Besluit Verkeersregeling Utrechtseweg -noord

Logo Hilversum

 

(Deel ten noorden Diependaalselaan)

zaak 526078

Burgemeester en wethouders van Hilversum hebben het volgende overwogen;

Krachtens artikel 2 lid 1 en 2 van de Wegenverkeerswet 1994 kunnen de daarin vastgestelde regels dienen om de verkeersveiligheid op de weg te verzekeren, weggebruikers en passagiers te beschermen, de weg in stand te houden, de bruikbaarheid daarvan te waarborgen en door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade, dan wel aantasting van karakter of functie van objecten of gebieden te voorkomen of te beperken.

Krachtens artikel 15 lid 1 van de Wegenverkeerswet 1994 dient een verkeersbesluit te worden genomen voor het plaatsen of verwijderen van de in artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer opgenomen verkeerstekens, evenals voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd.

Er bestaat behoefte aan een aanpassing/aanvulling op de verkeersregelingen voor de weg Utrechtseweg. De weg is gecategoriseerd als gebiedsontsluitingsweg.

De weg Utrechtseweg is een tweerichtingsweg die loopt vanaf Emmastraat in zuidelijke richting tot aan de gemeentegrens met Hollandse Rading gemeente De Bilt. Kort na de kruising met Zuiderheideweg/Maartensdijkseweg eindigt de bebouwde kom van Hilversum en gaat het beheer van Utrechtseweg over in handen van de provincie Noord-Holland. De provincie is dan bevoegd gezag voor het nemen van verkeersbesluiten. (Provincialeweg N417)

Het doel van de voorliggende verkeersregeling is het met verkeerstekens verkeersveilig inrichten en door het verkeer kunnen gebruiken van de weg.

In het belang van de verkeersveiligheid en het gebruik van de weg zijn er op grond van onderstaande besluiten verkeerstekens aangebracht in de Utrechtseweg;

Besluit van 10 februari 1993 (Gemeenteblad III 1993 nr. 21)

Besluit van 18 december 1995 (Gemeenteblad III, 1995 nr. 77)

Besluit van 12 september 1996 (Gemeenteblad III, 1996 nr. 67)

Besluit van 2 maart 2000 (Gemeenteblad III, 2000 nr. 10)

Besluit van 19 oktober 2000 Gemeenteblad III, 2000 nr. 76)

(Ter vermelding besluit van 1 februari 2001 (2001/10 2001-2418) door GS- Noord-Holland tot aanwijzen rotonde (D1) en voorrang rotonde (B6) Utrechtseweg (N417) met Noodweg op verkeer vanaf toeleidende wegen/wegvakken.)

Omwille van het overzicht op de met bovengenoemde besluiten in Utrechtseweg aangebrachte verkeerstekens worden deze besluiten vervangen en de betreffende verkeerstekens overgenomen in twee nieuwe verkeersbesluiten met daarbij enkele nodige aanpassingen en aanvullingen.

De gemeente Hilversum beheert de Utrechtseweg van Emmastraat tot de grens bebouwde kom.

Dit deel Utrechtseweg wordt opgedeeld in het deel ten noorden van Diependaalselaan tot aan Emmastraat (stedelijk karakter) en het deel ten zuiden van Diependaalselaan tot aan de grens bebouwde kom (landelijk karakter).

Dit voorliggende besluit betreft de weg Utrechtseweg ten noorden van Diependaalselaan, hierna ‘Utrechtseweg -noord’.

Verkeersmaatregelen Utrechtseweg -noord

A) Rotonde Utrechtseweg bij Laapershoek.

In 2019 werd de rotonde Utrechtseweg bij de aansluiting met Gijsbrecht van Amstelstraat en Laapersveld heringericht. Hierna ‘de rotonde’.

Het doel van de aanpassing van de rotonde is het verbeteren van de verkeersveiligheid algemeen en voor fietsers en voetgangers in het bijzonder, alsmede het verbeteren van de doorstroming van het verkeer.

De rotonde is onderdeel van het hoofdwegennet van Hilversum waarbij ook veel –schoolgaand- fietsverkeer gebruik maakt van de rotonde. Bestuurders op de rotonde hebben voorrang op bestuurders van de toeleidende wegen /wegvakken.

Het kort op de rotonde-rijbaan gelegen vrijliggende verplichte eenrichtingsfietspad (hierna ‘rotonde-fietspad’) werd verder naar buiten gelegd waardoor voor bestuurders op de rijbaan bij het verlaten van de rotonde enige opstelruimte ontstaat en beter zicht kan worden gehaald op het rotonde-fietspad.

Door de ontstane ruimte wordt een betere doorstroming –het kunnen passeren- van het verkeer op de rijbaan mogelijk gemaakt.

De fietsers op het rotonde-fietspad blijven in de voorrang. De toeleidende fietspaden en het rotonde-fietspad zijn beter op elkaar uitgelijnd.

Voor fietsers komende vanaf de rotonde afslaand naar Laapersweg en met bestemming Laapersveld –scholen en kantoren-, werd zo kort mogelijk op de rotonde een bypass richting Laapersveld aangebracht. Voor autoverkeer naar Laapersveld werd de verkeersituatie op de kruising Laapersweg overzichtelijker. Daarmee het autoverkeer naar Laapersveld vlotter af te kunnen wikkelen, waardoor het achterliggende autoverkeer op en vooraf de rotonde eveneens beter door kan stromen.

Voor voetgangers werden buitenlangs het rotonde-fietspad op de toeleidende wegen zebrapaden aangebracht met verhoogde middeneilanden/-geleiders, waarmee de oversteekbaarheid veiliger werd gemaakt.

Tenslotte werd de openbare verlichting op de rotonde verbeterd. Ook die maatregel draagt bij aan het verkeersveiliger maken van de rotonde.

Lange voertuigen

Komende vanuit de Gijsbrecht van Amstelstraat vormt de 1e afslag op de rotonde naar Utrechtseweg in de richting Diependaalselaan een te scherpe bocht voor (samenstellen van) voertuigen langer dan 8m.

De voertuigen langer dan 8m worden daarom geboden de rotonde tot na de 1e afslag in de doorgaande richting te volgen. Door de rotonde voor vijfkwart te volgen kan een lang voertuig vervolgens zonder hinder afslaan en de Utrechtseweg in de richting Diependaalselaan volgen. Ter informatie aan de bestuurder van een lang voertuig is vooraf de rotonde een informatief bord bijgeplaatst.

B) Overige verkeersmaatregelen

Voor Utrechtseweg –noord, het gehele wegvak tussen Emmastraat en Diependaalselaan, geldt gelet op de functie en breedte van de weg een tweezijdig parkeerverbod.

Uitkomend verkeer vanaf Frans Halslaan dient, gelet op het beperkte zicht op Utrechtseweg, voorrang -met stopverplichting- te verlenen aan verkeer op Utrechtseweg.

Langs Utrechtseweg –noord van Emmastraat tot op enige afstand vooraf Diependaalselaan liggen voor de veiligheid van fietsers aan weerszijde van de rijbaan vrijliggende verplichte fietspaden. Vervolgens gaan deze fietspaden in zuidelijke richting over in fiets/bromfietspaden. Daarmee ook de bromfietser op de rotonde Diependaalselaan en verder naar het zuiden, alwaar het karakter van de weg veranderd, een veiliger plaats op de weg en in het verkeer te bieden.

Tenslotte worden met dit besluit de op de Utrechtseweg –noord aanwezige bushaltes (thans lijn 58) aangewezen.

Het besluit Verkeerregeling Diependaalselaan van 9 maart 2010 (Gemeenteblad III 2010 nr. 5) regelt de verkeersmaatregelen voor de rotonde Diependaalselaan-Utrechtseweg.

De korpschef politie is gehoord in overeenstemming met artikel 24 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) en adviseert positief op de voorgestelde maatregelen.

De weg Utrechtseweg is gelegen binnen deze gemeente en bij de gemeente in beheer en onderhoud.

Het ontwerp van dit besluit is op 15 augustus 2019 op de gebruikelijke wijze gepubliceerd op de website www.overheid.nl onder Bekendmakingen - Gemeenteblad. Een ieder is gedurende 6 weken in de gelegenheid gesteld om zijn of haar zienswijze ten aanzien van dit ontwerpbesluit kenbaar te maken. Van deze mogelijkheid is geen gebruik gemaakt.

Ambtshalve is in overleg met de politie een beperkte aanpassing gedaan wat betreft lange voertuigen. In het ontwerpbesluit werd een lengtebeperking opgenomen van maximaal 10m-voertuigen om de bocht vanuit Gijsbrecht van Amstelstraat op de rotonde direct te mogen maken naar Utrechtseweg -noord in de richting Diependaalselaan. Nadien bleek de lengte 10m toch aan de krappe kant te kunnen zijn om de bocht in een keer –zonder extra steken of manoeuvreren- te maken. Daarom is de lengtebeperking teruggebracht naar 8m. Dit is een zeer beperkte niet ingrijpende wijziging in de verkeersregeling en niet zodanig dat deze niet rechtstreeks in het besluit kan worden opgenomen.

Op grond van artikel 18 van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW 1994) is het colle­ge bevoegd ten aanzien van het verkeer op de binnen deze gemeente gelegen wegen, welke niet onder het beheer van het rijk, de pro­vincie of een waterschap vallen, de besluiten te nemen als bedoeld in artikel 12 van het BABW en het college heeft deze bevoegdheid gemandateerd aan de portefeuillehouder verkeer.

Bij ons besluit van 30 augustus 2005 is de uniforme openbare voorbereidingsprocedure, afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht, van toepassing verklaard voor verkeersbesluiten (besluiten op grond van de WVW 1994, het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990) en het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) met uitzondering van besluiten met betrekking tot gehandicaptenparkeerplaatsen op kenteken.

Burgemeester en wethouders van Hilversum besluiten;

  • 1.

    In te trekken de bij hun besluit van 10 februari 1993 (Gemeenteblad III, 1993 nr. 21) vastgestelde verkeersregeling op de onderdelen IV, V, VI voor zover betrekking hebbend op Utrechtseweg –noord, en VII en de daarbij behorende verkeerstekens te verwijderen voor zover hieronder niet anders is aangegeven.

  • 2.

    In te trekken de bij hun besluiten van 18 december 1995 (Gemeenteblad III 1995 nr. 77), 2 maart 2000 (Gemeenteblad III 2000 nr. 10) en 19 oktober 2000 (Gemeenteblad III 2000 nr. 76) vastgestelde verkeersregelingen en de daarbij behorende verkeerstekens te verwijderen voor zover hieronder niet anders is aangegeven.

  • 3.

    Door het handhaven dan wel plaatsen van borden B6 van bijlage 1 van het RVV 1990 (hierna de bijlage) in combinatie met haaientanden(art. 80 RVV 1990), dienen bestuurders naar en vanaf de toeleidende wegen van de rotonde voorrang te verlenen aan bestuurders op de rijbaan van de rotonde en het rotonde-fietspad.

  • 4.

    Door het handhaven dan wel plaatsen van borden D1 van de bijlage, de rotonde aan te wijzen als rotonde met verplichte rijrichting (linksom).

  • 5.

    Door het handhaven dan wel plaatsen van borden D2 van de bijlage bestuurders te gebieden de in de Utrechtseweg -noord aangebrachte middeneilanden/- aan de rechterzijde te passeren.

  • 6.

    Door het plaatsen van bord D4 van de bijlage met onderbord tekst ‘langer dan 8m’, of van gelijke strekking, voertuigen (of samenstellen) langer dan 8 meter komende uit de richting Gijsbrecht van Amstelstraat op de rotonde te gebieden de rijrichting rechtdoor te volgen en daarmee te verbieden dat deze voertuigen op de rotonde direct de eerste afslag nemen naar de Utrechtseweg –noord in de richting van de Diependaalselaan.

  • 7.

    Door het plaatsen dan wel handhaven van borden E1 van de bijlage het parkeren op Utrechtseweg -noord aan weerszijde voor het gehele wegvak tussen de Emmastraat en Diependaalselaan te verbieden.

  • 8.

    Door het handhaven dan wel plaatsen van borden G11 van de bijlage de vrijliggende paden langs weerszijde Utrechtseweg –noord vanaf Emmastraat en tot op enige afstand ten noorden Diependaalselaan, inclusief het rotonde-fietspad, aan te wijzen als verplichte fietspaden.

  • 9.

    Door het handhaven dan wel plaatsen van borden G12a van de bijlage de vrijliggende paden langs weerszijde Utrechtseweg –noord beginnend op enige afstand ten noorden van Diependaalselaan en in zuidelijke richting lopende, met inbegrip van de daartoe bestemde paden rotonde Diependaalselaan, aan te wijzen als fiets/bromfietspaden.

  • 10.

    Door het plaatsen van borden L2 van de bijlage en het aanbrengen van een witte streepmarkering volgens de uitvoeringsvoorschriften BABW inzake verkeerstekens, hoofdstuk IV paragraaf 2 onder 9, aan te wijzen vier voetgangersoversteekplaatsen (zebra), zoals bedoeld in artikel 49 lid 2 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, langs de rotonde ter plaatse van de aansluitende wegvakken.

  • 11

    Door het handhaven dan wel plaatsen van borden L3b van de bijlage op Utrechtseweg –noord bushaltes (thans buslijn 58) aan te wijzen iets ten zuiden van de rotonde.

Hilversum, 28 mei 2020

Burgemeester en wethouders van Hilversum,

Namens dezen:

De portefeuillehouder verkeer,

A.J. Wolthers

Dit besluit met eventuele bijlagen wordt op 4 juni 2020 overeenkomstig de Verordening op de elektronische publicatie Hilversum 2014 bekend gemaakt op de website www.overheid.nl onder Bekendmakingen -Staatscourant en is daar in zijn geheel in te zien. Dit is de enige rechtsgeldige bekendmaking. Dit besluit treedt in werking de dag na de bekendmaking.

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan tegen dit besluit binnen 6 weken na de bovengenoemde dag van bekendmaking beroep worden ingesteld bij de Rechtbank Midden-Nederland, Afdeling bestuursrecht, Postbus 16005, 3500 DA Utrecht. Beroep kan worden ingesteld door een belanghebbende die tijdig bij het college zienswijzen naar voren heeft gebracht op het ontwerpbesluit van de verkeersregeling. Geen beroep kan worden ingesteld door een belanghebbende aan wie redelijkerwijs kan worden verweten dat hij geen zienswijzen naar voren heeft gebracht.

Het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste uw naam en adres, dagtekening (datum), een omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht en de gronden van uw beroep bevatten. Het beroepschrift moet schriftelijk worden ingediend. Het beroep heeft geen schorsende werking. Als u dit wel wilt, dient u tevens een verzoek om een voorlopige voorziening aan te vragen bij de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland, Afdeling bestuursrecht, postbus 16005, 3500 DA Utrecht. (o.v.v. voorlopige voorziening).

Aan het behandelen van een beroepschrift en een verzoek tot voorlopige voorziening zijn kosten verbonden (griffierecht). Informatie over actuele bedragen kunt u vinden op www.rechtspraak.nl

zaak 526078

 

Naar boven