De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
Gelet op artikel 12, eerste lid, van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/262 van de Commissie
van 17 februari 2015 tot vaststelling van voorschriften overeenkomstig de Richtlijnen
90/427/EEG en 2009/156/EG van de Raad met betrekking tot de methoden voor de identificatie
van paardachtigen (PbEU L 59) en artikel 3, eerste lid, van het Besluit identificatie
en registratie van dieren;
Besluit:
ARTIKEL I
In artikel 38v, eerste lid, van de Regeling identificatie en registratie van dieren
wordt ‘zes maanden’ vervangen door ‘negen maanden’.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
’s-Gravenhage, 18 mei 2020
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten
TOELICHTING
Verordening 2015/262 (verordening paardenpaspoort) regelt in artikel 12, eerste lid,
dat paarden in ieder geval binnen twaalf maanden van een chip en een paspoort dienen
te worden voorzien. Lidstaten kunnen er bijvoorbeeld voor kiezen deze termijn om praktische
redenen te verkorten tot zes maanden (tweede lid). Nederland heeft van die mogelijkheid
gebruik gemaakt middels artikel 38v, eerste lid, van de Regeling identificatie en
registratie van dieren.
Door de COVID-19 epidemie hebben de werkzaamheden van paspoortconsulenten enige tijd
stilgelegen. Onduidelijk is namelijk of in alle gevallen de afstand van anderhalve
meter van de COVID-19 richtlijnen van het RIVM kan worden gewaarborgd. Dit heeft tot
gevolg dat sommige paarden niet op tijd konden worden gechipt en om die reden worden
uitgesloten van humane consumptie.
Dat is zeer nadelig voor fokkers van veulens, omdat deze veel minder waard worden.
Om deze werkzaamheden toch mogelijk te maken wordt momenteel een protocol opgesteld
waardoor tijdens het chippen en schetsen van een veulen aan de RIVM-richtlijnen op
een veilige manier kan worden voldaan.
Daarom heb ik besloten om de termijn voor het chippen van veulens in het kader van
corona te verruimen van zes maanden naar negen maanden. Door die verlengde termijn
kunnen veulens alsnog gechipt worden zonder uitgesloten te worden van humane consumptie.
Het systeem van de RVO kan hierop gemakkelijk worden aangepast. Zo kunnen de nadelige
effecten van de COVID-19 epidemie voor fokkers worden opgeheven.
Onderhavige wijzigingsregeling voorziet hierin. In artikel 38v, eerste lid, van de
Regeling identificatie en registratie van dieren, wordt de termijn van zes maanden
gewijzigd in een termijn van negen maanden. De aanpassing geldt tot nader order. De
regeling wordt weer gewijzigd op het moment dat de situatie is genormaliseerd.
Regeldruk
De regeling heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten voor burgers of het
bedrijfsleven. Dit houdt verband met het feit dat in de uitvoeringsverordening geen
nieuwe verplichtingen zijn opgenomen.
Uitvoerings- en handhaafbaarheidstoets
Aangezien het hier enkel gaat om een termijnverlenging waarbinnen een bestaande (Europese)
verplichting dient te zijn uitgevoerd, is afgezien van een uitvoerings- en handhaafbaarheidstoets
met betrekking tot onderhavige regeling.
Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin zij wordt gepubliceerd. Hiermee wordt afgeweken van het kabinetsbeleid
inzake vaste verandermomenten (Kamerstukken II 2009/10, 29 515, nr. 309). Het kabinetsbeleid biedt de mogelijkheid af te wijken van vaste verandermomenten
indien het spoed- of noodregelgeving betreft, hetgeen hier het geval is.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten