Bevoegdheid
Op grond van artikel 18, eerste lid, onder d, Wegenverkeerswet 1994 (WVW) is het college van burgemeester en wethouders van Koggenland bevoegd tot het nemen van verkeersbesluiten, voor zover zij betreffen het verkeer op wegen die niet in beheer zijn bij het Rijk, de provincie of een waterschap.
Grondslag
Op grond van artikel 15 WVW moet een verkeersbesluit worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (BABW) genoemde verkeerstekens, alsmede voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd.
Motivering
De nieuwbouwwijk de Tuinen in Ursem is deels bewoond en wordt deels bebouwd. De nieuwe wijk moet bereikbaar zijn voor al het verkeer en het is daardoor noodzakelijk de weg, de Tuinderij, aan te sluiten op De Leet. Daardoor ontstaat er een kruispunt.
De Tuinderij ligt in een 30 km zone, De Leet heeft op deze locatie een maximum snelheid van 50 km/h. Volgens de principes van Duurzaam Veilig dient op dergelijke kruispunten de voorrang geregeld te zijn. De bestuurders komende vanaf de Tuinderij dienen voorrang te verlenen aan bestuurders op De Leet. Dit is een tijdelijke situatie.
In de uiteindelijke situatie wordt de Tuinderij met een uitritconstructie uitgevoerd aangesloten op De Leet.
Langs De Leet ligt een vrij liggend fietspad. Doordat een nieuw kruispunt is ontstaan met de Tuinderij en De Leet is het wenselijk dat aangegeven wordt dat fietsers verplicht zijn het vrij liggend fietspad langs De Leet te gebruiken. Dit kan worden bewerkstelligd door het plaatsen van de verkeersborden G11.
In het onderstaande besluit worden de verkeerstekens worden benoemd conform artikel 96 van het RVV 1990.
De bovenstaande belangen zijn de basis voor het verkeersbesluit. Zij staan in artikel 2 WVW:
het verzekeren van de veiligheid op de weg;
het beschermen van weggebruikers en passagiers.
het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;
het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer.
Advies
Conform artikel 24 BABW is over het nemen van het verkeersbesluit overleg gepleegd met een verkeersadviseur van de politie Eenheid Noord-Holland, daartoe gemandateerd door de Korpschef van de politie. Deze heeft een positief advies uitgebracht over dit verkeersbesluit.
Besluit
Op grond van bovenstaande overwegingen besluiten burgemeester en wethouders dat:
• het kruispunt van De Leet en de Tuinderij in Ursem een voorrangskruipunt wordt, waarbij het verkeer op De Leet voorrang heeft. Dit zal worden aangegeven op De Leet met bord B4 bord B5. Vanaf de Tuinderij wordt het aangegeven met bord B6 en haaientanden, uit bijlage I van het Regelement verkeersregels en verkeerstekens 1990.
• het fietspad wordt in beide richtingen aangegeven met het bord G11, uit bijlage I van het Regelement verkeersregels en verkeerstekens 1990.
Een en ander zoals staat aangegeven op de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte tekening D-500-334.
Dit besluit wordt bekend gemaakt in de Staatscourant.