Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 18 mei 2020, nr. WJZ/ 20127708, houdende enige bepalingen ter uitvoering van uitvoeringsverordeningen (EU) 2020/593, (EU) 2020/594 en (EU) 2020/599 (Regeling uitvoering uitvoeringsverordeningen (EU) 2020/593, (EU) 2020/594 en (EU) 2020/599)

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op artikel 4, eerste en tweede lid, van Uitvoeringsverordening (EU) 2020/593 van de Commissie van 30 april 2020 tot verlening van toestemming voor overeenkomsten en besluiten inzake marktstabiliserende maatregelen in de sector aardappelen (PbEU 2020, L 140/13), artikel 4, eerste en tweede lid, van Uitvoeringsverordening (EU) 2020/594 van de Commissie van 30 april 2020 tot verlening van toestemming voor overeenkomsten en besluiten inzake marktstabiliserende maatregelen in de sector levende planten en producten van de bloementeelt (PbEU 2020, L 140/20), artikel 4, eerste en tweede lid, van Uitvoeringsverordening (EU) 2020/599 van de Commissie van 30 april 2020 waarbij toestemming wordt verleend voor overeenkomsten en besluiten betreffende productieplanning in de sector melk en zuivelproducten (PbEU 2020, L 140/37) en de artikelen 13, eerste lid, onderdeel b, en 19 van de Landbouwwet;

Besluit:

Artikel 1

  • 1. De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit is de bevoegde autoriteit, bedoeld in:

    • a. artikel 4, eerste lid, van Uitvoeringsverordening (EU) 2020/593 van de Commissie van 30 april 2020 tot verlening van toestemming voor overeenkomsten en besluiten inzake marktstabiliserende maatregelen in de sector aardappelen (PbEU 2020, L 140/13);

    • b. artikel 4, eerste lid, van Uitvoeringsverordening (EU) 2020/594 van de Commissie van 30 april 2020 tot verlening van toestemming voor overeenkomsten en besluiten inzake marktstabiliserende maatregelen in de sector levende planten en producten van de bloementeelt (PbEU 2020, L 140/20); en

    • c. artikel 4, eerste lid, van Uitvoeringsverordening (EU) 2020/599 van de Commissie van 30 april 2020 waarbij toestemming wordt verleend voor overeenkomsten en besluiten betreffende productieplanning in de sector melk en zuivelproducten (PbEU 2020, L 140/37).

  • 2. De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit verstrekt door hem uit hoofde van zijn in het eerste lid geregelde hoedanigheid van bevoegde autoriteit ontvangen meldingen aan de Autoriteit Consument en Markt.

Artikel 2

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 3

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling uitvoering uitvoeringsverordeningen (EU) 2020/593, (EU) 2020/594 en (EU) 2020/599.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 18 mei 2020

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

TOELICHTING

Deze regeling bevat enige bepalingen ter uitvoering van uitvoeringsverordeningen 2020/593, (EU) 2020/594 en (EU) 2020/599 (hierna: de uitvoeringsverordeningen). Artikel 1, eerste lid, van de regeling wijst de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (hierna: de minister) aan als bevoegde nationale autoriteit in de zin van artikel 4, eerste lid, van de uitvoeringsverordeningen. Dit houdt in dat de op grond van artikel 4, eerste en tweede lid, van de uitvoeringsverordeningen verplichte meldingen van bepaalde overeenkomsten of besluiten waarmee gebruik wordt gemaakt van de extra mededingingsruimte die de Europese Commissie met de uitvoeringsverordeningen heeft geboden aan de sectoren aardappelen, levende planten, producten van de bloementeelt, en melk- en zuivelproducten, alsmede het productievolume en de periode waarop zij betrekking hebben, bij de minister moeten worden gedaan. In de praktijk zal dit via de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland lopen. Artikel 1, tweede lid, van de regeling bepaalt dat voornoemde meldingen door de minister aan de Autoriteit Consument en Markt worden verstrekt, in verband met de uitvoering van haar taak als mededingingstoezichthouder. Dit laatste draagt onder meer aan bij dat Nederland kan voldoen aan zijn verplichtingen ingevolge artikel 2 van de uitvoeringsverordeningen.

Deze regeling treedt in werking op de dag na plaatsing ervan in de Staatscourant. Hiermee wordt toepassing gegeven aan aanwijzing 4.17, vijfde lid, onderdelen b en d, van de Aanwijzingen voor de regelgeving.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

Naar boven