Besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Staatssecretaris van Financiën van 6 april 2020, nr. 2020-0000165030, tot vaststelling van de bedragen per eenheid voor de algemene uitkering uit het provinciefonds voor het uitkeringsjaar 2018

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Staatssecretaris van Financiën,

Gelet op artikel 9, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet;

Besluiten:

Artikel 1

Voor het uitkeringsjaar 2018 worden de bedragen per eenheid voor de algemene uitkering uit het provinciefonds, bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet, vastgesteld overeenkomstig bijlage 1.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.W. Knops

De Staatssecretaris van Financiën, J.A. Vijlbrief

BIJLAGE 1. DE BEDRAGEN PER EENHEID VOOR DE ALGEMENE UITKERING UIT HET PROVINCIEFONDS VOOR HET UITKERINGSJAAR 2018 (BIJLAGE BIJ ARTIKEL 1)

Nr.

Verdeelmaatstaf

Bedrag per eenheid in €

1

Opcenten motorrijtuigenbelasting

-65,90

2a

Rendement eigen vermogen Groningen

-8.803.660

2b

Rendement eigen vermogen Fryslân

-15.806.425

2c

Rendement eigen vermogen Drenthe

-3.364.478

2d

Rendement eigen vermogen Overijssel

-28.769.476

2e

Rendement eigen vermogen Gelderland

-57.073.141

2f

Rendement eigen vermogen Utrecht

-6.786.948

2g

Rendement eigen vermogen Noord-Holland

-18.256.839

2h

Rendement eigen vermogen Zuid-Holland

-2.481.924

2i

Rendement eigen vermogen Zeeland

-10.021.375

2j

Rendement eigen vermogen Noord-Brabant

-46.093.443

2k

Rendement eigen vermogen Limburg

-23.792.099

2l

Rendement eigen vermogen Flevoland

-105.754

3a

Provinciespecifiek vast bedrag Groningen

48.995.528,97

3b

Provinciespecifiek vast bedrag Fryslân

39.575.385,66

3c

Provinciespecifiek vast bedrag Drenthe

42.642.404,03

3d

Provinciespecifiek vast bedrag Overijssel

26.392.560,96

3e

Provinciespecifiek vast bedrag Gelderland

57.416.498,16

3f

Provinciespecifiek vast bedrag Utrecht

43.253.101,30

3g

Provinciespecifiek vast bedrag Noord-Holland

34.673.365,94

3h

Provinciespecifiek vast bedrag Zuid-Holland

36.161.275,74

3i

Provinciespecifiek vast bedrag Zeeland

42.069.064,68

3j

Provinciespecifiek vast bedrag Noord-Brabant

29.099.514,37

3k

Provinciespecifiek vast bedrag Limburg

39.761.284,40

3l

Provinciespecifiek vast bedrag Flevoland

38.665.734,63

4

Inwoners provincie

166,74

5

Miljoenen inwoners

-17,82

6

Aandeel binnenwater

3,05

7

Oeverlengte

436,77

8

Inwoners vervoersregio

-91,35

9

Inwoners landelijk gebied

64,47

TOELICHTING

Op grond van artikel 9, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet worden de bedragen per eenheid, behorende bij de verdeelmaatstaven van het provinciefonds, jaarlijks vastgesteld. Met dit besluit zijn de bedragen per eenheid vastgesteld voor de algemene uitkering uit het provinciefonds voor uitkeringsjaar 2018. De bedragen per eenheid komen overeen met de bedragen die aan de provincies zijn kenbaar gemaakt in de meicirculaire 2019 provinciefonds (kenmerk: 2019-0000267606).

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.W. Knops

De Staatssecretaris van Financiën, J.A. Vijlbrief

Naar boven