Regeling van de Minister van Justitie en Veiligheid van 4 mei 2020, kenmerk 2897291, houdende wijziging van de Regeling politiehonden

De Minister van Justitie en Veiligheid;

Gelet op artikel 24, derde lid, van het Besluit bewapening en uitrusting politie:

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling politiehonden wordt als volgt gewijzigd:

A

Na het vierde lid van artikel 13 worden twee leden toegevoegd:

  • 5. In buitengewone omstandigheden kan de Minister van Justitie en Veiligheid besluiten de geldigheidsduur van het certificaat bedoeld in het tweede lid, tijdelijk te verlengen.

  • 6. Ingeval de Minister van Justitie en Veiligheid gebruik maakt van zijn bevoegdheid, als bedoeld in het vijfde lid, draagt de voorziening voor de organisatie en administratie van keuringen, als bedoeld in artikel 6, tweede lid, er zorg voor dat de verlenging van de geldigheidsduur van de certificaten administratief wordt verwerkt.

B

Na het vijfde lid van artikel 14 worden twee leden toegevoegd:

  • 6. In buitengewone omstandigheden kan de Minister van Justitie en Veiligheid besluiten de geldigheidsduur van het certificaat bedoeld in het derde lid, tijdelijk te verlengen.

  • 7. Ingeval de Minister van Justitie en Veiligheid gebruik maakt van zijn bevoegdheid, als bedoeld in het zesde lid, draagt de voorziening voor de organisatie en administratie van keuringen, als bedoeld in artikel 6, tweede lid, er zorg voor dat de verlenging van de geldigheidsduur van de certificaten administratief wordt verwerkt.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 maart 2020.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

TOELICHTING

Aanleiding

Bij brief van 3 april 2020 aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal zijn onder andere maatregelen aangekondigd die bijdragen aan de inzetbaarheid van politiemedewerkers1. Eén van die maatregelen ziet op de keuring van de combinatie geleider en politiehond.

Huidige regeling

Op basis van de Regeling politiehonden worden op grond van keuringen certificaten verstrekt aan combinaties geleider-politiehond die in dienst zijn van de politie. Deze certificaten kunnen op basis van een herkeuring, mits met goed gevolg, worden verlengd. Zonder geldig certificaat kunnen de bedoelde combinaties niet worden ingezet.

Gevolgen van de uitbraak van COVID-19

Vanwege de maatregelen rondom COVID-19 die het kabinet in het voorjaar van 2020 heeft genomen, zijn (her)keuringen van combinaties geleider-politiehond stil gelegd. Hierdoor kunnen bestaande certificaten niet worden verlengd hetgeen betekent dat steeds meer combinaties niet langer kunnen worden ingezet. In de periode van 1 maart 2020 tot 1 augustus 2020 zou het op basis van een inschatting van de politie gaan om herkeuringen van ongeveer 85 combinaties waarvan de geldigheidsduur van het certificaat verloopt.

Voorgestelde wijziging

Gelet op de noodzaak de combinaties in te kunnen blijven zetten en de verplichting tot certificering van de combinaties geleiders – honden, heb ik besloten de artikelen 13 en 14 van de Regeling politiehonden te wijzigen. Deze wijziging maakt het mogelijk om in buitengewone omstandigheden de geldigheidsduur van bestaande certificaten tijdelijk te verlengen zonder herkeuring opdat deze combinaties inzetbaar blijven. Daarbij kan maatwerk worden verricht door alleen die certificaten waarvan geldigheidsduur verstrijkt, te verlengen.

Indien de geldigheidsduur van verlopende certificaten tijdelijk wordt verlengd, zal het Landelijk Keurings- en Certificeringsbureau van de Landelijke eenheid (de voorziening zoals bedoeld in artikel 6, tweede lid, Regeling politiehonden) deze verlenging administratief verwerken.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel I, onderdeel A (artikel 13)

In lijn met de bestaande regeling worden aan artikel 13 twee leden toegevoegd. Het nieuwe vijfde lid geeft de Minister van Justitie en Veiligheid de bevoegdheid om in buitengewone omstandigheden te besluiten de geldigheidsduur van de bestaande certificaten zonder herkeuring te verlengen. De Minister kan van zijn bevoegdheid gebruik maken als hij concrete signalen uit de praktijk krijgt dat er geen keuringen van de combinaties geleiders- honden kunnen plaatsvinden, waardoor de certificaten niet verlengd kunnen worden en bedoelde combinaties niet langer kunnen worden ingezet. De Minister voert hierover overleg met betrokken partijen. In dit overleg zal ook de duur van de verlenging aan de orde komen. Daarbij wordt rekening gehouden met de periode die nodig is om de combinaties geleider-hond weer op toets niveau te brengen en op de gebruikelijke wijze te keuren. Indien de Minister gebruik maakt van deze bevoegdheid worden de betreffende combinaties aangemeld bij het Landelijk Keurings- en Certificeringsbureau van de Landelijke eenheid alwaar in de administratie de duur van de geldigheid van de bestaande certificeringen kan worden gecontroleerd. Vervolgens zal het besluit om de geldigheid van de betreffende certificaten te verlengen in deze administratie worden opgenomen als aanvulling op het bestaande certificaat.

Artikel I, onderdeel B (artikel 14)

Eveneens in lijn met de bestaande regeling worden aan artikel 14 twee leden toegevoegd. Deze leden regelen de bevoegdheid van de Minister van Justitie en Veiligheid om in buitengewone omstandigheden de keuringscommissie toestemming te verlenen om herkeuringscertificaten die hun geldigheid verliezen, te verlengen. Zie voorts de toelichting op Artikel I, onderdeel A.

Artikel II

Hoewel de COVID-19 maatregelen op 12 maart 2020 zijn ingegaan, is ervoor gekozen om deze regeling in te laten gaan op 1 maart 2020. Voor de administratie van de certificaten is de laatst genoemde datum beter werkbaar.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus


X Noot
1

Kamerstukken II 2019–2020, 29 628, nr. 943

Naar boven