover van toepassing:
– het leerjaar (artikel 6, derde lid, onderdeel a, van het besluit);
– de schoolsoort (artikel 6, derde lid, onderdeel b, van het besluit);
– de leerweg (artikel 6, derde lid, onderdeel c, van het besluit);
– het profiel (artikel 6, derde lid, onderdeel d, van het besluit);
– de aanduiding van de minderheidsgroep en de verblijfsduur in Nederland, voor zover de desbetreffende minderheidsgroep of verblijfsduur als categorie is opgenomen in een ministeriële regeling waarin voorschriften zijn vastgesteld omtrent toekenning van een aanvullende vergoeding voor personeelskosten als bedoeld in artikel 85a, eerste lid, WVO of artikel 155, eerste lid, WVO BES (artikel 8, vijfde lid, onderdeel a van het besluit);
– begin- en einddatum ontwikkelingsperspectief (artikel 8, vijfde lid, onderdeel b, van het besluit);
– begin- en einddatum plaatsing ODC en registratienummer opdc (artikel 8, vijfde lid, onderdeel c, van het besluit).
Met dien verstande dat een bestuur van een niet door het Rijk bekostigde school bedoeld in artikel 56 WVO, ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel a, van het besluit, de volgende basisgegevens met betrekking tot de inschrijving niet hoeft te leveren:
– de aanduiding van de minderheidsgroep en de verblijfsduur in Nederland, voor zover de desbetreffende minderheidsgroep of verblijfsduur als categorie is opgenomen in een ministeriële regeling waarin voorschriften zijn vastgesteld omtrent toekenning van een aanvullende vergoeding voor personeelskosten als bedoeld in artikel 85a, eerste lid, WVO of artikel 155, eerste lid, WVO BES (artikel 8, vijfde lid, onderdeel a van het besluit);
– begin- en einddatum ontwikkelingsperspectief (artikel 8, vijfde lid, onderdeel b, van het besluit);
– begin- en einddatum plaatsing ODC en registratienummer opdc (artikel 8, vijfde lid, onderdeel c, van het besluit).
Gegeven: |
Definitie |
---|---|
Soort onderwijs |
Het in artikel 5 van de WVO onderscheiden soort van voortgezet onderwijs dat de onderwijsdeelnemer volgt |
Leerweg |
theoretische leerweg als bedoeld in artikel 10 van de WVO, beroepsgerichte leerwegen als bedoeld in artikel 10b van de WVO, dan wel gemengde leerweg als bedoeld in artikel 10d van de WVO, waaronder tevens begrepen het leerwegondersteunend onderwijs als bedoeld in artikel 10e van de WVO |
Sector |
sector als bedoeld in de artikelen 10, derde lid, 10b, derde lid, en 10d, derde lid, van de WVO, zoals die artikelen luidden op 31 juli 2016 |
Afdeling |
afdeling als bedoeld in artikel 10c van de WVO, zoals dat artikel luidde op 31 juli 2016 |
Profiel |
profiel als bedoeld in artikel 10, derde lid, 10b, derde lid, 10d, derde lid, of artikel 12 van de wet |
Leerjaar |
leerjaar waarin de leerling op de teldatum onderwijs volgt, dan wel wat betreft het praktijkonderwijs het aantal jaren dat de leerling is ingeschreven in het praktijkonderwijs |
Gegeven |
Definitie |
Formaat |
Lengte |
---|---|---|---|
1. Persoonsgebonden nummer |
Het persoonsgebonden nummer als bedoeld in artikel 1 van de WVO |
Numeriek |
9 |
2. Datum inschrijving |
De datum van de daadwerkelijke aanvang waarop de leerling het onderwijs op de school volgt |
Datum |
8 |
3. Datum uitschrijving |
De datum waarop de leerling is uitgeschreven |
Datum |
8 |
4. Soort onderwijs/Profiel/ Sector/Leerweg/Afdeling |
elementcode, zoals opgenomen in de meest recent gepubliceerde regeling |
Numeriek |
4 |
5. Leerjaar |
Het leerjaar waarin de leerling onderwijs volgt |
Numeriek |
1 |
6. Registratienummer |
Het nummer van de school volgens de Basisregistratie Instellingen (BRIN) |
Alfanumeriek |
4 |
7. Vestiging |
Het vestigingsnummer van de vestiging behorend bij de school conform de BRIN |
Numeriek |
2 |
8. Onderwijslocatie |
De plek of de plekken waar onderwijsinstellingen het onderwijs aanbieden c.q. verzorgen. |
Alfanumeriek |
7 |
9. Onderwijsaanbieder |
Een organisatie die door een bestuur c.q. bevoegd gezag is ingesteld voor het verzorgen van onderwijs. |
Alfanumeriek |
7 |
10. Indicatie bekostigbaar |
De indicatie die aangeeft of een inschrijving volgens de school in aanmerking komt voor bekostiging |
Alfanumeriek |
1 |
11. Datum begin verblijf andere instelling |
De datum die het begin van de uitbestedingsperiode aangeeft (inclusief). |
Datum |
8 |
12. Datum eind verblijf andere instelling |
De laatste dag waarop de uitbestedingsperiode geldig is (inclusief). |
Datum |
8 |
13. BRIN verblijf andere instelling |
Een unieke code voor een onderwijsinstelling waar de leerling verblijft. |
Alfanumeriek |
4 |
14. Vestiging verblijf andere instelling |
Een unieke code waarmee een erkende vestiging van een onderwijsinstelling kan worden geïdentificeerd. |
Alfanumeriek |
6 |
15. Verblijfsoort |
Indicatie die het soort verblijf van een leerling, die op een andere instelling zit, aangeeft. |
Alfanumeriek |
70 |
16. Experiment |
De naam van het experiment waaraan de leerling in de inschrijvingsperiode deelneemt. |
Alfanumeriek |
70 |
17. Opleidingskenmerk |
Kenmerk dat aangeeft welk type doorlopende leerroute (doorlopende leerroute vmbo-mbo of geïntegreerde route vmbo-basisberoepsopleiding) de leerling volgt. Mogelijke waarden: DLR_VMBO_MBO GLR_VMBO_MBO |
Alfanumeriek |
70 |
18. Fase |
Geeft aan in welke fase van de doorlopende leerroute de leerling zich bevindt. Mogelijke waarden: VO MBO |
Alfanumeriek |
70 |
Het bestuur van een onderwijsinstelling als bedoeld in de WVO of van een agrarisch opleidingscentrum als bedoeld in artikel 1.3.3 WEB, voor zover het betreft vbo, levert aan de minister op grond van artikel 6 van elke onderwijsdeelnemer die is of was ingeschreven aan die school of agrarisch opleidingscentrum de volgende basisgegevens:
– het registratienummer van de onderwijsinstelling of, indien van toepassing, van het onderdeel daarvan waar de onderwijsdeelnemer onderwijs volgt (artikel 5, eerste lid, onderdeel a, van het besluit);
en, voor zover van toepassing:
– de schoolsoort (artikel 6, tweede lid, onderdeel e, en derde lid, onderdeel b);
– de soort onderwijs (artikel 6, tweede lid, onderdeel a);
– de leerweg (artikel 6, tweede lid, onderdeel f, en derde lid, onderdeel c, van het besluit);
– het profiel (artikel 6, tweede lid, onderdeel g, en derde lid, onderdeel d, van het besluit);
– het behaalde diploma (7, tweede lid, onderdeel b, onder 7°, en derde lid onder g van het besluit);
– de vakken waarin examen is afgelegd (7, tweede lid, onderdeel b, onder 1° tot en met 6°, en derde, onderdelen a tot en met f van het besluit).
Voor de specificatie in de bijlage worden de volgende definities gehanteerd:
Gegeven: |
Definitie |
---|---|
Soort onderwijs |
Het in artikel 5 van de WVO onderscheiden soort van voortgezet onderwijs dat de onderwijsdeelnemer volgt |
Leerweg |
theoretische leerweg als bedoeld in artikel 10 van de WVO, beroepsgerichte leerwegen als bedoeld in artikel 10b van de WVO, dan wel gemengde leerweg als bedoeld in artikel 10d van de WVO, waaronder tevens begrepen het leerwegondersteunend onderwijs als bedoeld in artikel 10e van de WVO |
Sector |
sector als bedoeld in de artikelen 10, derde lid, 10b, derde lid, en 10d, derde lid, van de WVO, zoals die artikelen luidden op 31 juli 2016 |
Afdeling |
afdeling als bedoeld in artikel 10c van de WVO, zoals dat artikel luidde op 31 juli 2016 |
Profiel |
profiel als bedoeld in artikel 10, derde lid, 10b, derde lid, 10d, derde lid, of artikel 12 van de wet |
Leerjaar |
leerjaar waarin de leerling op de teldatum onderwijs volgt, dan wel wat betreft het praktijkonderwijs het aantal jaren dat de leerling is ingeschreven in het praktijkonderwijs |
Examenjaar |
het schooljaar waarin de uitslag van het examen wordt bepaald inclusief het derde tijdvlak; |
Vakken waarin examen is afgelegd |
de vakken, op grond van de vakkentabel, waarin examen is afgelegd inclusief de naam van het werkstuk, de vakken of het thema waarop het werkstuk van toepassing is, de aanduiding ‘diplomavak’, het profiel-examendeel waartoe het vak gerekend wordt en de aanduiding die aangeeft of het vak een onderdeel is waarvoor het cijfer medebepalend is voor het combinatiecijfer |
Cijfers van het schoolexamen |
de beoordeling per onderdeel van het schoolexamen genoemd in artikel 35 van het Eindexamenbesluit VO |
Beoordeling van de maatschappelijke stage |
de beoordeling op grond van artikel 52, eerste lid, onderdeel f, van het Eindexamenbesluit VO |
Cijfers van het centraal examen |
de op grond van artikel 42, tweede lid, van het Eindexamenbesluit VO vastgestelde beoordeling per vak waarin centraal examen is afgelegd uitgesplitst per tijdvak |
Eindcijfers |
de beoordeling per vak op grond van artikel 47 van het Eindexamenbesluit VO alsmede het combinatiecijfer |
Uitslag van het eindexamen |
de uitslag vastgesteld op grond van artikel 48 van het Eindexamenbesluit VO |
Registratienummer |
het nummer van de school volgens BRIN, waarop de leerling op de teldatum is ingeschreven |
Nevenvestiging |
het bij een registratienummer van een school behorende volgnummer van de vestiging, niet zijnde de hoofdvestiging |
Combinatiecijfer |
het gemiddelde van de eindcijfers van de onderdelen die op grond van artikel 49, derde of vierde lid, of artikel 50, tweede lid, van het Eindexamenbesluit VO, respectievelijk artikel 26, derde of vierde lid, of artikel 26a, tweede lid, van het Staatsexamenbesluit VO zijn bepaald, dat wordt aangemerkt als het eindcijfer van één vak |
Maatschappelijke stage |
maatschappelijke stage, bedoeld in artikel 6f van de WVO |
Gegeven |
Definitie |
Formaat |
Lengte |
---|---|---|---|
1. Persoonsgebonden nummer |
Het persoonsgebonden nummer als bedoeld in artikel 1 van de WVO. |
Numeriek |
9 |
2. Registratienummer |
Het nummer van de school volgens de Basisregistratie Instellingen (BRIN). |
Alfanumeriek |
4 |
3. Vestiging |
Het vestigingsnummer van de vestiging conform de BRIN die de uitslag van het examen bepaalt of heeft bepaald. |
Numeriek |
2 |
4. Soort onderwijs/Profiel/Sector/Leerweg/Afdeling |
Elementcode, zoals opgenomen in de meest recent gepubliceerde regeling behorend bij het type onderwijs dat met het betreffende examen kan worden afgesloten. |
Numeriek |
4 |
5. Examenjaar |
Het kalenderjaar waarin de uitslag is bepaald. |
Numeriek |
4 |
6. Datum uitslag examen |
De datum waarop de uitslag van het examen is bepaald. |
Datum |
8 |
7. Uitslag/ indicatie examen |
Een indicatie die aangeeft of een kandidaat is geslaagd of afgewezen, zich heeft teruggetrokken voor het examen dan wel dat er sprake is van een gespreid examen of deelexamen. |
Alfanumeriek Waardelijst |
1 |
8. Titel/thema werkstuk |
Titel van het werkstuk in het vwo of havo of thema van het werkstuk in het vmbo. |
Alfanumeriek |
150 |
9. Becijfering werkstuk |
Indicatie die aangeeft welk cijfer is gegeven voor het werkstuk dan wel het feit dat er geen cijfer is gegeven. |
Numeriek |
3 |
10. Toepassing becijfering werkstuk |
Indicatie die aangeeft of de beoordeling van het werkstuk heeft plaatsgevonden in het examenjaar waarin de Indicatie die aangeeft of de becijfering van het werkstuk heeft plaatsgevonden in het examenjaar waarin de uitslag van het examen is bepaald dan wel zal worden bepaald of de reden waarom er geen sprake is van een becijfering in het betreffende examenjaar. |
Alfanumeriek Waardelijst |
1 |
11. Toepassing beoordeling maatschappelijke stage |
De beoordeling van de maatschappelijke stage indien de kandidaat hiervoor tenminste de kwalificatie voldoende of goed heeft behaald en de stage een duur van ten minste 30 uur heeft gehad |
Alfanumeriek Waardelijst |
1 |
Specificatie basisgegevens voor vakken |
|||
12. Examenvak |
Aanduiding van een vak waarin examen is afgelegd dan wel zal worden afgelegd conform de vakkentabel. |
Numeriek |
3 |
13. Diplomavak |
Indicatie die aangeeft of het resultaat of de beoordeling voor het vak is meegenomen bij de vaststelling van de uitslag van het examen. |
Boolean (J of N) |
1 |
14. Indicatie combinatiecijfer |
Indicatie die aangeeft dat het cijfer van het vak medebepalend is voor het combinatiecijfer. |
Boolean (J of N) |
1 |
15. Examendeel |
De aanduiding van het examendeel waartoe het vak behoort: gemeenschappelijk deel, profieldeel of vrij deel. |
Alfanumeriek Waardelijst |
1 |
16. Toepassing resultaat/beoordeling examenvak |
Indicatie die aangeeft of de beoordeling dan wel het resultaat voor het vak heeft plaatsgevonden in het schooljaar waarin de uitslag van het examen is bepaald dan wel zal worden bepaald of de reden waarom er geen sprake is van een beoordeling in het betreffende schooljaar. |
Alfanumeriek Waardelijst |
1 |
17. Indicatie werkstuk |
Indicatie of het werkstuk betrekking heeft op het vak. |
Boolean (J of N) |
1 |
18. Niveau |
Een aanduiding van het niveau waarop voor het vak examen is gedaan dan wel zal worden gedaan. |
Alfanumeriek Waardelijst |
3 |
19. Beoordeling schoolexamen |
Indicatie die aangeeft welke beoordeling is gegeven voor het vak tijdens het schoolexamen dan wel het feit dat er geen beoordeling is gegeven. |
Alfanumeriek Waardelijst |
1 |
20. Beoordeling maatschappelijke stage |
Indicatie die aangeeft welke beoordeling is gegeven voor de maatschappelijke stage. |
Alfanumeriek Waardelijst |
1 |
21. Cijfer schoolexamen |
Het cijfer zoals vastgesteld voor het vak op basis van de resultaten voor dat vak tijdens het schoolexamen. |
Numeriek |
3 |
22. Cijfer CE-1 |
Het cijfer zoals vastgesteld voor het vak op basis van de resultaten voor dat vak tijdens het eerste tijdvak van het centraal examen. |
Numeriek |
3 |
23. Cijfer CE-2 |
Het cijfer zoals vastgesteld voor het vak op basis van de resultaten voor dat vak tijdens het tweede tijdvak van het centraal examen. |
Numeriek |
3 |
24. Eindcijfer |
Het eindcijfer voor het vak zoals vastgesteld op basis van de resultaten behaald tijdens het schoolexamen en het centraal examen gedurende het eerste tijdvak. |
Numeriek |
2 |
25. Combinatiecijfer |
Het gemiddelde van de eindcijfers van de onderdelen die op grond van artikel 49, derde of vierde lid, of 50, tweede lid, van het Eindexamenbesluit VO respectievelijk artikel 26 derde of vierde lid, of 26a, tweede lid, van het Staatsexamenbesluit VO zijn bepaald, dat wordt aangemerkt als het eindcijfer van één vak. |
Numeriek |
2 |
26. Cijfer cijferlijst |
Het cijfer voor het vak zoals vermeld op de cijferlijst. |
Numeriek |
2 |
27. Verwezen naar herkansing |
Indicatie die aangeeft of de examenkandidaat voor het betreffende vak is verwezen naar een herkansing. |
Boolean (J of N) |
1 |
28. Certificaat |
Indicatie die aangeeft of voor het vak een certificaat is behaald. |
Boolean (J of N) |
1 |
De bijlage bestaat uit de volgende onderdelen:
• A. Het te leveren registratienummer van de onderwijsinstelling of, indien van toepassing, het onderdeel daarvan waar de onderwijsdeelnemer onderwijs volgt en de specificatie van die gegevens. Deze specificatie geldt zowel voor deelnemers aan beroepsopleidingen als deelnemers aan opleidingen voortgezet algemeen volwassenenonderwijs (vavo).
• B. De levering van het persoonsgebonden nummer en basisgegevens met betrekking tot de identificatie van de onderwijsdeelnemer) en de specificatie van die gegevens. Deze specificatie geldt eveneens zowel voor deelnemers beroepsonderwijs als deelnemers aan opleidingen voortgezet algemeen volwassenenonderwijs (vavo).
• C. De te leveren basisgegevens met betrekking tot de inschrijving en resultaten voor het beroepsonderwijs en de specificatie van die gegevens.
• D. De te leveren basisgegevens met betrekking tot de inschrijving en de resultaten voor het voortgezet algemeen volwassenonderwijs en de specificatie van die gegevens
• E. De te leveren basisgegevens met betrekking tot de inschrijving en resultaten van de onderwijsdeelnemers aan opleidingen beroepsonderwijs betreffende experimenten doorlopende leerlijnen vmbo-mbo en gecombineerde leerweg bol-bbl.
In de bijlage met gegevens worden onder andere de volgende Formaten gehanteerd:
• In geval van een boolean (dat is een gegeven dat slechts twee waarden aan kan nemen) kunnen uitsluitend de waarden ‘J’ (ja) en ‘N’ (nee) (hoofdletters) worden gehanteerd.
• In geval van een datum dient het masker EEJJMMDD (eeuw-jaar-maand-dag) te worden gehanteerd voor uitsluitend bestaanbare data, tenzij anders vermeld. Voor geboortedata kan hiervan worden afgeweken mits sprake is van een geaccepteerde geboortedatum.
Het bestuur van een onderwijsinstelling als bedoeld in de WEB levert van iedere onderwijsdeelnemer die is of was ingeschreven aan die onderwijsinstelling aan de minister op grond van artikel 9 en 10 het volgende basisgegeven:
– Het registratienummer van de onderwijsinstelling of, indien van toepassing, van het onderdeel daarvan waar de onderwijsdeelnemer onderwijs volgt (artikel 5, eerste lid, onderdeel a, van het besluit).
Gegeven |
Definitie |
Formaat |
Lengte |
---|---|---|---|
BRIN-nummer |
De code waaronder een onderwijsinstelling is geregistreerd in de Basisregistratie Instellingen. |
Alfanumeriek |
4 |
Onderwijslocatie |
De plek of de plekken waar onderwijsinstellingen het onderwijs aanbieden c.q. verzorgen. |
Alfanumeriek |
7 |
Onderwijsaanbieder |
Een organisatie die door een bestuur c.q. bevoegd gezag is ingesteld voor het verzorgen van onderwijs. |
Alfanumeriek |
7 |
Als referentietabel dient de door DUO gehanteerde codering in de Basisregistratie Instellingen (BRIN) te worden gehanteerd.
Onder onderwijslocatie wordt een plek verstaan waar een leerling of student zich inschrijft voor een bepaalde opleiding. Die plek is vaak een gebouw (bijv. een basisschool) maar kan ook een terrein zijn waarop meerdere gebouwen tezamen de onderwijslocatie vormen (bijv. een campus). Voorts is van belang de toevoeging in de definitie dat het gaat om waar ‘onderwijs wordt aangeboden’. Het kan zijn dat een onderwijsaanbieder meerdere locaties in gebruik heeft om onderwijs daadwerkelijk te kunnen geven, denk maar aan de gymzaal, het sportveld of tijdelijke huur van een verdieping in een bedrijfspand. Die locaties zijn niet nodig om te registreren (maar voor de onderwijsaanbieder zelf uiteraard wel voor de eigen interne facilitaire processen, zoals roostering).
Het begrip onderwijsaanbieder is zo gekozen dat alle sectoren het kunnen gebruiken als generieke aanduiding. Waar bestaande aanduidingen ‘last’ hebben van verschillende interpretaties van bepaalde begrippen afhankelijk van welke invalshoek men er naar kijkt, is Onderwijsaanbieder eenduidig te typeren. Een Onderwijsaanbieder kan opleidingen aanbieden op meerdere Onderwijslocaties. In het ho en mbo komt dat heel veel voor, in het vo en po zie je dit minder terug, maar ook in het vo kom je bijvoorbeeld regelmatig Onderwijsaanbieders (‘scholen”) tegen die de onderbouw en de bovenbouw op aparte locaties aanbieden.
Het bestuur van een onderwijsinstelling als bedoeld in de WEB, levert van iedere onderwijsdeelnemer die is of was ingeschreven aan die onderwijsinstelling aan de minister op grond van artikel 9 en 10 de volgende basisgegevens:
– het geslacht (artikel 4, eerste lid, onderdeel c, van het besluit);
– de postcode (artikel 4, eerste lid, onderdeel e, van het besluit);
– de geboortedatum (artikel 4, eerste lid, onderdeel f, van het besluit);
– de nationaliteit, indien deze niet is opgenomen in de basisregistratie personen (artikel 4, eerste lid, onderdeel k, van het besluit).
Gegeven |
Definitie |
Formaat |
Lengte |
---|---|---|---|
Persoonsgebonden nummer |
Het persoonsgebonden nummer als bedoeld in artikel 1.1.1, onderdeel y, van de WEB. |
Alfanumeriek |
9 |
Geslacht |
De aanduiding of de deelnemer een man, vrouw is, dan wel het geslacht onbekend is. |
Alfanumeriek |
1 |
Geboortedatum |
De datum waarop de deelnemer geboren is. |
Datum |
8 |
Postcode van de woonplaats |
Het numerieke gedeelte van de postcode van het woonadres van de deelnemer. |
Alfanumeriek |
4 |
Land |
De aanduiding van het land van het woonadres van de deelnemer. |
Alfanumeriek |
4 |
Persoonsgebonden nummer:
Dit is of het Burgerservicenummer of het door de DUO alternatief toegekende onderwijsnummer.
Mogelijke waarden: |
M |
Mannelijk |
V |
Vrouwelijk |
|
O |
Onbekend |
Postcode van de woonplaats:
PostNL postcodetabel.
Land:
Als referentietabel dient de landentabel zoals gehanteerd door de basisregistratie personen te worden gehanteerd. De tabel zal door DUO beschikbaar worden gesteld op https://www.duo.nl/zakelijk/.
Het bestuur van een onderwijsinstelling als bedoeld in de WEB, levert van iedere onderwijsdeelnemer die is of was ingeschreven aan die onderwijsinstelling aan de minister op grond van artikel 9 de volgende basisgegevens met betrekking tot de inschrijving:
– de datum van inschrijving (artikel 5, eerste lid, onderdeel b, van het besluit);
– de datum van uitschrijving (artikel 5, eerste lid, onderdeel c, van het besluit);
– de datum wijziging inschrijving (artikel 5, derde lid, onderdeel a, van het besluit);
– de inschrijvingsvorm (artikel 5, derde lid, onderdeel c, van het besluit);
– het samenwerkingscollege, bedoeld in artikel 8.6.1 WEB(BES) (artikel 5, derde lid, onderdeel d van het besluit);
– de organisatorische eenheid, bedoeld in artikel 9.1.7., eerste lid, onderdeel c, WEB (artikel 5, derde lid, onderdeel e, van het besluit);
– de reden van beëindiging inschrijving (artikel 5, derde lid, onderdeel f, van het besluit);
– de opleidingsvorm (artikel 6, vijfde lid, onderdeel a, van het besluit)
– code opleidingsdomein, het kwalificatiedossier of kwalificatie (artikel 6, vijfde lid, onderdeel b, van het besluit);
– niveau van de beroepsopleiding (artikel 6, vijfde lid, onderdeel c, van het besluit);
– de leerweg (artikel 6, vijfde lid, onderdeel d, van het besluit);
– de gegevens over de beroepspraktijkvorming (artikel 8, zesde lid, onderdeel a, van het besluit);
– handicap of chronische ziekte (artikel 8, zesde lid, onderdeel b, van het besluit);
– voor bekostiging in aanmerking van deelnemer of diploma (artikel 8, zesde lid onderdeel c, van het besluit).
Met dien verstande dat het bestuur van een onderwijsinstelling bedoeld in artikel 1.4.1 WEB, die een niet door het Rijk bekostigde beroepsopleiding verzorgt, ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van het besluit de volgende basisgegevens met betrekking tot de inschrijving niet hoeft te leveren:
– de hoogste vooropleiding (artikel 5, derde lid, onderdeel b, van het besluit);
– de inschrijvingsvorm (artikel 5, derde lid, onderdeel c, van het besluit);
– de organisatorische eenheid (artikel 5, derde lid, onderdeel e, van het besluit);
– extra ondersteuning voor onderwijsdeelnemers in verband met een handicap of chronische ziekte (artikel 8, zesde lid, onderdeel b, van het besluit);
– voor bekostiging in aanmerking komen van een deelnemer of diploma (artikel 8, zesde lid, onderdeel c, van het besluit).
Het bestuur van een onderwijsinstelling als bedoeld in de WEB, levert van iedere onderwijsdeelnemer die is of was ingeschreven aan die onderwijsinstelling aan de minister op grond van artikel 10 de volgende basisgegevens met betrekking tot de resultaten:
– het uitstroomniveau, behaalde diploma of certificaat (artikel 7, vijfde lid, onderdeel a van het besluit);
– datum diploma of certificaat (artikel 7, vijfde lid, onderdeel b, van het besluit);
– eindcijfer(s) aangewezen examenonderdelen (artikel 7, vijfde lid, onderdeel c, van het besluit);
– onderdelen kwalificatie en keuzedelen waaraan certificaat is verbonden (artikel 7, vijfde lid, onderdeel d, van het besluit);
– keuzedelen die met goed gevolg zijn afgesloten (artikel 7, vijfde lid, onderdeel e, van het besluit);
– keuzedelen die niet met goed gevolg afgesloten zijn (artikel 7, vijfde lid, onderdeel f, van het besluit).
Gegeven |
Definitie |
Formaat |
Lengte |
|
---|---|---|---|---|
Inschrijvingsvorm |
De hoedanigheid waarin de onderwijsvolger zich heeft aangemeld (deelnemer of examendeelnemer). |
Alfanumeriek |
2 |
|
Inschrijvingsvolgnummer |
Een door het aanleverpunt aan de inschrijving toegekend volgnummer ten behoeve van registratie in het register onderwijsdeelnemers. |
Alfanumeriek |
20 |
|
Gevolgde opleiding |
De Crebo-code van de kwalificatie, het kwalificatiedossier of het opleidingsdomein waarvoor de deelnemer is ingeschreven. |
Alfanumeriek |
5 |
|
Leerweg |
De aanduiding van de leerweg waarlangs de deelnemer de opleiding volgt. |
Alfanumeriek |
6 |
|
Intensiteit |
Indicatie waarmee de instelling aangeeft of de deelnemer diens opleiding in voltijds- of deeltijdonderwijs volgt, dan wel examendeelnemer is. |
Alfanumeriek |
2 |
|
Datum inschrijving |
De datum waarop de onderwijsovereenkomst dan wel de examenovereenkomst van de deelnemer van kracht wordt of werd. |
Datum |
8 |
|
Geplande datum uitschrijving |
De laatste datum waarop de inschrijving actief zal zijn of gepland was actief te zijn. |
Datum |
8 |
|
Werkelijke datum uitschrijving |
De laatste datum waarop de inschrijving daadwerkelijk actief was. |
Datum |
8 |
M |
Niveau |
Het niveau van de gevolgde opleiding bij een inschrijving voor een opleidingsdomein of kwalificatiedossier. |
Alfanumeriek |
1 |
|
Extra ondersteuning |
De registratie van de data dat de deelnemer met een handicap of chronische ziekte extra ondersteuning krijgt bij het volgen van zijn opleiding, zoals opgenomen in de onderwijsovereenkomst, bedoeld in artikel 8.1.3 van de WEB. De begin- en einddatum worden geregistreerd. |
Datum |
8 |
|
BPV-volgnummer |
Een door het aanleverpunt aan de praktijkovereenkomst toegekend volgnummer, ten behoeve van registratie in het register onderwijsdeelnemers. |
Numeriek |
2 |
|
Afsluitdatum beroepspraktijkvorming (BPV) |
De datum waarop de praktijkovereenkomst is afgesloten. |
Datum |
8 |
|
Datum begin BPV |
De datum waarop de beroepspraktijkvorming aanvangt. |
Datum |
8 |
|
Geplande datum einde BPV |
De datum waarop de beroepspraktijkvorming zal worden beëindigd of beoogd was te eindigen. |
Datum |
8 |
|
Werkelijke datum einde BPV |
De datum waarop de beroepspraktijkvorming daadwerkelijk werd beëindigd. |
Datum |
8 |
|
Leerbedrijf |
De code van het leerbedrijf, waar de deelnemer de beroepspraktijkvorming zal volgen, volgt of heeft gevolgd. |
Alfanumeriek |
9 |
|
Omvang BPV |
Het totaal aantal uren van de beroepspraktijkvorming. |
Numeriek |
4 |
|
Het deel van de opleiding waarop de beroepspraktijkvormingsovereenkomst (bpvo) betrekking heeft |
De Crebo-code van het opleidingsdomein, het kwalificatiedossier, de kwalificatie of het keuzedeel waarop de bpvo betrekking heeft. |
Alfanumeriek |
5 |
|
Behaalde kwalificatie |
De Crebo-code van de kwalificatie waarvan de deelnemer het examen met goed gevolg heeft afgesloten. |
Alfanumeriek |
5 |
|
Datum kwalificatie behaald |
De datum waarop de deelnemer het examen van de kwalificatie met goed gevolg heeft afgesloten, zoals vastgesteld door de examencommissie. |
Datum |
8 |
|
Indicatie bekostigbaar |
De indicatie waarmee de instelling aangeeft of de inschrijving voor bekostiging in aanmerking mag komen. |
Alfanumeriek |
1 |
|
Datum ingang indicatie bekostigbaar inschrijving |
De datum vanaf wanneer de indicatie bekostiging inschrijving geldt. |
Datum |
8 |
|
Indicatie bekostigbaar diploma |
De indicatie waarmee de instelling aangeeft of een behaald diploma voor bekostiging in aanmerking mag komen. |
Alfanumeriek |
1 |
|
Reden uitstroom |
De code van de reden van uitstroom van de deelnemer. |
Alfanumeriek |
2 |
|
Waardering instellingsexamen Nederlandse taal 2F |
Het resultaat van het instellingsexamen voor Nederlandse taal 2F |
N |
3 |
|
Waardering instellingsexamen Nederlandse taal 3F |
Het resultaat van het instellingsexamen voor Nederlandse taal 3F |
N |
3 |
|
Waardering centraal examen Nederlandse taal 2F |
Het resultaat dat voor het centraal examen is behaald |
N |
3 |
|
Waardering centraal examen Nederlandse taal 3F |
Het resultaat dat voor het centraal examen is behaald |
N |
3 |
|
Eindwaardering Nederlandse taal 2F |
Het eindresultaat voor Nederlandse taal 2F |
N |
2 |
|
Eindwaardering Nederlandse taal 3F |
Het eindresultaat voor Nederlandse taal 3F |
N |
2 |
|
Eindwaardering Engels mbo-4 |
De eindwaardering van het generieke examenonderdeel Engels, voor zover het een mbo-4 opleiding betreft |
Numeriek |
2 |
|
Keuzedeel |
De Crebo-code van het geëxamineerde keuzedeel |
Alfanumeriek |
5 |
|
Examenresultaat keuzedeel |
Behaald of niet behaald |
Waardelijst |
12 |
|
Datum examenresultaat keuzedeel |
De datum van de vaststelling van het examenresultaat door de examencommissie. |
Datum |
8 |
|
Certificaat voor behaald keuzedeel |
Certificaat wel of niet uitgereikt |
Boolean |
1 |
|
Onderdeel van kwalificatie |
De Crebo-code van het behaalde onderdeel van de kwalificatie |
Alfanumeriek |
5 |
|
Datum examenresultaat behaald onderdeel van kwalificatie |
De datum van de vaststelling van het examenresultaat door de examencommissie |
Datum |
8 |
|
Certificaat voor behaald onderdeel van kwalificatie |
Certificaat wel of niet uitgereikt |
Boolean |
1 |
|
Leerroute |
Kenmerk dat aangeeft welk type doorlopende leerroute (doorlopende leerroute vmbo-mbo of geïntegreerde route vmbo-basisberoepsopleiding) de student volgt. Mogelijke waarden: DLR_VMBO_MBO GLR_VMBO_MBO |
Alfanumeriek |
70 |
|
Fase |
Geeft aan in welke fase van de doorlopende leerroute de student zich bevindt. Mogelijke waarden: VO MBO |
Alfanumeriek |
70 |
De in deze bijlage genoemde gegevens die de instelling aan DUO moet verstrekken, dienen overeen te komen met de in de onderwijsovereenkomst (met inbegrip van de wijzigingen van die onderwijsovereenkomst) of – in geval van een student die is ingeschreven als examendeelnemer – de in de examenovereenkomst vermelde gegevens.
Bovenstaande is niet meer – zoals voorheen – bij gegevens in de kolom Definitie aangegeven. De definities van de volgende gegevens zijn daarop aangepast:
• gevolgde opleiding;
• leerweg;
• intensiteit;
• datum inschrijving; en
• geplande datum uitschrijving.
De in deze bijlage genoemde gegevens betreffende de beroepspraktijkvorming (BPV) die de instelling aan DUO moet verstrekken, dienen overeen te komen met de in praktijkovereenkomst vermelde gegevens.
De verstrekking van de Crebo-code van de kwalificatie, het kwalificatiedossier of het opleidingsdomein waarvoor de deelnemer is ingeschreven. De code is aangegeven in het door DUO beheerde Centraal register beroepsonderwijs (hierna: Crebo) op de internetsite van DUO.
Vanaf 1 augustus 2012 is inschrijving in eindtermgerichte opleidingen in het eerste leerjaar niet meer mogelijk (en vanaf 1 augustus 2013 niet meer in het tweede leerjaar enzovoort).
In geval van inschrijvingen voor een eindtermgerichte opleiding zijn mogelijke waarden en de bijbehorende betekenis:
BBL |
Beroepsbegeleidende leerweg |
BOL |
Beroepsopleidende leerweg |
OVO |
Overig onderwijs |
ODT |
Overig onderwijs niet-diploma gericht |
In geval van inschrijving voor een kwalificatie of kwalificatiedossier behorende tot de nieuwe beroepsgerichte kwalificatiestructuur zijn de mogelijke waarden en de bijbehorende betekenis:
BBL |
Beroepsbegeleidende leerweg |
BOL |
Beroepsopleidende leerweg |
In geval van inschrijving voor een opleidingsdomein is de mogelijke waarde en de bijbehorende betekenis:
BOL |
Beroepsopleidende leerweg |
Het leertraject OVO wordt gebruikt voor inschrijvingen aan de zogenaamde ‘Derde Leerweg’ zoals die bestaat naast BOL en BBL. OVO staat voor Overig Onderwijs. Het gaat hier per definitie om niet-bekostigd onderwijs, maar wel diploma-gericht. Dit onderwijs kan wel aan een bekostigde instelling aangeboden worden, maar dat gebeurt dan in een niet bekostigde vorm. Er wordt ook wel gesproken over contract-onderwijs.
Het leertraject ODT is een combinatie van Overig Onderwijs in de intensiteit ‘deeltijd’. Het gaat daarmee dus om niet-bekostigd onderwijs, maar is niet diploma-gericht. De inschrijving is gericht op het behalen van een certificaat. Daarmee onderscheidt het zich van de OVO inschrijvingen die wel diploma-gericht zijn.
Mogelijke waarden en de bijbehorende betekenis zijn:
DT |
Deeltijd |
VT |
Voltijd |
EX |
Examendeelnemer |
De gegevens ‘leerweg’ en ‘intensiteit’ moeten worden aangeleverd door de onderwijsinstelling in de gegevensset van de inschrijving. Deze gegevens worden aangeleverd als een gecombineerd gegeven dat ‘Leertraject’ wordt genoemd. De technische uitwerking van dit gegeven (zoals beschreven in het PvE) is dat het leertraject alleen kan zijn opgebouwd uit de combinatie van leerweg en intensiteit. Er kunnen geen andere gegevens aan het leertraject worden toegevoegd.
De leertrajecten zijn in het PvE uitgewerkt zoals hieronder opgenomen. Daarbij moet opgemerkt worden dat bij een aantal leertrajecten een einddatum is geregistreerd (31-07-2016) omdat deze sinds de implementatie van Doorontwikkelen BRON MBO niet meer gebruikt worden. In de Regeling register onderwijsdeelnemers zijn deze nu ook verwijderd.
Waarde |
Betekenis |
Datum begin |
Datum einde (tot en met) |
---|---|---|---|
BOL |
Beroepsopleidende leerweg |
01-08-1997 |
|
BOL_DT |
Beroepsopleidende leerweg in deeltijd |
01-08-1997 |
|
BBL |
Beroepsbegeleidende leerweg |
01-08-1997 |
|
CBL |
Gecombineerde begeleidende leerweg |
01-08-1997 |
31-07-2016 |
CBL_DT |
Gecombineerde begeleidende leerweg in deeltijd |
01-08-1997 |
31-07-2016 |
COL |
Gecombineerde opleidende leerweg |
01-08-1997 |
31-07-2016 |
COL_DT |
Gecombineerde opleidende leerweg in deeltijd |
01-08-1997 |
31-07-2016 |
OVO |
Overig onderwijs |
01-08-1997 |
|
EX |
Examendeelnemer |
01-08-1997 |
|
ODT |
Overig onderwijs niet-diploma gericht |
01-01-2019 |
Indien een diploma wordt behaald, dient de ‘Werkelijke datum uitschrijving’ gelijk te zijn aan de ‘Datum kwalificatie behaald’.
De verstrekking van dit gegeven is verplicht bij een inschrijving voor een opleidingsdomein of een kwalificatiedossier. Bij een inschrijving voor een kwalificatie hoeft de instelling het niveau niet te verstrekken, omdat DUO dit gegeven zelf afleidt uit de kwalificatie (code).
In geval van inschrijving voor een kwalificatiedossier zijn mogelijke waarden en de bijbehorende betekenis:
1 |
mbo niveau 1 (entree- of assistentopleiding) |
2 |
mbo niveau 2 (basisberoepsopleiding) |
3 |
mbo niveau 3 (vakopleiding) |
4 |
mbo niveau 4 (middenkaderopleiding, specialistenopleiding) |
In geval van inschrijving voor een opleidingsdomein zijn mogelijke waarden en de bijbehorende betekenis:
2 |
mbo niveau 2 (basisberoepsopleiding) |
3 |
mbo niveau 3 (vakopleiding) |
4 |
mbo niveau 4 (middenkaderopleiding, specialistenopleiding) |
Dit betreft alle deelnemers met een handicap of chronische ziekte aan wie de instelling extra ondersteuning biedt voor het volgen van hun opleiding, zoals opgenomen in de onderwijsovereenkomst. Het gaat om de data waarop een deelnemer extra ondersteuning krijgt vanwege de gehandicapt of chronische ziekte. De data van het begin van de extra ondersteuning en het einde van de extra ondersteuning worden geregistreerd.
De code van het leerbedrijf is aangegeven in het register code leerbedrijven mbo dat is te raadplegen op de site www.stagemarkt.nl.
Uitsluitend leerbedrijven met een gunstige beoordeling van de Samenwerkingsorganisatie beroepsonderwijs bedrijfsleven zijn bevoegd tot het verzorgen van de beroepspraktijkvorming. Op het moment dat een leerbedrijf wordt erkend als leerbedrijf in de zin van de Wet educatie en beroepsonderwijs, wordt eenmalig de zogenoemde code leerbedrijf toegekend aan het leerbedrijf. Vervolgens verandert deze code niet, dus ook niet bij verhuizing.
Vermelding van de Crebo-code van de kwalificatie zoals opgenomen in Crebo dat op de internetsite van DUO staat. De kwalificatie dient voor te komen in Crebo. De behaalde kwalificatie kan betrekking hebben op een kwalificatiedossier gerichte opleiding of op een eindtermgerichte opleiding. De ‘Behaalde kwalificatie’ betreft een examengegeven.
Mogelijke waarden en de bijbehorende betekenis zijn:
J |
Ja |
N |
Nee |
De Indicatie bekostigbaar inschrijving is een zogenoemd periode-gegeven. Dat betekent dat het voor een bepaalde periode geldt en dat voor een andere periode een andere waarde kan gelden. Bij dit gegeven hoort dus een datum vanaf wanneer het geldig is, de Datum ingang indicatie bekostiging inschrijving. Door een nieuwe waarde met een nieuwe datum op te geven, wordt de oude waarde automatisch beëindigd. De oude gegevens blijven echter wel beschikbaar. Hiermee is de indicator gekoppeld aan bepaalde teldata: 1 oktober en 1 februari. Als de waarde J is en de datum op of voor 1/10 valt (en de indicator niet gewijzigd wordt) telt de inschrijving mee op beide teldata. Als de indicator op 1/10 N is en tussen 2/10 en 1/2 (inclusief de grenzen) op J gezet wordt, telt de inschrijving alleen op de tweede datum mee. Als dat na 1/2 gebeurt, telt deze in het geheel niet mee.
Mogelijke waarden en de bijbehorende betekenis zijn:
J |
Ja |
N |
Nee |
Mogelijke waarden en de bijbehorende betekenis zijn:
J |
Ja |
N |
Nee |
Mogelijke waarden en de bijbehorende betekenis zijn:
• 01 Persoonsgebonden, geen invloed
• 02 Persoonsgebonden, geen invloed op oorzaak, wel opvang
• 03 Instellingsgebonden factoren
• 04 Studie- en beroepskeuze gebonden factoren
• 05 Arbeidsmarkt- en (externe) omgevingsfactoren
• 06 Zonder diploma, maar wel succesvol
• 07 Onbekend
• 08 Geen uitval
• 09 Niet voldaan aan betalingsverplichting
Het resultaat op alle geëxamineerde keuzedelen wordt aan het register onderwijsdeelnemers geleverd op het moment van de aanlevering van de diplomagegevens of bij uitschrijving zonder dat een diploma is behaald. Dit geldt voor alle keuzedelen die onder de keuzedeelverplichting vallen en voor de eventuele extra keuzedelen. Bij vrijstelling voor een eerder behaald keuzedeel wordt het eerder verkregen examenresultaat aan het register onderwijsdeelnemers geleverd. Informatie over de vrijstelling wordt niet aan het register onderwijsdeelnemers geleverd.
Als ‘datum behaald’ geldt de einddatum van de opleiding. Dat is óf de datum van diplomering óf de datum van de uitschrijving bij ongediplomeerde uitstroom.
Keuzedelen waaraan een certificaat is verbonden
Op basis van artikel 7.2.3, eerste lid, van de WEB kunnen door de minister certificaten worden verbonden aan een keuzedeel of keuzedelen. Deze certificaten mogen alleen worden uitgereikt bij uitschrijving van de student zonder dat een diploma is behaald. In dat geval wordt naast de gegevens over de keuzedelen ook aan het register onderwijsdeelnemers geleverd dat er een certificaat is uitgereikt. Als een keuzedeel wordt behaald als onderdeel van een opleiding waarvoor wel een diploma wordt uitgereikt, dan wordt dit behaalde keuzedeel vermeld op het diploma en wordt er geen certificaat uitgereikt voor het keuzedeel.
Onderdelen van kwalificaties waaraan een certificaat is verbonden
Op basis van artikel 7.2.3, eerste lid, van de WEB kunnen er door de minister certificaten worden verbonden aan onderdelen van een kwalificatie of kwalificaties. In het geval de kwalificatie onderdelen bevat waaraan op basis van dit artikel een certificaat is verbonden worden gegevens over deze onderdelen aan het register onderwijsdeelnemers geleverd bij de examengegevens. Het kan hierbij gaan om behaalde onderdelen van een kwalificatie als deel van zowel een opleiding die met een diploma is afgesloten, als een opleiding die niet met een diploma is afgesloten. Bij het behalen van het diploma wordt op het moment van aanlevering van de diplomagegevens gelijktijdig aan register onderwijsdeelnemers geleverd dat de onderdelen van de kwalificatie zijn behaald waaraan een certificaat is verbonden. Hierbij wordt dan tevens aangeleverd dat er geen certificaat is uitgereikt (aangezien er immers een diploma is uitgereikt). In het geval het diploma niet wordt behaald, maar wel het betreffende onderdeel van de kwalificatie, wordt informatie over dit onderdeel van de kwalificatie aangeleverd aan het register onderwijsdeelnemers, waaronder dat het certificaat daadwerkelijk is uitgereikt.
Als datum behaald geldt de einddatum van de opleiding. Dat is óf de datum van diplomering óf de datum van de uitschrijving zonder diploma.
Bij de bpv-gegevens worden vanaf 1 augustus 2016 ook de Crebo-code van het opleidingsdomein, het kwalificatiedossier, de kwalificatie, het keuzedeel of de keuzedelen waarop de beroepspraktijkvormingovereenkomst (bpvo) betrekking heeft, aan het register onderwijsdeelnemers geleverd. Deze codes zijn gelijk aan de codes die vermeld staan op de bpvo (of het addendum daarop).
Het bestuur van een onderwijsinstelling als bedoeld in de WEB levert van iedere onderwijsdeelnemer die is of was ingeschreven aan die onderwijsinstelling aan de minister op grond van artikel 9 de volgende basisgegevens met betrekking tot de inschrijving:
– de datum van inschrijving (artikel 5, eerste lid, onderdeel b, van het besluit);
– de datum van uitschrijving (artikel 5, eerste lid, onderdeel c, van het besluit);
– de hoogste vooropleiding (artikel 5, derde lid, onderdeel b, van het besluit);
– de inschrijvingsvorm (artikel 5, derde lid, onderdeel c, van het besluit);
– het samenwerkingscollege, bedoeld in artikel 8.6.1 WEB(BES) (artikel 5, derde lid, onderdeel d van het besluit);
– de organisatorische eenheid, bedoeld in artikel 9.1.7, eerste lid, onderdeel c, WEB (artikel 5, derde lid, onderdeel e, van het besluit);
– de reden van beëindiging inschrijving (artikel 5, derde lid, onderdeel f, van het besluit);
– de opleidingsvorm (artikel 6, vierde lid, onderdeel a, van het besluit);
– opleiding (artikel 6, vierde lid, onderdeel b, van het besluit);
– programma vavo (artikel 6, vierde lid, onderdeel c, van het besluit);
– aantal uren onderwijs per week (artikel 6, vierde lid, onderdeel d, van het besluit).
Met dien verstande dat het bestuur van een onderwijsinstelling bedoeld in artikel 1.4a.1 WEB, die een niet door het Rijk bekostigde opleiding vavo verzorgt, ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel b, van het besluit de volgende basisgegevens met betrekking tot de inschrijving niet hoeft te leveren:
– de hoogste vooropleiding (artikel 5, derde lid, onderdeel b, van het besluit);
– de inschrijvingsvorm (artikel 5, derde lid, onderdeel c, van het besluit);
– het samenwerkingscollege, bedoeld in artikel 8.6.1. WEB, waar onderwijs wordt gevolgd (artikel 5, onderdeel d, van het besluit);
– de organisatorische eenheid (artikel 5, derde lid, onderdeel e, van het besluit).
Het bestuur van een onderwijsinstelling als bedoeld in de WEB levert van iedere onderwijsdeelnemer die is of was ingeschreven aan die onderwijsinstelling aan de minister op grond van artikel 10 de volgende basisgegevens met betrekking tot examens:
– behaalde certificaten, data waarop de certificaten behaald zijn (artikel 7, vierde lid, onderdeel a, van het besluit);
– vakken examen (artikel 7, vierde lid, onderdeel b, van het besluit);
– cijfers schoolexamen (artikel 7, vierde lid, onderdeel c, van het besluit);
– cijfers centraal examen (artikel 7, vierde lid, onderdeel d, van het besluit);
– eindcijfers (artikel 7, vierde lid, onderdeel f, van het besluit);
– uitslag (deel)eindexamen (artikel 7, vierde lid, onderdeel g, van het besluit);
– behaalde diploma (artikel 7, vierde lid, onderdeel h, van het besluit).
Gegeven |
Definitie |
Formaat |
Lengte |
---|---|---|---|
Inschrijvingsvorm |
De hoedanigheid waarin de onderwijsvolger zich heeft aangemeld (deelnemer of examendeelnemer) |
Alfanumeriek |
2 |
Inschrijvingsvolgnummer |
Een door het aanleverpunt aan de inschrijving toegekend volgnummer ten behoeve van registratie in het register onderwijsdeelnemers. |
Alfanumeriek |
3 |
Gevolgde opleiding |
De aanduiding van de opleiding waarvoor de deelnemer zich heeft ingeschreven, zoals vastgelegd in de onderwijsovereenkomst. |
Alfanumeriek, Referentietabel |
5 |
Datum inschrijving |
De datum waarop de onderwijsovereenkomst dan wel de examenovereenkomst van de deelnemer van kracht wordt of werd, zoals vermeld in de onderwijsovereenkomst dan wel de examenovereenkomst. |
Datum |
8 |
Geplande datum uitschrijving |
De laatste datum waarop de inschrijving actief zal zijn of gepland was actief te zijn, zoals vermeld in de onderwijsovereenkomst dan wel de examenovereenkomst. |
Datum |
8 |
Werkelijke datum uitschrijving |
De laatste datum waarop de inschrijving daadwerkelijk actief was. |
Datum |
8 |
Hoogste vooropleiding |
De aanduiding van de hoogst genoten opleiding door de deelnemer bij aanvang van de opleiding in relatie tot de te volgen opleiding. |
Alfanumeriek, Referentietabel |
2 |
Examen |
De aanduiding van het VAVO-examen dat de deelnemer beoogt af te leggen of afgelegd heeft. |
Alfanumeriek, Referentietabel |
4 |
Examenjaar |
Het kalenderjaar waarin werd of wordt beoogd de uitslag van het examen vast te stellen. |
Numeriek |
4 |
Datum uitslag examen |
De datum waarop de uitslag van het examen is vastgesteld dan wel is geconstateerd dat een uitslag niet is vast te stellen. |
Datum |
8 |
Uitslag examen |
De aanduiding waarmee wordt aangegeven met welk gevolg het examen is afgerond dan wel om welke reden geen uitslag is vast te stellen. |
Alfanumeriek, Waardelijst |
1 |
Titel/thema werkstuk |
De titel van het profielwerkstuk of het thema van het sectorwerkstuk. |
Alfanumeriek |
150 |
Beoordeling werkstuk |
De aanduiding van de beoordeling die de deelnemer voor het werkstuk heeft gekregen. |
Alfanumeriek |
1 |
Toepassing beoordeling werkstuk |
De aanduiding die aangeeft of de beoordeling van het werkstuk heeft plaatsgevonden in het examenjaar dan wel de reden waarom dit niet het geval is. |
Alfanumeriek |
1 |
Cijfer werkstuk |
De kwantitatieve beoordeling die de deelnemer voor het werkstuk heeft gekregen. Toelichting: veld is functioneel verplicht. |
Alfanumeriek |
3 |
Examenvak |
De aanduiding van het vak waarin examen is of zal worden afgelegd. |
Alfanumeriek |
3 |
Indicatie diplomavak |
De indicatie die aangeeft of het cijfer op de cijferlijst of de beoordeling voor het schoolexamen voor het betreffende vak is meegenomen bij de vaststelling van de uitslag van het examen. |
Alfanumeriek |
1 |
Toepassing resultaat examenvak |
De aanduiding die aangeeft of het resultaat voor het betreffende vak is behaald in het examenjaar dan wel de reden waarom dit niet het geval is. |
Alfanumeriek |
1 |
Indicatie werkstuk |
De indicatie die aangeeft of het bij het betreffende examen behorende werkstuk betrekking heeft op het betreffende examenvak. |
Alfanumeriek |
1 |
Hoger niveau |
De aanduiding van het niveau waarop voor het betreffende vak examen is of zal worden gedaan. Toelichting: veld is functioneel verplicht. |
Alfanumeriek |
3 |
Beoordeling schoolexamen |
De aanduiding van de beoordeling die de deelnemer heeft gekregen voor het schoolexamen voor het betreffende examenvak. |
Alfanumeriek |
1 |
Cijfer schoolexamen |
Het cijfer zoals vastgesteld voor het examenvak op basis van de resultaten voor het vak tijdens het schoolexamen. |
Numeriek |
3 |
Cijfer CE-1 |
Het cijfer zoals vastgesteld voor het examenvak op basis van de resultaten voor het vak tijdens het eerste tijdvak van het Centraal Examen. |
Numeriek |
3 |
Cijfer CE-2 |
Het cijfer zoals vastgesteld voor het examenvak op basis van de resultaten voor het vak tijdens het tweede tijdvak van het Centraal Examen. |
Numeriek |
3 |
Cijfer CE-3 |
Het cijfer zoals vastgesteld voor het examenvak op basis van de resultaten voor het vak tijdens het derde tijdvak van het Centraal Examen. |
Numeriek |
3 |
1e eindcijfer |
Het eindcijfer zoals vastgesteld voor het examenvak op basis van het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het Centraal Examen tijdens het eerste tijdvak. |
Numeriek |
2 |
2e eindcijfer |
Het eindcijfer zoals vastgesteld voor het examenvak op basis van het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het Centraal Examen tijdens het tweede tijdvak. |
Numeriek |
2 |
3e eindcijfer |
Het eindcijfer zoals vastgesteld voor het examenvak op basis van het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het Centraal Examen tijdens het derde tijdvak. |
Numeriek |
2 |
Cijfer cijferlijst |
Het cijfer voor het examenvak zoals vermeld op de cijferlijst. |
Numeriek |
2 |
Indicatie verwezen naar volgend tijdvak |
De indicatie die aangeeft of de deelnemer voor het betreffende examenvak nogmaals een examen gaat afleggen tijdens het volgende tijdvak. |
Alfanumeriek |
1 |
Indicatie certificaat behaald |
De indicatie die aangeeft of de deelnemer voor het betreffende examenvak een certificaat heeft behaald tijdens het betreffende examenjaar van het betreffende examen. |
Alfanumeriek |
1 |
Indicatie combinatiecijfer |
De indicatie die aangeeft of het cijfer voor het vak meetelt voor het combinatiecijfer Toelichting: J of N. |
Alfanumeriek |
1 |
Vakcode hoger niveau |
De aanduiding van het vak op het hogere niveau dat het oorspronkelijke examenvak vervangt |
Numeriek |
4 |
Contacturen per week |
Het gemiddelde aantal klokuren onderwijs per week waaruit het onderwijsprogramma bestaat dat het bevoegd gezag voor de deelnemer in instellingstijd heeft ingericht, artikel 2.3.6a WEB. |
Numeriek |
2 |
Gevolgde opleiding:
De code die de opleiding aangeeft volgens de opleidingentabel Educatie, welke beschikbaar zal worden gesteld door DUO. Deze tabel staat in het Programma van Eisen op voornoemde internetsite. Hij wordt bovendien jaarlijks gepubliceerd in de Regeling codetabellen.
Hoogste vooropleiding:
Als referentietabel dient de departementale vooropleidingentabel te worden gehanteerd. Deze tabel staat in het Programma van Eisen op voornoemde internetsite.
Examen:
Als referentietabel dient een tabel zoals verstrekt door DUO. Deze tabel staat in het Programma van Eisen op voornoemde internetsite. Hij wordt bovendien jaarlijks gepubliceerd in de Regeling codetabellen.
Uitslag examen:
Mogelijke waarden en de bijbehorende betekenis zijn:
G |
Geslaagd |
A |
Afgewezen |
T |
Kandidaat heeft zich teruggetrokken |
D |
Kandidaat doet geen geheel examen, maar heeft certificaten behaald |
Examenvak:
Als referentietabel dient een tabel zoals verstrekt door DUO. Deze tabel staat in het Programma van Eisen op voornoemde internetsite. Hij wordt bovendien jaarlijks gepubliceerd in de Regeling codetabellen.
Indicatie diplomavak
Mogelijke waarden:
J |
Ja |
N |
Nee |
Beoordeling schoolexamen:
Mogelijke waarden en de bijbehorende betekenis zijn:
G |
Goed |
V |
Voldoende |
O |
Onvoldoende |
Mogelijke waarden: |
D |
Dispensatie |
V |
Vrijstelling |
|
G |
Geëxamineerd in jaar melding |
|
I |
Inruil certificaat voor diploma |
Mogelijke waarden: |
J |
Ja |
N |
Nee |
Mogelijke waarden: |
C |
C-niveau |
D |
D-niveau |
Het VO kent een waarde voor Programma die uit drie posities bestaat.
Mogelijke waarden: |
G |
Goed |
V |
Voldoende |
|
O |
Onvoldoende |
Mogelijke waarden: |
J |
Ja |
N |
Nee |
Mogelijke waarden: |
J |
Ja |
N |
Nee |
Op de lijst met onderwijsdeelnemers aan opleidingen beroepsonderwijs betreffende de experimenten doorlopende leerlijnen vmbo-mbo en gecombineerde leerweg bol-bbl wordt deelname van de leerlingen aan deze leerlijnen of leerwegen op de volgende wijze gespecificeerd:.
Deelname doorlopende leerlijnen vmbo-mbo |
Neemt de deelnemer deel aan een experiment met een doorlopende leerlijn in de vakmanschaproute of beroepsroute/ technologieroute? |
J/N |
1 |
|
Deelname gecombineerde leerweg bol-bbl |
Neemt de deelnemer deel aan een experiment met een beroepsopleiding in de gecombineerde leerweg bol-bbl? |
J/N |
1 |
Het gaat in dit onderdeel om de volgende experimenten:
• doorlopende leerlijnen vmbo-mbo, als bedoeld in het Besluit experimenten doorlopende leerlijnen vmbo-mbo 2014–2022; en
• gecombineerde leerweg bol-bbl, als bedoeld in het Besluit experiment beroepsopleiding gecombineerde leerwegen bol-bbl.
De leveringswijze van de deelname van studenten aan één van de twee hierboven genoemde experimenten geschiedt niet op de reguliere wijze (via elektronische weg). Instellingen retourneren de vooraf door DUO ingevulde lijsten. Op die lijsten staan de deelnemers aan deze experimenten al vermeld. De scholen vullen vervolgens de lijsten aan overeenkomstig de specificaties zoals in dit onderdeel is voorgeschreven. De lijsten worden vervolgens (ingevolge de wijze bedoeld in artikel 2, derde lid) aan de minister geleverd door middel van toezending. Aan de minister (DUO) worden deze gegevens uitsluitend geleverd als er wordt deelgenomen aan één van bovengenoemde experimenten.
Het bestuur van een onderwijsinstelling als bedoeld in de WHW levert aan de minister op grond van artikel 15 van elke onderwijsdeelnemer die is of was ingeschreven de volgende basisgegevens:
– het geslacht (artikel 4, eerste lid, onderdeel c, van het besluit);
– de postcode (artikel 4, eerste lid, onderdeel e, van het besluit);
– de geboortedatum (artikel 4, eerste lid, onderdeel f, van het besluit);
– het registratienummer van de onderwijsinstelling of, indien van toepassing, van het onderdeel daarvan waar de onderwijsdeelnemer onderwijs volgt (artikel 5, eerste lid, onderdeel a, van het besluit);
– de datum van inschrijving (artikel 5, eerste lid, onderdeel b, van het besluit);
– de datum van uitschrijving (artikel 5, eerste lid, onderdeel c, van het besluit);
– de vooropleiding (artikel 5, vierde lid, onderdeel a, van het besluit);
– de inschrijvingsvorm (artikel 5, vierde lid, onderdeel b, van het besluit);
– de reden van beëindiging van de inschrijving (artikel 5, vierde lid, onderdeel c, van het besluit);
– de opleidingsvorm (artikel 6, zesde lid, onderdeel a, van het besluit);
– de opleiding(en) of onderwijseenhe(i)d(en) (artikel 6, zesde lid, onderdeel b, van het besluit);
– de opleidingsfase (artikel 6, zesde lid, onderdeel c, van het besluit);
– vrijstelling betalen collegegeld (artikel 8, zevende lid, van het besluit).
Met dien verstande dat het bestuur van een rechtspersoon voor hoger onderwijs, ingevolge artikel 2, tweede lid, van het besluit, de volgende basisgegevens met betrekking tot de inschrijving niet hoeven te leveren:
– de reden van beëindiging van de inschrijving (artikel 5, vierde lid, onderdeel c, van het besluit);
– vrijstelling betalen collegegeld (artikel 8, zevende lid, van het besluit).
Naam |
Formaat |
Lengte |
Definitie |
---|---|---|---|
AanmeldNummer |
Alfanumeriek |
18 |
De unieke aanduiding van een aanmelding |
Geslachtsaanduiding |
Alfanumeriek, waardelijst |
1 |
De aanduiding van het geslacht van de natuurlijke persoon; mogelijke waarden conform waardelijst Programma van Eisen |
Geslachtsnaam |
Alfanumeriek |
200 |
De naamgegevens van de persoon met uitzondering van de voornamen. Indien de natuurlijke persoon geen vastgestelde geslachtsnaam heeft wordt de waarde – (liggend streepje) opgenomen. |
Geboortedatum |
Datum |
8 |
De datum waarop de natuurlijke persoon is geboren; indien de dag of de dag en maand niet bekend is bevat(ten) deze 00. |
Geboorteplaats |
Alfanumeriek |
40 |
De naam van de plaats |
Code geboorteland |
Alfanumeriek |
4 |
De code van het land cf de Landelijke tabel |
Voorvoegsel |
Alfanumeriek |
10 |
Het deel van de geslachtsnaam dat voorkomt in de voorvoegseltabel en door een spatie van de geslachtsnaam is gescheiden |
Voornamen |
Alfanumeriek |
200 |
De verzameling namen, die gescheiden door spaties, aan de geslachtsnaam voorafgaat. Indien de natuurlijke persoon geen vastgestelde voornamen heeft, wordt de waarde – (liggend streepje) opgenomen. Zolang LO3 nog gebruikt wordt kunnen voornamen ook leeg zijn. |
Of binnenlands adres of buitenlands adres |
|||
Binnenlands adres |
|||
DatumBegin |
Alfanumeriek (DD-MM-JJJJ) |
10 |
Eerste dag waarop het adres geldig is. Indien de dag of de dag en maand niet bekend is bevat(ten) deze dan 00. |
Straatnaam |
Alfanumeriek |
80 |
De straatnaam zoals die officieel is vastgesteld door de gemeente |
Huisnummer |
Alfanumeriek |
5 |
De numerieke aanduiding zoals deze door het gemeentebestuur aan het object is toegekend |
Huisletter |
Alfanumeriek |
1 |
De alfabetische aanduiding zoals deze door het gemeentebestuur aan de locatie is toegekend ter aanvulling op het huisnummer |
HuisnummerToevoeging |
Alfanumeriek |
5 |
Die letters of tekens die noodzakelijk zijn om, naast het juiste huisnummer de brievenbus te vinden |
Postcode |
Alfanumeriek |
6 |
De door PostNL vastgestelde code behorende bij de straatnaam en het huisnummer |
AanduidingLocatie |
Alfanumeriek |
35 |
De nadere aanduiding van de locatie waar de persoon is ingeschreven of het adres indien daarbij geen officiële straatnaam hoort. |
Plaatsnaam |
Alfanumeriek |
40 |
De naam van de plaats cf de landelijke tabel (in LO4) |
HuisnummerAanduiding |
Alfanumeriek |
2 |
De aanduiding die wordt gebruikt voor adressen die niet zijn voorzien van de gebruikelijke straatnaam en huisnummering; mogelijke waarden conform waardelijst Programma van Eisen |
Buitenlands adres |
|||
DatumBegin |
Alfanumeriek (DD-MM-JJJJ) |
10 |
Eerste dag waarop het adres geldig is. Indien de datum waarvan de dag of de dag en maand niet bekend is dan bevat(ten) deze 00. |
AdresregelBuitenland1 |
Alfanumeriek |
35 |
De eerste regel van het buitenlands adres |
AdresregelBuitenland2 |
Alfanumeriek |
35 |
De tweede regel van het buitenlands adres |
AdresregelBuitenland3 |
Alfanumeriek |
35 |
De derde regel van het buitenlands adres |
LandCode |
Alfanumeriek |
4 |
De code van het land cf de landelijke tabel |
Nationaliteitscode |
Alfanumeriek |
4 |
Een code voor de nationaliteit van een natuurlijke persoon cf de landelijke tabel: nationaliteit |
DatumBegin |
Alfanumeriek (DD-MM-JJJJ) |
10 |
Eerste dag dat de nationaliteit geldig is. Indien van de datum de dag of de dag en maand niet bekend is dan bevat(ten) deze 00. |
VerblijfsdocumentCode |
Alfanumeriek |
1 |
Aanduiding van het type verblijfsdocument in de communicatie met HO-Instellingen en Studielink; mogelijke waarden conform waardelijst Programma van Eisen |
DatumBegin |
Datum |
8 |
De datum waarop het verblijfsdocument zijn geldigheid krijgt. |
DatumEinde |
Datum |
8 |
De datum waarop het verblijfsdocument zijn geldigheid verliest. |
Specificatie inschrijfgegevens |
|||
Burgerservicenummer |
Alfanumeriek |
9 |
Het burgerservicenummer (BSN) is het nummer dat de natuurlijke persoon uniek identificeert in overheidsadministraties. Het burgerservicenummer moet 9 cijfers bevatten en voldoen aan de 11-proef. Eventuele voorloopnullen dienen altijd aangeleverd te worden. |
Onderwijsnummer |
Alfanumeriek |
9 |
Het uniek identificerende nummer dat aan een onderwijsontvanger wordt toegekend indien deze niet of niet verifieerbaar over een BSN beschikt. Het onderwijsnummer moet 9 cijfers bevatten en voldoen aan de 11 proef. Eventuele voorloopnullen dienen altijd aangeleverd te worden. |
BRIN |
Alfanumeriek |
4 |
Een unieke code voor een onderwijsinstelling. Het BRIN bestaat uit 2 cijfers gevolgd door 2 hoofdletters |
BrinVolgnummer |
Alfanumeriek |
2 |
Een volgnummer bij het BRIN-nummer dat een onderwijslocatie uniek identificeert. Het BRIN-volgnummer bestaat uit 2 cijfers. |
Inschrijvingvolgnummer |
Alfanumeriek |
20 |
Een door de instelling aan de inschrijving toegekend volgnummer voor de registratie van een inschrijving bij DUO. Het inschrijvingvolgnummer moet per BRIN uniek zijn. Het inschrijvingsvolgnummer bestaat uit cijfers, hoofdletters (A–Z), kleine letters (a–z) of een combinatie daarvan. |
Inschrijvingsvorm |
Alfanumeriek, waardelijst |
1 |
De hoedanigheid waarin de onderwijsvolger zich heeft aangemeld; Mogelijke waarden conform waardelijst Programma van Eisen |
Opleidingcode |
Alfanumeriek |
5 |
De code van de opleiding binnen het codestelsel |
Onderwijsvorm |
Alfanumeriek, waardelijst |
2 |
Uitputtende lijsten voor het hoger onderwijs voor de manier waarop de kennisoverdracht is ingericht wat betreft fysieke aanwezigheid op de onderwijslocatie en de duur daarvan; mogelijke waarden conform waardelijst Programma van Eisen |
Opleidingsfase |
Alfanumeriek, waardelijst |
1 |
Aanduiding van een deel van opleiding; mogelijke waarden conform waardelijst Programma van Eisen |
DatumInschrijving |
Datum |
8 |
De datum vanaf wanneer de betrokkene is ingeschreven |
DatumUitschrijving |
Datum |
8 |
De datum waarop de betrokkene is uitgeschreven ic de laatste datum waarop de inschrijving daadwerkelijk actief was. |
RedenUitschrijving |
Alfanumeriek, waardelijst |
40 |
Codering voor de reden van de uitschrijving; mogelijke waarden conform waardelijst Programma van Eisen |
EersteInschrijving |
Boolean (J/N) |
1 |
EersteInschrijving geeft aan of het om de opleiding van eerste inschrijving van de student gaat, te weten: 1. de opleiding waarvoor een persoon het collegegeld, bedoeld in artikel 7.43, eerste lid van de wet, is verschuldigd en waarvoor geen vermindering of vrijstelling van het betalen van collegegeld op grond van de wet is verkregen, tenzij er sprake is van een vermindering als bedoeld in artikel 7.48, derde en vierde lid, of, 2. opleiding waarvoor een persoon die het collegegeld, bedoeld in artikelen 7.43, tweede lid, of 7.44 van de wet is verschuldigd, zich als eerste heeft ingeschreven. |
Aantal studiepunten onderwijseenheid |
Numeriek |
3.1 |
Een getal, uitgedrukt in studiepunten (ECTS), dat de inspanning weergeeft die een onderwijseenheid aan de Open Universiteit vergt. |
Studentnummer |
Alfanumeriek |
12 |
Het studentnummer is het identificerende nummer waarmee de student in de administratie van de instelling bekend is. |
Indicatie Intensief Programma |
Boolean |
J/N |
Geeft aan of er sprake is van deelname aan een intensief programma voor een opleiding of een programma binnen de opleiding. |
Het bestuur van een onderwijsinstelling bedoeld in de WHW levert aan de minister op grond van artikel 16 van elke onderwijsdeelnemer die is of was ingeschreven de volgende basisgegevens:
– het geslacht (artikel 4, eerste lid, onderdeel c, van het besluit);
– de postcode (artikel 4, eerste lid, onderdeel e, van het besluit);
– de geboortedatum (artikel 4, eerste lid, onderdeel f, van het besluit);
– het registratienummer van de onderwijsinstelling of, indien van toepassing, van het onderdeel daarvan waar de onderwijsdeelnemer onderwijs volgt (artikel 5, eerste lid, onderdeel a, van het besluit);
– de opleidingsvorm (artikel 6, zesde lid, onderdeel a, van het besluit);
– de opleiding of onderwijseenheid (artikel 6 zesde lid, onderdeel b, van het besluit);
– de opleidingsfase (artikel 6, zesde lid, onderdeel c, van het besluit);
– datum afsluitend examen bacheloropleiding (artikel 7, zesde lid, onderdeel a, van het besluit);
– datum afsluitend examen masteropleiding (artikel 7, zesde lid, onderdeel b, van het besluit).
Naam |
Formaat |
Lengte |
Definitie |
|
---|---|---|---|---|
AanmeldNummer |
Alfanumeriek |
18 |
De unieke aanduiding van een aanmelding |
|
Geslachtsaanduiding |
Alfanumeriek, waardelijst |
1 |
De aanduiding van het geslacht van de natuurlijke persoon; mogelijke waarden conform waardelijst Programma van Eisen |
|
Geslachtsnaam |
Alfanumeriek |
200 |
De naamgegevens van de persoon met uitzondering van de voornamen. Indien de natuurlijke persoon geen vastgestelde geslachtsnaam heeft wordt de waarde – (liggend streepje) opgenomen. |
|
Geboortedatum |
Datum |
8 |
De datum waarop de natuurlijke persoon is geboren; indien de dag of de dag en maand niet bekend is bevat(ten) deze 00. |
|
Geboorteplaats |
Alfanumeriek |
40 |
De naam van de plaats |
|
Code geboorteland |
Alfanumeriek |
4 |
De code van het land cf. de Landelijke tabel |
|
Voorvoegsel |
Alfanumeriek |
10 |
Het deel van de geslachtsnaam dat voorkomt in de voorvoegseltabel en door een spatie van de geslachtsnaam is gescheiden |
|
Voornamen |
Alfanumeriek |
200 |
De verzameling namen, die gescheiden door spaties, aan de geslachtsnaam voorafgaat. Indien de natuurlijke persoon geen vastgestelde voornamen heeft, wordt de waarde – (liggend streepje) opgenomen. Zolang LO3 nog gebruikt wordt kunnen voornamen ook leeg zijn. |
|
Of binnenlands adres of buitenlands adres |
||||
Binnenlands adres |
||||
DatumBegin |
Alfanumeriek (DD-MM-JJJJ) |
10 |
Eerste dag waarop het adres geldig is. Indien de dag of de dag en maand niet bekend is bevat(ten) deze dan 00. |
|
Straatnaam |
Alfanumeriek |
80 |
De straatnaam zoals die officieel is vastgesteld door de gemeente |
|
Huisnummer |
Alfanumeriek |
5 |
De numerieke aanduiding zoals deze door het gemeentebestuur aan het object is toegekend |
|
Huisletter |
Alfanumeriek |
1 |
De alfabetische aanduiding zoals deze door het gemeentebestuur aan de locatie is toegekend ter aanvulling op het huisnummer |
|
HuisnummerToevoeging |
Alfanumeriek |
5 |
Die letters of tekens die noodzakelijk zijn om, naast het juiste huisnummer de brievenbus te vinden |
|
Postcode |
Alfanumeriek |
6 |
De door PostNL vastgestelde code behorende bij de straatnaam en het huisnummer |
|
AanduidingLocatie |
Alfanumeriek |
35 |
De nadere aanduiding van de locatie waar de persoon is ingeschreven of het adres indien daarbij geen officiële straatnaam hoort. |
|
Plaatsnaam |
Alfanumeriek |
40 |
De naam van de plaats cf. de landelijke tabel (in LO4) |
|
HuisnummerAanduiding |
Alfanumeriek |
2 |
De aanduiding die wordt gebruikt voor adressen die niet zijn voorzien van de gebruikelijke straatnaam en huisnummering; mogelijke waarden conform waardelijst Programma van Eisen |
|
Buitenlands adres |
||||
DatumBegin |
Alfanumeriek (DD-MM-JJJJ) |
10 |
Eerste dag waarop het adres geldig is. Indien de datum waarvan de dag of de dag en maand niet bekend is dan bevat(ten) deze 00. |
|
AdresregelBuitenland1 |
Alfanumeriek |
35 |
De eerste regel van het buitenlands adres |
|
AdresregelBuitenland2 |
Alfanumeriek |
35 |
De tweede regel van het buitenlands adres |
|
AdresregelBuitenland3 |
Alfanumeriek |
35 |
De derde regel van het buitenlands adres |
|
LandCode |
Alfanumeriek |
4 |
De code van het land cf. de landelijke tabel |
|
Nationaliteitscode |
Alfanumeriek |
4 |
Een code voor de nationaliteit van een natuurlijke persoon cf. de landelijke tabel: nationaliteit |
|
DatumBegin |
Alfanumeriek (DD-MM-JJJJ) |
10 |
Eerste dag dat de nationaliteit geldig is. Indien van de datum de dag of de dag en maand niet bekend is dan bevat(ten) deze 00. |
|
VerblijfsdocumentCode |
Alfanumeriek |
1 |
Aanduiding van het type verblijfsdocument in de communicatie met HO-Instellingen en Studielink; mogelijke waarden conform waardelijst Programma van Eisen |
|
DatumBegin |
Datum |
8 |
De datum waarop het verblijfsdocument zijn geldigheid krijgt. |
|
DatumEinde |
Datum |
8 |
De datum waarop het verblijfsdocument zijn geldigheid verliest. |
|
Specificatie examengegevens |
||||
Burgerservicenummer |
Alfanumeriek |
9 |
Het Burgerservicenummer (BSN) is het nummer dat de natuurlijke persoon uniek identificeert in overheidsadministraties. Het Burgerservicenummer moet 9 cijfers bevatten en voldoen aan de 11 proef. Eventuele voorloopnullen dienen altijd aangeleverd te worden. |
|
Onderwijsnummer |
Alfanumeriek |
9 |
Het uniek identificerende nummer dat aan een onderwijsontvanger wordt toegekend indien deze niet of niet verifieerbaar over een BSN beschikt. Het onderwijsnummer moet 9 cijfers bevatten en voldoen aan de 11 proef. Eventuele voorloopnullen dienen altijd aangeleverd te worden. |
|
BRIN |
Alfanumeriek |
4 |
Een unieke code voor een onderwijsinstelling. Het BRIN bestaat uit 2 cijfers gevolgd door 2 hoofdletters |
|
BrinVolgnummer |
Alfanumeriek |
2 |
Een volgnummer bij het BRIN-nummer dat een onderwijslocatie uniek identificeert. Het BRIN-volgnummer bestaat uit 2 cijfers. |
|
Resultaatvolgnummer |
Alfanumeriek |
20 |
Een door de instelling aan het onderwijsresultaat toegekend volgnummer ten behoeve van de registratie van een onderwijsresultaat bij DUO. Het Resultaat-volgnummer moet per BRIN uniek zijn. Het resultaatvolgnummer bestaat uit cijfers, hoofdletters (A-Z), kleine letters (a-z) of een combinatie daarvan. |
|
Opleidingcode |
Alfanumeriek, waardelijst |
5 |
De code van de opleiding binnen het codestelsel |
|
Onderwijsvorm |
Alfanumeriek, waardelijst |
2 |
Uitputtende lijst voor het hoger onderwijs voor de manier waarop de kennisoverdracht is ingericht wat betreft fysieke aanwezigheid op de onderwijslocatie en de duur daarvan; mogelijke waarden conform waardelijst Programma van Eisen |
|
Opleidingsfase |
Alfanumeriek, waardelijst |
1 |
Aanduiding van een deel van opleiding; mogelijke waarden conform waardelijst Programma van Eisen |
|
DatumDiploma |
Datum |
8 |
De datum waarop het diploma behaald is. |
|
EersteGraad |
Boolean (J/N) |
1 |
eersteGraad geeft aan of het onderwijsresultaat voor bekostiging in aanmerking moet worden genomen. |
|
Studentnummer |
Alfanumeriek |
12 |
Het studentnummer is het identificerende nummer waarmee de student in de administratie van de instelling bekend is. |
Om te waarborgen dat goed met gegevens van onderwijsvolgers wordt omgegaan zijn de volgende maatregelen getroffen:
– Voor toegang tot gegevens in het register onderwijsdeelnemers wordt onderscheid gemaakt tussen de wettelijke taken die medewerkers uitvoeren;
– Bij het uitvoeren van de wettelijke taken worden verschillende rollen onderkend;
– Bij de verschillende rollen is er sprake van onderscheid tussen raadplegen, muteren, beheerfuncties en ter beschikking stellen;
– De functie van een medewerker bepaalt welke rollen een medewerker (voor een wettelijke taak) kan hebben;
– Medewerkers zijn opgeleid/ingewerkt op de functie en rol en zijn bekend met het feit dat zij werken met gevoelige gegevens en stemmen hun handelen daarop af. Middels awareness gesprekken/sessies worden zij hier ook regelmatig aan herinnerd;
– Indien een medewerker niet structureel een autorisatie nodig heeft dan wordt deze ook alleen tijdelijk toegekend;
– Medewerkers worden alleen geautoriseerd voor taken die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van de werkzaamheden, behorend bij de wettelijke taak en de rol van de medewerker bij het uitvoeren van deze wettelijke taak;
– Het lijnmanagement is verantwoordelijk voor het toekennen, wijzigen en intrekken van autorisaties. Uitzonderingen op de gebruikelijke structuur1 worden alleen toegekend door de directeur Registers en Examens.
DUO past Privacy by Design toe. Voor toegang van DUO-medewerkers tot de registers betekent dit dat de strategieën Minimaliseren, Scheiden, en Verbergen worden toegepast:
• Minimaliseren: niet meer gegevens verwerken dan nodig,
• Scheiden: gegevens gescheiden opslaan,
• Verbergen: toepassen van access control op basis van identiteits- en authenticatiebeheer, toepassen pseudonimisering.
Gegevens zijn opgeslagen in afzonderlijke databases, per onderwijssector.
Daarnaast zijn er afzonderlijke databases voor de identificerende gegevens van de onderwijsvolgers.
De databases worden beheerd door verschillende teams, momenteel georganiseerd per sector. Per sector is er nog een onderscheid aangebracht in gegevens omtrent de onderwijsdeelname en onderwijsresultaten. Er is bijvoorbeeld een team Hoger onderwijs dat gegevens voor die sector inwint, beheert en ontsluit.
Voor identificerende gegevens (zoals gegevens uit de basisregistratie personen (BRP) is een team ingericht dat zich richt op het inwinnen, beheren en ontsluiten van identificerende gegevens vanuit de BRP. Voor het inwinnen en het ontsluiten van deze gegevens is door middel van een abonnementen systeem geborgd dat alleen gegevens worden afgenomen die passen bij de wettelijke taak die wordt uitgevoerd. Andere gegevens worden niet getoond. Dit is eveneens juridisch geborgd in het autorisatiebesluit van de RvIG (890201) waarin exact is geregeld welke gegevens DUO, per wettelijke taak, uit de BRP mag ontvangen.
Wettelijke taken worden uitgevoerd door verschillende organisatorische eenheden. Binnen deze organisatorische eenheden bestaan verschillende rollen die verschillende autorisatierechten geven.
De rol die een medewerker kan krijgen is afhankelijk van de functie. Hiermee wordt voorkomen dat medewerkers van DUO onnodig veel gegevens kunnen raadplegen of muteren.
Er bestaat onder meer onderscheid tussen de autorisatierechten voor uitvoeringsmedewerkers en beheerders. Uitvoeringsmedewerkers kunnen meestal raadplegen en, afhankelijk van de rol in het team, kunnen zij mutaties doorvoeren indien dit noodzakelijk is. Beheerders hebben vanuit hun rol autorisaties om bijvoorbeeld processen te kunnen starten en te beëindigen, het uitvoeren van kwaliteitscontroles, inlezen van nieuwe gegevens, verstrekken van gegevens etc.
De onderwijsinstellingen zijn zelf verantwoordelijk voor de juistheid van de aanlevering van gegevens in het register onderwijsdeelnemers. DUO heeft een signaalfunctie met betrekking tot de juistheid van gegevens ingericht om onderwijsinstellingen te ondersteunen bij het werken in het register onderwijsdeelnemers. Mutaties worden dus alleen uitgevoerd ten behoeve van de wettelijke taak of noodzakelijke ondersteuning van de onderwijsinstelling.
Voor de levering van gegevens naar buiten DUO is een gespecialiseerd team samengesteld dat gegevens beschikbaar kan stellen wanneer dit wettelijk is toegestaan. Hiermee wordt onder meer geborgd dat derden, met de juiste frequentie, exact die gegevens krijgen die benodigd zijn voor de wettelijke taak. Binnen het team is, evenals bij de andere teams, weer sprake van verschillende rollen die verschillende autorisatierechten hebben.
Voor de huidige externe leveringen is in het BRO een kruisjeslijst toegevoegd. Hier is per gegeven transparant gemaakt aan welke organisaties het gegeven verstrekt kan worden en voor welke wettelijke taak dit gebruikt mag worden.
De Regeling register onderwijsdeelnemers regelt een aantal onderwerpen voor de leveringen van gegevens door besturen van onderwijsinstellingen aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, als beheerder van het register onderwijsdeelnemers, en regelt de verstrekking uit het register onderwijsdeelnemers aan de minister en aan de Inspectie van het onderwijs. Deze onderwerpen zijn:
1. De specificatie van de basisgegevens en de tijdstippen en termijnen voor de leveringen door de onderwijsinstellingen;
2. De inhoud, samenstelling en tijdstippen van de verstrekking van de basisgegevens uit het register aan de minister en de inspectie;
3. De specificatie van de verzuimgegevens;
4. De regels met betrekking tot de autorisatie van medewerkers van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) voor de verwerking van persoonsgegevens in het kader van het register onderwijsdeelnemers, en
5. Intrekking en wijziging van bestaande informatieregelingen als gevolg van deze regeling, de Wet register onderwijsdeelnemers (WRO) en het Besluit register onderwijsdeelnemers (BRO).
De specificatie van de gegevens en de tijdstippen waarop deze moeten worden geleverd en verstrekt worden in deze regeling beleidsarm geregeld. Met beleidsarm regelen wordt bedoeld dat bepalingen uit bestaande informatieregelingen2 zijn samengevoegd, maar dat er in beginsel geen inhoudelijke veranderingen zijn doorgevoerd in de wijze waarop besturen van onderwijsinstellingen de gegevens aanleveren aan de minister en de verstrekking uit het register onderwijsdeelnemers aan de minister en de inspectie. Er worden, op enkele uitzonderingen na, geen nieuwe gegevens gevraagd van onderwijsinstellingen ten opzichte van de situatie zoals die voor de inwerkingtreding van de WRO en het BRO gold. Ook de specificaties die worden gebruikt voor de levering van de gegevens blijven onveranderd, alsook de tijdstippen van de levering van (onderdelen) van de basisgegevens of de termijnen die daarvoor gelden. Sommige gegevens zijn vervallen of terminologisch aangepast.
In artikel 18 BRO wordt geregeld dat het bestuur van een onderwijsinstelling aan de minister het persoonsgebonden nummer en basisgegevens levert van iedere onderwijsdeelnemer die aan zijn instelling is of was ingeschreven. Deze basisgegevens omvatten ingevolge artikel 3 BRO: identificerende gegevens; inschrijvingsgegevens; opleidingsgegevens; resultaatgegevens en overige basisgegevens. Vervolgens wordt in hoofdstuk 2 BRO voor de verschillende onderwijssectoren bepaald welke specifieke gegevens daartoe behoren.
Deze regeling kent de volgende opzet:
– er wordt een onderscheid gemaakt tussen de levering van de basisgegevens die betrekking hebben op de inschrijving en de levering van de basisgegevens die betrekking hebben op de examens;
– vervolgens worden in de bijlagen bij deze regeling de gegevens die onderwijsinstellingen ingevolge het BRO leveren opgesomd;
– in de bijlagen worden deze gegevens verder gespecificeerd.
In deze regeling wordt tevens geregeld op welke tijdstippen de in de bijlagen genoemde basisgegevens (overeenkomstig de specificaties) worden geleverd aan de minister om opgenomen te worden in het register onderwijsdeelnemers. Ook wordt de terugmelding (en aanvulling) van de geleverde gegevens aan de onderwijsinstellingen geregeld, en worden eventuele tussentijdse deelleveringen geregeld en andere specifieke randvoorwaarden voor deze leveringen.
Deze regeling heeft geen gevolgen voor de Rijksbegroting.
De regeling is in concept voorgelegd aan DUO, de inspectie en de Accountantsdienst Rijk (ADR). DUO heeft aangegeven de regeling uitvoerbaar te achten. DUO heeft daarnaast een aantal voorstellen van technische aard voor de regeling, de bijlagen en de toelichting gedaan, die zijn verwerkt. Op verzoek van zowel DUO als de inspectie is in de toelichting verduidelijkt dat de verzuimgegevens die in het register onderwijsdeelnemers worden geregistreerd alleen betrekking hebben op ongeoorloofd verzuim van onderwijsdeelnemers, en niet op geoorloofd verzuim. De ADR had geen opmerkingen bij de regeling.
Zoals hiervoor is aangegeven, is deze regeling beleidsarm en brengt deze nagenoeg geen verandering aan in de bestaande gegevensuitwisselingen tussen onderwijsinstellingen en DUO. Derhalve zijn er geen noemenswaardige gevolgen voor de administratieve lasten.
Deze regeling geeft uitvoering aan bepalingen uit de WRO en dient tegelijk met deze wet in werking te treden. De beoogde inwerkingtredingsdatum van de WRO is 1 juli 2020. Van de termijn van twee maanden tussen publicatie en inwerkingtreding wordt bij deze ministeriële regeling afgeweken. De WRO bevat een aantal maatregelen die een lastenverlichting voor de onderwijsinstellingen met zich mee brengen, zoals de ondersteuning van het in- en uitschrijfproces met digitale gegevens uit het register. Gelet daarop is ervoor gekozen niet langer te wachten met de inwerkingtreding van de WRO en deze regeling.
In artikel 1 WRO respectievelijk BRO zijn begripsbepalingen opgenomen voor veel voorkomende begrippen. Zo zijn begripsbepalingen opgenomen van (bestuur van een) onderwijsinstelling en zijn afkortingen opgenomen van de verschillende (onderwijs)wetten (WEB, WEC, WHW, WPO en WVO enzovoorts). Die bepalingen en afkortingen gelden ook voor dezelfde termen die in deze regeling worden gebruikt. Indien een begrip in artikel 1 van deze regeling is opgenomen, en dit begrip ook al in artikel 1 van de WRO of het BRO voorkomt, dan heeft dat begrip in de regeling de betekenis (of de reikwijdte) die het krijgt ingevolge de begripsbepaling opgenomen artikel 1 van de regeling.
Artikel 2 regelt de vindplaats van de technische specificaties van de gegevensleveringen. Deze specificaties worden beschreven in de zogeheten programma’s van eisen. Deze worden op de website van DUO gepubliceerd.
Deze paragraaf is van toepassing op de onderwijsinstellingen bedoeld in de Wet op het primair onderwijs (WPO) en de Wet op de expertisecentra (WEC) (speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs). Waar voor de onderwijsinstellingen bedoeld in de WEC een bijzondere regeling geldt is dit aangegeven.
Artikel 3 regelt de specificaties die worden gebruikt voor de levering van de in de leden 1 tot en met 3 bedoelde basisgegevens. De specificatie van die gegevens wordt geregeld in bijlage 1. In het eerste tot en met derde lid wordt voor de besturen van respectievelijk onderwijsinstellingen als bedoeld in de WPO en de WEC, instellingen als bedoeld in de WEC die ambulante begeleiding verzorgen, en de in lid 3 genoemde specifieke scholen voor speciaal en speciaal voortgezet onderwijs geregeld welke basisgegevens zij overeenkomstig de specificatie dienen aan te leveren.
Artikel 4 regelt de data en termijnen voor de levering van de persoonsgebonden nummers en de basisgegevens betreffende de inschrijving en de terugkoppeling van die gegevens. Ingevolge artikel 4, eerste lid, is de algemene termijn voor deze leveringen binnen 14 dagen nadat de inschrijving in de administratie van een onderwijsinstelling als bedoeld in de WPO of WEC heeft plaatsgevonden.
Het tweede lid regelt een uitzondering op de termijn van 14 dagen voor de levering van de datum van in- en uitschrijving samen met het persoonsgebonden nummer. Deze gegevens worden binnen 7 dagen nadat deze in de administratie zijn verwerkt aan het onderwijsregister geleverd. Deze gegevens zijn van belang in verband met de aanpak van absoluut verzuim, waardoor het van belang is dat de gegevens in het register met betrekking tot de in- en uitschrijving zeer snel worden geleverd.
Het derde lid regelt de terugkoppeling van de door de onderwijsinstellingen aangeleverde basisgegevens. Deze worden verder aangevuld met de in het derde lid genoemde basisgegevens, dit zijn identificerende gegevens die onderdeel uitmaken van de basisgegevens en die door de minister worden verkregen uit de basisregistratie personen. De aangeleverde gegevens worden, ingevolge artikel 14 WRO, getoetst op juistheid en volledigheid. Indien ze juist bevonden worden dan neemt de minister deze gegevens op in het register. De minister koppelt binnen 7 dagen nadat de levering van de basisgegevens bedoeld in het eerste en tweede lid van artikel 4 heeft plaatsgevonden terug.
Op grond van het vierde lid krijgen scholen als bedoeld in de WEC die voortgezet speciaal onderwijs verzorgen en die een examenlicensie hebben, tevens de geboorteplaats teruggekoppeld (ten behoeve van vermelding op het diploma).
Deze paragraaf is van toepassing op de besturen van onderwijsinstellingen bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs (WVO) en op de besturen van een agrarisch opleidingscentrum als bedoeld in artikel 1.3.3 Wet educatie en beroepsonderwijs, voor zover het betreft het voorbereidend beroepsonderwijs. Voor deze laatst bedoelde instellingen worden de relevante bepalingen uit deze paragraaf per artikel op hen van toepassing verklaard. De artikelen 6 en 8 over levering en terugmelding van examengegevens zijn eveneens van toepassing op scholen als bedoeld in de WEC die voortgezet speciaal onderwijs verzorgen en die een examenlicensie hebben. De bepalingen in artikel 5, tweede lid, en artikel 7, derde lid, zijn niet van toepassing op de (niet bekostigde) scholen bedoeld in artikel 56 WVO. In bijlage 2 wordt voor deze scholen een aantal basisgegevens uitgezonderd van de leveringsverplichting. De leveringen van de basisgegevens met betrekking tot de inschrijving en met betrekking tot de examens zijn in afzonderlijke bijlagen geregeld.
Artikel 5, eerste lid, en de bij dit artikel behorende bijlage 2, regelt een aantal zaken. Welke basisgegevens in het kader van de inschrijving moeten worden geleverd, de wijze waarop die gespecificeerd worden en wanneer deze worden geleverd. De basisgegevens die voor de inschrijving noodzakelijk zijn en moeten worden geleverd zijn opgenomen in de bijlage 2. Deze gegevens worden uiterlijk op de 15e van de maand volgend op de teldatum (dat wil zeggen 15 oktober) aan het register onderwijsdeelnemers geleverd.
Artikel 5, tweede lid, regelt de uitzondering voor de gegevens over de datum van in- en uitschrijving van een onderwijsdeelnemer. De melding van de uitschrijving moet binnen 7 dagen plaatsvinden na de daadwerkelijke uitschrijving van de leerling, bijvoorbeeld in verband met het behalen van een diploma of in verband met inschrijving op een andere school.
Het derde lid bepaalt dat de wijze van leveren voorgeschreven in het eerste en tweede lid ook van toepassing is op de peildata die worden gebruikt voor de aanvullende bekostiging voor onderwijsinstellingen voor de eerste opvang van nieuwkomers, waarvoor zij onderwijs verzorgen. Hiervoor worden afwijkende en meerdere peildata gebruikt dan voor (de bekostiging van) reguliere onderwijsdeelnemers. Deze peildata worden geregeld in een aparte ministeriële regeling (Regeling aanvullende bekostiging eerste opvang nieuwkomers), deze regeling geldt voor een vooraf bepaalde periode en wordt daarna opnieuw vastgesteld.
Artikel 6 regelt, op gelijke wijze als artikel 5, de wijze van levering van de basisgegevens die betrekking hebben op de examens. Welke gegevens dat zijn wordt geregeld in de opsomming van bijlage 3. Die gegevens moeten vervolgens overeenkomstig de specificaties zoals opgenomen in diezelfde bijlage worden geleverd. Deze levering geschiedt zo spoedig mogelijk en uiterlijk binnen twee weken nadat de uitslag van het examen is vastgesteld.
Het tweede lid regelt de uitzonderingen voor specifieke resultaten die qua termijn afwijken van de hoofdregel uit het eerste lid. Voor de levering van de in het tweede lid, onderdeel a, genoemde gegevens zijn deze termijnen vastgesteld om er voor te zorgen dat onderwijsinstellingen tijdig (10 dagen) voor de aanvang van de centrale examens deze gegevens verstrekken.
Daarna mogen, ingevolge het derde lid, wijzigingen alleen met goedkeuring van de inspectie worden aangebracht, tot uiterlijk tot 3 dagen voordat het centrale examen in een vak begint.
Artikel 7 en 8 regelen de terugmelding door de minister van de aangeleverde basisgegevens met betrekking tot de inschrijving respectievelijk de examens. De minister toetst deze gegevens op juistheid en volledigheid (ingevolge artikel 14 WRO). Bij de terugmelding vult de minister de basisgegevens met betrekking tot de inschrijving aan met de basisgegevens die zijn verkregen ingevolge de basisregistratie personen (artikel 7, eerste lid). De termijn van 7 dagen houdt ook hier mede verband met het belang van een tijdige terugmelding van deze gegevens in verband met de aanpak van schoolverzuim.
Paragraaf 4 is van toepassing op de leveringen door de onderwijsinstellingen bedoeld in de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB). Welke basisgegevens moeten worden geleverd en hoe deze moeten worden gespecificeerd is geregeld in bijlage 4. Deze bijlage bestaat uit 5 onderdelen (A tot en met E). De onderverdeling houdt verband met de verschillen in de levering van de basisgegevens ten aanzien van onderwijsdeelnemers die een beroepsopleiding en onderwijsdeelnemers die een opleiding in het voortgezet algemeen volwassen onderwijs (vavo) volgen.
De onderdelen A en B van bijlage 4 regelen de specificatie van het registratienummer en de wijze waarop de basisgegevens met betrekking tot identificatie van een onderwijsdeelnemer wordt gespecificeerd. Deze onderdelen gelden voor alle onderwijsinstellingen bedoeld in de WEB.
Vervolgens regelt onderdeel C welke basisgegevens onderwijsinstellingen die beroepsonderwijs verzorgen aanleveren met betrekking tot de inschrijving en examens en de specificatie van die gegevens. Voor de niet door het Rijk bekostigde onderwijsinstellingen bedoeld in artikel 1.4.1 WEB zijn een aantal basisgegevens van levering uitgezonderd (op grond van artikel 2, tweede lid, onderdeel c, BRO).
In onderdeel D van bijlage 4 wordt op gelijke wijze als in onderdeel C afzonderlijk geregeld welke basisgegevens moeten worden geleverd in het kader van de inschrijving en examens door de onderwijsinstellingen die vavo verzorgen. Ook hier zijn met betrekking tot de levering basisgegevens voor de inschrijving uitzondering gemaakt (op grond van artikel 2, tweede lid, onderdeel b, BRO) voor de niet door het Rijk bekostigde instellingen die dit onderwijs verzorgen (de onderwijsinstellingen bedoeld in artikel 1.4a.1 WEB).
In onderdeel E wordt (ingevolge artikel 2, derde lid) een aparte leveringswijze geregeld voor de gegevens over onderwijsdeelnemers die deelnemen aan de experimenten doorlopende leerlijnen vmbo-mbo als bedoeld in het Besluit experimenten doorlopende leerlijnen vmbo-mbo 2014–2022 en de gecombineerde leerweg bol-bbl, als bedoeld in het Besluit experiment beroepsopleiding gecombineerde leerweg bol-bbl. Wel worden deze gegevens geleverd overeenkomstig de tijdstippen zoals opgenomen in paragraaf 4.
Artikel 9 regelt dat de levering van de basisgegevens met betrekking tot de inschrijving, overeenkomstig de specificatie in het bijbehorende onderdeel van bijlage 4, plaatsvindt uiterlijk 7 dagen nadat de gegevens daarover door de onderwijsinstelling zijn ontvangen. Dit geldt voor alle onderwijsinstellingen bedoeld in de WEB, dus zowel voor die onderwijsinstellingen die beroepsonderwijs verzorgen als onderwijsinstellingen die vavo aanbieden, ongeacht of zij bekostigd worden door het Rijk. Ten aanzien van de niet door het Rijk bekostigde instellingen geldt wel dat zij van levering van sommige basisgegevens zijn uitgezonderd, zoals opgenomen in onderdeel C en D van bijlage 4.
In artikel 10 wordt de levering en specificatie van de basisgegevens met betrekking tot de examens geregeld. Hierbij wordt wel onderscheid gemaakt tussen de levering van die basisgegevens door onderwijsinstellingen ten aanzien van beroepsonderwijs en vavo. Dit vanwege de verschillende tijdstippen waarop deze gegevens worden geleverd. Voor beroepsonderwijs wordt uiterlijk 7 dagen nadat een diploma door een onderwijsdeelnemer is behaald de basisgegevens met betrekking tot examens genoemd in onderdeel C van bijlage 4 geleverd. Voor het vavo worden de basisgegevens met betrekking tot de examens genoemd in onderdeel D in bijlage 4 uiterlijk binnen 2 weken geleverd.
Artikel 11 regelt een uitzondering op grond van artikel 1.4a.1, achtste lid, WEB. Op grond daarvan kan voor een opleiding vavo als bedoeld in de aanhef van het achtste lid van dat artikel bij ministeriële regeling worden bepaald welke basisgegevens niet langer behoeven te worden verstrekt. Met dit artikel is het voor aanbieders die onderwijs verzorgen als bedoeld in artikel 7.3.1, onderdeel b tot en met f, van de WEB (opleidingen educatie, niet zijnde vavo) niet langer nodig om de basisgegevens aan te leveren voor opname in het register onderwijsdeelnemers.
Artikel 12 regelt, gelijk aan artikel 4 en 7, de terugmelding binnen 7 dagen na levering, toetsing op juistheid en volledigheid en aanvulling met gegevens die in het register onderwijsdeelnemers zijn opgenomen uit de basisregistratie personen.
In artikel 13 en 14 zijn specifieke voorschriften geregeld die uitsluitend voor de onderwijsinstellingen bedoeld in de WEB van toepassing zijn.
Paragraaf 5 is van toepassing op de levering van de basisgegevens door onderwijsinstellingen als bedoeld in de WHW. De levering en specificatie van de basisgegevens met betrekking tot de inschrijving is geregeld in bijlage 5. Hierin is een opsomming opgenomen welke basisgegevens moeten worden geleverd en eventuele uitzonderingen daarop. Ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel d, BRO is het bestuur van een rechtspersoon voor hoger onderwijs die een opleiding hoger onderwijs aanbiedt uitgezonderd van de levering van de basisgegevens omtrent de reden van beëindiging en de vrijstelling van het betalen van collegegeld. De levering en specificatie van de basisgegevens met betrekking tot examens is geregeld in bijlage 6.
Artikel 15 regelt dat de in bijlage 5 bedoelde basisgegevens binnen 8 weken nadat het besluit inzake de inschrijving is genomen, of nadat deze gegevens zijn gewijzigd, worden geleverd door het bestuur en dat dit overeenkomstig de specificaties in de bijlage geschiedt.
Het tweede lid regelt een specifiek voorschrift indien bepaalde basisgegevens, die wel in het register onderwijsdeelnemers behoren te worden opgenomen, niet door de gemeenten aan de minister worden geleverd. In dat geval levert de een bestuur van een onderwijsinstelling bedoeld in de WHW deze gegevens op verzoek van de minister.
Het derde lid regelt dat levering van het gegeven ‘de vooropleiding van een onderwijsdeelnemer’ (bedoeld in artikel 5, vierde lid, onderdeel a, BRO) voor de levering bedoeld in het eerste lid van artikel 15 achterwege kan blijven, indien dit gegeven reeds is opgenomen in het register onderwijsdeelnemers. Artikel 16 regelt dat de basisgegevens in bijlage 6 worden geleverd uiterlijk binnen 8 weken nadat de examencommissie, bedoeld in artikel 7. 12, WHW heeft vastgesteld dat het examen succesvol is afgerond.
In deze paragraaf wordt de verstrekking van de basisgegevens uit het register onderwijsdeelnemers aan de minister (artikel 23 BRO) en de inspectie (artikel 26 BRO) geregeld. Dit gebeurt voor de verschillende onderwijssectoren afzonderlijk vanwege de verschillen tussen de data waarop (specifieke gegevens betrekking hebbend op) de basisgegevens verstrekt worden.
In de eerste plaats wordt bepaald welke basisgegevens worden verstrekt. Dat zijn alle basisgegevens (dus zowel basisgegevens met betrekking tot inschrijving als de basisgegevens met betrekking tot examens) die in de bijlage 1 tot en met 6 zijn opgenomen en aan de minister ter opname in het register onderwijsdeelnemers zijn geleverd. Het persoonsgebonden nummer en de basisgegevens betreffende de geslachtsnamen, de voornamen en de geboortedata zijn uitgezonderd van deze verstrekkingen. De gegevens worden verstrekt overeenkomstig de specificaties voor de leveringen in de bijlagen 1 tot en met 6. Het persoonsgebonden nummer wordt (ingevolge de derde leden van artikel 23 en 26 BRO) gepseudonimiseerd.
Vervolgens worden voor de verschillende onderwijssectoren de tijdstippen bepaald waarop de hoofdverstrekking plaatsvindt en eventuele deelverstrekkingen. Ook wordt met betrekking tot de basisgegevens die verband houden met de examens geregeld dat deze onmiddellijk na opname aan het register worden verstrekt aan de inspectie.
Artikel 21 regelt de specificatie van de verzuimgegevens, bedoeld in artikel 14 BRO. Het schrijft in het tweede lid (limitatief) voor welke typen verzuim in het kader van ‘het vermoedelijke soort verzuim’ geregistreerd kunnen worden. Vervolgens wordt in het derde lid de aanduiding beperkt van de vermoedelijke reden van het verzuim (bedoeld in artikel 14, onderdeel e, BRO) in het register onderwijsdeelnemers indien daaruit persoonsgegevens zouden blijken met betrekking tot religieuze of levensbeschouwelijke overtuigingen, gegevens over gezondheid of persoonsgegevens van strafrechtelijke aard. In het register onderwijsdeelnemers kan dan uitsluitend worden geregistreerd dat sprake is van afwezigheid in verband met ziekte, contact met justitie of politie of vanwege een geloofsverplichting. Er zijn geen andere aanduidingen mogelijk in dat geval.
In de leden 4 tot en met 6 is limitatief opgenomen op welke wijze de status van de melding in het register onderwijsdeelnemers wordt gemeld, welke redenen voor het afsluiten ervan kunnen worden opgenomen en welke opmerkingen bij het afsluiten van de melding kunnen worden gebruikt. Voor de duidelijkheid wordt opgemerkt dat in het register onderwijsdeelnemers alleen verzuimgegevens met betrekking tot ongeoorloofd verzuim worden geregistreerd. Alleen bij afwezigheid zonder geldige reden van de onderwijsdeelnemer gedurende een bepaalde tijd, is de onderwijsinstelling verplicht om verzuimgegevens te leveren (artikelen 21a Leerplichtwet 1969, 47b WEC, 28a WVO, 8.1.8a WEB en 12 WRO). Onderwijsinstellingen hoeven derhalve bij geoorloofd verzuim geen gegevens aan te leveren bij DUO. In de huidige situatie, waarin onderwijsinstellingen verzuimgegevens aanleveren bij DUO voor het meldingsregister relatief verzuim, is dit ook zo.
In artikel 7 WRO is bepaald dat bij ministeriële regeling regels worden gesteld voor de autorisatie van diegenen die onder het gezag van de Minister van OCW persoonsgegevens verwerken in het kader van het register onderwijsdeelnemers. Deze regels zijn opgenomen in bijlage 7.
Door de invoering van de WRO vervallen (veel van) de grondslagen in de onderwijsregelgeving voor de huidige regelingen over de leveringen aan het basisregister onderwijs (BRON) en de verstrekking daaruit aan de minister en inspectie. In deze paragraaf zijn alle wijzigingen in ministeriële regelingen opgenomen om de regelgeving aan te passen aan de WRO en het BRO.
De Regeling gebruik gegevens bron en de Regeling gegevensverstrekking persoonsgebonden nummer BVE 2009 worden in artikel 23 ingetrokken. De Regelingen informatievoorziening WPO/WEC en WVO worden gewijzigd, de onderdelen die verband houden met de levering en verstrekking van de gegevens aan BRON komen te vervallen. Deze regelingen bevatten ook voorschriften in verband met de informatie die van belang zijn in het kader van de bekostiging en worden zodoende niet ingetrokken. Dit geldt ook voor de Regeling financiën hoger onderwijs.
Vervolgens worden in de artikelen 24 tot en met 27 verwijzingen en terminologische aanpassingen in diverse ministeriële regelingen doorgevoerd als gevolg van de inwerkingtreding van de WRO.
Artikel 28 bepaalt dat de regeling op 1 juli 2020 in werking treedt. Enkele onderdelen uit bijlagen 2 en 4 zijn hiervan uitgezonderd. Het gaat hier om gegevens over doorlopende leerroutes vmbo-mbo, naar aanleiding van het wetsvoorstel sterk beroepsonderwijs (Kamerstukken I 2019/20, 35 336, A). In samenhang met dat wetsvoorstel wordt in het ‘Besluit tot wijziging van het Besluit register onderwijsdeelnemers en tot intrekking van het Besluit experimenten doorlopende leerlijnen vmbo-mbo 2014–2022 in verband met de invoering van doorlopende leerroutes vmbo-mbo’, dat momenteel in procedure is, geregeld dat onderwijsinstellingen in VO en MBO gegevens aanleveren aan het register onderwijsdeelnemers over deelname aan de doorlopende leerroutes.3 De onderdelen uit de bijlagen geven hier een nadere specificatie van. Artikel 28 bepaalt dat deze onderdelen tegelijk met het genoemde Besluit in werking treden.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob
In uitzonderlijke gevallen komt het voor dat een collega tijdelijk een rol van een andere collega overneemt, bijv. door onverwacht veel ziekte. Ook kunnen andere onverwachte situaties zich voordoen, waardoor het toch wenselijk is dat iemand (tijdelijk) een andere rol invult. Om ervoor te zorgen dat de wettelijke taak goed kan worden uitgevoerd kan de directeur Registers en Examens hierin een belangenafweging maken.
Dit betreft de Regeling informatievoorziening WPO/WEC, de Regeling informatievoorziening WVO, de Regeling gegevensverstrekking persoonsgebonden nummer BVE 2009, de Regeling financiën hoger onderwijs en de Regeling gebruik gegevens bron.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2020-30013.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.