Verkeersbesluit verkeersmaatregelen na versterken kademuur Spaarne

Logo Haarlem

Nr. 2020/496429

Burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem,

gelet op de Wegenwet, de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW 1994), het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (hierna: RVV 1990), het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (hierna: BABW) en de Uitvoeringsvoorschriften van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (hierna: Uitvoeringsvoorschriften BABW).

Overwegende:

dat Korte Spaarne en Spaarne gelegen zijn binnen de bebouwde kom van Haarlem;

dat Korte Spaarne en Spaarne in beheer zijn bij de gemeente Haarlem;

dat Korte Spaarne en Spaarne wegen zijn als bedoeld in artikel 18, lid 1 onder d van de WVW 1994;

dat gelet op bovengenoemd artikel het college van burgemeester en wethouders van Haarlem bevoegd is verkeersbesluiten te nemen voor deze wegen;

dat de bevoegdheid voor het nemen van verkeersbesluiten door het college van burgemeester en wethouders van Haarlem is gemandateerd aan het afdelingshoofd Beheer en Beleid Openbare Ruimte;

dat de gemeentelijke wegencategorisering van Haarlem is opgenomen in de Structuurvisie Openbare Ruimte (hierna: SOR);

dat deze categorisering aansluit op de categorisering, zoals bedoeld in het landelijke beleid Duurzaam Veilig;

dat Korte Spaarne en Spaarne conform de SOR deel uitmaken van een verblijfsgebied en daarmee de verblijfsfunctie centraal staat;

dat de verkeersfunctie in een verblijfsgebied ondergeschikt is aan de verblijfsfunctie;

dat in verband met de kwaliteit van de draagconstructie de kademuur aan het Spaarne, tussen de Melkbrug en de Gravestenenbrug, is vervangen;

dat in verband met de noodzakelijke werkzaamheden tevens de riolering en het wegdek een kwaliteitsimpuls hebben gekregen;

dat gelet op de verblijfsfunctie van de weg en de ligging van de weg gekozen is om meer ruimte te creëren voor de voetganger door de trottoirs te verbreden;

dat hierdoor minder ruimte resteert voor de rijbaan en het daarmee wenselijk is om een eenrichtingsweg in te stellen op het Spaarne, tussen de Melkbrug en de Gravestenenbrug;

dat gelet op de verkeerscirculatie in de directe omgeving van het Spaarne het wenselijk is om deze eenrichtingsweg in te stellen in westelijke richting, van de Gravestenenbrug richting de Melkbrug;

dat de wegbreedte dusdanig is dat de aanwezigheid van fietsverkeer in twee richtingen niet leidt tot verkeersonveilige situaties;

dat het dan ook wenselijk is om fietsverkeer uit te zonderen van deze eenrichtingsweg;

dat de weg Korte Spaarne het Spaarne verbindt met de Spaarnwouderstraat en tevens is aangewezen als eenrichtingsweg;

dat in het kader van directheid tevens op Korte Spaarne het fietsverkeer wordt uitgezonderd van deze eenrichtingsweg;

dat de parkeerstrook aan de waterzijde in de oorspronkelijke situatie was aangewezen als parkeerstrook voor personenauto’s om de aanwezigheid van zwaardere voertuigen zoals vrachtauto’s te voorkomen;

dat door het versterken van de kademuur deze voor personenauto’s gereserveerde parkeergelegenheid kan worden opgeheven;

dat de hiervoor benoemde verkeersmaatregelen gerealiseerd kunnen worden door middel van het plaatsen en verwijderen van de verkeersborden C2, C3 en E8 van bijlage 1 van het RVV 1990, al dan niet voorzien van onderborden;

dat gelet op artikel 12 van het BABW voor het plaatsen en verwijderen van de hiervoor genoemde verkeerstekens een verkeersbesluit is vereist;

dat gelet op artikel 2 van de WVW de verkeersmaatregelen strekken tot het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

dat gelet op artikel 2 van de WVW 1994 het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer in het geding komt bij het treffen van deze verkeersmaatregel;

dat gelet op voorgaande overwegingen het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer van ondergeschikt belang wordt geacht;

dat gelet op artikel 24 van het BABW overleg is gevoerd met de gemandateerde van de politie;

dat de politie heeft ingestemd met de hierna genoemde verkeersmaatregel.

Het besluit:

Het college van burgemeester en wethouders van Haarlem besluit:

- door middel van het plaatsen van de verkeersborden C2 en C3 van bijlage 1 van het RVV 1990, voorzien van onderborden, een eenrichtingsweg in westelijke richting in te stellen op de weg Spaarne, tussen de Gravestenenbrug en de Melkbrug, waarbij fietsverkeer wordt uitgezonderd van deze verplichte rijrichting;

- door middel van het plaatsen van onderborden onder de verkeersborden C2 en C3 van bijlage 1 van het RVV 1990 fietsverkeer uit te zonderen van de eenrichtingsweg op de weg Korte Spaarne;

- door middel van het verwijderen van de verkeersborden E8 van bijlage 1 van het RVV 1990 de parkeergelegenheid bestemd voor personenauto’s aan de noordzijde van de weg Spaarne, tussen de Gravestenenbrug en de Melkbrug, op te heffen.

Situatieschetsen:

Aldus vastgesteld te Haarlem

Namens het college van burgemeester en wethouders van Haarlem,

Sylvia van Egmond

Hoofd afdeling Beheer en Beleid Openbare Ruimte

Dit besluit treedt in werking na bekendmaking in de Staatscourant. Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na publicatie van dit besluit in de Staatscourant bezwaar maken bij burgemeester en wethouders van Haarlem, Postbus 511, 2003 PB te Haarlem. Het bezwaarschrift moet de naam en het adres vermelden van degene die bezwaar maakt, zijn ondertekend en de datum vermelden waarop het is opgesteld. In het bezwaarschrift moet ook worden aangegeven tegen welk besluit bezwaar wordt gemaakt en waarom het bezwaar wordt gemaakt. Door het indienen van het bezwaarschrift wordt dit besluit niet opgeschort. Bij een spoedeisend belang kan degene die een bezwaarschrift heeft ingediend een voorlopige voorziening vragen aan de voorzieningenrechter van de rechtbank, sector bestuursrecht, postbus 1621, 2003 BR te Haarlem. Bij het indienen van een verzoek om voorlopige voorziening moeten griffierechten worden betaald.

Naar boven