Zeewaarts inperken zandwinvakken Noordzee voor de resterende aanleg van Maasvlakte, Rijkswaterstaat

Ontgrondingenwet

Bekendmaking

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat maakt hierbij op grond van de Algemene wet bestuursrecht bekend dat zij bij besluit van 6 mei 2020 met kenmerk RWS-2020/29481 ambtshalve heeft beschikt tot het zeewaarts inperken van de zandwinvakken in de Noordzee voor de resterende aanleg van Maasvlakte 2 door het Havenbedrijf Rotterdam N.V.

Termijn van ter inzagelegging

De beschikking alsmede de terzake van belang zijnde stukken liggen tijdens kantooruren ter inzage van woensdag 13 mei tot en met 24 juni 2020 bij Rijkswaterstaat Zee en Delta, Lange Kleiweg 34 te Rijswijk (ZH). Tijdens kantooruren kan bij de dienst Zee en Delta desgewenst mondelinge toelichting op de stukken worden verkregen bij de heer S. de Jong, tel. 0652562719.

Bezwaar en voorlopige voorziening

Tegen het besluit kan tot en met 24 juni 2020 een bezwaarschrift worden ingediend. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat p.a. de hoofdingenieur-directeur Rijkswaterstaat Zee en Delta, Postbus 2232, 3500 GE Utrecht.

Tevens is het mogelijk om een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening in te dienen.

Een dergelijk verzoek dient te worden gericht aan de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag.

Middelburg, 6 mei 2020

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, namens deze, het hoofd van de afdeling Vergunningverlening, M.P. Ardon

Naar boven