De Minister voor Medische Zorg,
Gelet op artikel 2.1, vijfde lid, van het Besluit zorgverzekering;
Besluit:
ARTIKEL I
Artikel 2.2, eerste lid, van de Regeling zorgverzekering wordt als volgt gewijzigd:
2. De onderdelen b, c en d worden verletterd tot a, b en c.
4. De onderdelen f tot en met o worden verletterd tot d tot en met m.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst
TOELICHTING
Inleiding
Alleen effectieve zorg behoort tot het basispakket. Bij wijze van uitzondering kan
zorg tijdelijk en onder voorwaarden worden toegelaten tot het basispakket. Dit is
geregeld in artikel 2.1, vijfde lid, van het Besluit zorgverzekering (Bzv). Op grond
van die bepaling zijn met artikel 2.2 van de Regeling zorgverzekering (Rzv) diverse
behandelingen tijdelijk toegelaten onder de voorwaarde dat binnen een bepaalde periode
de effectiviteit wordt onderzocht. Voor een tweetal behandelingen is deze periode
in 2019 verstreken. Het betreft de behandeling van coloncarcinoom met adjuvante hypertherme
intraperitoneale chemotherapie (HIPEC) en de behandeling van medicamenteus onbehandelbare
chronische clusterhoofdpijn met occipitale zenuwstimulatie.
HIPEC
De behandeling van coloncarcinoom met adjuvante HIPEC was van 1 april 2015 tot 1 oktober
2019 voorwaardelijk toegelaten tot het basispakket. Deze behandeling kwam daarmee
beschikbaar voor patiënten met stadium III coloncarcinoom en een hoog risico op peritoneale
metastasering. Tijdens de periode van voorwaardelijke toelating is in Nederland een
gerandomiseerd onderzoek (COLOPEC) uitgevoerd naar de effectiviteit van adjuvante
HIPEC gevolgd door standaard adjuvante systemische chemotherapie ten opzichte van
alleen systemische chemotherapie bij patiënten die een curatieve resectie hebben ondergaan
van een T4 of geperforeerd coloncarcinoom. Het Zorginstituut Nederland heeft in haar
standpunt van 17 september 2019, kenmerk 2019043437, op basis van de beschikbare onderzoeksresultaten
geconcludeerd dat adjuvante HIPEC niet effectief is bij patiënten met stadium III
coloncarcinoom en een hoog risico op peritoneale metastasering. Alle betrokken partijen
konden zich vinden in deze conclusie.
Aangezien de periode van voorwaardelijke toelating van deze behandeling is afgelopen,
is de voorwaardelijke toelating daarvan geschrapt uit artikel 2.2. Rzv. Consequentie
van het aflopen van de periode van voorwaardelijke toelating en de negatieve conclusie
van het Zorginstituut omtrent de effectiviteit is dat de behandeling met adjuvante
HIPEC bij patiënten met stadium III coloncarcinoom en een hoog risico op peritoneale
metastasering vanaf 1 oktober 2019 niet langer ten laste van de zorgverzekering mag
worden vergoed.
Occipitale zenuwstimulatie
De behandeling van medicamenteus onbehandelbare chronische clusterhoofdpijn met occipitale
zenuwstimulatie is van 1 januari 2016 tot 1 januari 2020 voorwaardelijk toegelaten
tot het basispakket. Tijdens de periode van voorwaardelijke toelating is in Nederland
een gerandomiseerd onderzoek (ICON) uitgevoerd naar de effectiviteit van de toevoeging
van occipitale zenuwstimulatie aan de standaardbehandeling bij patiënten met medicamenteus
onbehandelbare chronische clusterhoofdpijn. Het Zorginstituut heeft in haar standpunt
van 12 december 2019, kenmerk 2019055923, op basis van de beschikbare onderzoeksresultaten
geconcludeerd dat de behandeling bij de betreffende aandoening effectief is.
Aangezien de periode van voorwaardelijke toelating van deze behandeling is afgelopen,
is de voorwaardelijke toelating daarvan geschrapt uit artikel 2.2. Rzv. Consequentie
van de positieve conclusie van het Zorginstituut omtrent de effectiviteit is dat occipitale
zenuwstimulatie bij patiënten met medicamenteus onbehandelbare chronische clusterhoofdpijn
deel uitmaakt van het basispakket.
De Minister voor Medische Zorg,
M.J. van Rijn