Beleidsregels erkenning van beroepskwalificaties en verklaring van vakbekwaamheid beroepen in de individuele gezondheidszorg

Beleidsregels van de Minister voor Medische Zorg van 28 april 2020, kenmerk CIBG-20-0433, over de behandeling van een aanvraag van een erkenning van beroepskwalificaties en de aanvraag van een verklaring van vakbekwaamheid van een beroepsbeoefenaar in de individuele gezondheidszorg (Beleidsregels erkenning van beroepskwalificaties en verklaring van vakbekwaamheid beroepen in de individuele gezondheidszorg).

Voor algemene informatie over buitenlandse diploma’s, zie: https://www.bigregister.nl/buitenlands-diploma.

De Minister voor Medische Zorg besluit de volgende beleidsregels vast te stellen met betrekking tot:

  • de behandeling van een aanvraag van een erkenning van beroepskwalificaties als bedoeld in artikel 41, eerste lid, onder c, artikel 45, eerste lid, onder c, en artikel 36a, van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG).

  • de behandeling van een aanvraag van een verklaring van vakbekwaamheid als bedoeld in artikel 41, eerste lid, onder b, artikel 45, eerste lid, onder b, en artikel 36a, van de Wet BIG.

Dit besluit vervangt de Circulaire Vakbekwaamheid buitenslands gediplomeerden volksgezondheid (CIBG/VV-2987442).

1 Aanvraag erkenning van beroepskwalificaties (algemeen stelsel)

1.1 Commissie

De Minister voor Medische Zorg (hierna: Minister) stelt op grond van artikel 41 van de Wet BIG, voor elk daarvoor in aanmerking komend beroep een commissie van deskundigen in, die tot taak heeft hem van advies te dienen ten aanzien van het verlenen van een erkenning van beroepskwalificaties. Deze commissie heet de Commissie Buitenslands Gediplomeerden Volksgezondheid (hierna: de Commissie).

De Commissie beoordeelt aan de hand van de door de aanvrager overgelegde bewijsstukken of er wezenlijke verschillen zijn tussen de gevolgde (beroeps)opleiding en de Nederlandse (beroeps)opleiding en als dat zo is of deze zijn overbrugd door latere opleiding en werkervaring.

1.2 Uitkomst beoordeling

De Minister kan, op grond van het advies van de Commissie, concluderen dat de beroepskwalificaties van de betrokken aanvrager in vergelijking met de betreffende Nederlandse opleiding gelijkwaardig zijn of dat er wezenlijke verschillen zijn. Indien de beroepskwalificaties gelijkwaardig worden geacht, verleent de Minister de erkenning van deze beroepskwalificaties. Indien sprake is van wezenlijke verschillen kan de Minister compenserende maatregelen verlangen. Dit kan een aanpassingsstage of proeve van bekwaamheid zijn. Op grond van artikel 11, vijfde lid, van de Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties is de proeve van bekwaamheid voor bepaalde beroepen geen optie.

1.2.1 Aanpassingsstage

De aanpassingsstage dient in Nederland plaats te vinden onder verantwoordelijkheid van een beroepsbeoefenaar. Een aanpassingsstage op de BES-eilanden is hierbij uitgesloten. Bij de beroepen waarvoor een wettelijk erkend register is ingesteld, als bedoeld in artikel 3 van de Wet BIG (artikel 3-beroepen), moet deze beroepsbeoefenaar ongeclausuleerd in het BIG-register van het betreffende beroep zijn ingeschreven. In het geval van een beroep waarvoor een beschermde opleidingstitel geldt in de zin van artikel 34 of van een experiment-beroep in de zin van artikel 36a van de Wet BIG, moet hij in het bezit zijn van een Nederlands diploma dat recht geeft op het voeren van de betreffende opleidingstitel, dan wel van een verklaring van vakbekwaamheid of erkenning van beroepskwalificaties. Bovendien mag tegen hem geen bevoegdheidsbeperking van kracht zijn. Voorts mag hij geen echtgenoot, geregistreerde partner, bloed- of aanverwant van de aanvrager zijn.

1.2.2 Proeve van bekwaamheid

De Minister bepaalt in het besluit een termijn waarbinnen de aanvrager na de uitnodiging daartoe de proeve van bekwaamheid moet hebben afgelegd. De aanvrager heeft de mogelijkheid, indien hij niet voor de proeve is geslaagd, deze één keer te herkansen. De Minister bepaalt in het besluit een termijn waarbinnen de aanvrager na de uitnodiging daartoe deze tweede proeve van bekwaamheid moet hebben afgelegd. Indien de aanvrager niet voor de proeve slaagt, is niet alsnog een aanpassingsstage mogelijk.

2 Aanvraag verklaring van vakbekwaamheid

2.1 Commissie

De Minister voor Medische Zorg (hierna: de Minister) stelt op grond van artikel 41 van de Wet BIG, voor elk daarvoor in aanmerking komend beroep een commissie van deskundigen in, die tot taak heeft hem van advies te dienen ten aanzien van het verlenen van een verklaring van vakbekwaamheid. Deze commissie heet de Commissie Buitenslands Gediplomeerden Volksgezondheid (hierna: de Commissie).

De Commissie beoordeelt aan de hand van de door de aanvrager overgelegde bewijsstukken of de vakbekwaamheid van de aanvrager op hetzelfde niveau ligt als het eindniveau van de Nederlandse (beroeps)opleiding.

2.2 Uitkomst beoordeling

De Minister kan, op grond van het advies van de Commissie, concluderen dat de vakbekwaamheid van de betrokken aanvrager gelijkwaardig of niet gelijkwaardig is aan de vakbekwaamheid van de volgens de wettelijke vereisten in Nederland opgeleide beroepsbeoefenaar.

2.2.1 Gelijkwaardig en inschrijving in het BIG-register

Indien de vakbekwaamheid gelijkwaardig wordt geacht, besluit de Minister dat de verklaring van vakbekwaamheid in beginsel kan worden verleend. Omdat de aanvrager niet als beroepsbeoefenaar in Nederland werkzaam is geweest, verleent de Minister, op grond van het advies van de Commissie, eerst een verklaring van vakbekwaamheid onder beperking(en). De aanvrager moet gedurende een bepaalde periode onder supervisie kennismaken met het Nederlandse stelsel van gezondheidszorg, de daarbij behorende wet- en regelgeving en de medische ethiek.

Een verklaring van vakbekwaamheid onder beperking(en) wordt verleend op grond van artikel 41, derde lid, van de Wet BIG. De verklaring wordt alleen afgegeven ten aanzien van beroepen waarvoor bij wet een register is ingesteld.

De beperking(en) die de Minister aan de inschrijving in het BIG-register kan stellen moeten het belang van de volksgezondheid dienen en kunnen betrekking hebben op de duur van de inschrijving en/of beperkingen in de beroepsuitoefening.

Betrokkene wordt in het BIG-register ingeschreven onder vermelding van de beperking(en).

De inschrijving op grond van een verklaring van vakbekwaamheid onder beperking(en) wordt een geclausuleerde inschrijving genoemd.

2.2.1.1 Geclausuleerde inschrijving

De Minister verleent bij toepassing van artikel 41, derde lid, van de Wet BIG, een verklaring van vakbekwaamheid waarmee de aanvrager zich binnen twee jaar in het BIG-register moet inschrijven. Daarnaast bepaalt de Minister in het besluit binnen welke periode betrokkene de supervisie na de inschrijving moet hebben afgerond. Voorts vermeldt hij daarbij dat ingevolge artikel 41, derde lid, aanhef en onder a, van de Wet BIG, de geclausuleerde inschrijving na deze periode zal worden doorgehaald, indien niet aan de voorwaarden van de supervisie is voldaan.

2.2.1.2 Supervisieperiode en eisen supervisor

Het werken onder supervisie dient in Nederland plaats te vinden. De BES-eilanden zijn hierbij uitgesloten. De supervisieperiode bedraagt voor alle beroepen drie maanden om kennis te maken met het Nederlandse gezondheidszorgstelsel. De betreffende periode mag naar rato in deeltijd worden verricht, met in beginsel een minimum van 18 uur per week.

De supervisor moet ongeclausuleerd in het BIG-register van het betreffende beroep zijn ingeschreven. Jegens hem mag geen bevoegdheidsbeperkende maatregel van kracht zijn. Voorts mag de supervisor geen echtgenoot, geregistreerde partner, bloed- of aanverwant van de gesuperviseerde zijn.

2.2.1.3 Beoordeling supervisie

Na afloop van de supervisieperiode, stelt de supervisor een verklaring op die hij binnen een in het betreffende besluit neergelegde termijn aan de Minister voorlegt. Indien de Minister vaststelt dat gesuperviseerde volgens de verklaring voldoet aan de eisen zoals vermeld in het advies van de Commissie, kan de Minister de geclausuleerde inschrijving omzetten in een ongeclausuleerde inschrijving.

2.2.2 Gelijkwaardig zonder inschrijving in het BIG-register

In het geval van een beroep waarvoor een beschermde opleidingstitel geldt in de zin van artikel 34 van de Wet BIG, de vakbekwaamheid gelijkwaardig wordt geacht, besluit de Minister dat de verklaring van vakbekwaamheid kan worden verleend. Op grond van de verklaring van vakbekwaamheid mag het beroep uitgeoefend worden en mag de beroepstitel gebruikt worden.

Op grond van artikel 45, derde lid, van de Wet BIG, is het artikel over de geclausuleerde inschrijving niet van toepassing voor beroepen in de zin van artikel 34 van de Wet BIG.

2.2.3 Niet gelijkwaardig

Indien de Minister op grond van het advies van de Commissie van oordeel is dat de vakbekwaamheid tekortschiet, concludeert hij dat de vakbekwaamheid niet gelijkwaardig is.

2.2.3.1 Aanvullende opleiding mogelijk

Indien de tekortkomingen door middel van een aanvullende opleiding kunnen worden weggenomen, kan de Minister, op grond van het advies van de Commissie, besluiten dat betrokkene eerst een aanvullende opleiding moet volgen, teneinde zijn vakbekwaamheid op het eindniveau van de Nederlandse beroepsopleiding te brengen. De aanvullende opleiding mag in beginsel niet meer omvatten dan de helft van de Nederlandse opleiding. De Minister vermeldt in het besluit dat de verklaring van vakbekwaamheid kan worden verleend, als betrokkene binnen een door de Minister bepaalde termijn met de aanvullende opleiding is begonnen en deze binnen een door de Minister bepaalde termijn heeft afgerond. Na het afronden van de aanvullende opleiding wordt, binnen een in het besluit van de Minister vastgelegde termijn, een verklaring van de onderwijsinstelling aan de Minister voorgelegd. Indien de aanvullende opleiding naar het oordeel van de Commissie naar behoren is afgerond, verleent de Minister op grond van het advies van de Commissie de verklaring van vakbekwaamheid.

2.2.3.2 Aanvullende opleiding niet mogelijk

Indien de Minister op grond van het advies van de Commissie van oordeel is dat een aanvullende opleiding noodzakelijk is die meer omvat dan de helft van de Nederlandse opleiding, wijst hij de aanvraag af.

2.3 Tijdelijke verklaring van vakbekwaamheid

In paragraaf 2.2 is het beleid beschreven betreffende de behandeling van een aanvraag van een verklaring van vakbekwaamheid van de beroepsbeoefenaar in de individuele gezondheidszorg die voor langere tijd in Nederland wil werken. Deze paragraaf heeft betrekking op de behandeling van een aanvraag van een verklaring van vakbekwaamheid voor een geclausuleerde inschrijving van de beroepsbeoefenaar in de individuele gezondheidszorg die tijdelijk in Nederland wil werken. Aan deze beroepsbeoefenaar kan na een verkorte procedure een verklaring van vakbekwaamheid voor een geclausuleerde inschrijving worden afgegeven. Met die verklaring kan hij vervolgens een tijdelijke registratie aanvragen. De Minister is bevoegd tot afgifte van een zodanige verklaring van vakbekwaamheid op grond van artikel 41, derde lid, van de Wet BIG. Hij maakt in twee gevallen van deze bevoegdheid gebruik: in het belang van het land van herkomst (2.3.1) of vanwege een wezenlijk Nederlands volksgezondheidsbelang (2.3.2).

2.3.1 Belang van het land van herkomst

De Minister kan aan een buitenslands gediplomeerde beroepsbeoefenaar een verklaring van vakbekwaamheid voor een geclausuleerde inschrijving in het BIG-register in het belang van het land van herkomst verlenen. De verklaring van vakbekwaamheid onder voormelde beperking is noodzakelijk teneinde beroepsbeoefenaren in de individuele gezondheidszorg de mogelijkheid te bieden om in het kader van een specifieke vervolgopleiding, ten behoeve van de individuele gezondheidszorg in het land van herkomst, een deel van de specialistenopleiding in Nederland te volgen. De voorwaarden waaronder de Minister deze bevoegdheid uitoefent zijn opgenomen in een Memorandum of Understanding (mantelovereenkomst) tussen de Ministers van Volksgezondheid van het land van herkomst en van Nederland.

2.3.1.1 Procedure aanvraag verklaring van vakbekwaamheid voor een geclausuleerde inschrijving in het belang van het land van herkomst

De aanvraag van de verklaring van vakbekwaamheid voor een geclausuleerde inschrijving in het belang van het land van herkomst moet worden ingediend door de betrokken Nederlandse zorginstelling waar de betreffende beroepsbeoefenaar een deel van de betreffende opleiding volgt. Daarbij neemt de zorginstelling de eisen uit de relevante Memorandum of Understanding in acht.

2.3.1.2 Geclausuleerde inschrijving

De geclausuleerde inschrijving kan niet de duur van de gehele opleiding voor het desbetreffende specialisme in Nederland behelzen. Bovendien kan de geclausuleerde inschrijving niet leiden tot een ongeclausuleerde inschrijving in het BIG-register.

2.3.2 Wezenlijk Nederlands volksgezondheidsbelang

De Minister kan op grond van artikel 41, eerste lid, onder b, in samenhang met artikel 41, derde lid en vierde lid, van de Wet BIG voorts aan een buitenslands gediplomeerde beroepsbeoefenaar een geclausuleerde inschrijving in het BIG-register in het kader van een wezenlijk Nederlands volksgezondheidsbelang verlenen. De verklaring van vakbekwaamheid onder voormelde beperking is aan de orde, indien er in Nederland een tekort aan zodanige gekwalificeerde beroepsbeoefenaren is en deze evenmin in de andere landen van de EER of Zwitserland beschikbaar zijn. Om vast te stellen of een dergelijk tekort daadwerkelijk bestaat, raadpleegt de Minister de rapporten van de Stichting Capaciteitsorgaan voor medische en tandheelkundige vervolgopleidingen. De Minister toetst niet of de vakbekwaamheid van de betreffende beroepsbeoefenaar gelijkwaardig is aan de vakbekwaamheid van de volgens de wettelijke vereisten in Nederland opgeleide beroepsbeoefenaar. Om die reden is hij terughoudend bij het toepassen van deze bevoegdheid.

2.3.2.1 Procedure aanvraag verklaring van vakbekwaamheid voor een geclausuleerde inschrijving in het kader van een wezenlijk Nederlands volksgezondheidsbelang

De aanvraag van de verklaring van vakbekwaamheid voor een geclausuleerde inschrijving moet worden ingediend door de betrokken Nederlandse zorginstelling waar de betreffende beroepsbeoefenaar werkzaam zal zijn.

Hierbij moet de Nederlandse zorginstelling, naast de documenten vermeld in artikel 7, eerste lid, van het Besluit buitenslands gediplomeerden, een ondertekende verklaring overleggen waarin zij vermeldt dat:

  • zij in het kader van een wezenlijk Nederlands volksgezondheidsbelang behoefte heeft aan een gekwalificeerde beroepsbeoefenaar;

  • er in Nederland en in de overige landen van de EER en Zwitserland een tekort aan zodanige beroepsbeoefenaren is;

  • zij vergeefs in de lidstaten van de EER en Zwitserland naar een zodanige gekwalificeerde beroepsbeoefenaar heeft gezocht.

Voorts dient de Nederlandse zorginstelling het gestelde tekort aan en de (onsuccesvolle) werving van zodanige gekwalificeerde beroepsbeoefenaren aannemelijk te maken.

De aanvraag kan niet gelijktijdig met een aanvraag van een verklaring van vakbekwaamheid als bedoeld in paragraaf 2.2 worden ingediend.

2.3.2.2 Geclausuleerde inschrijving

De geclausuleerde inschrijving is tijdelijk en bedraagt maximaal één jaar. Verlenging van de geclausuleerde inschrijving is niet mogelijk. Zij kan niet leiden tot een ongeclausuleerde inschrijving in het BIG-register.

De Minister voor Medische Zorg, namens deze, de directeur van het CIBG, N.A. Laagland

Naar boven