Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek | Staatscourant 2020, 29623 | Overig |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek | Staatscourant 2020, 29623 | Overig |
Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO) 2021
|
1 |
Inleiding |
1 |
|
|
1.1 |
Achtergrond |
1 |
|
|
1.2 |
Beschikbaar budget |
2 |
|
|
1.3 |
Geldigheidsduur call for proposals |
2 |
|
|
2 |
Doel |
2 |
|
|
2.1 |
Projecten in het Comeniusprogramma |
2 |
|
|
2.2 |
Profiel en projecten van de Leadership Fellow |
3 |
|
|
3 |
Richtlijnen voor aanvragers |
4 |
|
|
3.1 |
Wie kan aanvragen |
4 |
|
|
3.2 |
Wat kan aangevraagd worden |
5 |
|
|
3.3 |
Wanneer kan aangevraagd worden |
7 |
|
|
3.4 |
Het opstellen en indienen van de intentieverklaring en aanvraag |
7 |
|
|
3.5 |
Subsidievoorwaarden |
8 |
|
|
4 |
Beoordelingsprocedure |
10 |
|
|
4.1 |
Procedure |
10 |
|
|
4.2 |
Criteria |
13 |
|
|
5 |
Contact en overige informatie |
14 |
|
|
5.1 |
Contact |
14 |
|
|
5.2 |
Overige informatie |
14 |
|
Op 2 december 2019 bood de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de Strategische agenda hoger onderwijs en onderzoek ‘Houdbaar voor de toekomst’ aan de Tweede Kamer aan. In de Strategische Agenda worden ambities voor de ontwikkeling van het Nederlandse hoger onderwijs geformuleerd.
Een voorwaarde voor het behalen van deze ambities is, zo stelt de Agenda, de waardering van de onderwijsprestaties van docenten ten opzichte van hun onderzoek en het samenwerken in teams. De Strategische agenda bouwt voort op de Strategische agenda van 2015, De waarde(n) van weten – zowel in de thema’s, als in de nadruk op ruimte voor de professionals van de Nederlandse hoger onderwijsinstellingen. De bevlogen en bewezen succesvolle docenten, onderwijsleiders en bestuurders zijn immers van cruciaal belang in het signaleren van kansen voor en het vormgeven van goed en innovatief onderwijs.
Om deze onderwijsprofessionals de ruimte te geven, is in het najaar van 2016 het Comeniusprogramma opgericht, met een deel van de middelen die door de invoering van het Studievoorschot zijn vrijgekomen. Johannes Amos Comenius (1592–1670) was een zeventiende eeuwse pedagoog en onderwijsvernieuwer. Hij wordt wel de grondlegger van het moderne onderwijs genoemd. In zijn zoektocht naar goed onderwijs combineerde hij onderwijsonderzoek met het ontwikkelen en in de praktijk brengen van vernieuwende onderwijsmethoden. Het Comeniusprogramma stelt onderwijsprofessionals in staat om, in de geest van de naamgever van het programma, hun onderwijs te innoveren en hun onderwijsvisie in de praktijk te brengen.
Het Comeniusprogramma biedt beurzen aan Teaching Fellows (€ 50.000), Senior Fellows (€ 100.000) en Leadership Fellows (€ 500.000). De Fellows onderscheiden zich onderling op basis van onderwijservaring en de reikwijdte van hun impact op het onderwijs. Met de beurs1 kunnen zij onderwijsinnovaties en -verbeteringen doorvoeren in hun eigen onderwijs op een schaal die past bij hun positie en de looptijd van het project.
Deze call for proposals geeft een overzicht van de procedure voor het indienen van een aanvraag voor een Leadership Fellow Comeniusbeurs, en de beoordeling en selectie daarvan. U vindt hierin achtereenvolgens informatie over het doel van dit programma (hoofdstuk 2), de richtlijnen voor de subsidieaanvraag (hoofdstuk 3) en hoe uw aanvraag wordt beoordeeld (hoofdstuk 4).
Het Ministerie van OCW stelt voor de rondes van het Comeniusprogramma 2021 in totaal € 6.200.000 beschikbaar. De beurzen worden gelijkmatig verdeeld over het hoger beroepsonderwijs (hbo) en het wetenschappelijk onderwijs (wo).
Het beschikbare budget voor deze subsidieronde ‘Comeniusprogramma Leadership Fellows 2021’ bedraagt in totaal € 2.000.000. De beurs per project bedraagt maximaal € 500.000.
De beurzen worden gelijk verdeeld over het hbo en wo. Dat betekent dat er twee beurzen beschikbaar zijn voor projecten in het hbo, en twee voor projecten in het wo.2
De deadline voor het indienen van een intentieverklaring is 3 september 2020, om 14:00:00 CE(S)T.
De deadline voor het indienen van een aanvraag is 8 oktober 2020, om 14:00:00 CE(S)T.
Het tijdig indienen van een intentieverklaring is een voorwaarde voor het indienen van een aanvraag. De intentieverklaring wordt niet inhoudelijk beoordeeld.
In paragraaf 2.1 staat omschreven hoe de Comeniusprojecten bijdragen aan de doelstellingen van het Comeniusprogramma. In paragraaf 2.2 staan de kenmerken van een Leadership Fellowproject omschreven.
Het doel van het Comeniusprogramma is tweeledig. In de eerste plaats financiert het Comeniusprogramma onderwijsinnovatieprojecten die direct bijdragen aan de vernieuwing en verbetering van het hoger onderwijs in Nederland, ten behoeve van studenten. Daarnaast draagt het Comeniusprogramma bij aan het mogelijk maken van gevarieerde carrièrepaden voor docenten en onderzoekers aan hogescholen en universiteiten, door excellent en bevlogen docentschap zichtbaar te waarderen. De projecten van de Teaching, Senior en Leadership Fellows onderscheiden zich onderling door de impact op het onderwijs, die op iedere ‘trede’ in het programma breder wordt.
Het Comeniusprogramma financiert innovatieprojecten die zodanig vernieuwend zijn of een ambitieuze verbetering implementeren, dat ze ook buiten de instelling waar het project plaatsvindt als vernieuwend worden beschouwd.3
De aanvrager maakt in zijn/haar voorstel duidelijk wat de onderscheidende en toegevoegde waarde van het project is ten opzichte van andere projecten met eenzelfde doelstelling. Dit doet hij door te laten zien zich georiënteerd te hebben op wat er al in het hoger onderwijs gebeurt op het gebied van dit project. Wanneer de aanvrager in het project een bestaande innovatie wil doorvoeren die elders al succesvol is gebleken, toont hij in het projectvoorstel aan dat de toepassing in het eigen onderwijs een andere, en daarmee vernieuwende aanpak vraagt. Als het project voortbouwt op een pilot toont de aanvrager aan op welke wijze de verdere ontwikkeling en/of opschaling van de pilot een vernieuwde, originele aanpak vraagt en nieuwe resultaten kan opleveren.
De innovatie moet tot doel hebben het onderwijs te verbeteren. De verbetering komt direct ten goede aan studenten van een Nederlandse bekostigde hoger onderwijsinstelling. De innovatie wordt uitgevoerd in de (online) onderwijsomgeving van de student.4, 5, 6 De motivatie en inspiratie voor het project komen voort uit de onderwijsomgeving en de eigen onderwijsvisie van de Comenius Fellow.
Deze behoefte aan een verbetering wordt middels een probleemverkenning en professional statement onderbouwd. In het voorstel worden de specifieke context en de omvang van het project duidelijk afgebakend.
De innovatie is evidence informed opgezet. Dat wil zeggen dat het voorstel duidelijk maakt waarom het aannemelijk is dat de voorgestelde vernieuwing tot een verbetering zal leiden. Daarbij wordt gebruik gemaakt van verwijzingen naar relevante (vak)literatuur en eventueel voorbeelden uit de praktijk.
Wanneer de aanvrager verwijst naar argumenten uit de eigen onderwijservaring, laat hij zien dat hij ook op de hoogte is van relevante ontwikkelingen binnen én buiten de eigen instelling.
Het projectplan in het voorstel maakt de haalbaarheid van de beoogde innovatie duidelijk. Zo wordt toegelicht hoe het project wordt opgezet en uitgevoerd, welke expertise hiervoor nodig is en hoe het projectteam is samengesteld. Bovendien wordt duidelijk omschreven hoe studenten betrokken zijn bij het project. Het projectplan bevat tevens een beknopte risicoanalyse die potentiële obstakels inventariseert, en een beschrijving van de evaluatie van het project.
Vanwege het vernieuwende karakter zijn de resultaten van de projecten ook interessant voor andere docenten en onderwijsprofessionals in Nederland. Het evalueren en kunnen delen van de ervaringen en resultaten is een essentieel onderdeel van een Comeniusproject. In het voorstel wordt duidelijk hoe de innovatie en implementatie geëvalueerd zullen worden waardoor de resultaten van het project inzichtelijk worden. Dit vergroot de bruikbaarheid van de opbrengsten voor onderwijsprofessionals die niet direct bij het project betrokken zijn. Bovendien besteedt de aanvrager aandacht aan hoe de resultaten en ervaringen gedeeld worden met onderwijsprofessionals binnen en buiten de eigen instelling.
Met een beurs voor onderwijsinnovatie wordt excellent docentschap en het geven van bevlogen onderwijs nadrukkelijk erkend en gewaardeerd. Toekenning van de beurs biedt Comenius Fellows de kans zich gedurende de looptijd van het project te richten op de verbetering van hun onderwijs, en zich verder te ontwikkelen als onderwijsprofessional.7Comenius Fellows worden tevens lid van het ComeniusNetwerk. Dit is een netwerk van onderwijsvernieuwers die kennis en ervaring met elkaar uitwisselen, en samenwerken aan projecten ter verbetering van het hoger onderwijs. Het netwerk stelt zich op als gesprekspartner voor beleidsmakers, politici en burgers op het gebied van docentschap in het hoger onderwijs.
In het professional statement van het voorstel legt de aanvrager de eigen visie op het hoger onderwijs en de vernieuwing daarvan uit. Ook wordt de eigen onderwijservaring en het beoogde project expliciet geplaatst binnen deze bredere onderwijsvisie. Tot slot benoemt de aanvrager hoe een Comeniusbeurs kan bijdragen aan zijn onderwijscarrière en hoe hij, mede door lidmaatschap van het ComeniusNetwerk, andere onderwijsprofessionals hoopt te inspireren.
De Leadership Fellow heeft met het voorgestelde project impact op het onderwijs in meerdere faculteiten of een gehele onderwijsinstelling. Hij/zij heeft door ervaring en het eigen (internationale) netwerk een brede blik op het onderwijsveld, en is goed op de hoogte van actuele ontwikkelingen op het terrein van de beoogde innovatie in binnen- en buitenland. Daarnaast heeft de Leadership Fellow (eventueel door de samenstelling van het projectteam) het mandaat en de ‘slagkracht’ om de beoogde innovatie succesvol door te voeren.
De Leadership Fellow heeft ten minste zeven jaar onderwijservaring in het hoger onderwijs, beschikt over onderwijskundige leiderschapskwaliteiten en heeft aantoonbaar impact op het onderwijsklimaat van de eigen instelling. Met een Comeniusbeurs beoogt de Leadership Fellow een impuls te geven aan de onderwijsambities van de instelling en om andere onderwijsprofessionals te inspireren. Dit stelt de Leadership Fellow in staat om zich te ontwikkelen tot onderwijskundig leider op landelijk of zelfs internationaal niveau.
Een Leadership Fellowproject vindt plaats binnen meerdere faculteiten of een gehele onderwijsinstelling. Ook een samenwerking tussen faculteiten van verschillende hoger onderwijsinstellingen is mogelijk. Het project kan met een beurs van € 500.000 en een looptijd van minimaal 36 en maximaal 42 maanden uitgevoerd worden. Het project heeft de ambitie op een impuls te geven aan de onderwijsambities zoals geformuleerd in het strategisch (onderwijs)plan van de instelling. Dit stelt de instelling in staat zich op dit gebied te profileren en een voortrekkersrol aan te nemen op nationaal of zelfs internationaal niveau. In het disseminatieplan blikt de aanvrager vooruit op publicatiekanalen buiten de eigen instelling.8
Het project sluit aan bij recente ontwikkelingen in het nationale en eventueel internationale discours over het thema van het project. In het voorstel wordt duidelijk gemaakt hoe dit project hier verder kan bijdragen, onder meer door het onderzoek dat aan de innovatie wordt verbonden.
In dit hoofdstuk is voor u op een rij gezet welke richtlijnen gelden voor uw subsidieaanvraag. Eerst staat hierin wie subsidie kan aanvragen (paragraaf 3.1), wat voor subsidie u kunt aanvragen (paragraaf 3.2) en wanneer u uw aanvraag uiterlijk moet indienen (paragraaf 3.3). Vervolgens vindt u de richtlijnen voor het opstellen van de aanvraag (paragraaf 3.4) en specifieke subsidievoorwaarden (paragraaf 3.5).
Aanvragen kunnen worden ingediend door onderwijsprofessionals werkzaam aan de bekostigde instellingen voor hoger onderwijs in Nederland (artikel 1.8 Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek).
Een aanvrager treedt op als projectleider, en kan in zijn aanvraag een team van collega’s, adviseurs en studenten opgeven (‘projectleden’).9 De aanvrager dient de aanvraag via ISAAC in en ontvangt tijdens de beoordelingsprocedure alle berichten van het NRO en OCW. Na toekenning is de aanvrager het aanspreekpunt voor het NRO en OCW.
Aanvragers binnen het Comeniusprogramma dienen aan de volgende voorwaarden te voldoen:
• Een aanvrager kan per jaar slechts één aanvraag binnen het Comeniusprogramma indienen.10
• Een Comenius Fellow die eerder een Comeniusbeurs toegekend heeft gekregen, kan binnen het programma ‘klimmen’, maar kan niet nogmaals een aanvraag indienen voor dezelfde beurs, of voor een beurs op een ‘lagere trede’. De aanvraag voor een beurs in de volgende trede mag worden ingediend in het laatste jaar van het lopende Comeniusproject, zodat projecten in looptijd op elkaar aansluiten; deze mogen echter niet overlappen.
• Bij toekenning wordt alleen de aanvrager – en dus niet de rest van het team – tot Comenius Fellow benoemd en treedt hij toe tot het ComeniusNetwerk.
• Vanaf de ronde 2020 geldt dat een aanvrager in achtereenvolgende jaren maximaal twee uitgewerkte aanvragen mag indienen in dezelfde trede in het Comeniusprogramma. Deze voorwaarde heeft geen betrekking op ingediende vooraanmeldingen in dezelfde trede, of op uitgewerkte aanvragen die in andere treden zijn ingediend.11
Per instelling kan één aanvraag worden ingediend. Het College van Bestuur onderschrijft de aanvraag met een inhoudelijke aanbeveling en de verklaring dat de projectleider en het projectteam bij toekenning voldoende ruimte geboden zal worden het project tot uitvoering te brengen.
Om de spreiding van de Comenius Leadership Fellows over het land te bevorderen, zijn instellingen waar in 2020 een Leadership Fellowbeurs is toegekend, uitgesloten van het indienen van een aanvraag in de ronde 2021.
Daarnaast dient de aanvrager aan een aantal voorwaarden te voldoen:
• De aanvrager heeft op het moment van toekenning een aanstelling voor ten minste de duur van het project en ten minste 0,5 fte in omvang bij de instelling waar men het project beoogt uit te voeren. Wanneer de aanvrager op het moment van indiening een aanstelling van minder dan 0,5 fte heeft bij de instelling waar hij het project beoogt uit te voeren, dient hij in de verklaring van het College van Bestuur op te nemen dat de aanstelling bij toekenning uitgebreid wordt voor ten minste de looptijd van het project.
• De aanvrager heeft bij de start van het project ten minste zeven jaar ervaring in het hoger onderwijs.
• De aanvrager bezit een coördinerende en/of bestuurlijke functie en kan vanuit deze positie (of door de samenstelling van het team) de innovatie doorvoeren over de gehele reikwijdte van het voorgestelde project.
• De aanvrager kan met een aanbeveling van het College van Bestuur aantonen dat het project ‘gedragen’ wordt binnen de instelling en dat aan het projectteam bij toekenning van het budget voldoende ruimte geboden zal worden het project tot uitvoering te brengen.
Op alle personen, inclusief de medewerkers van NWO, die betrokken zijn bij de beoordeling van en besluitvorming over aanvragen die in het kader van deze call for proposals worden ingediend is de NWO Code Persoonlijke Belangen van toepassing. De Code Persoonlijke Belangen noemt persoonlijke belangen die deelname aan het beoordelingsproces zonder meer uitsluiten en persoonlijke belangen waarbij een afweging moet worden gemaakt of en onder welke voorwaarden deelgenomen kan worden aan het beoordelingsproces. Op grond van artikel 2:4 van de Algemene wet bestuursrecht dient tevens de schijn van vooringenomenheid te worden uitgesloten. Voor wat betreft het kunnen indienen van een aanvraag betekent dit concreet dat leden van de beoordelingscommissie niet tevens aanvrager of lid van het projectteam van een aanvraag kunnen zijn in deze subsidieronde.12
Meer informatie over de Code Persoonlijke Belangen kunt u vinden op www.nwo.nl/code.
Voor de subsidieronde ‘Comeniusprogramma Leadership Fellows 2021’ is in totaal € 2.000.000 beschikbaar. Het beschikbare budget per aanvraag is ten minste € 450.000 en maximaal € 500.000. U kunt aanvragen indienen met een looptijd van minimaal 36 maanden en maximaal 42 maanden. De startdatum van een project kan niet vóór de geplande bekendmaking van het besluit liggen (1 mei 2021).
U kunt subsidie aanvragen voor personele kosten én materiële kosten die direct aan het project verbonden zijn. Alle kosten moeten inhoudelijk gemotiveerd worden. U kunt alleen subsidie aanvragen voor de kosten van personen en instellingen die in Nederland gevestigd zijn.
De Comeniusbeurs wordt via de rijksbijdrage uitgekeerd aan de instelling waar het project zal worden uitgevoerd. Dit betekent dat de verantwoording van de financiële afhandeling van het project in het jaarverslag van de instelling opgenomen dient te worden.
Voor het verwerken van de begroting van uw aanvraag is een apart format beschikbaar (Excel bestand). Dit begrotingsformat dient u in te vullen en als bijlage mee te sturen met uw aanvraag wanneer u deze digitaal indient.
Er kan budget worden aangevraagd ter dekking van zowel de direct aan het project verbonden personele kosten, als voor materiële koste.
Voor de financiering van loonkosten van personeel dat werkzaam is bij een publiek bekostigde onderwijsinstelling (voortgezet onderwijs, middelbaar beroepsonderwijs of hoger onderwijs) worden de volgende maximale tarieven (uur/dag) gehanteerd, conform de Handleiding Overheidstarieven uit het jaar 2017. De tarieven zijn gebaseerd op het kostendekkend tarief inclusief de hierbij geldende opslagen.
Personeel aan onderwijs- en onderzoeksinstellingen waaronder personeel met een vast dienstverband, moeten uitgaan van de volgende maximale tarieven (uur/dag):
|
Secretariaat/studenten |
€ 53/424 |
|
Junior/onderzoeksassistentie WP en NWP/docenten |
€ 72/576 |
|
Medior/universitair docenten/docent-onderzoekers |
€ 87/696 |
|
Senior/universitair hoofddocenten |
€ 95/760 |
|
Directie/hoogleraar/lector |
€ 119/952 |
Op www.nro.nl/projectbeheer is de Handleiding Overheidstarieven 2017 te vinden met hierin een nadere toelichting op deze tarieven.
U geeft in de aanvraagbegroting aan hoe u de aangevraagde personele kosten verdeelt over de verschillende leden van het projectteam (indien van toepassing). Benoem hierbij wat uw overwegingen zijn achter deze verdeling. In de begroting neemt u per type personeel de dagtarieven op. Deze mogen de bovenstaande tarieven niet overschrijden; u mag wel een lager tarief opnemen.
Loonkosten van personeel dat niet aan een bekostigde instelling voor voortgezet onderwijs, middelbaar beroepsonderwijs of hoger onderwijs verbonden is, dienen te worden opgevoerd onder materiële kosten. Ook wanneer deze kosten gedekt worden door (in-kind) cofinanciering, dienen deze geschaard te worden onder materiële kosten.
Het aangevraagde budget voor materiële kosten mag niet meer dan 20% van het totaal aangevraagde budget bedragen. Alle kosten dienen inhoudelijk gemotiveerd te worden.
In een aanvraag kan budget worden aangevraagd ter dekking van materiële kosten zoals:
• trainingen of cursussen voor aanvrager en projectmedewerkers benodigd voor het project;
• vergoeding voor professionals die niet verbonden zijn aan een bekostigde hoger onderwijsinstelling (bijvoorbeeld: externe adviseurs, softwareontwikkelaars, ontwerpers, etc.);
• reizen (bijvoorbeeld bezoek aan (buitenlandse) onderwijsinstellingen die inhoudelijk bijdragen aan het project);
• (internationaal) congresbezoek noodzakelijk voor het project;
• kosten die verband houden met disseminatie van projectresultaten, kennisoverdracht en kennisbenutting, waaronder bijvoorbeeld ook de kosten die volgen uit het open access publiceren van (wetenschappelijke) publicaties over het project.
Kosten voor het aanschaffen van (licenties voor) eerder ontwikkelde digitale leermiddelen komen niet voor financiering uit de middelen van het Comeniusprogramma in aanmerking, ook wanneer deze specifiek voor het project dienen te worden aangeschaft. De tijdsinvestering die benodigd is voor doorontwikkeling van deze leermiddelen door de aanvrager of projectmedewerkers kan onder personele kosten worden opgevoerd.
De kosten van apparatuur, van verbruiksgoederen of van administratieve of technische hulp die tot het gebruikelijke voorzieningenpakket van een onderwijsinstelling moeten worden gerekend en de kosten voor computergebruik bij rekencentra, alsmede voor het gebruik van laboratoria komen niet in aanmerking voor subsidiëring, tenzij het project een gebruik van faciliteiten met zich meebrengt dat aantoonbaar uitgaat boven het normale gebruik.
Uitsluitend kosten die rechtstreeks voortvloeien uit het project zijn subsidiabel. Daarom kunt u geen subsidie krijgen voor bijvoorbeeld huisvestings-, overhead-, onderhouds- of afschrijvingskosten.
Het is mogelijk om cofinanciering in de vorm van personele en materiële kosten bij te dragen, in cash of in kind. De cofinanciering mag echter niet hoger zijn dan het aangevraagde budget (max € 500.000), omdat het Ministerie van OCW de hoofdfinancier van het project moet zijn. Daarnaast moet uit het begrotingsformat duidelijk blijken welke personele of materiële kosten door cofinanciering worden gedekt. De aanvrager voegt een garantieverklaring toe aan het aanvraagformulier (als één samengevoegd PDF bestand) waarin de cofinanciering wordt gegarandeerd door de instelling. Er is geen standaard formulier voor een garantieverklaring beschikbaar. Een garantieverklaring voldoet in ieder geval aan de volgende eisen:
• De garantieverklaring is maximaal 250 woorden.
• Er wordt benoemd dat de betreffende instelling garant staat voor de opgegeven cofinanciering.
• Het totale bedrag aan cofinanciering wordt genoemd.
• De verklaring is ondertekend door een daarvoor gemachtigde medewerker van de instelling. Wanneer cofinanciering in kind uren betreft, is dit veelal de verantwoordelijke leidinggevende van het projectlid. Wanneer de cofinanciering in cash is, is dit de medewerker die verantwoordelijk is voor de bedrijfsvoering van de instelling.
De deadline voor het indienen van intentieverklaringen is 3 september 2020, om 14:00:00 CE(S)T.
De deadline voor het indienen van aanvragen is 8 oktober 2020, om 14:00:00 CE(S)T.
Bij het indienen van uw intentieverklaring en aanvraag in ISAAC dient u ook online nog gegevens in te voeren. Begin daarom ten minste één dag vóór de deadline van deze call for proposals met het indienen van uw aanvraag. Intentieverklaringen en aanvragen die na de deadline worden ingediend, worden niet in behandeling genomen.
U dient uw aanvraag bij NWO altijd in via ISAAC, ons elektronisch aanvraagsysteem. Aanvragen die niet via ISAAC zijn ingediend, nemen wij niet in behandeling.
U bent als aanvrager verplicht om uw intentieverklaring en aanvraag via uw eigen ISAAC-account in te dienen. Heeft u nog geen ISAAC-account? Maak deze dan minimaal een week voor het indienen aan. Dit is om eventuele aanmeldproblemen nog op tijd te kunnen verhelpen. Heeft u al een ISAAC-account?
Dan hoeft u geen nieuw account aan te maken om een nieuwe aanvraag in te dienen.
Werkt u bij een organisatie die niet is opgenomen in de database van ISAAC? U kunt dit dan melden via relatiebeheer@nwo.nl. Wij voegen de organisatie dan toe. Hier zijn enige dagen voor nodig. Meld dit daarom uiterlijk een week voor de deadline.
Heeft u technische vragen over ISAAC? Neem dan contact op met een medewerker van de ISAAC-helpdesk, zie paragraaf 5.1.
Met een intentieverklaring geeft de aanvrager aan dat hij/zij een aanvraag zal indienen in deze ronde. Het tijdig indienen van een intentieverklaring is een voorwaarde voor indienen van een aanvraag.
Intentieverklaringen dienen uiterlijk 3 september 2020 om 14:00:00 uur ingediend te zijn via het online aanvraagsysteem ISAAC.
Na het indienen van de intentieverklaring kan de aanvrager die de subsidie aanvraagt niet meer gewijzigd worden.
De intentieverklaring wordt direct in ISAAC ingevuld. Er is geen standaard formulier beschikbaar. Een intentieverklaring in ISAAC bestaat uit twee invulvelden: de titel en de samenvatting. In het eerste invulveld vult u de titel van de aanvraag in. Deze kan bij het indienen van de aanvraag gewijzigd worden. In het vak ‘samenvatting’ vult u de volgende gegevens in:
• Een beknopte samenvatting van het projectvoorstel van maximaal 250 woorden, geschreven in Engels. Deze kan bij het indienen van de aanvraag gewijzigd worden.
• De (voorlopige) samenstelling van het projectteam, met de reeds bekende namen van de projectleden. Deze samenstelling kan bij het indienen van de aanvraag gewijzigd worden.
• Mogelijke suggesties voor (internationale) referenten.
Na ontvangst van de intentieverklaring ontvangt de aanvrager een ontvangstbevestiging via het e-mailadres dat geregistreerd staat in zijn/haar ISAAC-account.
De intentieverklaringen dienen om zicht te krijgen op de onderwerpen, betrokken projectleden en (maximale) aantallen van de aanvragen. Na de deadline voor het indienen van de intentieverklaringen ontvangen aanvragers bericht over het totaal aantal ingediende intentieverklaringen. De intentieverklaringen worden niet inhoudelijk beoordeeld door de beoordelingscommissie.
Wanneer een aanvrager na het indienen van de intentieverklaring – om welke reden dan ook – afziet van het indienen van een aanvraag, wordt deze verzocht de intentieverklaring in te trekken via ISAAC. De aanvrager is niet verplicht een reden op te geven voor het intrekken van de intentieverklaring; mocht de aanvrager dit niettemin willen toelichten, dan kan dit via comenius@nro.nl.
Voor het indienen van een aanvraag gebruikt de aanvrager het aanvraagformulier dat beschikbaar is via de financieringspagina op de NWO-website.
Volledig ingevulde aanvraagformulieren dienen uiterlijk 8 oktober 2020 om 14:00:00 uur ingediend te zijn via het online aanvraagsysteem ISAAC.
Na ontvangst van de aanvraag ontvangt de indiener hiervan een bevestiging.
Verklaring van het College van Bestuur omtrent takenpakket en budgetbeheer
In de aanvraag dient de aanvrager een verklaring van het College van Bestuur op te nemen, waaruit blijkt dat het project ‘gedragen’ wordt binnen de instelling en dat de aanvrager bij toekenning van het budget voldoende ruimte geboden zal worden het project tot uitvoering te brengen.13, 14Er is geen standaard formulier voor een verklaring van het College van Bestuur beschikbaar. Een verklaring voldoet in ieder geval aan de volgende eisen:
• De verklaring is maximaal 250 woorden.
• De ondergetekende geeft aan in de positie te zijn om te beslissen over het takenpakket van de aanvrager.
• De ondergetekende verklaart bij toekenning de aanvrager en het projectteam vrij te roosteren conform het ingediende projectvoorstel.
• De ondergetekende verklaart de aanvrager budgethouder te maken over het materiële budget.
• De verklaring wordt direct in het aanvraagformulier geschreven of met de aanvraag als één samengevoegd PDF bestand ingediend.
• Een inhoudelijke aanbeveling van de ondergetekende over de relevantie van het project en het commitment van de betrokken instellingen is toegestaan, mits het maximale woordenaantal niet wordt overschreden.
Disciplinecodes
Het is verplicht om in ISAAC één of meerdere disciplinecodes in te vullen die van toepassing is/zijn op het voorgestelde onderzoek. U doet dit door de informatie in te vullen in het tabblad “Algemeen” bij “Disciplines” voor u de aanvraag indient. U kunt hiervoor alleen gebruik maken van de NWO disciplinecodes, te vinden via www.nwo.nl/disciplinecodes. U dient in ieder geval altijd de disciplinecode voor “Onderwijswetenschappen” (41.90.00) op te geven. Vervolgens zet u in rangorde van boven naar onder de belangrijkste (sub)disciplines. Er zijn geen eisen voor het aantal in te vullen disciplinecodes.
Voor alle aanvragen gelden de NWO Subsidieregeling 2017 en het Akkoord bekostiging wetenschappelijk onderzoek.
Het onderzoek dat NRO financiert moet, conform de NWO Subsidieregeling 2017, uitgevoerd worden in overeenstemming met de nationaal en internationaal aanvaarde normen van wetenschappelijk handelen zoals neergelegd in de Nederlandse Gedragscode Wetenschappelijke Integriteit (2018). Met het indienen van de aanvraag committeert de aanvrager zich aan deze code. In geval van (mogelijke) schending van voornoemde normen bij een door NRO gefinancierd onderzoek, dient de aanvrager NRO hiervan onverwijld op de hoogte te stellen en dient deze alle ter zake relevante documenten aan NRO te overleggen. Meer informatie over de gedragscode en het beleid op het gebied van wetenschappelijke integriteit vindt u op de website: www.nwo.nl/integriteit.
Een toegekend project moet uiterlijk in het studiejaar volgend op het moment van toekenning beginnen (1 september 2021). De startdatum van een project kan niet vóór de geplande bekendmaking van het besluit liggen (1 mei 2021). De einddatum van een project is uiterlijk 31 oktober 2024.
Het ontwikkelen van onderwijsmateriaal en het doen van onderwijsonderzoek kan onderdeel zijn van een project, maar niet het einddoel: ontwikkeld onderwijsmateriaal dient nog binnen de looptijd van het project in de onderwijspraktijk gebracht te worden. Het ontwikkelen van materiaal dat pas na afloop van het project in het onderwijs geïmplementeerd kan worden kan niet het (primaire) doel van een project binnen het Comeniusprogramma zijn.
Onderwijsmateriaal dat in het kader van de projecten wordt ontwikkeld, dient onder een Creative Commons-licentie (ten minste "Naamsvermelding Niet-Commercieel Gelijk Delen" of minder restrictief) beschikbaar gesteld te worden op een open toegankelijke en goed vindbare locatie. Projectleiders dienen de opbrengsten in ieder geval beschikbaar te stellen via SURFsharekit, een opslagomgeving van SURF, zodat deze door het NRO gekoppeld kunnen worden aan het landelijke digitaal kennisknooppunt hoger onderwijs voor onderwijsvernieuwingen van het NRO.
Ontvangt u subsidie in het kader van deze call for proposals? Dan moeten alle wetenschappelijke publicaties vanuit uw onderzoek onmiddellijk (op het moment van publicatie) wereldwijd vrij toegankelijk zijn (open access). Er zijn verschillende manieren voor onderzoekers om open access te publiceren. Een uitgebreide toelichting hierop vindt u op www.nwo.nl/openscience. Op het landelijk digitaal kennisknooppunt hoger onderwijs (zie onder) dient u te verwijzen naar deze publicaties.
Aan het begin van het project is nog niet vast te stellen of het project daadwerkelijk tot het beoogde positieve resultaat zal leiden. Na toekenning van de beurs gaat de projectleider dus nadrukkelijk een inspanningsverplichting aan, maar geen resultaatverplichting. De inspanning die verwacht wordt van de Comenius Fellow bestaat, naast het voldoen aan de verplichtingen vastgelegd in de Algemene wet bestuursrecht, de NWO Subsidieregeling 2017 en de subsidieverlening, uit de volgende elementen:
• De Fellow voert naar beste vermogen het in de aanvraag voorgestelde projectplan uit.
• De Fellows rapporteren tussentijds (december 2021, 2022 en 2023) en maximaal 3 maanden na einddatum van het project over de voortgang en de afronding van het project. Dit doen zij via het landelijk digitaal kennisknooppunt hoger onderwijs voor onderwijsvernieuwingen van het NRO (in ontwikkeling, lancering vanaf december 2020), zodat (tussentijdse) opbrengsten snel gedeeld kunnen worden met het hoger onderwijsveld. Projectleiders ontvangen hierover nader bericht.
• Aan het eind van het project vraagt het NRO een eindverslag op. Onderdeel hiervan vormt een publieksvriendelijke evaluatie van het project (ca. 1 pagina), waarin kort wordt uitgelegd wat het doel van het project was, welke resultaten zijn gerealiseerd en wat men verder heeft geleerd.
• Financiële verantwoording van de projecten wordt opgenomen in het jaarverslag van de instelling waar het project wordt uitgevoerd. Na afloop van het project moet het voor de directie HO&S mogelijk zijn een projectafrekening op te vragen bij de instelling waar het project is uitgevoerd.
• In het jaarverslag van de instelling verschijnt een korte rapportage over het project.
• Actieve deelname aan het ComeniusNetwerk.
Wanneer wijzigingen in het projectteam optreden, die gevolgen hebben voor de looptijd van het project en/of de Comenius Fellow zelf betreffen, dienen deze door de aanvrager direct gemeld te worden aan het NRO. Het NRO zal per geval aan het Ministerie van OCW adviseren over de eventuele gevolgen van deze wijzigingen voor de subsidieverlening.
In dit hoofdstuk staat eerst hoe de beoordelingsprocedure verloopt (paragraaf 4.1). Vervolgens ziet u in paragraaf 4.2 aan welke criteria de beoordelingscommissie uw aanvraag toetst.
In deze paragraaf wordt de procedure van de subsidieronde per stap uitgelegd. De procedure bestaat uit de volgende stappen:
• Indiening van intentieverklaringen
• Indiening van aanvragen
• In behandeling nemen van aanvragen door het NRO
• Voorselectie (optioneel)
• Beoordeling door referenten
• Preadvisering beoordelingscommissie
• Indiening van weerwoorden
• Selectie door beoordelingscommissie voor interviewfase
• Interviews en beoordeling door de beoordelingscommissie
• Besluitvorming door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
De procedure start met het indienen van een intentieverklaring, waarna een aanvraag kan worden ingediend. Voor een toelichting op de richtlijnen voor het indienen van een intentieverklaring en aanvraag zie hoofdstuk 3 van deze call for proposals.
Zo spoedig mogelijk na indiening van het voorstel krijgt de aanvrager bericht over het al dan niet in behandeling nemen van de aanvraag. Het NRO-secretariaat bepaalt dat aan de hand van een aantal administratief-technische criteria (zie de ontvankelijkheidscriteria in paragraaf 4.2).
Na de controle op ontvankelijkheid krijgen aanvragers eenmalig vijf werkdagen de tijd om (enkel) fouten die het NRO constateert aan te passen. Aanvragers worden aangeraden om de week na de deadline voor het indienen van de aanvraag beschikbaar te zijn om eventuele aanpassingen te maken.
Een aanvraag die na deze periode niet voldoet aan een van de genoemde criteria, wordt door de Minister ‘niet ontvankelijk’ verklaard, en wordt niet in behandeling genomen.
Wanneer het aantal ingediende aanvragen binnen een sector vier maal groter is dan het aantal honoreringen, kan een voorselectie worden ingesteld. Het NRO behoudt zich het recht voor om in één van de twee sectoren een voorselectie in te stellen. Bij een voorselectie beoordeelt de beoordelingscommissie de aanvragen globaal op de beoordelingscriteria. Zij geeft de aanvrager daarbij gelegenheid tot wederhoor en adviseert vervolgens de Minister. Vervolgens besluit de Minister de minder kansrijke aanvragen terzijde te schuiven.
Na het vaststellen van de ontvankelijkheid wordt besloten of een voorselectie plaatsvindt. De aanvragers worden hiervan direct op de hoogte gesteld.
De in behandeling genomen aanvragen worden voor commentaar voorgelegd aan ten minste twee onafhankelijke referenten uit binnen- of buitenland. De referenten geven een inhoudelijk en beargumenteerd commentaar op het voorstel. Zij maken daarbij gebruik van de beoordelingscriteria en van een gestandaardiseerd formulier.
De referenten worden gekozen op basis van hun expertise. Aanvragers kunnen bij het indienen van hun intentieverklaring suggesties doen voor potentiële referenten met wie zij geen directe samenwerkingsrelatie onderhouden. Het geven van suggesties biedt geen garantie dat deze referenten worden benaderd om de aanvraag te beoordelen. Ook de leden van de beoordelingscommissie kunnen om suggesties worden gevraagd.
Het NRO-bureau bepaalt wie als referenten worden benaderd. Indien blijkt dat een referentencommentaar zich te zeer richt op de persoon van de aanvrager of uitvoerder, of anderszins onzakelijk is, behoudt het bureau zich het recht voor dit commentaar te doen herzien alvorens het voor te leggen aan de aanvrager, dan wel het commentaar niet door te zenden.
Alle aanvragen en referentenrapporten worden voor commentaar voorgelegd aan ten minste twee leden van de beoordelingscommissie (de preadviseurs). De preadviseurs geven schriftelijk een inhoudelijk en beargumenteerd commentaar op het voorstel. Zij gebruiken de referentenrapporten ter ondersteuning van hun oordeelsvorming. Tevens kunnen zij een oordeel vormen over de objectiviteit van de geraadpleegde referentenrapporten. De preadviseurs formuleren het commentaar aan de hand van de beoordelingscriteria (zie paragraaf 4.2). Daarnaast geven de preadviseurs voor elk hoofdcriterium een score.
De preadviezen worden vervolgens geanonimiseerd voorgelegd aan de aanvrager. De aanvrager ontvangt het inhoudelijke commentaar, niet de voorlopige scores. Tevens ontvangt de aanvrager de geanonimiseerde referentenrapporten die de preadviseurs hebben geraadpleegd in hun oordeelsvorming. Het NRO streeft er naar om in de week van 4 januari 2021 de preadviezen en rapporten op te sturen. Aanvragers wordt aangeraden om begin januari 2021 beschikbaar te zijn om een weerwoord te schrijven.
De aanvrager krijgt acht werkdagen de gelegenheid om een reactie van maximaal 1500 woorden te schrijven volgens een standaard formulier. In de reactie kan de aanvrager mogelijke feitelijke onjuistheden in het preadvies benoemen en onduidelijkheden in de aanvraag zoals opgemerkt door de preadviseurs verhelderen.
De aanvrager wordt specifiek gevraagd om te reageren op het commentaar in de preadviezen, eventueel door middel van verwijzingen naar referentenrapporten waar nodig. Aanvragers worden niet gevraagd om uitgebreid te reageren op de referentenrapporten, omdat de referenten deze reactie niet ontvangen. Het weerwoord wordt door de beoordelingscommissie gebruik tijdens de beoordeling van de aanvraag.
Het insturen van een reactie is niet verplicht. Een aanvrager kan bovendien naar aanleiding van het preadvies besluiten het voorstel terug te trekken uit de verdere beoordelingsprocedure.15
De aanvraag, de referentenrapporten, de preadviezen en het weerwoord dienen als basis voor de beoordelingsvergadering. De commissie stelt naar aanleiding van de bespreking een schriftelijk advies op voor de Minister van OCW over de kwaliteit en prioritering van de aanvragen, waarin zij adviseert om per onderwijssector maximaal vier aanvragers van de hoogst scorende aanvragen te selecteren voor een interview met een delegatie van de beoordelingscommissie, en de overige voorstellen niet te honoreren. Dit advies baseert zij op de beoordelingscriteria.
Alle aanvragen worden voorzien van een kwalificatie, gebaseerd op de eindscore. Daarbij wordt de volgende schaal gehanteerd:
• 1,0 tot en met 1,4: excellent
• 1,5 tot en met 3,4: zeer goed
• 3,5 tot en met 5,4: goed
• 5,5 tot en met 9,0: ontoereikend
Om in aanmerking te komen voor selectie moet een aanvraag als geheel ten minste de kwalificatie goed krijgen. Daarnaast moeten alle hoofdcriteria ten minste de kwalificatie goed krijgen. Voor meer informatie over de kwalificaties zie: www.nwo.nl/kwalificaties.
Indien na beoordeling blijkt dat twee of meer aanvragen met dezelfde gewogen totaalscore (twee decimalen achter de komma) gelijk eindigen, en deze aanvragen bevinden zich op de grens van selectie of honorering binnen het subsidieplafond, dan zal de aanvraag die de hoogste score heeft behaald op het criterium ‘Innovatief karakter van het project’ als hoogste eindigen. Als ook dan aanvragen gelijk eindigen, zal de aanvraag die de hoogste score heeft behaald op het criterium ‘Onderwijsprofiel van de aanvrager’ als hoogste eindigen. Als ook dan aanvragen gelijk eindigen bepaalt de commissie met behulp van een (anonieme) meerderheidsstemming de rangorde (art. 2.2.7. lid 3 sub a, onderdeel iv NWO Subsidieregeling 2017). Mochten de stemmen staken zal het NRO door middel van een door een notaris uit te voeren loting de prioritering vaststellen.
De Minister van OCW neemt het definitieve besluit over de selectie voor de interviewronde.
Na het besluit ontvangen aanvragers zo snel mogelijk bericht over de uitslag (uitnodiging of afwijzing). In dit bericht wordt een beknopte toelichting op het oordeel van de beoordelingscommissie opgenomen.
|
Over de samenstelling van de beoordelingscommissie De beoordelingscommissie in de ronde Comenius Leadership Fellows beoordeelt zowel de aanvragen uit het hbo als uit het wo. Leden van de beoordelingscommissie zijn werkzaam of recent werkzaam geweest in het hoger onderwijs. |
|
De beoordelingscommissie bestaat ten minste uit: – Onderwijsonderzoekers – (voormalig) bestuurders in het Nederlandse of Vlaamse hoger onderwijs – Studenten met ervaring in medezeggenschap/onderwijsevaluaties op instellingsniveau |
|
Aanvragen worden door de gehele ‘wetenschapsbrede’ commissie beoordeeld. Het NRO probeert een beoordelingscommissie met een zo divers mogelijke achtergrond in disciplines samen te stellen, maar kan niet garanderen dat alle disciplines ook in de commissie vertegenwoordigd zijn. |
Tijdens het interview krijgt de aanvrager de gelegenheid in te gaan op de vragen en/of het oordeel van de commissie, zoals toegelicht in de schriftelijke uitnodiging. Vervolgens gaan de aanvrager en de beoordelingscommissie in gesprek over het projectvoorstel.
Alle aanvragen worden opnieuw voorzien van een kwalificatie, gebaseerd op de gewogen gemiddelde score. Daarbij worden bovengenoemde schaal en werkwijze gehanteerd. Het interview kan een herijking van de waardering van het voorstel en de score daarvan tot gevolg hebben. Om in aanmerking te komen voor honorering moet een aanvraag als geheel ten minste de kwalificatie goed krijgen. Daarnaast moeten alle hoofdcriteria ten minste de kwalificatie goed krijgen.
De beoordelingscommissie prioriteert de voorstellen, en adviseert de Minister van OCW over de te honoreren aanvragen.
De Minister van OCW neemt het definitieve besluit over de ingediende aanvragen. Honorering geschiedt aan de hand van de in paragraaf 4.2 genoemde criteria, de door de beoordelingscommissie vastgestelde prioritering en het beschikbare budget.
Hierna ontvangen aanvragers zo snel mogelijk bericht over de uitslag. In dit bericht wordt een samenvattende motivering van het oordeel van de beoordelingscommissie opgenomen.
Een belanghebbende16kan tegen een besluit in het kader van de ronde Comeniusprogramma Leadership Fellows 2021 binnen zes weken na dagtekening van het besluit schriftelijk bezwaar maken. De belanghebbende dient daartoe een bezwaarschrift in bij de Minister van OCW. Meer informatie over het maken van bezwaar vindt u op www.bezwaarschriftenocw.nl.
|
3 september 2020, 14:00 |
Deadline indienen intentieverklaring |
|
8 oktober 2020, 14:00 |
Deadline indienen aanvragen |
|
oktober / november 2020 |
In behandeling nemen aanvraag; Beoordeling door referenten |
|
november / december 2020 |
Beoordeling door preadviseurs |
|
begin januari 2021 (ca. de week van 4 januari) |
Aanvragers ontvangen preadviezen voor het schrijven van een weerwoord (acht werkdagen voor indienen van het weerwoord) |
|
februari 2021 |
Beoordelingsvergadering voor selectie van interviewkandidaten |
|
medio maart 2021 |
Berichtgeving over uitnodiging voor interviewfase |
|
uiterlijk begin april 2021 |
Interviews en beoordelingsvergadering |
|
april 2021 |
Besluit tot toekenning/afwijzing door Minister |
|
uiterlijk 3 mei 2021 |
Berichtgeving over toekenning/afwijzing verstuurd naar aanvragers |
Het NRO neemt uw aanvraag alleen in behandeling als deze voldoet aan een aantal formele voorwaarden. Deze voorwaarden zijn:
• De aanvraag is ingediend door een persoon die aan de gestelde eisen in paragraaf 3.1 voldoet.
• De intentieverklaring en aanvraag zijn tijdig en door dezelfde aanvrager ingediend.
• De intentieverklaring en aanvraag zijn ingediend via het ISAAC-account van de aanvrager.
• Het aanvraagformulier is, na eventueel verzoek tot aanvulling of wijziging, juist, compleet en volgens de instructies ingevuld.
• De aanvraag is in het Engels opgesteld.
• De aanvraag valt binnen het doel van de call.
• De aanvrager heeft geen vooraanmelding/uitgewerkte aanvraag ingediend in een van de andere treden binnen het Comeniusprogramma 2021.
• De aanvraag is voorzien van een ondertekende verklaring van het College van bestuur van de instelling van waaruit de aanvraag ingediend wordt, en voldoet aan de gestelde eisen in paragraaf 3.4.
• De periode waarover subsidie wordt aangevraagd is minimaal 36 en maximaal 42 maanden. De geplande startdatum van het project ligt tussen 1 mei 2021 en 1 september 2021. De einddatum van het project is uiterlijk 31 oktober 2024.
• Het budget bij de aanvraag is volgens de richtlijnen in de call for proposals opgesteld, inclusief eventuele garantieverklaring indien sprake is van cofinanciering.
• Er zijn (naast de begroting) geen bijlagen toegevoegd aan de aanvraag. Het aanvraagformulier, de verklaring van het College van Bestuur en de eventuele garantieverklaring worden als één samengevoegd PDF bestand ingediend.
De aanvragen worden inhoudelijk beoordeeld aan de hand van de volgende hoofdcriteria.
1. Innovatief karakter van het project (30%)
2. Verwachte opbrengsten van het project (20%)
3. Kwaliteit van het projectplan (20%)
4. Onderwijsprofiel van de aanvrager (30%)
1. Innovatief karakter van het project (30%)
a. In hoeverre beoogt het project een vernieuwende oplossing of ambitieuze verbetering te implementeren die tegemoetkomt aan een behoefte in het hoger onderwijs?
b. In hoeverre onderscheidt de voorgestelde oplossing zich van initiatieven buiten de eigen instelling met eenzelfde doelstelling?
2. Verwachte opbrengsten van het project (20%)
a. Wordt in de probleemverkenning overtuigend uiteengezet in welk onderwijsonderdeel een verbetering gewenst is en waarom?
b. Maakt de aanvrager aannemelijk dat de voorgestelde innovatie tot een verbetering kan leiden (bijvoorbeeld aan de hand van relevante literatuur en voorbeelden uit de praktijk)?
c. Worden de beoogde opbrengsten, zoals leeropbrengsten en concrete producten, duidelijk omschreven? Zijn deze van meerwaarde voor studenten, en eventueel anderen?
d. Is de schaal en context van het project passend bij een Leadership Fellowproject, zoals omschreven in hoofdstuk 2?
e. In hoeverre wordt duidelijk gemaakt hoe het project aansluit bij het strategisch (onderwijs)plan van de instelling?
f. Maakt de aanvrager aannemelijk dat het project ook voor andere onderwijsprofessionals interessant kan zijn?
3. Kwaliteit van het projectplan (20%)
a. Zijn de activiteiten, gehanteerde methodes en planning in het projectplan duidelijk omschreven en passend bij het behalen van de beoogde opbrengsten?
b. Maken het projectplan, de planning en beknopte risicoanalyse de haalbaarheid van het project op overtuigende wijze aannemelijk?
c. Beschikt het projectteam over de benodigde expertise om het project uit te kunnen voeren? Zijn de verschillende rollen en taakverdeling duidelijk en passend?
d. Worden de activiteiten en opbrengsten van het project op een passende wijze geëvalueerd, aan de hand van evaluatiecriteria en -procedures?
e. Is het disseminatieplan (de plannen voor verspreiding van de resultaten) passend en voldoende ambitieus?
4. Onderwijsprofiel van de aanvrager (30%)
a. Past de aanvrager, gezien zijn/haar onderwijservaring en positie aan de instelling, bij het profiel van een Leadership Fellow, zoals omschreven in hoofdstuk 2?
b. In hoeverre getuigt het professional statement van excellent docentschap en een bevlogen visie op onderwijsvernieuwing? Vloeit het project voort uit deze bredere onderwijsvisie?
c. Blijkt uit het professional statement hoe een Comeniusbeurs en het lidmaatschap van het ComeniusNetwerk kunnen bijdragen aan de ambities en onderwijscarrière van de aanvrager?
Voor inhoudelijke vragen over de ronde Comeniusprogramma Leadership Fellows 2021 en deze call for proposals neemt u contact op met:
Vera Counet MSc (programmasecretaris)
Tel: 070 344 0928
E-mail: comenius@nro.nl
Bij technische vragen over het gebruik van ISAAC kunt u contact opnemen met de ISAAC-helpdesk. Raadpleeg eerst de handleiding voordat u de helpdesk om advies vraagt. De ISAAC-helpdesk is bereikbaar van maandag t/m vrijdag van 10.00 tot 17.00 uur op telefoonnummer +31 (0)20 346 71 79. U kunt uw vraag ook per e-mail stellen viaisaac.helpdesk@nwo.nl. U ontvangt dan binnen twee werkdagen een reactie.
Hoewel gesproken wordt van een Comeniusbeurs, is formeel gezien sprake van een ophoging van de rijksbijdrage. De verstrekking van deze bijdrage zal geschieden door een wijziging van de Regeling financiën hoger onderwijs, die verband houdt met wijzigingen als gevolg van de begroting van het Ministerie van OCW voor het betreffende begrotingsjaar. Vanaf dat moment is formeel gezien sprake van een juridische verplichting. De Comeniusbeurs is dus geen persoonsgebonden beurs.
In het geval van een samenwerking tussen een hbo-instelling en een wo-instelling bepaalt de penvoerende instelling in welke categorie het voorstel wordt behandeld.
De voorgestelde innovatie dient te vallen binnen de grenzen van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, zoals die op het moment van indienen van de aanvraag van kracht is.
Zie voor een volledige lijst van bekostigde instellingen artikel 1.8 Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. Projecten dienen gericht te zijn op programma’s in het initieel hoger onderwijs of op trajecten die de toegang tot het initieel hoger onderwijs verbeteren (bijvoorbeeld mbo-hbo schakelprogramma’s). Projecten gericht op post-initieel hoger onderwijs, inclusief trajecten voor promovendi, zijn hiermee uitgesloten.
Projecten waarvan docentprofessionalisering het primaire doel is, zijn daarmee uitgesloten. Uiteraard kan docentprofessionalisering wel een (noodzakelijk) onderdeel zijn van het succesvol doorvoeren van een innovatie in de leeromgeving van de student.
Het ontwikkelen van onderwijs(materiaal) dat pas na afloop van het Comeniusproject in het onderwijs wordt geïmplementeerd of gebruikt, kan niet met een Comeniusbeurs worden gefinancierd.
De treden van het Comeniusprogramma waarbinnen docenten zich kunnen ontwikkelen, zijn gebaseerd op het Career Framework for University Teaching van Ruth Graham. Zie: https://www.teachingframework.com/
‘Publiceren’ wordt breed opgevat als het openbaar verspreiden van informatie over het project: bijvoorbeeld in een vakblad, op een online platform, als presentatie op een conferentie, of in een wetenschappelijk tijdschrift.
Het Comeniusprogramma bestaat uit drie subsidierondes: Teaching, Senior en Leadership Fellows.
Voor de ronde Leadership Fellows, waar niet wordt gewerkt met vooraanmeldingen of uitgewerkte aanvragen, geldt dezelfde regel voor aanvragen.
Leden van de beoordelingscommissie zijn niet uitgesloten van het indienen van een aanvraag in de andere treden (Teaching Fellows, Senior Fellows) in het Comeniusprogramma.
Indien projectleden uit meerdere instellingen afkomstig zijn, kan in de verklaring van het College van Bestuur opgenomen worden dat overleg gepleegd is met de overige instellingen. Er zijn geen extra verklaringen nodig.
In het geval van cofinanciering, mogen de verklaring van het College van Bestuur en de garantieverklaring in één brief worden samengevoegd.
In dit geval kan de aanvrager dit via comenius@nro.nllaten weten aan de secretaris. De secretaris zal de aanvrager bovendien verzoeken om de aanvraag ook in ISAAC te registreren als ‘ingetrokken’.
De Comeniusbeurs wordt in de vorm van een ophoging van de rijksbijdrage betaald aan de instelling waar de aanvrager werkzaam is. Dit betekent dat, wanneer de aanvrager een bezwaarschrift wenst in te dienen, het de instelling is die het bezwaar aantekent.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2020-29623.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.