Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media van 7 mei 2020, nr. 24241726, houdende wijziging van de Subsidieregeling LerarenOntwikkelFonds

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,

Gelet op de artikelen 4 en 5 van de Wet overige OCW-subsidies, de artikelen 1.3 en 2.1 van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS, de artikelen 70 van de Wet op het primair onderwijs, 71 van de Wet op de expertisecentra, 75a van de Wet op het voortgezet onderwijs en 2.2.3 van de Wet educatie en beroepsonderwijs;

Besluiten:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling LerarenOntwikkelFonds wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1.1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a vervalt ‘en, voor zover het betreft het beroepsonderwijs op het gebied van landbouw, natuurlijke omgeving en voedsel, Minister van Economische Zaken’.

2. In onderdeel c wordt ‘of artikel 1 van de Wet op het voortgezet onderwijs’ vervangen door ‘, artikel 1 van de Wet op het voortgezet onderwijs of artikel 1.1.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs’.

3. Onderdeel g komt te luiden:

g. instelling:

instelling als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs;

4. Er wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

h. middelbaar beroepsonderwijs:

onderwijs als bedoeld in artikel 1.2.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs.

B

In artikel 1.2, eerste lid, wordt ‘leraren’ telkens vervangen door ‘leraren of docenten’.

C

In artikel 2.1, onder d, wordt ‘leraren’ telkens vervangen door ‘leraren of docenten’.

D

In artikel 3.1 wordt ‘leraren’ telkens vervangen door ‘leraren of docenten’.

E

Artikel 3.2 komt te luiden:

Artikel 3.2. Subsidieplafond

Het subsidieplafond voor het schooljaar 2020–2021 wordt vastgesteld op € 825.000,–, waarvan een derde bestemd is voor activiteiten in het primair onderwijs, een derde voor activiteiten in het voortgezet onderwijs en een derde voor activiteiten in het middelbaar beroepsonderwijs.

F

Artikel 3.3. komt te luiden:

Artikel 3.3. Aanvraag

  • 1. De aanvraagronde voor het schooljaar 2020–2021 vangt aan op 13 mei 2020 om 7.00 uur en loopt tot en met 27 mei 2020.

  • 2. Een leraar of docent kan in deze aanvraagronde eenmaal een subsidieaanvraag indienen.

  • 3. Voor de indiening van een aanvraag wordt gebruik gemaakt van het hiervoor bestemde aanvraagformulier dat wordt gepubliceerd op de website van DUS-I.

  • 4. De subsidie wordt door een leraar of docent aangevraagd met goedkeuring van en namens het bevoegd gezag van de school of instelling waar hij werkzaam is.

  • 5. Aanvragen van leraren of docenten aan wie op grond van deze regeling of vanwege het programma Onderwijs Pioniers MBO eerder subsidie is verleend, worden afgewezen.

  • 6. Aanvragen die na sluiting van het aanvraagmoment zijn ontvangen, worden afgewezen.

G

Artikel 3.5 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel b wordt ’de leraar’ vervangen door ‘de leraar of de docent’.

b. In onderdeel c wordt ‘de leraar en de leraren’ vervangen door ‘de leraar of de docent en de leraren of de docenten’.

c. In onderdeel e wordt ‘leraren’ vervangen door ‘leraren of docenten’.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Indien meerdere aanvragen zijn ingediend door leraren van een school zoals geregistreerd in de Basisregistratie Instellingen, beoordeelt de jury maximaal één van deze aanvragen positief.

H

In artikel 3.9 wordt ‘€ 75.000,–’ vervangen door ‘€ 30.000,–’.

I

In artikel 3.10 komt de eerste volzin te luiden: De activiteiten, bedoeld in artikel 3.1, worden uitgevoerd in het schooljaar 2020–2021.

J

In artikel 3.11 wordt ‘de leraar’ telkens vervangen door ‘de leraar of de docent’.

K

Onder vervanging van de punt door een puntkomma aan het slot van onderdeel b, wordt aan artikel 3.12 een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • c. vanaf schooljaar 2020–2021, overeenkomstig de Regeling jaarverslaggeving onderwijs met model G1.

L

In artikel 4.1, tweede lid, wordt ‘1 augustus 2020’ vervangen door ‘1 januari 2022’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob

TOELICHTING

De subsidieregeling LerarenOntwikkelFonds (LOF) ondersteunt de ontwikkeling van de leraar in het primair onderwijs (po), waaronder het (voortgezet) speciaal onderwijs, en het voortgezet onderwijs (vo) en met deze wijziging ook van de docent in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo). Verder wordt met deze subsidieregeling het onderwijs ondersteund door het subsidiëren van vervangingsuren voor leraren of docenten van wie de projectaanvraag is goedgekeurd. De subsidieregeling LOF wordt verlengd voor het schooljaar 2020–2021. Tevens wordt het programma Onderwijs Pioniers MBO hierin opgenomen.

De aanleiding voor de verlenging van deze subsidieregeling is een amendement van Tweede Kamerleden Van Meenen (D66) en Rog (CDA) van 7 november 2019, dat op 3 december 2019 door de Tweede Kamer is aangenomen.1 De indieners van het amendement willen hiermee bereiken dat leraren of docenten in het po, vo en mbo een meer ondernemende rol krijgen bij de vernieuwing van het onderwijs. Het LOF levert daar volgens hen een succesvolle bijdrage aan. Dit amendement strekt ertoe om meer middelen voor het LOF beschikbaar te stellen, zodat meer leraren of docenten zelf aan de slag kunnen met onderwijsvernieuwingen.

Over de verlenging van de subsidieregeling LOF zijn de doelgroepen onder andere in maart 2020 geïnformeerd door middel van een bericht van het Ministerie van OCW in de reguliere nieuwsbrieven voor de sectoren po, vo en mbo. In de nieuwsbrieven is een link geplaatst naar de website van het LOF, waarop informatie staat over de verlenging van de regeling LOF, de wijze waarop men zich kan voorbereiden voor het indienen van een aanvraag en achtergrondinformatie over het LOF. Ook zijn door het Ministerie van OCW en het CAOP social posts geplaatst met actuele informatie, die ook op leraar.nl, leraar24.nl en LinkedIn van OCW is gezet.

Wijzigingen als gevolg van verlenging van de subsidieregeling LOF

De verlenging van de subsidieregeling LOF geldt alleen voor het schooljaar 2020–2021. Er is één aanvraagronde, die loopt in de periode van 13 mei 7.00 uur tot en met 27 mei 2020. De aanvragen worden op volgorde van binnenkomst behandeld. Alleen complete projectaanvragen worden in behandeling genomen. Aanvragen van leraren of docenten, die al eerder een subsidie van LOF of Onderwijs Pioniers MBO hebben ontvangen, komen niet in aanmerking voor subsidie. Een project duurt maximaal 1 jaar, te weten het schooljaar 2020–2021. Het maximumbedrag dat een leraar of docent kan aanvragen is € 30.000.

In de sectoren po en vo zal per school (BRIN) maximaal 1 aanvraag gehonoreerd worden. Gezien het relatief geringe aantal leerlingen van scholen in de sectoren po en vo (ten opzichte van de sector mbo) en het totaal beschikbare subsidiebedrag per sector is ervoor gekozen dat zoveel mogelijk scholen in de sectoren po en vo kunnen meedoen. Deze maximering van het aantal aanvragen per BRIN geldt niet voor de sector mbo, waar de omvang van het leerlingenaantal in de ROC’s vaak vele malen groter is.

De voorwaarde dat een leraar of docent die een subsidieaanvraag indient, is geregistreerd in het Lerarenregister is komen te vervallen. Het lerarenregister heeft vooralsnog een optioneel karakter, en wordt in de communicatie in deze vorm het Lerarenportfolio genoemd.

Het CAOP verzorgt voor de deelnemende leraren of docenten in de periode van verlenging een ondersteunend programma met leraar-coaches en drie intervisiebijeenkomsten (LOF-labs). In het najaar van 2021 vindt een brede, afsluitende kennisdelingsbijeenkomst plaats. De regeling loopt daarom door tot en met 31 december 2021.

Het programma Onderwijs Pioniers MBO in de subsidieregeling LOF

Het programma Onderwijs Pioniers MBO is een voortzetting van het programma Onderwijs Pioniers. Onderwijs Pioniers is destijds als programma door de voormalige Onderwijscoöperatie opgezet voor leraren en docenten uit de sectoren po, vo en mbo. Nadat voor leraren in het po en vo in 2015 de subsidieregeling LOF was geïntroduceerd, ging de Onderwijscoöperatie met het programma Onderwijs Pioniers door voor alleen docenten mbo, onder de naam Onderwijs Pioniers MBO. De doelstelling van voorheen Onderwijs Pioniers, LOF en Onderwijs Pioniers MBO is dezelfde, met dien verstande dat zij zich richten op leraren of docenten uit verschillende sectoren.

De reden voor het incorporeren van het programma Onderwijs Pioniers MBO in de subsidieregeling LOF is het ophogen van het subsidiebedrag voor docenten in het mbo, waardoor zij voor hun project in het schooljaar 2020–2021 hetzelfde maximum subsidiebedrag kunnen aanvragen als leraren in het po en vo. De projecten in het mbo werden voorheen door de Onderwijscoöperatie en later door het CAOP gesubsidieerd, waarbij het een relatief laag bedrag betrof dat niet werd teruggevorderd in het geval dat activiteiten niet werden verricht. Deze wijziging in het maximum bedrag noopt ertoe om ook de procedures voor aanvraag, afhandeling en verantwoording van de subsidie in de drie sectoren gelijk te trekken. Zo handelen docenten in het mbo, evenals leraren in het po en vo, hun aanvraag via de uitvoeringsorganisatie DUS-I af. DUS-I kan uitbetaalde subsidie geheel dan wel ten dele terugvorderen als activiteiten niet of ten dele uitgevoerd worden.

Uitvoerings- en ondersteuningskosten en financiële dekking van de regeling

De uitvoerings- en ondersteuningskosten gemaakt door respectievelijk de overheidsdienst DUS-I en het CAOP worden uit het beschikbaar gekomen bedrag van € 999.000 gefinancierd. Er blijft voor de projecten in totaal € 825.000 over die gelijkelijk over de drie sectoren verdeeld wordt.

De dekking wordt gehaald uit de lumpsumbekostiging voor het po, vo en mbo. De middelen komen beschikbaar op grond van een wijziging in de departementale begrotingsstaat: de artikelen 1 Primair onderwijs, 3 Voortgezet onderwijs en 4 Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie worden elk verlaagd met € 333.000 en in artikel 9 Arbeidsmarkt- en personeelsbeleid worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 999.000. Het amendement betreft het begrotingsjaar 2020.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob


X Noot
1

Kamerstukken II 2019/20, 35 300-VIII, nr. 31.

Naar boven