BIJLAGE 2, BEHOREND BIJ ARTIKEL I, ONDERDEEL B
Bijlage Hk, behorende bij artikel 4, onderdeel q
Specifieke bepalingen met betrekking tot de actie, genoemd in artikel 4, onderdeel
q Schengen Informatiesysteem.
Artikel Hk1. Subsidieaanvrager
De subsidie wordt aangevraagd door het Ministerie van Justitie en Veiligheid.
Artikel Hk2. Aanvraagtijdvak
Subsidieaanvragen met betrekking tot een project in het kader van deze bijlage worden
door de minister ontvangen tot en met 31 december 2020, 17.00 uur.
Artikel Hk3. Subsidieplafond
Het maximaal beschikbare bedrag voor het verlenen van subsidie bedraagt voor het aanvraagtijdvak,
bedoeld in artikel Hk2, € 1.227.000,00.
Artikel Hk4. Subsidiabele activiteiten
Projecten zijn uitsluitend gericht op de snelle en doeltreffende opwaardering van
de betrokken nationale systemen, overeenkomstig de vereisten van verordening (EU)
2018/1861 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem.
Artikel Hk5. Specifieke eisen aan het project
-
1. Het project is uiterlijk op 31 december 2022 afgerond.
-
2. In plaats van de datum van ontvangst van de volledige aanvraag kan door de minister
in de beschikking tot subsidieverlening een andere startdatum van het project worden
vermeld.
Artikel Hk6. Hoogte van de subsidie
In afwijking van artikel 11 bedraagt de subsidie maximaal 100% van de subsidiabele
kosten doch ten hoogste het in de beschikking tot subsidieverlening vermelde maximumbedrag.
TOELICHTING
Algemeen
Deze regeling tot wijziging van de Subsidieregeling AMIF en ISF 2014–2020 bevat onder
andere toegevoegde acties voor het Intern Veiligheidsfonds (ISF) Grenzen en Visa en
aanpassingen in het budget van de specifieke maatregelen met betrekking tot terugkeer.
Artikelsgewijs
Artikel I
Onderdelen A en C (artikelen 1 en 12)
In de definitie ‘uitgezonden medewerker’ in artikel 1 en artikel 12, eerste lid, onderdeel
c, wordt verwezen naar het Dienst Buitenlandse Zaken Voorzieningenstelsel 2007. Dit
stelsel is vervallen en vervangen door het Dienst Buitenlandse Zaken Voorzieningenstelsel
2018 dat op 1 juli 2019 van kracht is geworden. Als gevolg van de Wet normalisering
rechtspositie ambtenaren zijn de rechtspositionele regelingen voor rijksambtenaren
per 1 januari 2020 vervallen. Het Dienst Buitenlandse Zaken Voorzieningenstelsel 2018
is vervangen door de Aanvullende CAO Rijk Uitzendingen 2020–2024.
Onderdelen B en G (artikel 4 en bijlagen Hj en Hk)
In augustus 2019 heeft de Europese Commissie meegedeeld in een notitie aan het AMIF-ISF
Comité (AMIF-ISF/2019/06) dat Nederland € 3.216.666,66 aan extra middelen ontvangt
voor ISF (Grenzen en Visa) voor het Europees systeem voor reisinformatie- en autorisatie
(ETIAS) en € 1.227.000,00 voor het Schengen Informatiesysteem (SIS). Deze extra middelen
zijn verwerkt in de subsidieregeling door de toevoeging acties aan artikel 4 en de
bijlagen Hj en Hk.
Conform artikel 79 van de ETIAS verordening (EU) 2018/1240 van 12 september 2018 en
de Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/946 van 12 maart 2019 krijgt iedere lidstaat
die deelneemt aan het ISF (Grenzen en Visa) € 3.216.666,66 als tegemoetkoming voor
te maken kosten met betrekking tot de ontwikkeling van ETIAS. Er is namelijk vastgelegd
dat over de lidstaten die deelnemen aan het ISF (Grenzen en Visa) € 96.500.000 in
gelijke delen moet worden verdeeld.
In artikel 5, vierde lid, van de verordening (EU) 2018/1861 (SIS verordening) van
28 november 2018 is vastgelegd dat over de lidstaten die deelnemen aan het ISF (Grenzen
en Visa) € 36.810.000 in gelijke delen moet worden verdeeld. Dat betekent dat iedere
deelnemende lidstaat € 1.227.000 aan extra middelen ontvangt die volledig bestemd
zijn voor de snelle en doeltreffende opwaardering van de betrokken nationale systemen,
overeenkomstig de vereisten van de SIS verordening.
Welke kosten precies voor subsidie in aanmerking komen is nader door de Europese Commissie
toegelicht in Annex II van notitie AMIF-ISF/2019/06 en in antwoorden op veel gestelde
vragen en wordt in Nederland door de Verantwoordelijke Autoriteit voor AMIF en ISF
afgestemd met de begunstigde.
Om de middelen als lidstaat daadwerkelijk te kunnen ontvangen was het nodig om het
nationale programma ISF aan te passen. Het aangepaste programma is in augustus 2019
ingediend en op 26 november 2019 door de Europese Commissie goedgekeurd. Deze wijziging
van de subsidieregeling AMIF en ISF 2014–2020 werkt dan ook terug tot en met 26 november
2019.
De Europese Commissie heeft met betrekking tot de extra te ontvangen middelen voor
de ontwikkeling van IT systemen ten behoeve van grensmanagement (ETIAS, SIS) en de
eerder al ontvangen extra middelen ten behoeve van het EES aangegeven dat conform
de van toepassing zijnde regelgeving kosten met terugwerkende kracht mogen worden
gefinancierd vanuit het nationaal programma. Dit betekent dat ook kosten gemaakt vóór
de herziening van het ISF nationaal programma in aanmerking komen voor subsidiëring,
zolang zij voldoen aan de subsidieregels. Dit is in lijn met EU-regelgeving. Artikel
130, eerste lid,van Verordening (EU,EURATOM) nr. 966/2012 maakt uitzonderingen mogelijk
op het verbod van terugwerkende kracht en bepaalt dat de Commissie bevoegd is gedelegeerde
handelingen vast te stellen betreffende nadere bepalingen inzake het verbod op terugwerkende
kracht. Daarin is voorzien in artikel 10, derde lid, van de Gedelegeerde Verordening
(EU) nr. 1042/2014 waarin staat: ‘In de regel wordt de subsidieovereenkomst ondertekend
voordat de projectactiviteiten ten laste van het nationale programma beginnen’.
In lijn met artikel 85, eerste lid, van Verordening (EU) 2018/1240 en artikel 5, vierde
lid, van Verordening (EU) 2018/1861 bedraagt de bijdrage uit de Uniebegroting aan
de gemaakte kosten 100% van de totale in aanmerking komende kosten voor ETIAS onderscheidenlijk
SIS.
De Europese Commissie zal de wijze waarop deze extra allocaties in de lidstaat worden
benut nauwgezet monitoren om er zeker van te zijn dat de gelden worden gebruikt voor
respectievelijk ETIAS en SIS.
De ISF financiering voor het ETIAS en voor het SIS zal worden toegekend aan het ‘Programma
Grenzen en Veiligheid’ dat hiertoe binnen het ministerie van Justitie en Veiligheid
is ingericht en dat zich met name richt op het, in samenwerking met de betrokken overheidsorganisaties
en de lucht- en zeehavens, implementeren van de Europese voorstellen in het kader
van slimme grenzen, waaronder het EES. Vanwege de specifieke aard van het project
en de deskundigheid die binnen het programma bij elkaar wordt gebracht is er geen
andere keuze dan het project door voornoemd programma te laten uitvoeren.
Onderdeel D (bijlage H, artikel H3)
In augustus 2019 heeft de Europese Commissie meegedeeld in een notitie aan het AMIF-ISF
Comité (AMIF-ISF/2019/06) dat Nederland € 2.288.797,13 aan extra middelen ontvangt
voor ISF (Grenzen en Visa) voor de ontwikkeling van IT systemen ten behoeve van grensmanagement
zoals bedoeld in artikel 15 van Verordening (EU) 515/2014. Deze extra middelen zijn
verwerkt in bijlage H, artikel H3. Deze middelen zullen in Nederland worden toegevoegd
aan het project dat wordt uitgevoerd onder artikel H5, onderdeel f, van bijlage H
met betrekking tot management van de externe EU-grenzen, zowel op visa als op grenzen.
Het betreft investeringen en activiteiten in verband met het voorbereiden, ontwikkelen
en onderhouden van de nationale systemen ten behoeve van de uitvoering van slimme
grenzen.
Om de middelen als lidstaat daadwerkelijk te kunnen ontvangen was het nodig om het
nationale programma ISF aan te passen. Het aangepaste programma is in augustus 2019
ingediend en op 26 november 2019 door de Europese Commissie goedgekeurd. Deze wijziging
van de subsidieregeling AMIF en ISF 2014–2020 werkt dan ook terug tot 26 november
2019.
De Europese Commissie heeft in een document met antwoorden op veel gestelde vragen
door lidstaten met betrekking tot de extra te ontvangen middelen voor de ontwikkeling
van IT systemen ten behoeve van grensmanagement (het Europees systeem voor reisinformatie
en -autorisatie (ETIAS) en het Schengen Informatiesysteem (SIS)) en de eerder al ontvangen
extra middelen ten behoeve van het Inreis- en uitreissysteem (EES) aangegeven dat
conform de van toepassing zijnde regelgeving kosten met terugwerkende kracht mogen
worden gefinancierd vanuit het nationaal programma. Dit betekent dat ook kosten gemaakt
vóór de herziening van het ISF nationaal programma in aanmerking komen voor subsidiëring,
zolang zij voldoen aan de subsidieregels. Dit is in lijn met EU-regelgeving. Artikel
130, eerste lid, van Verordening (EU, EURATOM) nr. 966/2012 maakt uitzonderingen mogelijk
op het verbod van terugwerkende kracht en bepaalt dat de Commissie bevoegd is gedelegeerde
handelingen vast te stellen betreffende nadere bepalingen inzake het verbod op terugwerkende
kracht. Daarin is voorzien in artikel 10, derde lid, van de Gedelegeerde Verordening
(EU) nr. 1042/2014 waarin staat: ‘In de regel wordt de subsidieovereenkomst ondertekend
voordat de projectactiviteiten ten laste van het nationale programma beginnen’.
Welke kosten precies voor subsidie in aanmerking komen wordt in Nederland door de
Verantwoordelijke Autoriteit voor AMIF en ISF afgestemd met de begunstigde.
De ISF financiering voor de ontwikkeling van IT systemen ten behoeve van grensmanagement
zoals bedoeld in artikel 15 van Verordening (EU) nr. 515/2014 zal worden toegekend
aan het ‘Programma Grenzen en Veiligheid’ dat hiertoe binnen het ministerie van Justitie
en Veiligheid is ingericht en dat zich met name richt op het, in samenwerking met
de betrokken overheidsorganisaties en de lucht- en zeehavens, implementeren van de
Europese voorstellen in het kader van slimme grenzen, waaronder het EES, het ETIAS
en de noodzakelijke aanpassingen van het SIS. Vanwege de specifieke aard van het project
en de deskundigheid die binnen het programma bij elkaar wordt gebracht is er geen
andere keuze dan het project door voornoemd programma te laten uitvoeren.
Onderdeel E (bijlage Ha, artikel Ha3)
Deze wijzigingen betreffen aanpassingen in het budget van de specifieke maatregelen.
Ter versterking van de operationele behoeften van de specifieke maatregel met betrekking
tot gezamenlijke terugkeer en re-integratie heeft de Europese Commissie voor het project
ERRIN additionele middelen van € 3.000.000 ter beschikking gesteld. Deze extra middelen
zijn verwerkt in artikel Ha3, aanhef en onderdeel d.
Op 18 oktober 2017 heeft de Europese Commissie € 1.800.000 additionele middelen toegekend
aan de Specifieke maatregel Eurint vallend onder de Specifieke doelstelling 3 – Terugkeer,
van het Nationaal Programma AMIF. Deze middelen bleken echter niet nodig en zijn door
middel van de wijziging van de regeling, d.d. 4 september 2019, ingezet voor de Specifieke
maatregelen MedCOI en ERRIN, die ook vallen onder de Specifieke doelstelling 3 – Terugkeer,
van het Nationaal Programma AMIF. In die wijziging was het maximaal beschikbare bedrag
voor onderdeel c, het project Eurint, echter niet naar beneden bijgesteld. Deze bijstelling
wordt nu alsnog verwerkt en werk terug tot en met 5 september 2019. Deze bijstelling
heeft geen gevolgen voor de uitgevoerde projecten.
Onderdeel F (bijlage Ha, artikel Ha5)
Aan artikel Ha5 wordt een zesde lid toegevoegd op grond waarvan het mogelijk wordt
dat de aan ERRIN participerende lidstaten de in die lidstaat vastgelegde maximale
bedragen die rechtstreeks ten goede komen aan de terugkeerder als subsidiabele kosten
opvoeren. De in artikel C7, derde lid, onder b en c, vermelde bedragen zijn specifiek
voor de Nederlandse situatie en kunnen voor andere lidstaten niet van toepassing of
te beperkt zijn. Alle aan een specifieke actie participerende lidstaten dienen te
voldoen aan de regels van de leidende lidstaat van die specifiek actie. Nederland
is de leidende lidstaat van de specifieke actie ERRIN. Deze wijziging ziet erop dat
terugkeervergoedingen vanuit een aan ERRIN participerende lidstaat in aanmerking komen
voor Europese AMIF subsidie indien die vergoedingen in lijn zijn met de afspraken
die gelden in die betreffende lidstaat.
Artikel II
Zoals hierboven vermeld werken de onderdelen B, D en G van artikel I van deze regeling
terug tot en met 26 november 2019, de datum waarop het aangepaste nationale programma
ISF door de Europese Commissie is goedgekeurd. Dit zodat er zoveel mogelijk subsidiabele
kosten kunnen worden opgevoerd door de projecten die de geoormerkte gelden voor ETIAS,
SIS en IT systemen ten behoeve van grensbewaking zullen besteden en onderbesteding
van het fonds zoveel mogelijk wordt voorkomen.
Artikel I, onderdeel F, werkt terug tot en met 13 juli 2018, de datum waarop het project
ERIN werd uitgebreid met activiteiten gericht op gezamenlijke terugkeer. Door deze
wijziging werd deze activiteit op zowel gezamenlijke terugkeer als re-integratie gericht.
Daarnaast werd de projectnaam gewijzigd naar ERRIN.
De invoeringstermijn bedraagt minder dan twee maanden en de inwerkingtreding valt
niet op een vast verandermoment. Daarmee wijkt de inwerkingtreding af van de minimuminvoeringstermijn
en de vaste verandermomenten. Deze regeling betreft een aantal gunstige aanpassingen,
waarvoor afwijking is toegestaan op grond van artikel 4.17, vijfde lid, onder a, van
de Aanwijzingen voor de regelgeving, omdat daarmee onderbesteding van het Intern Veiligheidsfonds
(Grenzen en Visa) wordt voorkomen en er met de extra ontvangen middelen Europese regelgeving
kan worden geïmplementeerd.
De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, A. Broekers-Knol