Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 20 april 2020, nr. 2020-0000023728, tot Aanwijzing toezichthouders WNT Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op de artikelen 5.1 en 5.3 van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector, alsmede titel 5.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. WNT:

de Wet normering topinkomens;

b. Eenheid toezicht WNT:

de als zodanig aangeduide eenheid, bedoeld in artikel 1, aanhef en onder c van het Besluit BZK-toezicht en handhaving WNT.

Artikel 2. Gebundeld toezicht op de naleving van de WNT

  • 1. De ambtenaren werkzaam bij de Eenheid toezicht WNT worden aangewezen als ambtenaren belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de WNT ten aanzien van rechtspersonen, instellingen en topfunctionarissen waarvoor de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in de WNT is aangewezen als Onze Minister wie het aangaat.

  • 2. De bevoegdheid om namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid inlichtingen te vorderen van de organisaties genoemd in artikel 5.3 van de WNT, wordt uitgeoefend door het Hoofd TEA die leiding geeft aan de Eenheid toezicht WNT.

Artikel 3. Inwerkingtreding

  • 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst, en werkt terug tot en met 1 juni 2019.

  • 2. Het besluit Aanwijzing toezichthouder WNT Ministerie van SZW wordt ingetrokken.

Artikel 4. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Aanwijzing toezichthouders WNT Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 20 april 2020

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees

TOELICHTING

1. Algemeen

Op grond van artikel 5.1. van de Wet normering topinkomens (hierna: WNT) is iedere minister voor zijn beleidsterrein verantwoordelijk voor en bevoegd tot het aanwijzen van een toezichthouder WNT. Als gevolg van de wijziging in de benaming van de WNT (wet normering topinkomen) en de opheffing van het programma normering topinkomen bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (hierna: BZK), dient het bestaande besluit geactualiseerd te worden. Het huidige besluit zal daarom vervangen worden door dit nieuwe besluit.

De ambtenaren van de Eenheid toezicht WNT van BZK worden in dit besluit aangewezen voor de uitvoering van het toezicht op de naleving van de WNT op het terrein van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De wijziging ten opzichte van het huidige besluit ziet op artikel 2 lid 2. Door de wijziging wordt er gesproken over het Hoofd TEA die leiding geeft aan de Eenheid toezicht in plaats van de programmamanager die leiding geeft.

De ambtenaren van deze eenheid zullen aldus op het terrein van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid controleren of rechtspersonen, instellingen en topfunctionarissen die onder de WNT vallen zich daadwerkelijk houden aan de verplichtingen in deze wet. De conclusies van hun onderzoek dragen zij vervolgens over aan het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De bevoegdheden in het kader van de handhaving blijven berusten bij de Minister van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Met ingang van 1 januari 2014 is bij het Ministerie van BZK een toezichteenheid opgericht (zie het Besluit BZK-toezicht en handhaving WNT). Deze Eenheid toezicht WNT geeft informatie over de WNT en zal op het beleidsterrein van BZK overwegend verantwoordelijk zijn voor het WNT-toezicht. De Eenheid toezicht WNT zal primair werkzaam zijn op het terrein waarvoor de Minister van BZK verantwoordelijk is voor het toezicht op de naleving en de handhaving van de WNT, doch deze eenheid kan ook door andere ministers op grond van artikel 5.1 WNT worden aangewezen voor het toezicht op hun deelterrein (zie de toelichting op het besluit van 20 juni 2014, Staatscourant nr. 17835 en de wijziging daarvan ingaande op 1 juni 2019).

Gezien het geringe aantal rechtspersonen, instellingen en topfunctionarissen die op het terrein van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid te maken hebben met de WNT is een goede uitvoering en naleving van de WNT, alsmede deugdelijk toezicht op de naleving van de WNT erbij gebaat om gebruik te maken van de expertise die bij het Ministerie van BZK, in het bijzonder de Eenheid toezicht WNT beschikbaar is.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft er mee ingestemd dat zijn ambtenaren tevens belast zijn met het toezicht op de naleving van de WNT ten aanzien van rechtspersonen, instellingen en topfunctionarissen op het beleidsterrein van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Hiertoe is het document ‘Samenwerkingsafspraken bundeling WNT-toezicht’ opgesteld welke ter inzage ligt bij de afdeling Taakveld eigenaarschap ZBO van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Naast het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zal de Eenheid toezicht WNT ook het toezicht in de zin van de artikelen 5:15 tot en met 5:20 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) uitvoeren op het terrein van de Ministeries van Buitenlandse Zaken, Defensie, Economische Zaken en Klimaat, Financiën, Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Infrastructuur en Waterstaat en Justitie en Veiligheid.

2. Bevoegdheden

De aangewezen toezichthoudende ambtenaren van de Eenheid toezicht WNT zijn bevoegd om op eigen initiatief of naar aanleiding van een melding onderzoek te doen naar de naleving van de WNT. De toezichthouder kan onderzoek doen door op eigen titel stukken van de betrokken instelling en topfunctionaris op te vragen en in te zien. De toezichthouder komt hierbij de bevoegdheden toe van titel 5.2 van de Awb. Voorts is het Hoofd TEA die leiding geeft aan de Eenheid toezicht WNT bevoegd om namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid informatie te vorderen van de Belastingdienst, pensioeninstanties en verzekeraars (artikel 5.3 WNT). Omdat dit een feitelijke handeling betreft, is voormeld Hoofd daarvoor machtiging (en geen mandaat) verleend.

Bij geconstateerde overtredingen zal de Eenheid toezicht WNT een dossier opstellen waarin onder meer de bewijsvoering van de geconstateerde overtredingen zal zijn opgenomen. Vervolgens zal de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid handhavend kunnen optreden, zo nodig door het opleggen van een last onder dwangsom (artikel 5.4 WNT), het opeisen van betalingen boven de norm (artikel 5.5 WNT) en het op kosten van de instelling publiceren van ten onrechte niet openbaar gemaakte gegevens (artikel 5.6 WNT).

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees

Naar boven