Besluit betreffende het opheffen van de beperkingen gesteld aan de openbaarheid van de archieven van het Kabinet der Koningin over de periode 1946–1988, nummers toegangen 2.02.20 (archief 1946–1975), 2.02.30 (archief 1976–1988)

De Minister van Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,

Gelet op artikel 15, derde lid Archiefwet 1995;

Gelet op de Verklaring van Overbrenging van 3 mei 1996, houdende de beperkingen gesteld aan de openbaarheid van de archieven van het Kabinet der Koningin over de periode 1940–1975,

Gelet op het Besluit van 19 december 2003 van de directeur van het Kabinet van de Koningin, houdende de beperkingen gesteld aan de openbaarheid van de archieven van het Kabinet der Koningin over de periode 1976–1988,

Gehoord hebbende de directeur van het Kabinet van de Koning,

Besluit:

Artikel 1

De beperkingen die, met het oog op het voorkomen van onevenredige bevoordeling of benadeling van betrokken natuurlijke personen ofwel rechtspersonen danwel van derden, zijn gesteld aan de openbaarheid van de archiefbescheiden geborgen onder de serie Verbaal: Wetten, Besluiten en Kabinetsbrieven in de inventarisnummers 9401-13161 in het archief van het Kabinet der Koningin 1946–1975 worden opgeheven.

Artikel 2

De beperkingen die, met het oog op de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer, zijn gesteld aan de openbaarheid van de archiefbescheiden geborgen onder de series Verbaal: Wetten, Besluiten en Kabinetsbrieven, inventarisnummers 9401-13161 en 14000-16388 in de archieven van het Kabinet van de Koningin over de periode 1946–1988 worden opgeheven wanneer een verzoeker aantoont dat deze archiefbescheiden geen persoonsgegevens bevatten of wanneer deze ten genoege van de algemene rijksarchivaris aantoont dat alle betrokkenen die voorkomen in de archiefbescheiden waarop zijn verzoek betrekking heeft, zijn overleden.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Den Haag, 7 januari 2020

De Minister van Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, namens deze, De algemene rijksarchivaris M.L. Engelhard

Een belanghebbende kan tegen dit besluit bezwaar maken op grond van artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht. De belanghebbende dient daartoe een bezwaarschrift in bij minister van OCW, onder vermelding van ‘Bezwaar’, ter attentie van DUO, Postbus 606, 2700 ML in Zoetermeer. Meer informatie over het maken van bezwaar vindt u op www.bezwaarschriftenocw.nl

De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift bedraagt zes weken. De termijn vangt aan met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het besluit is geplaatst.

Een belanghebbende kan tegen dit besluit bezwaar maken op grond van artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht. De belanghebbende dient daartoe een bezwaarschrift in bij minister van OCW, onder vermelding van ‘Bezwaar’, ter attentie van DUO, Postbus 606, 2700 ML in Zoetermeer. Meer informatie over het maken van bezwaar vindt u op www.bezwaarschriftenocw.nl

De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift bedraagt zes weken. De termijn vangt aan met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het besluit is geplaatst.

TOELICHTING

Het Kabinet van de Koning, tot 2013 het Kabinet der Koningin, volgt bij de ordening van de zijn archiefbescheiden grotendeels het zogenaamde verbaalsysteem. Dat betekent dat alle stukken die op één dag worden behandeld, op de datum van die dag worden bewaard. Bij de overbrenging van deze archieven aan het Nationaal Archief wordt deze ordening aangehouden. De dossiers worden per dag bij elkaar gebonden en aan ieder pak wordt een inventarisnummer toegekend.

Omdat het Kabinet van de Koning zich bezighoudt met zeer uiteenlopende onderwerpen, bevat ieder inventarisnummer in het archief een keur aan onderwerpen. Daartussen kunnen zich documenten bevinden die raken aan de persoonlijke levenssfeer van betrokkenen of die betrokkenen onevenredig kunnen bevoordelen of benadelen. Met het oog daarop is bij de overbrenging van het archief over de periode 1946–1974 een beperking aan de openbaarheid gesteld op allebei deze gronden. Bij de overbrenging van het archief over de periode 1976–1988 is een beperking aan de openbaarheid gesteld met het oog op de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer.

Omdat deze situatie er toe heeft geleid dat ook documenten waarin geen persoonsgegevens voorkomen, beperkt openbaar zijn en deze wel vaak worden gebruikt, is besloten dat die archiefbescheiden waarin geen persoonsgegevens van levende personen bevatten, openbaar kunnen worden. Dit geldt alleen voor de archiefbescheiden die geborgen zijn onder de series Verbaal: Wetten, Besluiten en Kabinetsbrieven. Omdat het niet mogelijk is vooraf te bepalen welke archiefbescheiden het betreft, zal per verzoek worden beoordeeld of deze openbaar kunnen worden.

Onderzoek heeft uitgewezen dat de beperkingen die zijn gesteld met het oog op het voorkomen van onevenredige bevoordeling of benadeling van betrokken natuurlijke personen ofwel rechtspersonen danwel van derden niet meer van toepassing is op de inventarisnummers 9401-13161. Deze beperking kan daarom worden opgeheven.

Naar boven