Bestemmingsplan Voorsterpoort Oost, Buitengasthuisstraat 8 (oude WRZV-hallen)

Burgemeester en wethouders van Zwolle maken ingevolge het bepaalde in artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 3:12 van de Algemene wet bestuursrecht bekend dat de gemeenteraad op 20 april 2020 (besluitnummer 20200420-10) het bestemmingsplan Voorsterpoort Oost, Buitengasthuisstraat 8 (oude WRZV-hallen) heeft vastgesteld.

Het plangebied betreft hoofdzakelijk het perceel Buitengasthuisstraat 8. Het bestemmingsplan voorziet in een functiewijziging van dit perceel ten behoeve van religieuze en/of levensbeschouwelijke voorzieningen.

Het bestemmingsplan met de daarbij behorende stukken ligt met ingang van 7 mei 2020 gedurende zes weken tot en met 17 juni 2020 in het Stadskantoor (Lübeckplein 2) voor een ieder ter inzage. Daarnaast is het plan te raadplegen op de website

www.ruimtelijkeplannen.nl/web-roo/?planidn=NL.IMRO.0193.BP18016-0004

De bronbestanden zijn beschikbaar via

http://ro.zwolle.nl/plans/NL.IMRO.0193.BP18017-/NL.IMRO.0193.BP18016-0004/

Een ieder kan op een computer in het Stadskantoor het digitale plan raadplegen.

Het Stadskantoor is geopend op maandag tot en met vrijdag van 8.00 tot 16.30 uur

De stukken kunnen, gedurende de periode van terinzagelegging, ook worden opgevraagd bij Gert Tromp van de afdeling ruimtelijke planvorming via telefoonnummer 038-4982360 of via het emailadres gj.tromp@zwolle.nl.

Gedurende de termijn van de terinzagelegging kan een belanghebbende, die tijdig zijn zienswijze bij de gemeenteraad kenbaar heeft gemaakt, alsmede een belanghebbende, aan wie redelijkerwijs niet kan worden verweten dat hij niet overeenkomstig artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening juncto afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht zijn zienswijze bij de gemeenteraad naar voren heeft gebracht, beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag.

Het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan treedt in werking met ingang van de dag na die waarop de beroepstermijn afloopt, tenzij binnen de beroepstermijn een verzoek om voorlopige voorziening is ingediend bij de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.