Besluit verlenen opsporingsvergunning aardwarmte Rotterdam-Haven, Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

Besluit 9 januari 2020

DGKE- WO / 19304862

Procesverloop:

  • Havenbedrijf Rotterdam N.V. (hierna: de aanvrager) heeft per bericht van 7 augustus 2017 een aanvraag ingediend voor een opsporingsvergunning voor aardwarmte, ingevolge artikel 6 van de Mijnbouwwet (hierna: Mbw). Het aangevraagde gebied genaamd Rotterdam-Haven, ligt in de provincie Zuid-Holland, in de gemeenten Rotterdam, Westland en Westvoorne. De oppervlakte van het aangevraagde gebied bedraagt 245,12 km2. De aangevraagde geldigheidsduur van de vergunning is vier jaar;

  • de aanvraag is concurrerend ingediend op de aanvraag opsporingsvergunning voor het gebied Westland-Zuidwest, die op 10 mei 2017 in de Staatscourant is gepubliceerd (nr. 25946);

  • in de Staatscourant van 21 september 2017 (Staatscourant 2017, nr. 53130) is een uitnodiging geplaatst voor het indienen van concurrerende aanvragen op de aanvraag Rotterdam-Haven. Binnen de termijn van dertien weken is één concurrerende aanvraag opsporingsvergunning ontvangen van Aardwarmte Maasdijk B.V. voor het gebied Maasdijk 2;

  • De aanvrager heeft op 7 augustus 2019 een aanvulling ingediend, waardoor de aanvraag dusdanig wordt gewijzigd dat Shell Geothermal B.V. (hierna: Shell) toetreedt als medevergunninghouder en wordt aangewezen als de partij die de feitelijke werkzaamheden uitvoert of daartoe opdracht verleend;

  • TNO-AGE (hierna: TNO) heeft op verzoek van de Minister van Economische Zaken en Klimaat (hierna: Minister van EZK) op 25 oktober 2018 advies uitgebracht (kenmerk: AGE 18-10.085);

  • Staatstoezicht op de mijnen (hierna: Sodm) heeft op verzoek van de Minister van EZK op 31 augustus 2018 en 24 september 2019 advies uitgebracht (kenmerk: 18223585 en ADV-309 / 19222401);

  • Omgevingsdienst Haaglanden heeft namens het College van gedeputeerde staten van de provincie Noord-Holland (hierna: GS) heeft op grond van artikel 16 van de Mbw op 12 januari 2018 advies uitgebracht (kenmerk: ODH-2017-00132275);

  • de Mijnraad heeft, op grond van artikel 105, derde lid Mbw, per brief van 21 oktober 2019 advies uitgebracht (kenmerk: MIJR/19248949)

Gelet op:

de artikelen 6, 7, 9, 11, eerste tot en met derde lid, en vierde lid, eerste volzin, 12, eerste lid, 13, 15, 16, 17, eerste lid en 105, derde lid, Mijnbouwwet, alsmede artikel 1.3.1 van de Mijnbouwregeling.

Besluit

Artikel 1

Aan Havenbedrijf Rotterdam N.V. en Shell Geothermal B.V. (hierna gezamenlijk: de vergunninghouder) wordt een opsporingsvergunning voor aardwarmte verleend voor het gebied genaamd Rotterdam-Haven.

Artikel 2

Shell Geothermal B.V. wordt degene die de werkzaamheden uitvoert of daartoe opdracht verleent, als bedoeld in artikel 22, vijfde lid, Mbw.

Artikel 3

De vergunning geldt voor het gebied dat ligt in de provincie Zuid-Holland, in de gemeenten Rotterdam, Westland en Westvoorne en wordt begrensd door de rechte lijnen tussen de punten zoals weergegeven in tabel 1.

Tabel 1:

Punt

X

Y

4A

71440,000

441570,000

4B

72790,000

443090,000

4C

68533,454

448445,191

4D

67647,000

449653,000

4E

57817,411

449715,075

4F

55898,374

448552,812

4G

52120,000

444005,000

4H

54236,000

434402,000

4I

67437,904

433382,517

4J

65225,000

437065,000

4K

70070,000

439898,000

4L

70633,000

438911,000

Bovenstaande coördinaten zijn weergegeven volgens het stelsel van de Rijksdriehoekmeting (RD).

Op basis van deze grensbeschrijving is de oppervlakte van het gebied 245,12 km2.

Artikel 4

Het gebied waarvoor de vergunning geldt, is verticaal begrensd met als bovengrens de basis van de Altena Groep.

Artikel 5

De vergunninghouder geeft uitvoering aan het werkprogramma dat onderdeel uitmaakt van de op 7 augustus 2017 ingediende aanvraag.

Artikel 6

De vergunninghouder neemt bij de uitvoering van het werkprogramma de volgende voorwaarde in acht: zes maanden voorafgaand aan de uitvoering van fysieke activiteiten overlegt de vergunninghouder aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat, een geactualiseerde organisatiestructuur en -invulling, conform de dan geldende technische standaarden, welke aan de Inspecteur-Generaal der Mijnen wordt voorgelegd.

Artikel 7

De vergunning geldt vanaf het tijdstip waarop zij in werking is getreden tot vier jaar na het tijdstip waarop zij onherroepelijk is geworden.

Artikel 8

De vergunning treedt in werking met ingang van de dag na die waarop de beschikking is bekendgemaakt.

Deze beschikking wordt bekendgemaakt door toezending aan de aanvrager. Van deze beschikking wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, namens deze: J.L. Rosch MT-lid directie Warmte en Ondergrond

Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen 6 weken na de dag waarop dit besluit is verzonden, een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken en Klimaat, directie Wetgeving en Juridische Zaken, Postbus 20401, 2500 EK Den Haag. Dit besluit is verzonden op de in de aanhef vermelde datum.

Naar boven