Besluit van de Minister van Financiën van 24 april 2020 2020-0000070153, directie Financiële Markten, houdende instelling van de Kwartiermakers toekomst accountancysector (Instellingsbesluit Kwartiermakers toekomst accountancysector)

De Minister van Financiën,

Gelet op artikel 2, eerste lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies;

Besluit:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

minister:

Minister van Financiën;

kabinetsreactie:

brief van de Minister van Financiën van 20 maart 2020 aan beide Kamers der Staten-Generaal houdende de reactie van het kabinet op het eindrapport van de Commissie toekomst accountancysector (Kamerstukken II 2019/20, 33 977, nr. 29);

kwartiermakers:

kwartiermakers, bedoeld in artikel 2, eerste lid.

Artikel 2 Instelling en taak

  • 1. Er zijn Kwartiermakers toekomst accountancysector.

  • 2. De kwartiermakers hebben gezamenlijk tot taak om, ter uitvoering van de kabinetsreactie, zorg te dragen voor:

    • a. de opstelling van audit quality indicatorsen het geven van een oordeel over de juridische verankering daarvan;

    • b. een inventarisatie van de effecten van het audit only-model, met inbegrip van het afschermen van de verdiensten van de audit-tak (ring fencing) van de accountantsorganisatie en het joint audit-model op basis van gegevens uit Nederland en uit het buitenland;

    • c. de totstandkoming en uitvoering van een experiment met het intermediairmodel;

    • d. de uitvoering van kwaliteitbevorderende maatregelen bij accountantsorganisaties ten aanzien van:

      • 1°. de bevordering en borging van de cultuurverandering binnen accountantsorganisaties;

      • 2°. het toevoegen van forensische expertise aan het controleteam indien nodig;

      • 3°. het gebruik van nieuwe technologieën en innovatie stimuleren en waar nodig belemmeringen wegnemen;

    • e. de aansluiting van de opleiding en de permanente educatie bij de door de Commissie toekomst accountancysector gesignaleerde aandachtspunten, waaronder ruimte en aandacht voor soft skills, professionele oordeelsvorming, innovatie, financiële fraude en (dis)continuïteit, in samenwerking met andere betrokkenen.

  • 3. De kwartiermakers hebben voorts tot taak om de samenhang en voortgang van de uit de kabinetsreactie voortvloeiende maatregelen te monitoren en te bewaken en de Minister daarover te rapporteren.

Artikel 3 Samenstelling, benoeming en ontslag

  • 1. De kwartiermakers bestaan uit twee leden.

  • 2. De leden hebben zitting op persoonlijke titel en oefenen hun functie uit zonder last of ruggespraak.

  • 3. De leden worden door de Minister benoemd.

  • 4. De leden kunnen op eigen verzoek of wegens ongeschiktheid, onbekwaamheid of op andere zwaarwegende gronden worden geschorst en ontslagen door de Minister.

Artikel 4 Benoeming

Voor de duur van de instelling worden tot kwartiermakers benoemd:

  • a. mevrouw drs. M.E. de Vries RA;

  • b. de heer mr. C.A. Fonteijn.

Artikel 5 Instellingsduur

De kwartiermakers worden ingesteld met ingang van 1 mei 2020 voor de duur van drie jaar en zes maanden.

Artikel 6 Secretariaat

  • 1. De Minister voorziet in het secretariaat van de kwartiermakers.

  • 2. Het secretariaat is voor de uitvoering van zijn taak uitsluitend verantwoording schuldig aan de kwartiermakers.

Artikel 7 Werkwijze

  • 1. De kwartiermakers stellen hun eigen werkwijze vast.

  • 2. De kwartiermakers verstrekken desgevraagd aan de Minister de voor de uitoefening van zijn taak benodigde inlichtingen. De Minister kan inzage vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden, voor zover dat voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig is.

Artikel 8 Vergoeding

Aan iedere kwartiermaker wordt een vaste vergoeding per maand toegekend, waarbij de salarisschaal wordt vastgesteld op schaal 18 van de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst voor rijksambtenaren en de arbeidsduurfactor op 0,241.

Artikel 9 Kosten

  • 1. De kosten van de kwartiermakers komen, voor zover op basis van een goedgekeurde raming, voor rekening van de Minister. Onder kosten worden in ieder geval verstaan:

    • a. de kosten voor de faciliteiten van vergaderingen;

    • b. de kosten voor het inschakelen van externe deskundigheid en het laten verrichten van onderzoek;

    • c. de kosten voor oplevering van rapportages.

  • 2. De kwartiermakers bieden zo spoedig mogelijk na hun instelling een raming aan de Minister aan.

Artikel 10 Rapportages

  • 1. De kwartiermakers brengen iedere zes maanden een rapportage uit aan de Minister over de voortgang van de uitvoering van hun taak. De eerste rapportage wordt, in afwijking van de vorige zin, uiterlijk op 31 december 2020 uitgebracht.

  • 2. De kwartiermakers brengen uiterlijk op 1 november 2023 hun eindrapportage uit. Die rapportage bevat in ieder geval:

    • a. een oordeel over de mate waarin de in de kabinetsreactie aangekondigde maatregelen zijn geïmplementeerd;

    • b. een oordeel over de invoering van het audit only-model, met inbegrip van het afschermen van de verdiensten van de audit-tak (ring fencing) van de accountantsorganisatie, het joint audit-model en het intermediairmodel, in het licht van de inventarisatie, bedoel in artikel 2, tweede lid, onderdeel b, voor zover dat oordeel nog niet is opgenomen in één van de rapportages, bedoeld in het eerste lid.

Artikel 11 Openbaarmaking

Rapporten, notities, verslagen, adviezen en andere producten die door of namens de kwartiermakers worden vervaardigd of vergaard, worden niet door de kwartiermakers openbaar gemaakt, maar uitsluitend aan de Minister uitgebracht of overgedragen.

Artikel 12 Archiefbescheiden

De kwartiermakers dragen zo spoedig mogelijk na beëindiging van hun werkzaamheden of, zo de omstandigheden daartoe aanleiding geven, zoveel eerder, de bescheiden betreffende die werkzaamheden over aan het archief van de Directie Financiële Markten van het Ministerie van Financiën.

Artikel 13 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 mei 2020. Indien de Staatscourant waarin dit besluit wordt geplaatst wordt uitgegeven na 30 april 2020, treedt het in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt het terug tot en met 1 mei 2020.

Artikel 14 Citeertitel

Dit besluit kan worden aangehaald als: Instellingsbesluit Kwartiermakers toekomst accountancysector.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra

TOELICHTING

Dit besluit voorziet in de instelling en opdracht van de Kwartiermakers toekomst accountancysector (hierna: kwartiermakers). De grondslag van dit besluit is artikel 2, tweede lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies.

De instelling van de kwartiermaker is aangekondigd in de reactie van het kabinet op het eindrapport van de Commissie toekomst accountancysector (hierna: Cta), die op 20 maart 2020 aan beide kamers der Staten-Generaal is gezonden (Kamerstukken II 2019/20, 33 977, nr. 29). In die brief is beschreven welke maatregelen aan de kwartiermaker worden toebedeeld. De instelling van een kwartiermaker was een aanbeveling van de Cta.1

Er is gekozen voor de aanstelling van twee kwartiermakers. Hiermee wordt gewaarborgd dat een zo snel mogelijke vooruitgang wordt geboekt bij de uitvoering van de maatregelen uit de kabinetsreactie. Bovendien vullen de twee kwartiermakers elkaar aan wat betreft kennis en ervaring. Met mevrouw De Vries wordt de reeds opgedane kennis van de Cta commissie behouden en is er expertise van het accountancyvak. De heer Fonteijn brengt de frisse blik van buiten. Ook heeft hij veel bestuurlijke en juridische kennis, alsmede een brede marktblik en ervaring met het functioneren in een partnerschapmodel. De aanstelling van de kwartiermakers start op 1 mei 2020.

De taakopdracht van de kwartiermakers staat beschreven in artikel 2, tweede en derde lid, van dit besluit en sluit aan bij de kabinetsreactie op het rapport van de Cta. De kwartiermakers hebben een aantal specifieke aan hen toebedeelde taken. Het gaat om de uitvoering van de specifieke maatregelen die in de kabinetsreactie aan de kwartiermakers zijn toebedeeld (tweede lid). De kwartiermakers dienen te bewaken dat er spoedig, daadwerkelijk invulling en uitvoering wordt gegeven aan hetgeen in de kabinetsreactie is opgenomen. Deze maatregelen hebben betrekking op de opstelling van audit quality indicators, het nader onderzoek naar de modellen audit only en joint audit, het experiment met het intermediairmodel, enkele in onderdeel d genoemde, kwaliteitsbevorderende maatregelen bij accountantsorganisaties en de aanpassing van de accountantsopleiding en diens permanente educatie in het licht van onder andere de onderwerpen fraude, continuïteit, innovatie en soft skills. Ook dienen de kwartiermakers de ingezette cultuurverandering binnen de accountantsorganisaties te stimuleren door actief te agenderen hoe wordt omgegaan met de bevordering en borging van de cultuurverandering binnen accountantsorganisaties en hoe de beleving hiervan is binnen de dagelijks praktijk, waarbij ook aandacht gevraagd wordt voor het aantrekkelijk houden van het beroep. Daarnaast hebben de kwartiermakers een rol in het monitoren van de voortgang en de samenhang van de uit de kabinetsreactie voortvloeiende maatregelen en het informeren van de Minister over deze voortgang (derde lid). De kwartiermaker is gesprekspartner van de verschillende partijen uit de sector, het ministerie en de toezichthouder. De kwartiermakers spelen een verbindende rol, behoudens de eigen verantwoordelijkheden van partijen, ook richting elkaar. De rol van de kwartiermaker is om te initiëren, aan te jagen en te enthousiasmeren, door partijen bij elkaar te brengen, discussies aan te jagen en tot afspraken te komen, veelal in de sector. De kwartiermakers moeten ook signaleren als zaken niet goed lopen, de uitvoering niet de goede samenhang heeft of zaken onvoldoende op gang komen of te weinig impact hebben.

Het secretariaat van de kwartiermakers wordt gevoerd door een ambtenaar van het Ministerie van Financiën, die bij de uitvoering van die taak uitsluitend verantwoording schuldig is aan de kwartiermakers (artikel 6). De vergoeding van de kwartiermakers vindt plaats in overeenstemming met de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies, waarbij is gekozen voor een vaste vergoeding per maand voor de duur van hun aanstelling. Daarvoor worden zij vergoed conform het maximum van de salarisschalen voor ambtenaren die krachtens een arbeidsovereenkomst met de Staat werkzaam zijn (artikel 4, eerste en tweede lid, van het Besluit vergoedingen adviescolleges en commissies). De kwartiermakers zullen halfjaarlijks rapporteren aan ondergetekende, waarbij zij hem informeren over de voortgang van de taakuitoefening (artikel 10, eerste lid). Daarnaast zullen ze in hun slotrapportage een oordeel geven over in ieder geval de implementatie van de in de kabinetsreactie aangekondigde maatregelen en een oordeel over het onderzoek naar de modellen audit only en joint audit en het experiment met het intermediairmodel (artikel 10, tweede lid), uiteraard voor zover die oordelen nog niet in eerdere rapportage aan ondergetekende zijn medegedeeld. Zowel bij de halfjaarlijkse rapportages als de slotrapportage zal de focus van de rapporten liggen op de impact van de gezette stappen; hoe hebben (of zullen) deze bijgedragen aan het verhogen van de kwaliteit van de wettelijke controle en wat is eventueel nog extra nodig voor het realiseren van de gewenste kwaliteitsverbetering.

Ten slotte bevat deze regeling enkele standaardbepalingen over de wijze van benoeming en ontslag (artikel 3), werkwijze (artikel 7), kosten (artikel 9), openbaarmaking (artikel 11) en archivering (artikel 12).

De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra


X Noot
1

Commissie toekomst accountancysector, ‘Vertrouwen op controle’ (Den Haag, januari 2020) 7-8. Bijlage bij Kamerstukken II 2019/20, 33 977, nr. 28).

Naar boven