Regeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 25 mei 2020, nr. IENW/BSK-2020/90671, tot wijziging van de Regeling schorsing geldigheid tenaamstelling in verband met de aanpassing van de schorsingstermijn

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op de artikelen 67, vierde, en 69, derde lid, van de Wegenverkeerswet 1994 en de artikelen 50 en 51 van het Kentekenreglement;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De Regeling schorsing geldigheid kentekenbewijs wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1a komt te luiden als volgt:

Artikel 1a

De schorsing eindigt door verloop van een jaar, twee jaar of drie jaar nadat de schorsing is verleend, afhankelijk van de keuze van de eigenaar of houder van het motorrijruig of de aanhangwagen.

B

In artikel 2 wordt de zinsnede ‘vermeerderd met een jaar’ vervangen door: vermeerderd met een jaar, twee jaar of drie jaar.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2019.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

NOTA VAN TOELICHTING

1. Inleiding

Met deze wijziging van de Regeling schorsing geldigheid tenaamstelling wordt een wettelijke grondslag geboden voor het schorsen van een tenaamstelling van een voertuig voor de periode van één, twee of drie jaar. Op basis van de oude regelgeving kon de tenaamstelling slechts voor één jaar worden geschorst. Desgewenst kon deze schorsing daarna jaarlijks steeds worden verlengd met één jaar. Door de houder of eigenaar van een voertuig de mogelijkheid te bieden om een tenaamstelling van een voertuig te schorsen voor de periode van één, twee of drie jaar wordt eenvoudig een lastenvermindering voor eigenaren of houders van deze voertuigen gerealiseerd.

2. Aanleiding

In lijn met het advies van Actal (welk adviescollege met ingang van 1 juni 2017 is opgevolgd door het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR)) om de schorsingsduur te flexibiliseren heb ik ervoor gekozen om de mogelijkheid te bieden om een tenaamstelling van een voertuig voor één, twee of drie jaar te schorsen.

In de uitvoeringspraktijk vindt het schorsen ook al voor een periode van twee of drie jaar plaats. De Dienst Wegverkeer (RDW) heeft hier eind 2018 toestemming voor gekregen. Door enige interne vertraging was de bijpassende regelgeving nog niet aangepast. Met deze regeling is dit gebrek hersteld.

3. De wijziging

Schorsen is bedoeld als uitzondering op de houderschapsgedachte en voor het tijdelijk niet gebruiken van een voertuig. Het is de verantwoordelijkheid van de eigenaar of houder van het motorrijtuig of de aanhangwagen zelf om een voertuig te schorsen, de schorsing te verlengen of de schorsing te beëindigen. Dit moet – samen met het daaraan verbonden tarief – bovendien een drempelwerking teweegbrengen om te voorkomen dat de tenaamstelling te lichtvaardig wordt geschorst. Met dit in het achterhoofd zijn de verschillende alternatieven tegen elkaar afgewogen.

  • Een schorsingstermijn van vier of vijf jaar. Dit is door de RDW onderzocht. Een schorsingstermijn van vijf jaar werd zowel door de RDW als de Belastingdienst als te lang ervaren. Een schorsingstermijn zou maximaal drie jaar moeten zijn.1 Dit sluit ook beter aan bij het tijdelijke karakter van de schorsing.

  • Het loslaten van een einddatum van de schorsing. Dit alternatief is onwenselijk. Dit verhoudt zich namelijk niet tot gedachte dat het schorsen van tijdelijke aard is. Ook zou het kunnen schorsen zonder einddatum leiden tot meer keuzemogelijkheden en handelingen ten gevolge waarvan meer fouten kunnen ontstaan en correcties achteraf doorgevoerd zullen moeten worden.

  • Het door de houder of eigenaar zelf bepalen van een einddatum van de schorsing is ook onwenselijk. Dit staat niet alleen haaks op de gedachte dat schorsen tijdelijk is, het zou ook lichtzinnig schorsen in de hand kunnen werken.

Uiteindelijk is daarom gekozen voor de flexibele schorsingstermijnen van één, twee en drie jaar. De gekozen maximale schorsingsduur sluit ook goed aan bij de vraag in de praktijk. Uit de Uitvoeringstoets van 2017 van de RDW volgt dat in 70% van de geschorste tenaamstellingen die langer dan één jaar worden geschorst, de schorsing binnen drie jaar wordt beëindigd.

4. Regeldrukgevolgen

De kosten van deze variant zijn beperkt. Bij de eerste aanvraag geldt het tarief (tariefstelling 2019) van € 73,10 voor één jaar, € 97,20 voor twee jaar en € 21,30 voor drie jaar, en bij een verlenging geldt het tarief van € 24,10 voor één jaar, € 48,20 voor twee jaar en € 72,30 voor drie jaar.

De actuele tarieven zijn in de Regeling tarieven Dienst Wegverkeer opgenomen.

Doordat houders en eigenaren van voertuigen nu ook de tenaamstelling voor een periode van twee of drie jaar kunnen schorsen leidt dit tot een financiële en administratieve lastenvermindering voor de houders en eigenaren, omdat zij bij een schorsingstermijn van twee of drie jaar geen verlenging meer hoeven aan te vragen.

Nu de verlenging in het geval van de schoringsperiode van twee of drie jaar respectievelijk één en twee keer minder plaatsvindt, hoeft de houder of eigenaar van het voertuig de kosten voor de verlenging niet meer te maken.

De kosten van het verlengen van de schorsing voor natuurlijke personen worden berekend op basis van het Handboek Meting Regeldrukkosten 1-1; Tijdsbestedingstabel burgers, op basis van een eenvoudige moeilijkheidsgraad die uitgaat van:

  • 2 minuten voor kennisnemen;

  • 2 minuten voor invullen van het formulier (digitale schorsing);

  • 25 minuten voor de gang naar het loket (schorsing aan het loket);

  • 1 minuut voor het uitvoeren van de betaling

  • Het uurtarief voor regeldruk burgers van € 15,00

Schorsingstermijn

Berekening lastenvermindering

Totale lastenvermindering per jaar

2 jaar, digitale schorsing

(35.844 x 69% x 95%) x 5 minuten x € 15,00

€ 29.370

2 jaar, schorsing via het loket

(35.844 x 31% x 95%) x 28 minuten x € 15,00

€ 73.892

3 jaar, digitale schorsing

(51.880 x 69% x 92%) x 5 minuten x € 15,00 x 2 handelingen

€ 82.334

3 jaar, schorsing via het loket

(51.880 x 31% x 92%) x 28 minuten x € 15,00 x 2 handelingen

€ 207.146

De administratieve lasten voor rechtspersonen bedragen op basis van de Tijdsbestedingstabel bedrijven op basis van eenvoudige moeilijkheidsgraad:

  • 3 minuten voor kennisnemen;

  • 3 minuten voor invullen van het formulier (digitale schorsing);

  • 25 minuten voor de gang naar het loket (schorsing aan het loket);

  • 1 minuut voor het uitvoeren van de betaling;

  • Het uurtarief voor regeldruk bedrijven bedraagt € 54,00 voor hoogopgeleide medewerkers.

Schorsingstermijn

Berekening lastenvermindering

Totale lastenvermindering per jaar

2 jaar, digitale schorsing

(35.844 x 69% x 5%) x 5 minuten x € 54,00

€ 5.565

2 jaar, schorsing via het loket

(35.844 x 31% x 5%) x 28 minuten x € 54,00

€ 14.000

3 jaar, digitale schorsing

(51.880 x 69% x 8%) x 5 minuten x € 54,00 x 2 handelingen

€ 25.774

3 jaar, schorsing via het loket

(51.880 x 31% x 8%) x 28 minuten x € 54,00 x 2 handelingen

€ 64.846

Dit komt in totaal neer op een schatting van een lastenverlichting door de flexibele schorsingstermijnen van € 502.927 per jaar.

ATR

Door het ATR is advies uitgebracht over het voorstel. Naar aanleiding van dit advies is de toelichting aangevuld en is beter toegelicht welke alternatieven tegen elkaar zijn afgewogen en waarom uiteindelijk voor de flexibele schorsingstermijnen van één, twee en drie jaar gekozen is.

5. Internetconsultatie en uitvoeringstoets RDW

Er is gekozen af te zien van internetconsultatie voor deze regeling. In 2014 is namelijk al een openbare internetconsultatie uitgevoerd waarmee input is geleverd voor de huidige aanpassing van de Regeling schorsing geldigheid tenaamstelling. Door de respondenten werden suggesties gegeven voor een flexibele schorsingstermijn van één tot maximaal vijf jaar of een onbeperkte schorsingstermijn. Deze opties zijn meegenomen in de uitvoeringstoetsen van de RDW.

6. Inwerkingtreding

Wat betreft de inwerkingtreding van deze regeling wordt afgeweken van de voor ministeriële regelingen vastgestelde vaste verandermoment. Dit is gerechtvaardigd omdat met deze regeling gewaarborgd is dat een wettelijke grondslag bestaat voor de al langer bestaande uitvoeringspraktijk. Om deze reden is gekozen voor inwerkingtreding met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin de regeling wordt geplaatst. Daarnaast is gekozen voor het toekennen van terugwerkende kracht aan de regeling tot en met 1 januari 2019. Op die manier wordt ook een wettelijk basis geboden voor de al toegepaste flexibele schorsingstermijnen vanaf 1 januari 2019.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga


X Noot
1

RDW, Uitvoeringstoets aanpassing schorsingstermijnen 2014, p. 34/35.

Naar boven