Besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 24 april 2020, nr. 2020-0000155072, tot wijziging van het Besluit vergoeding leden Kiesraad in verband met een uitbreiding van de vergoeding van de overige leden van de Kiesraad

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikel 2 van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies en artikel 14 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen;

Besluit:

ARTIKEL I

Het Besluit vergoeding leden Kiesraad wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 3 worden twee artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 3a

De overige leden van de Kiesraad ontvangen een vergoeding van 2% van het maximum van salarisschaal 18 zoals overeengekomen in de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst die is gesloten voor de ambtenaren die krachtens een arbeidsovereenkomst met de Staat werkzaam zijn, voor het deelnemen aan overige bijeenkomsten, niet zijnde vergaderingen als bedoeld in artikel 2, die direct verband houden met de taken genoemd in artikel A 3 van de Kieswet.

Artikel 3b

Gedurende het transitietraject van de Kiesraad ontvangen de overige leden van de Kiesraad een vergoeding van 2% van het maximum van salarisschaal 18 zoals overeengekomen in de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst die is gesloten voor de ambtenaren die krachtens een arbeidsovereenkomst met de Staat werkzaam zijn, voor het bijwonen van de met de voorbereiding van de transitie samenhangende stuurgroep- en werkgroepvergaderingen en overige bijeenkomsten in het kader van de transitie.

B

Na artikel 5 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 5a

Dit besluit berust mede op artikel 14 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin deze wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en in afschrift worden gezonden aan de Kiesraad.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

TOELICHTING

De leden van de Kiesraad, niet zijnde de voorzitter, ontvangen op grond van het Besluit vergoeding leden Kiesraad een vergoeding voor het bijwonen van een vergadering. Die vergoeding is vastgesteld op 3% van het maximum van salarisschaal 18 van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 (hierna: BBRA 1984), zulks langs de lijnen van het Besluit vergoedingen adviescolleges en commissies (artikel 2). Op grond van het overgangsrecht in de Aanpassingswet normalisering rechtspositie ambtenaren (Stb. 2019, 73) blijven algemeen verbindende voorschriften betreffende de rechtspositie van leden van zelfstandige bestuursorganen, welke tot stand zijn gebracht op grond van de Ambtenarenwet, waaronder het BBRA 1984, van toepassing op deze leden tot een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip (artikel 11.1). Dit overgangsrecht geldt ook voor de leden van de Kiesraad.

Dit besluit regelt in aanvulling hierop een vergoeding voor het deelnemen aan bijeenkomsten, niet zijnde vergaderingen, die direct verband houden met het vervullen door de Kiesraad van zijn wettelijke taken op het terrein van het kiesrecht en de verkiezingen. Hierbij kan onder meer worden gedacht aan het bijwonen van grootschalige hertellingen en herstemmingen, ongeacht of de Kiesraad bij de desbetreffende verkiezing optreedt als centraal stembureau. Het besluit voorzag tot nog toe niet in een vergoeding hiervoor. Deze vergoeding wordt vastgesteld op 2% van het maximum van salarisschaal 18 zoals overeengekomen in de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst die is gesloten voor de ambtenaren die krachtens een arbeidsovereenkomst met de Staat werkzaam zijn, zulks langs de lijnen van het Besluit vergoedingen adviescolleges en commissies (artikel 2).

Verder is op 15 mei 2019 een transitietraject ingezet (Kamerstukken II 2018/19, 35 165, nrs. 1 en 7) in welk verband een stuurgroep en enkele werkgroepen bijeenkomen en overige bijeenkomsten plaatsvinden waaraan één of twee (overige) leden van de Kiesraad deelnemen. Gelet op het tijdsbeslag van de werkzaamheden wordt een regeling getroffen dat zij voor het bijwonen hiervan gedurende het transitietraject een vergoeding ontvangen, die eveneens wordt vastgesteld op 2% van het maximum van salarisschaal 18 zoals overeengekomen in de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst die is gesloten voor de ambtenaren die krachtens een arbeidsovereenkomst met de Staat werkzaam zijn.

In verband met het voorgaande is de grondslag van het besluit aangevuld met de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen.

Dit besluit treedt in afwijking van de vaste verandermomenten in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst, omdat de stuurgroep- en werkgroepvergaderingen die verband houden met de transitie van de Kiesraad reeds plaatsvinden. Het is dus van belang dat de aanvullende vergoedingen hiervoor zo snel mogelijk kunnen worden uitgekeerd. Nu het gaat om een begunstigende regeling voor de (overige) leden van de Kiesraad kan worden afgeweken van de vaste verandermomenten, om zo te voorkomen dat de regeling aanmerkelijk ongewenste nadelen heeft voor de doelgroep. Hiermee wordt toepassing gegeven aan de uitzonderingsgrond van aanwijzing 4.17, vijfde lid, onder a, van de Aanwijzingen voor de regelgeving.

De Vergoedingenregeling reiskosten Kiesraad (Stcrt. 1994, 205) blijft ongewijzigd.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

Naar boven