Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 23 maart 2020, nr. WJZ/ 19300653, houdende wijziging van de Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten

ARTIKEL I

De Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 12c, eerste lid, onderdeel c, wordt ‘van oorsprong uit Afrika of Noord- en Zuid-Amerika’ vervangen door ‘van oorsprong uit derde landen met uitzondering van Zwitserland’.

B

Na artikel 12s worden de volgende artikelen ingevoegd:

Artikel 12t

  • 1. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder:

    a. uitvoeringsbesluit 2019/1614:

    Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/1614 van de Commissie van 26 september 2019 tot machtiging van de lidstaten om voor andere dan voor opplant bestemde aardappelen uit de regio’s Akkar en Bekaa in Libanon af te wijken van sommige bepalingen van Richtlijn 2000/29/EG van de Raad (PbEU 2019, L 250);

    b. schadelijk organisme:

    Clavibacter michiganensis (Smith) Davis et al. ssp. sepedonicus (Spieckermann en Kotthoff) Davis et al.

  • 2. Knollen van Solanum tuberosum L., andere dan bestemd voor opplant, uit de regio’s Akkar en Bekaa in Libanon mogen slechts in de Europese Unie worden binnengebracht indien zij:

    • a. voldoen aan de voorschriften van de bijlage bij uitvoeringsbesluit 2019/1614;

    • b. voorzien zijn van een fytosanitair certificaat dat voldoet aan de eisen, genoemd in artikel 2 van uitvoeringsbesluit 2019/1614;

    • c. worden binnengebracht in Eemshaven, Harlingen, Beverwijk, Amsterdam, Rotterdam en Vlissingen;

    • d. geïnspecteerd zijn op de aanwezigheid van het schadelijke organisme overeenkomstig artikel 4 van uitvoeringsbesluit 2019/1614 en geen tekenen van aanwezigheid van dat schadelijke organisme zijn gevonden;

    • e. voorzien zijn van een etiket dat voldoet aan de eisen, genoemd in artikel 6 van uitvoeringsbesluit 2019/1614.

  • 3. Een importeur brengt overeenkomstig artikel 8 van uitvoeringsbesluit 2019/1614 de verantwoordelijke officiële instantie van de plaats van binnenkomst voldoende van te voren op de hoogte van zijn intentie om knollen van Solanum tuberosum L., andere dan bestemd voor opplant, uit de regio’s Akkar en Bekaa in Libanon binnen te brengen.

  • 4. De afvalstoffen die overblijven na het verpakken en verwerken in de Europese Unie van knollen van Solanum tuberosum L., andere dan bestemd voor opplant, uit de regio’s Akkar en Bekaa in Libanon worden zo verwijderd dat het schadelijke organisme zich niet in de Europese Unie kan vestigen of verspreiden.

Artikel 12u

  • 1. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder:

    a. uitvoeringsbesluit 2019/1739:

    Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/1739 van de Commissie van 16 oktober 2019 tot vaststelling van noodmaatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Unie van het Rose Rosettevirus te voorkomen (PbEU 2019, L 265);

    b. schadelijk organisme:

    Rose Rosettevirus;

    c. vector:

    Phyllocoptes fructiphilus;

    d. gevoelige planten:

    planten, met uitzondering van zaden, van Rosa ssp. van oorsprong uit Canada, India of de VS.

  • 2. Het binnenbrengen en de verspreiding van het schadelijke organisme in de Europese Unie is verboden.

  • 3. Gevoelige planten mogen slechts in de Europese Unie worden binnengebracht indien:

    • a. ze vergezeld gaan van een fytosanitair certificaat dat voldoet aan artikel 5, eerste lid, van uitvoeringsbesluit 2019/1739;

    • b. ze voldoen aan de voorwaarden van artikel 5, tweede tot en met vierde lid, van uitvoeringsbesluit 2019/1739;

    • c. ze zodanig zijn verwerkt, verpakt en vervoerd dat besmetting door de vector wordt voorkomen.

Artikel 12v

  • 1. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder:

    a. uitvoeringsbesluit 2019/2032:

    Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/2032 van de Commissie van 26 november 2019 tot vaststelling van maatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Unie van Fusarium circinatum Nirenberg & O’Donnell (voorheen Gibberella circinata) te voorkomen en tot intrekking van Beschikking 2007/433/EG (PbEU 2019, L 313);

    b. het schadelijke organisme:

    Fusarium circinatum Nirenberg & O’Donnell 1998;

    c. gevoelige planten:

    planten van het geslacht Pinus L. en de soort Pseudotsugamenziesii (Mirbel) Franco;

    d. houten verpakkingsmateriaal:

    verpakkingsmateriaal voor hout in de vorm van pakkisten, kratten, tonnen en dergelijke verpakkingsmiddelen, kabelhaspels, laadborden, laadkisten en andere laadplateaus, opzetranden voor laadborden, stuwmateriaal (al dan niet gebruikt voor het vervoer van allerhande voorwerpen), met uitzondering van ruw hout met een dikte van ten hoogste 6 mm, verwerkt hout bij de productie waarvan gebruik is gemaakt van lijm, warmte en druk, of een combinatie daarvan, en stuwmateriaal ter ondersteuning van zendingen hout dat van hetzelfde type hout is gefabriceerd als dat van de zending hout, dezelfde kwaliteit heeft en aan dezelfde fytosanitaire voorschriften van de Europese Unie voldoet als de zending hout;

    e. afgebakende gebieden:

    in de Europese Unie, overeenkomstig artikel 4 van uitvoeringsbesluit 2019/2032, vastgestelde besmette zones en bufferzones.

  • 2. Een ieder stelt de minister op de hoogte van de aanwezigheid of vermoedelijke aanwezigheid van het schadelijke organisme.

  • 3. Gevoelige planten mogen slechts binnen de Europese Unie worden vervoerd als ze voldoen aan de voorwaarden van artikel 6 van Uitvoeringsbesluit 2019/2032.

  • 4. Hout van gevoelige planten, hout van coniferen (Pinales) en bast van coniferen (Pinales) van oorsprong uit een afgebakend gebied mag slechts binnen de Europese Unie worden vervoerd als het voldoet aan de voorwaarden van artikel 7 van uitvoeringsbesluit 2019/2032.

  • 5. Hout van coniferen in de vorm van houten verpakkingsmateriaal van oorsprong uit een afgebakend gebied mag slechts binnen de Europese Unie worden vervoerd als het voldoet aan de voorwaarden van artikel 8 van uitvoeringsbesluit 2019/2032.

  • 6. Gevoelige planten van oorsprong uit niet-Europese derde landen mogen slechts in de Europese Unie worden binnengebracht als ze voldoen aan de specifieke invoervoorschriften als bedoeld in artikel 9 van uitvoeringsbesluit 2019/2032.

  • 7. Hout van gevoelige planten, hout van coniferen (Pinales) en bast van coniferen (Pinales) van oorsprong uit niet-Europese derde landen, mag slechts in de Europese Unie worden binnengebracht als het voldoet aan de specifieke invoervoorschriften als bedoeld in artikel 10 van uitvoeringsbesluit 2019/2032.

C

Artikel 23 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. Artikel 12t vervalt met ingang van 1 april 2023.

2. In het vierde lid wordt ‘1 juni 2020’ vervangen door ‘1 juli 2021’.

3. Het vijfde lid komt te luiden:

  • 5. Artikel 12u vervalt met ingang van 1 augustus 2022.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 23 maart 2020

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

TOELICHTING

1. Doel en aanleiding

Deze wijziging van de Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten (RIUVP) geeft uitvoering aan de volgende uitvoeringsbesluiten van de Europese Commissie:

  • Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/1598 van de Commissie van 26 september 2019 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/638 tot vaststelling van noodmaatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Unie van het schadelijk organisme Spodoptera frugiperda (Smith) te voorkomen (Pb L 248);

  • Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/1614 van de Commissie van 26 september 2019 tot machtiging van de lidstaten om voor andere dan voor opplant bestemde aardappelen uit de regio’s Akkar en Bekaa in Libanon af te wijken van sommige bepalingen van Richtlijn 2000/29/EG van de Raad (Pb L 250);

  • Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/1739 van de Commissie van 16 oktober 2019 tot vaststelling van noodmaatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Unie van het Rose Rosettevirus te voorkomen (Pb L 265);

  • Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/2032 van de Commissie van 26 november 2019 tot vaststelling van maatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Unie van Fusarium circinatum Nirenberg & O’Donnell (voorheen Gibberella circinata) te voorkomen en tot intrekking van Beschikking 2007/433/EG (Pb L 313).

2. Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/1598

Spodoptera frugiperda (Smith) is een vlinder, waarvan de rupsen grote schade kunnen toebrengen aan gewassen. De rups is in 2017 op grote schaal aangetroffen in Afrikaanse landen. Inmiddels verspreidt dit schadelijke organisme zich ook in Azië. Van oorsprong komt dit organisme voor op de Amerikaanse continenten.

In 2018 heeft de Commissie noodmaatregelen ingesteld om het binnenbrengen en de verspreiding van dit schadelijke organisme in de Europese Unie te voorkomen. Gezien de snelle wereldwijde verspreiding van dit organisme heeft de Commissie besloten de noodmaatrelen te verlengen. De specifieke vereisten die gelden voor de vruchten van Capsicum L., Momordica L., Solanum aethiopicum L., Solanum macrocarpon L., Solanum melongena L., en planten, met uitzondering van levende pollen, plantenweefselculturen, zaden en granen, van Zea mays L. zijn niet langer alleen van toepassing op deze producten die oorspronkelijk afkomstig zijn uit Afrika of Noord- en Zuid-Amerika, maar gelden nu voor de genoemde producten afkomstig uit alle derde landen, met uitzondering van Zwitserland.

Artikel 12c, eerste lid, onderdeel c, uit de RIUVP is daarom aangepast. De noodmaatregelen zijn tot en met 30 juni 2021 van kracht.

3. Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/1614

Tussen 2013 en november 2018 bestond de mogelijkheid consumptieaardappelen uit de regio’s Akkar en Bekaa in Libanon te importeren in de Europese Unie. Aan deze importen waren specifieke eisen verbonden om te voorkomen dat het schadelijk organisme Clavibacter michiganensis (Smith) Davis et al. ssp. sepedonicus (Spieckermann en Kotthoff) Davis et al. (hierna: Clavibacter) in de Europese Unie werd binnengebracht en zich zou verspreiden. In het Uitvoeringsbesluit 2013/413/EU, dat geldig was tot 31 oktober 2018, waren deze eisen beschreven.

Libanon heeft informatie verstrekt om aan te tonen dat voor andere dan voor opplant bestemde aardappelen uit de regio’s Akkar en Bekka onder adequate fytosanitaire omstandigheden worden geteeld. Hierdoor wordt gewaarborgd dat het grondgebied van de Unie tegen het schadelijk organisme Clavibacter wordt beschermd. De Commissie heeft daarom toegestaan dat deze aardappelen, mits zij voldoen aan de gestelde voorwaarden, de Unie mogen worden binnengebracht. Deze voorwaarden staan vermeld in de bijlage bij het uitvoeringsbesluit en houden onder andere in dat de aardappelen geteeld moeten zijn in productiegebieden die systematisch worden onderzocht door de nationale plantenziektekundige dienst op de aanwezigheid van Clavibacter. Ook moet het verpakkingsmateriaal waarin de aardappelen worden vervoerd nieuw dan wel gereinigd en gedesinfecteerd zijn. De aardappelen mogen alleen de Europese Unie worden binnengebracht als zij voorzien zijn van een etiket waarop onder meer de naam van het ziektevrije gebied, informatie over de producent en het relevante partijnummer is vermeld. De betreffende aardappelen mogen alleen worden binnengebracht via de door de lidstaat aangewezen plaatsen van binnenkomst. Voor Nederland zijn aangewezen: Eemshaven, Harlingen, Beverwijk, Amsterdam, Rotterdam of Vlissingen. Importeurs brengen de officiële instantie op de hoogte van de import van partijen van deze aardappelen.

Daarnaast is bepaald dat deze aardappelen bij invoer in de Europese Unie d.m.v. een officieel onderzoek geïnspecteerd moeten worden op de aanwezigheid van Clavibacter. Partijen aardappelen mogen tijdens dit onderzoek niet worden verplaatst of gebruikt.

In artikel 12t van de RIUVP zijn de beschreven maatregelen opgenomen. De derogatie zal gelden tot 31 maart 2023.

4. Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/1739

Het Rose Rosettevirus is een schadelijk organisme dat vooral voorkomt in de Verenigde Staten, Canada en India. Het virus is niet opgenomen in de bijlagen I en II van Richtlijn 2000/29/EG (Fytorichtlijn).

Het virus wordt verspreid door de mijt Phyllocoptes fructiphilus. Het is niet bekend of het virus en de vector (de mijt) voorkomen op het grondgebied van de Europese Unie. Uit onderzoek van de European and Mediterranean Plant Protection Organization (EPPO) blijkt dat het virus een belangrijk fytosanitair probleem kan vormen voor met name de productie van alle soorten rozen.

Om te voorkomen dat het schadelijk organisme en de mijt de Unie worden binnengebracht, moeten specifieke maatregelen gelden voor planten die gevoelig zijn voor dit schadelijke organisme. Deze maatregelen houden in dat planten van Rosa spp, met uitzondering van zaden, die van oorsprong uit Canada, de Verenigde Staten of India komen, bij import in de Unie onderworpen moeten worden aan officiële controles en vergezeld moeten gaan van een fytosanitair certificaat conform artikel 13, lid 1, punt ii) van Richtlijn 2000/29/EG. Afhankelijk van de situatie moeten de bedoelde planten aan een van de onderstaande eisen voldoen en dit moet vermeld worden onder ‘aanvullende verklaring’ op het certificaat:

  • de planten zijn gekweekt in een gebied dat door de nationale plantenziektekundige organisatie vrij bevonden is van het schadelijk organisme en de naam van het gebied wordt op het certificaat vermeld;

  • de planten zijn gekweekt op een productielocatie waar uit de officiële inspecties die uitgevoerd zijn vanaf het begin van het laatste groeiseizoen blijkt dat er geen symptomen van het schadelijke organisme zijn en ook de vector niet is aangetroffen. Bovendien zijn er eisen t.a.v. het bemonsteren en testen van deze planten vóór uitvoer en moeten zij vrij bevonden zijn van het schadelijk organisme;

  • de planten in weefselcultuur, die niet van oorsprong uit een gebied komen dat vrij is van het genoemde virus, zijn geproduceerd uit moederplanten die zijn getest zijn en vrij zijn van het schadelijke organisme.

Om de planten de Unie te kunnen binnenbrengen moeten zij zodanig zijn verwerkt, verpakt en vervoerd dat besmetting met de betreffende mijt wordt voorkomen.

Deze maatregelen zijn opgenomen in artikel 12u van de RIUVP en van kracht tot en met 31 juli 2022.

5. Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/2032

Fusarium circinatum Nirenberg & O’Donnell (verder: Fusarium) is sinds maart 2019 opgenomen in bijlage I, deel A, rubriek II, bij Richtlijn 2000/29/EG (Fytorichtlijn).

Fusarium is een schimmel en vormt een bedreiging voor Pinus (naaldbomen) en Pseudotsuga menziessi (douglasspar). In Spanje en Portugal komt dit schadelijk organisme voor in kwekerijen en bossen, maar ook in particuliere tuinen. In deze landen worden bestrijdings- en uitroeiingsmaatregelen genomen om te voorkomen dat dit organisme zich verder verspreidt.

Uit onderzoek en een EFSA-advies blijkt dat Fusarium in verschillende delen van de Europese Unie voorkomt en zich verder kan verspreiden in de Unie. Daarom worden de sinds 2007 bestaande noodmaatregelen voor Fusarium aangepast.

Planten van Pinus L. en Pseudotsuga menziessi mogen alleen uit niet-Europese derde landen in de Unie worden binnengebracht wanneer zij vergezeld gaan van een certificaat bedoeld in artikel 13, lid 1, punt ii) van Richtlijn 2000/29/EG. In de rubriek ‘aanvullende verklaring’ is op het certificaat vermeld dat de betreffende planten of permanent zijn geteeld in een land waar Fusarium niet voorkomt, of zijn geteeld in een gebied dat door de nationale plantenziektekundige dienst vrij is bevonden van Fusarium, dan wel zijn de planten afkomstig van een productieplaats waar 2 jaar voor de verplaatsing van de planten geen symptomen van het schadelijk organisme zijn vastgesteld, ook niet in een straal van ten minste 1 km rond de productieplaats. Daarnaast zijn de planten vóór hun uitvoer bemonsterd en getest en vrij bevonden van het schadelijk organisme.

Ook voor het binnenbrengen in de Unie van hout van de betreffende planten gelden voorwaarden.

Hout in de vorm plakjes, spanen, kleine stukjes, zaagsel, schaafsel, resten en afval, en bast zonder delen van coniferen uit niet-Europese derde landen mogen alleen worden binnengebracht als dit hout vergezeld gaat van het hierboven bedoelde certificaat met verklaring over het land of gebied van herkomst, dat vrij moet zijn van het schadelijk organisme.

Het overige hout van de betreffende planten, met uitzondering van houten verpakkingsmateriaal moet naast het eerder genoemde certificaat en de verklaring ook een warmtebehandeling hebben ondergaan van tenminste 30 minuten bij een minimumtemperatuur van 56 graden Celsius. Op het hout of de verpakking en op het certificaat moet het merkteken ‘HT’ zijn aangebracht.

Alle zendingen van de hiervoor genoemde planten en het hout van deze planten, alsmede het hout van coniferen in een kleine vorm (plakjes, stukjes, zaagsel, etc.) uit een niet-Europees derde land waarvan bekend is dat Fusarium er voorkomt, moeten bij binnenkomst in de Unie worden onderworpen aan grondige officiële controles. Deze controles omvatten een visuele inspectie en mogelijk het bemonsteren en testen van de partij planten of plantaardige producten op de aanwezigheid van Fusarium.

Wanneer Fusarium in een gebied wordt aangetroffen, bakent de bevoegde officiële instantie de besmette zone en een bufferzone in een straal van tenminste 1 km rond het besmette gebied af.

Als uit onderzoek in het afgebakende gebied in twee opeenvolgende jaren blijkt dat Fusarium niet meer voorkomt, kan de afbakening worden opgeheven. Afbakening hoeft niet plaats te vinden indien de vondst van het schadelijk organisme een geïsoleerd geval betreft dat zich niet heeft gevestigd of kan verspreiden.

In een afgebakend gebied dienen de (vermoedelijk) besmette planten te worden verwijderd en vernietigd. Hetzelfde geldt voor planten van Pinus L. en Pseudotsuga menziesii die binnen een straal van 100 m rond de besmette planten staan.

Planten van Pinus L. en Pseudotsuga menziesii bestemd voor opplant mogen in principe alleen binnen de Unie worden verplaatst als zij vergezeld gaan van een plantenpaspoort, dat onder voorwaarden vermeld in het uitvoeringsbesluit is afgegeven. Dergelijke planten, niet bestemd voor opplant, mogen alleen van een besmette zone naar een bufferzone worden verplaatst en van een afgebakend gebied naar de rest van het grondgebied van de Unie, indien zij vergezeld gaan van een onder voorwaarden vermeld in het uitvoeringsbesluit afgegeven plantenpaspoort.

Plantenpaspoortvereisten gelden niet voor directe verkoop aan de eindconsument.

Hout van Pinus L. en Pseudotsuga menziesii, hout van coniferen (Pinales) in de vorm van plakjes, spanen, kleine stukjes, zaagsel, schaafsel, resten en afval en bast van deze coniferen mag alleen worden verplaatst uit afgebakende gebieden als het hout vergezeld gaat van een plantenpaspoort waarop vermeld is dat het hout een warmtebehandeling van tenminste 30 aaneengesloten minuten bij een minimumtemperatuur van 56 graden C heeft ondergaan.

Verpakkingsmateriaal van hout van coniferen mag alleen worden verplaatst uit afgebakende gebieden als het hout van bast is ontdaan zoals vermeld in ISPM nr. 15, goedgekeurde behandelingen heeft ondergaan overeenkomstig bijlage I bij ISPM 15 en voorzien is van een merkteken zoals vastgesteld in bijlage II bij ISPM nr.15.

Deze maatregelen zijn opgenomen in artikel 12v van de RIUVP.

6. Regeldruk

Verlenging noodmaatregelen Spodoptera frugiperda

De verlenging van de noodmaatregelen voor Spodoptera frugiperda en de uitbreiding van de maatregelen naar producten zoals genoemd in het uitvoeringsbesluit afkomstig uit alle derde landen, met uitzondering van Zwitserland, leiden nauwelijks tot een toename in de regeldruk voor die importeurs die de genoemde producten uit andere derde landen buiten Afrika of Noord- en Zuid-Amerika halen. Veel van deze producten zijn namelijk al inspectieplichtig.

Import van aardappelen uit de regio’s Akkar en Bekaa in Libanon

De maatregelen voor het kunnen importeren van consumptieaardappelen uit de regio’s Akkar en Bekaa in Libanon leiden zeer beperkt tot een toename van regeldrukeffecten voor de importeurs van dergelijke aardappelen. De voorwaarden die aan het importeren van deze aardappelen zijn gesteld in dit nieuwe uitvoeringsbesluit zijn vrijwel gelijk aan de voorwaarden die vóór 1 november 2018 golden. Nederlandse importeurs die deze aardappelen willen importeren moeten rekening houden met de verplichting van het aanmelden van binnenkomende partijen en met de officiële inspectie van de aardappelen, waarbij monsters van 200 knollen worden genomen die op Clavibacter worden onderzocht. Het aanmelden van een zending zal ongeveer € 15,– bedragen (gebaseerd op een uurtarief van € 45,–). De kosten die voor een officiële inspectie in rekening worden gebracht bedragen € 59,00 per inspectieaanvraag voor de eerste partij op locatie, vermeerderd met een tarief van € 1,37 per minuut. Een officiële inspectie van bijv. 1,5 tot 2 uur zal dan minimaal circa € 180,– tot € 225,– kosten.

Op basis van gegevens uit het verleden is de verwachting dat het jaarlijks om een beperkt aantal zendingen van deze aardappelen zal gaan.

Noodmaatregelen Rosa Rosettevirus

De maatregelen in verband met het Rosa Rosettevirus leiden vrijwel niet tot een toename in regeldruk voor importeurs die rozen, met name uit India, importeren. Voor zover bekend gaat het om zo’n 30 importeurs die in de periode januari 2016 – juni 2019 239 zendingen uit India hebben binnengebracht.

Dergelijke zendingen rozen waren reeds inspectieplichtig. Omdat de partijen rozen een officiële controle moeten ondergaan, waarbij o.a. gecontroleerd wordt op de aanwezigheid van het fytosanitair certificaat met vermelding van de juiste informatie over de herkomst van de planten, zou dit eventueel kunnen leiden tot iets langere inspectietijd en uitgebreidere inspectie. De inspectiekosten op zichzelf zijn nu ook al van toepassing omdat Rosa al langer inspectieplichtig is.

Maatregelen Fusarium

Met name de maatregelen die betrekking hebben op het binnenbrengen in de Unie van planten van Pinus L. en Pseudotsuga menziesii bestemd voor opplant, hout, bast en houten verpakkingsmateriaal van oorsprong uit niet- Europese derde landen, alsmede het binnenbrengen van hout van coniferen en houten verpakkingsmateriaal zullen niet leiden tot een toename in regeldruk voor ondernemers die deze planten importeren, aangezien dergelijke vereisten al langer van kracht waren als onderdeel van een eerder besluit (2007/433). Deze planten moeten aan officiële controles worden onderworpen, waarbij o.a. controle van het bij de zendingen gevoegde verplichte fytosanitair certificaat plaatsvindt.

Een weging van alternatieven met minder gevolgen voor regeldruk is niet mogelijk, omdat deze regeling één-op-één uitvoering betreft van EU-uitvoeringsbesluiten.

7. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt gepubliceerd. Voor de uitvoering in regelgeving van de Europese besluiten hoeft niet te worden aangesloten bij een vast verandermoment, zoals opgenomen in het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten (Kamerstukken II 2009/10, 29 515, nr. 309). Het kabinetsbeleid biedt de mogelijkheid af te wijken van vaste verandermomenten indien nodig voor uitvoering of implementatie van Europese regelgeving.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/1598

Bepalingen ter uitvoering van het uitvoeringsbesluit

Artikel 1

Artikel I (artikel 12c, eerste lid, Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten)

Artikel 2

Artikel I (artikel 23, vierde lid, Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten)

Artikel 3

Behoeft naar zijn aard geen uitvoering in Nederlandse regelgeving

Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/1614

Bepalingen ter uitvoering van het uitvoeringsbesluit

Artikel 1

Artikel I (artikel 12t, tweede lid, Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten)

Artikel 2

Artikel I (artikel 12t, tweede lid, Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten)

Artikel 3

Artikel I (artikel 12t, tweede lid, Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten)

Artikel 4

Artikel I (artikel 12t, tweede lid, Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten)

Artikel 5

Behoeft naar zijn aard geen uitvoering in Nederlandse regelgeving

Artikel 6

Artikel I (artikel 12t, tweede lid, Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten)

Artikel 7

Artikel I (artikel 12t, vierde lid, Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten)

Artikel 8

Artikel I (artikel 12t, derde lid, Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten)

Artikel 9

Artikel I (artikel 23, derde lid, Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten)

Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/1739

Bepalingen ter uitvoering van het uitvoeringsbesluit

Artikel 1

Artikel I (artikel 12u, eerste lid, Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten)

Artikel 2

Artikel I (artikel 12u, tweede lid, Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten)

Artikel 3

Behoeft naar zijn aard geen uitvoering in Nederlandse regelgeving

Artikel 4

Behoeft naar zijn aard geen uitvoering in Nederlandse regelgeving

Artikel 5

Behoeft naar zijn aard geen uitvoering in Nederlandse regelgeving

Artikel 6

Behoeft naar zijn aard geen uitvoering in Nederlandse regelgeving

Artikel 7

Behoeft naar zijn aard geen uitvoering in Nederlandse regelgeving

Artikel 8

Artikel II

Artikel 9

Artikel I (artikel 23, vijfde lid, Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten)

Artikel 10

Behoeft naar zijn aard geen uitvoering in Nederlandse regelgeving

Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/2032

Bepalingen ter uitvoering van het uitvoeringsbesluit

Artikel 1

Artikel I (artikel 12v, eerste lid, Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten)

Artikel 2

Artikel I (artikel 12v, tweede lid, Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten)

Artikel 3

Behoeft naar zijn aard geen uitvoering in Nederlandse regelgeving

Artikel 4

Behoeft naar zijn aard geen uitvoering in Nederlandse regelgeving

Artikel 5

Behoeft naar zijn aard geen uitvoering in Nederlandse regelgeving

Artikel 6

Artikel I (artikel 12v, derde lid, Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten)

Artikel 7

Artikel I (artikel 12v, vierde lid, Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten)

Artikel 8

Artikel I (artikel 12v, vijfde lid, Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten)

Artikel 9

Artikel I (artikel 12v, zesde lid, Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten)

Artikel 10

Artikel I (artikel 12v, zevende lid, Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten)

Artikel 11

Behoeft naar zijn aard geen uitvoering in Nederlandse regelgeving

Artikel 12

Behoeft naar zijn aard geen uitvoering in Nederlandse regelgeving

Artikel 13

Behoeft naar zijn aard geen uitvoering in Nederlandse regelgeving

Artikel 14

Behoeft naar zijn aard geen uitvoering in Nederlandse regelgeving

Naar boven