Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek | Staatscourant 2020, 24563 | Overig |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek | Staatscourant 2020, 24563 | Overig |
Handleiding RAAK-publiek,
indieningsrondes juni 2020 en november 2020
Utrecht, april 2020
Nationaal Regieorgaan
Praktijkgericht Onderzoek (onderdeel van NWO)
|
1. |
Inleiding |
1 |
|
1.1 |
Achtergrond |
1 |
|
1.2 |
Beschikbaar budget |
1 |
|
1.3 |
Geldigheidsduur call for proposals |
2 |
|
2. |
Doel |
2 |
|
3. |
Richtlijnen voor aanvragers |
2 |
|
3.1 |
Wie kan subsidie aanvragen |
2 |
|
3.2 |
Wanneer kan aangevraagd worden |
2 |
|
3.3 |
Hoe wordt de aanvraag opgesteld en ingediend |
2 |
|
3.4 |
Algemene subsidievoorwaarden |
2 |
|
3.5 |
Specifieke subsidievoorwaarden |
4 |
|
3.6 |
Financiële voorwaarden |
5 |
|
4. |
Procedure |
6 |
|
4.1 |
Ontvankelijkheid |
6 |
|
4.2 |
Beoordeling |
7 |
|
4.3 |
Beoordelingscriteria |
7 |
|
4.4 |
Besluitvorming |
8 |
|
4.5 |
Indicatief tijdpad |
8 |
|
5. |
Uitvoering |
9 |
|
6. |
Contact en overige informatie |
9 |
Het Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA (hierna te noemen Regieorgaan SIA), onderdeel van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO), heeft als taak de ontwikkeling van het praktijkgericht onderzoek van hogescholen te stimuleren en voert daartoe onder andere de RAAK-publiek regeling uit.
Het versterken van de innovatiekracht van het mkb en de publieke sector is een speerpunt in het nationale en Europese beleid. In ‘Houdbaar voor de toekomst’, de Strategische Agenda Hoger Onderwijs en Onderzoek 2019, stelt het kabinet dat het praktijkgericht onderzoek van hogescholen daarbij een essentiële schakel vormt. Zeker op regionaal niveau is behoefte aan kennisinstellingen die intensief samenwerken met het veranderende werkveld en in continue verbinding staan met de maatschappij. Hogescholen zijn bij uitstek in staat om onderwijs, onderzoek en de (regionale) beroepspraktijk met elkaar te verbinden. Gezamenlijk kunnen zij tot kennis en innovaties komen die bijdragen aan de oplossing van maatschappelijke vraagstukken.
Het maximaal beschikbare budget voor deze call is € 7,2 miljoen. Per subsidieaanvraag (hierna aanvraag genoemd) kan maximaal € 300.000 worden aangevraagd. In verband met de coronacrisis wordt de regeling RAAK-publiek uitgevoerd in twee rondes. Het maximaal beschikbare budget wordt verdeeld over deze twee rondes. Elke ronde heeft een budget van € 3,6 miljoen.
Eventueel resterend budget uit de eerste ronde wordt toegevoegd aan de tweede ronde.
Met de regeling RAAK-publiek wil Regieorgaan SIA de samenwerking tussen hogescholen en het beroepenveld van hbo-professionals die werkzaam zijn in de publieke sector bevorderen. Gestuurd door de vraag vanuit het beroepenveld wordt in netwerken van hogescholen, kennisinstellingen en het beroepenveld onderzoek uitgevoerd.
Het resultaat van het onderzoek is praktisch toepasbare kennis voor de beroepspraktijk. Het onderzoek levert daarnaast een aantoonbare bijdrage aan de vernieuwing van het hoger beroepsonderwijs.
De aanvrager dient een door de overheid bekostigde hogeschool (hierna te noemen aanvrager) te zijn, zoals bedoeld in artikel 1.8 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW).
De persoon die de aanvraag indient in ISAAC wordt geacht hiertoe te zijn gemachtigd door het College van Bestuur van de aanvragende hogeschool.
De aanvrager ontvangt alle correspondentie met betrekking tot de aangevraagde subsidie.
Voor indieningsronde juni 2020 geldt dat aanvragen kunnen worden ingediend tot uiterlijk 23 juni 2020, 14.00 uur CE(S)T. Aanvragen die na de deadline van 23 juni worden ingediend, worden meegenomen in de indieningsronde november 2020. Voor indieningsronde november 2020 kunnen aanvragen worden ingediend tot uiterlijk 24 november 2020, 14.00 uur CE(S)T. Aanvragen die na de deadline van 24 november 2020 worden ingediend, worden niet in behandeling genomen. Het is niet toegestaan dezelfde aanvraag in beide indieningsrondes in te dienen.
Een volledige aanvraag omvat de volgende documenten:
• het volledig ingevulde en ondertekende aanvraagformulier;
• het projectvoorstel;
• de begroting in excel met aangevraagde subsidie, cofinanciering en kostenonderbouwing;
• overzicht van betrokken projectgroepleden in het kader van de ‘Code omgang met persoonlijke belangen’ van NWO.
Het indienen van een aanvraag gebeurt via het aanvraag- en rapportagesysteem ISAAC.
Het is verplicht de via ISAAC beschikbare documenten te gebruiken.
• Indienen voor de ronde van juni 2020 (directe link): https://www.isaac.nwo.nl/subsidieaanvraag?extref=2020PUBL7
• Indienen voor de ronde van november 2020 (directe link): https://www.isaac.nwo.nl/subsidieaanvraag?extref=2020PUBL8
De aanvrager is verplicht de aanvraag via zijn/haar ISAAC-account in te dienen. Indien de aanvrager nog geen ISAAC-account heeft, dient hij/zij dat minimaal één werkdag voor het indienen van de aanvraag aan te maken in verband met het tijdig kunnen verhelpen van eventuele aanmeldproblemen.
Het inlogscherm ISAAC is bereikbaar via: www.isaac.nwo.nl
De handleiding ISAAC is bereikbaar via: www.isaac.nwo.nl/help
De ISAAC helpdesk is bereikbaar via: isaac.helpdesk@nwo.nl
Voor alle aanvragen geldt de ‘NWO-subsidieregeling 2017’.
De maximaal aan te vragen subsidieomvang is € 300.000. De looptijd van de subsidieperiode is maximaal 24 maanden. Inzet van subsidie buiten de looptijd is niet mogelijk.
Beoogde projecten uit indieningsronde juni 2020 dienen te starten tussen 1 januari 2021 en 1 juni 2021. Beoogde projecten uit indieningsronde november 2020 dienen te starten tussen 1 mei 2021 en 1 november 2021.
Subsidiëring van (deel) activiteiten die reeds zijn gesubsidieerd vanuit andere bronnen, is niet mogelijk.
Uitgesloten zijn aanvragen die zich uitsluitend richten op deskundigheidsbevordering van personeel, het ontwikkelen van een nieuwe opleiding/nieuw curriculum voor de hogeschool en/of behoren tot reguliere activiteiten van een hogeschool.
De aanvrager is verantwoordelijk voor het maken van afspraken met de consortiumpartners over de toegang tot en de rechten op onderzoeksresultaten en, indien van toepassing, over intellectueel eigendom. Tevens dienen afspraken te worden gemaakt over open access publicaties, ethische aspecten en datamanagement, zoals hieronder weergegeven.
Het project dient aantoonbaar actief te zijn op de doorwerking van de onderzoeksresultaten in zowel de professionele praktijk als in het onderwijs. Onderzoeksresultaten tot stand gekomen met de RAAK-publiek subsidie dienen zo veel en zo spoedig mogelijk voor verder onderzoek publiek toegankelijk te zijn.
Alle wetenschappelijke publicaties van onderzoek die zijn gefinancierd op basis van toekenningen voortvloeiend uit deze call for proposals dienen onmiddellijk (op het moment van publicatie) wereldwijd vrij toegankelijk te zijn (Open Access). Er zijn verschillende manieren voor onderzoekers om Open Access te publiceren. Een uitgebreide toelichting is te vinden op www.nwo.nl/openscience.
Voor bepaalde onderzoeksprojecten is een goedkeurende verklaring van een erkende Medisch Ethische Toetsingscommissie (METC) of een Dier Experimenten Commissie (DEC) nodig. Daarnaast is voor bepaalde onderzoeksprojecten een vergunning nodig op grond van de Wet Bevolkingsonderzoek (WBO). Meer informatie over de METC is beschikbaar bij de Centrale Commissie Mensgebonden onderzoek (CCMO). Bij de Nederlandse Vereniging voor Dierexperimentencommissies is informatie over DEC te vinden en bij o.a. de Gezondheidsraad is informatie over de WBO beschikbaar.
Let op: is voor uw onderzoeksproject goedkeuring van een ethische toetsingscommissie of anderszins noodzakelijk? In dat geval wordt uw aanvraag voorwaardelijk toegekend. Pas wanneer Regieorgaan SIA een kopie van de goedkeuring heeft ontvangen, wordt de toekenning definitief.
Mocht de goedkeuring van toepassing zijn op een deel van het project dat later van start gaat, dan dient de aanvrager op het aanvraagformulier aan te geven wanneer hij/zij de ethische goedkeuring verwacht op te vragen.
In het subsidiebesluit wordt deze voorwaarde expliciet aangegeven.
Bij goed onderzoek hoort verantwoord datamanagement. Regieorgaan SIA streeft ernaar dat onderzoeksdata, die voortkomen uit onderzoek gefinancierd met publieke middelen, zo veel mogelijk duurzaam beschikbaar komen voor hergebruik door andere onderzoekers. Regieorgaan SIA wil bovendien het bewustzijn bij onderzoekers over het belang van verantwoord datamanagement vergroten. De datamanagementparagraaf maakt daarom deel uit van de aanvraag.
Aanvragers dienen vier vragen te beantwoorden over datamanagement binnen hun beoogde onderzoeksproject. Zij worden dus gevraagd om al voor aanvang van het onderzoek te bedenken hoe de verzamelde data geordend en gecategoriseerd moeten worden, zodat deze vrij beschikbaar kunnen worden gesteld. Vaak zullen al bij het tot stand komen van de data en de analyse daarvan maatregelen getroffen moeten worden om opslag en deling later mogelijk te maken. Aanvragers kunnen zelf aangeven welke onderzoeksdata zij voor opslag en hergebruik relevant achten.
De datamanagementparagraaf in de aanvraag wordt niet meegenomen in de beoordeling en derhalve ook niet meegewogen in de beslissing om een aanvraag al of niet te honoreren. De beoordelingscommissie kan wel advies geven met betrekking tot de datamanagementparagraaf.
Na toekenning van de aanvraag dient de penvoerder de datamanagementparagraaf uit te werken tot een datamanagementplan. Uiterlijk 4 maanden na de startdatum van het project dient het datamanagementplan via ISAAC te zijn ingediend bij Regieorgaan SlA. Het datamanagementplan vereist goedkeuring door Regieorgaan SlA. De goedkeuring van het datamanagementplan is ook een vereiste om over te kunnen gaan tot uitbetaling van de eerste tranche van de subsidie.
Het formulier voor het datamanagementplan is te vinden op www.nwo.nl/datamanagement.
In het subsidiebesluit wordt deze voorwaarde expliciet aangegeven.
Meer informatie over het datamanagementprotocol van NWO staat op: www.nwo.nl/beleid/open+science/datamanagement.
Regieorgaan SIA wenst geïnformeerd te worden tot welke landelijke onderzoeksthema’s de onderzoekseenheid – waarbinnen de lector zijn of haar activiteiten uitvoert – zich verhoudt. Op het aanvraagformulier dient daarom te worden aangegeven bij welke thema’s van Onderzoek met impact, Strategische onderzoeksagenda hbo 2016 – 2020 van de Vereniging Hogescholen de activiteiten aansluiten.
Ter versterking van het Nederlandse kennis- en innovatiesysteem draagt Regieorgaan SIA als onderdeel van NWO bij aan het missiegedreven topsectoren- en innovatiebeleid van de rijksoverheid. In dit kader zijn Kennis- en Innovatieagenda's (KIA's) opgesteld, voor elk van de vier door het kabinet vastgestelde missies op de thema’s: Energietransitie & duurzaamheid, Landbouw, voedsel & water, Gezondheid & zorg en Veiligheid. Daarnaast zijn er twee KIA’s die bijdragen aan alle vier de missies: Sleuteltechnologieën en Maatschappelijk verdienvermogen. Voor meer informatie, zie de NWO-pagina over het Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid. Indien van toepassing dient in de aanvraag te worden aangegeven bij welke missie het projectvoorstel aansluit.
Regieorgaan SIA zet zich actief in om hogescholen optimaal mee te laten doen met praktijkgericht onderzoek binnen de verschillende routes van de Nationale Wetenschapsagenda (NWA). Voor meer informatie, zie de website van de NWA voor de 25 routes. Indien van toepassing dient in de aanvraag te worden aangegeven bij welke NWA-route het project aansluit.
De aanvraag beschrijft de doelstellingen en beoogde activiteiten van het consortium en wordt ondersteund door een actief betrokken netwerk met voldoende kennis en kunde om de voorgestelde onderzoeksactiviteiten uit te voeren. Bij aanvang van het beoogde project heeft het consortium zich middels ondertekening van het aanvraagformulier verzekerd van deelname door minimaal twee publieke partijen, eventueel aangevuld met één of meerdere private partijen. In het kader van RAAK-publiek worden tot publieke partijen gerekend die organisaties die wettelijke taken uitvoeren en/of een uitgesproken publiek belang dienen en (grotendeels) worden gefinancierd door de overheid. Hiertoe behoort onder andere de dienstverlening rondom zorg en welzijn, kunst en cultuur, veiligheid, volkshuisvesting en onderwijs. Tevens kunnen kennisinstellingen, koepel- of brancheorganisaties, beroepsverenigingen, en bestuurlijke eenheden zoals gemeenten en provincies in het consortium zitting nemen.
De consortiumpartners dragen bij aan de uitvoering van het project. Deze cofinanciering dient ten minste 50% van de totale projectkosten te bedragen. De cofinanciering kan zowel in cash als in kind (op geld waardeerbare zaken, uren, natura) plaatsvinden. De omvang van de cofinanciering dient bij de aanvraag, via de begroting, opgegeven te worden.
De kosten die met deze subsidie gefinancierd kunnen worden, betreffen de gemaakte en/of betaalde loonkosten en materiële kosten, gebaseerd op kostprijs, inclusief eventuele niet-verrekenbare btw.
Voor de loonkosten worden de tarieven conform de Handleiding Overheidstarieven (HOT) uit het jaar 2017 gehanteerd. De tarieven 2017 mogen voor de gehele looptijd van de subsidie worden toegepast. De toegestane tarieven in de HOT betreffen uitsluitend de tarieven conform de volgende tabel.
|
Schaal |
Kostendekkend tarief per uur |
Schaal |
Kostendekkend tarief per uur |
|
|---|---|---|---|---|
|
1 |
43 |
10 |
72 |
|
|
2 |
46 |
11 |
79 |
|
|
3 |
48 |
12 |
87 |
|
|
4 |
53 |
13 |
95 |
|
|
5 |
53 |
14 |
103 |
|
|
6 |
56 |
15 |
111 |
|
|
7 |
59 |
16 |
119 |
|
|
8 |
63 |
17 |
127 |
|
|
9 |
68 |
18 |
136 |
Tabel: integrale loonkosten per salarisschaal 2017 (bedragen in euro’s)
Deze tarieven zijn integraal toepasbaar en het hanteren van deze tarieven is zonder toelichting of berekening toegestaan.
Het tarief van een medewerker wordt bepaald op basis van de cao hbo inschaling van de betreffende medewerker. Hogere tarieven dan de HOT zijn niet toegestaan. Lagere tarieven dan de HOT zijn wel toegestaan, maar mogen niet willekeurig worden opgevoerd. Eventuele lagere tarieven moeten kunnen worden onderbouwd, bijvoorbeeld op basis van een interne kostprijsberekening. De instellingsaccountant hoeft hier geen accountantscontrole toe te passen; tarieven lager dan de HOT zijn voor Regieorgaan SIA altijd akkoord.
Consistente toepassing is vereist.
Het is toegestaan studenten, verbonden aan de hogeschool, in te zetten voor het project en de kosten hiervan binnen het project op te voeren.
Per subsidiejaar kan het volgende worden opgevoerd:
• Inzet van uren van studenten waarbij geldt dat deze geschiedt als onderdeel van de opleiding (de studenten dienen in dat geval ook studiepunten te krijgen voor hun activiteiten). Alleen de stagevergoeding zoals gebruikelijk binnen de instelling is declarabel. Aan het aantal in te zetten uren per student is een maximum verbonden van 1.650.
• Inzet van uren van studenten die extra-curriculair worden ingezet in het project. Per student kan maximaal 250 uur per subsidiejaar ten laste van het project worden gebracht.
In beide situaties geldt dat uitsluitend de werkelijke aan de student uitbetaalde bedragen met een maximaal uurtarief van € 25 als kosten kunnen worden opgevoerd. Uren en uurtarieven boven de genoemde maxima kunnen niet als kosten worden opgevoerd. Aan het aantal in te zetten studenten in het project is geen maximum verbonden.
Bepaling van het uurtarief van de partners is als volgt:
|
Universiteiten: aio’s en postdocs |
VSNU-akkoord |
|
Universiteiten: overige wetenschappelijke functies |
Handleiding Overheidstarieven 2017 |
|
TO2-instituten |
Handleiding Overheidstarieven 2017 |
|
Overige partners |
Bepaling uurtarief is vrij, met een maximum van € 130 per uur, excl. btw |
Tabel: uurtarieven
Onder overige partners worden ook verstaan:
• Onderwijsinstellingen anders dan een door de overheid bekostigde hogeschool zoals gedefinieerd in paragraaf 3.1;
• projectmedewerkers die gedetacheerd zijn bij een hogeschool en die alleen voor dit project worden ingeleend. Een uitzondering geldt voor projectmedewerkers die een detacheringsovereenkomst hebben met een hogeschool die niet alleen betrekking heeft op detachering binnen dit project; de kosten van deze projectmedewerkers mogen onder de loonkosten van de hogeschool worden opgevoerd.
In de HOT zit een opslag voor overhead. Voor projectmanagement mag daarom maximaal 10% van de totale projectkosten in de begroting als kosten worden opgevoerd en uiteindelijk ook besteed worden.
Onder materiële kosten wordt verstaan de aan de uitvoering van het project verbonden kosten als verbruik van materialen, hulpmiddelen, prototypes, testopstellingen en overige kosten zoals dienstreizen en publicaties.
Aanschaffingen van machines en apparatuur worden niet tot de projectkosten gerekend. Voor machines en apparatuur kunnen slechts de aan het project toe te rekenen afschrijvingskosten of leasetermijnen worden opgevoerd.
Afschrijvingstermijnen worden berekend op basis van de historische aanschafprijs exclusief financieringskosten, een lineaire afschrijvingsmethode en een levensduur van vijf jaar. Opvoering van kosten voor gebruik van apparatuur ouder dan vijf jaar is dus niet mogelijk.
Iedere, via ISAAC, ingediende aanvraag wordt direct geregistreerd door middel van een dossiernummer. Dit dossiernummer geldt als vast kenmerk voor alle verdere correspondentie.
De aanvraag wordt na het verstrijken van de deadline gecontroleerd op juistheid ten aanzien van volledigheid en vormvereisten. Indien de aanvraag hieraan voldoet, wordt deze ontvankelijk verklaard en in behandeling genomen. De aanvrager ontvangt daarvan bericht.
Voldoet de aanvraag niet aan de volledigheid en vormvereisten, dan wordt de aanvrager de mogelijkheid geboden de ontbrekende gegevens binnen vijf werkdagen te verstrekken. Indien de ontbrekende gegevens binnen de gestelde termijn van vijf werkdagen worden aangeleverd en akkoord worden bevonden, wordt de aanvraag alsnog ontvankelijk verklaard en in behandeling genomen.
De aanvrager ontvangt daarvan bericht.
Indien de ontbrekende gegevens niet binnen de gestelde termijn zijn verstrekt, wordt de aanvraag niet-ontvankelijk verklaard en niet in behandeling genomen. De aanvrager ontvangt daarvan bericht.
Wanneer een aanvraag in behandeling is genomen, wordt deze voorgelegd aan en beoordeeld door een onafhankelijke beoordelingscommissie. De beoordelingscommissie bestaat uit experts afkomstig uit de onderzoekswereld en de praktijk.
Vanwege het bijzondere karakter van deze regeling wordt in deze call niet gewerkt met referenten.
De beoordelingscommissie beoordeelt elke aanvraag afzonderlijk op basis van de beoordelingscriteria die zijn beschreven in paragraaf 4.3.
De beoordelingscommissie beoordeelt de aanvraag in een eerste ronde.
Deze voorlopige beoordeling wordt schriftelijk onderbouwd aan de aanvrager medegedeeld. De aanvrager heeft, vanuit het principe van hoor en wederhoor, de gelegenheid hier binnen de gestelde termijn schriftelijk op te reageren.
De beoordelingscommissie stelt het eindoordeel voor elke aanvraag afzonderlijk vast, op basis van het projectvoorstel, de voorlopige beoordeling en de eventuele reactie hierop van de aanvrager.
Voor alle bij de beoordeling en/of besluitvorming betrokken personen is de Code omgang met persoonlijke belangen van NWO van toepassing.
De aanvragen worden door de beoordelingscommissie beoordeeld aan de hand van drie beoordelingscriteria: vraagarticulatie, netwerkvorming en onderzoeksplan. Deze worden hieronder toegelicht.
• De vraag is aanwijsbaar afkomstig van (professionals werkzaam in) de publieke sector. Door middel van de beoogde doorwerking, voorziet het antwoord op de onderzoeksvraag in een daadwerkelijke behoefte van de professionele praktijk.
• De aanvraag beschrijft het proces waarlangs de vraagarticulatie plaatsgevonden heeft (workshops in het veld, surveys, verwijzingen naar presentaties, etc.).
• De vraag is maatschappelijk relevant en gekoppeld aan een concrete uitdaging uit de professionele praktijk. Meerwaarde is als het gaat om een urgente vraag die uitnodigt tot het ontwikkelen van innovatieve kennis.
• Betrokken organisaties uit de publieke sector hebben een actieve rol in het onderzoek.
• Het consortium heeft aantoonbaar voldoende kennis en kwaliteit om het onderzoek uit te voeren.
• Het netwerk van personen of organisaties staat niet geïsoleerd, er zijn relaties met relevante initiatieven inhet vakgebied, in Nederland en/of het buitenland.
• Het is een meerwaarde als het samengestelde consortium voor de aanvraag een uitbreiding van een bestaand netwerk betreft.
• Het onderzoeksplan bevat:
– een volledige maar beknopte weergave van de state-of-the-art kennis in de professionele praktijk en wetenschap, binnen en buiten Nederland. Hiertoe behoort een literatuurreview met actuele studies over het onderwerp van de aanvraag. Dit vraagt ook om een overzicht van toonaangevende regionale, landelijke of internationale kennisagenda’s op dit onderwerp, de daaruit voortkomende initiatieven, de relevantie en de positie die de aanvraag hierin inneemt;
– een zorgvuldig geformuleerde onderzoeksvraag. Deze onderzoeksvraag is een vertaling van de praktijkvraag en sluit aan bij de state-of-the-art kennis;
– een beschrijving en onderbouwing van de voorgestelde methoden en analysetechnieken waarmee de onderzoeksvraag beantwoord zal worden. De methoden passen optimaal bij de aard van de vraagstelling. De methoden en analysetechnieken verlopen volgens een bepaalde systematiek en zijn daardoor inzichtelijk, reproduceerbaar en overdraagbaar;
– een activiteitenplan met meetbare (tussen)doelstellingen en te verwachten (tussen)resultaten, waaruit zichtbaar wordt wie wat wanneer doet, waarom en wat het oplevert.
– een beschrijving van de wijze waarop de doorwerking van de onderzoeksresultaten naar het onderwijs en de onderzoeksgemeenschap wordt gerealiseerd.
• De consortiumpartners komen in gezamenlijkheid tot kennisontwikkeling door zelf kennis in te brengen (kenniscirculatie). In het activiteitenplan staat genoemd welke rol praktijk-, onderzoeks- en onderwijspartners op zich nemen (bijvoorbeeld deelname focusgroepen, leerkringen, uitvoering van pilots).
• Het onderzoeksplan moet haalbaar en uitvoerbaar zijn. Hieronder wordt verstaan:
– de mate waarin de gevraagde financiële middelen in een redelijke verhouding staan tot de aard, omvang en verwachte impact van het onderzoek;
– de mate van personele bezetting en kwaliteit alsook de mate van beschikbare middelen en tijdsinvestering;
– de mate waarin sprake is van duidelijk belegd en gekwalificeerd projectmanagement;
– de mate waarin het beroepenveld bereid is zelf substantieel bij te dragen aan de uitvoering van het project (zoals financieel, bijdrage in het beschikbaar stellen van apparatuur, werkruimte, bijdrage in tijd door begeleiding, projectdeelname e.d., bijdrage in beschikbaar stellen van patenten, licenties, etc.).
De aanvragen krijgen per criterium een score in gehele getallen, oplopend van 1 tot en met 6, waarbij 6 de hoogste score vertegenwoordigt.
De kwaliteit van het onderzoeksplan weegt 50% mee in de beoordeling.
De criteria vraagarticulatie en netwerkvorming wegen elk 25% mee in de beoordeling. Alle aanvragen ontvangen een gewogen gemiddelde totaalscore en worden op basis van deze score in rangorde gezet.
Alleen aanvragen die op elk criterium een 4.00 of hoger scoren worden voorzien van een positief oordeel.
De beoordelingscommissie brengt verslag uit van haar werkwijze en brengt advies uit aan het bestuur van Regieorgaan SIA.
De beoordelingscommissie adviseert met betrekking tot de honorering en afwijzing van de aanvragen op basis van het door haar gegeven oordeel (positief of negatief), de plaats in de ranking, de begroting en het maximaal beschikbare budget.
Het bestuur van Regieorgaan SIA toetst de gevolgde procedure en besluit op basis van het advies van de beoordelingscommissie.
Het besluit van het bestuur van Regieorgaan SIA wordt schriftelijk meegedeeld.
Regieorgaan SIA streeft ernaar het besluit rondom aanvragen uit indieningsronde juni 2020 in december 2020 bekend te maken. Voor aanvragen uit indieningsronde november 2020 streven we ernaar het besluit in april 2021 kenbaar te maken.
|
23 juni 2020, 14.00 uur CE(S)T |
Deadline indiening aanvragen |
|
september 2020 |
Vergadering beoordelingscommissie |
|
oktober 2020 |
Hoor en wederhoor |
|
november 2020 |
Vergadering beoordelingscommissie |
|
november 2020 |
Vaststelling beoordeling door beoordelingscommissie en besluitvorming door bestuur Regieorgaan SIA |
|
december 2020 |
Bekendmaking |
|
24 nov. 2020, 14.00 uur CE(S)T |
Deadline indiening aanvragen |
|
januari 2021 |
Vergadering beoordelingscommissie |
|
februari 2021 |
Hoor en wederhoor |
|
maart 2021 |
Vergadering beoordelingscommissie |
|
april 2021 |
Vaststelling beoordeling door beoordelingscommissie en besluitvorming door bestuur Regieorgaan SIA |
|
april 2021 |
Bekendmaking |
De aanvrager is verantwoordelijk voor de uitvoering van het project en treedt op als penvoerder.
De aanvrager benoemt de (beoogde) contactpersoon.
Op de pagina RAAK-publiek op de website van Regieorgaan SIA is de meest recente informatie te vinden. Hier vindt u ook de contactgegevens van de programmamanager. Het aanvraagformulier, het model projectvoorstel, het begrotingsformat en het formulier overzicht betrokken projectgroepleden, worden via ISAAC beschikbaar gesteld.
Hiertoe verzoeken wij u contact op te nemen met de ISAAC-helpdesk. Wij raden u aan eerst de ISAAC-handleiding door te nemen voordat u contact opneemt met de helpdesk.
De helpdesk van ISAAC is bereikbaar van maandag t/m vrijdag van 10.00 uur tot 17.00 uur, telefoonnummer 020-346 71 79. U kunt ook uw vraag per e-mail sturen naar isaac.helpdesk@nwo.nl.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2020-24563.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.