Gemeente Zoetermeer - verkeersbesluit - opheffen verplaatsverplichting voor elektrische voertuigen - Zoetermeer

Logo Zoetermeer

Ons kenmerk

0637579969

Namens burgemeester en wethouders van Zoetermeer, daartoe bevoegd op grond van:

  • -

    artikel 18, lid 1, sub d, van de Wegenverkeerswet 1994,

  • -

    het mandaatbesluit waarbij die bevoegdheid is gemandateerd aan de directeur van de directie Stad en diens besluit tot het verlenen van ondermandaat, de manager van de afdeling Stadsbeheer,

gehoord de verkeersadviseur van Politie Eenheid Den Haag waarmee is gehandeld overeenkomstig de instructie zoals opgenomen in artikel 24 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer;

gelet op hetgeen ten aanzien hiervan overigens in de Wegenverkeerswet 1994 (WVW 1994), het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990), het Besluit administratieve bepalingen (BABW) en de Uitvoeringsvoorschriften BABW is bepaald, alsmede op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb);

gelet vervolgens op het gegeven dat de in dit besluit aan de orde komende wegen, straten of parkeervoorzieningen openbaar in de zin van de Wegenwet zijn en binnen de bebouwde kom van Zoetermeer als bedoeld in artikel 20a van de WVW 1994 liggen;

BESLUIT:

  • 1.

    op alle parkeervakken in Zoetermeer, die zijn aangeduid als parkeerplaats voor uitsluitend opladen van elektrische voertuigen, tevens een parkeerverbod voor andere voertuigen en een verbod langer te parkeren dan voor het opladen noodzakelijk is, deze verplaatsverplichting na het opladen van elektrische voertuigen, op te heffen tussen ’s avonds 22.00 uur en ’s ochtends 08.00 uur;

  • 2.

    bij sub 1 aan te tekenen dat dit besluit wordt geëffectueerd door handhaving van het daar aanwezige bord E4 van bijlage 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 met het onderbord met de tekst “uitsluitend voor en gedurende het opladen van elektrische voertuigen” en door toevoeging van de volgende tekst op dit onderbord “verplaatsverplichting na opladen elektrisch voertuig geldt niet tussen 22 en 8 h” of “opgeladen voertuig direct verwijderen, uitgezonderd ’s nachts tussen 22 en 8 h”;

  • 3.

    vast te leggen dat aan sub 1 en sub 2 de volgende overwegingen ten grondslag liggen;

de aanleiding:

  • -

    in het kader van de ‘Mobiliteitsvisie Zoetermeer 2030’ wordt elektrisch rijden gestimuleerd;

  • -

    elektrisch rijden in de gemeente Zoetermeer wordt gestimuleerd, omdat het een duurzamere vorm van mobiliteit is, elektrische auto’s schoner, stiller en zuiniger zijn dan benzineauto’s en dat ze veelal duurzame energie (groene stroom) gebruiken;

  • -

    voor het stimuleren van elektrische mobiliteit is het van belang dat er over een netwerk van elektrische oplaadpunten kan worden beschikt;

  • -

    met de eerder genomen vastgestelde verkeersbesluiten is besloten om de parkeerplaatsen voor uitsluitend het opladen van elektrische voertuigen, tevens parkeerverbod voor andere voertuigen een verbod in te stellen om er langer te parkeren dan voor het opladen noodzakelijk is;

  • -

    de verplaatsverplichting geldt ook in de nachtelijke uren;

  • -

    een heroverweging van de eerder genomen vastgestelde verkeersbesluiten heeft ertoe geleid dat bezitters van elektrische voertuigen hierdoor onevenredig in hun belangen kunnen worden getroffen;

  • -

    daardoor is besloten om het verbod dat is ingesteld om hier langer te parkeren dan voor het opladen noodzakelijk is op te heffen tijdens de nachtelijke uren tussen ’s avonds 22.00 uur en ’s ochtends 08.00 uur.

de aanleiding en de verkeerskundige en juridische aspecten:

  • -

    aan het in sub 1 en sub 2 beschreven verkeersbesluit ligt de aangehaalde doelstelling als bedoeld in artikel 2, lid 3, sub a, van de Wegenverkeerswet 1994 ten grondslag, alsmede de doelstelling in artikel 2, lid 1, sub c, van deze wet, voor zover het gaat om de bruikbaarheid van de weg, in dit geval voor degenen die hun elektrische auto op de openbare weg willen en moeten opladen;

de zorgvuldigheid:

  • -

    aan het in sub 1 en sub 2 beschreven verkeersbesluit is, conform de instructienorm in artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht een zorgvuldige voorbereiding voorafgegaan door personen die door hun deskundigheid een goed oordeel ter zake kunnen geven;

  • -

    bij de besluitvorming is onder meer gebruik gemaakt van de informatie die medewerkers van de gemeente hebben verkregen tijdens de diverse parkeeronderzoeken in de gemeente en van de informatie die verzoeken en meldingen van bewoners hebben opgeleverd;

  • -

    die medewerkers beschikken vanwege hun plaatselijke bekendheid, al dan niet aangevuld met visuele waarnemingen ter plaatse, over de nodige kennis omtrent de relevante feiten en de af te wegen belangen en zij hebben op grond van die expertise geadviseerd tot het nemen van het besluit zoals verwoord in sub 1 en 2;

de afweging van belangen:

  • -

    bij de voorbereiding van dit besluit zijn de belangen van de bezitters van elektrische voertuigen onderling en van overige autobezitters zo zorgvuldig mogelijk gewogen;

  • -

    daarbij is bijzondere aandacht geschonken aan het spanningsveld tussen enerzijds de doelstelling om het zogenaamde ‘paalkleven’ tegen te gaan en anderzijds het voorkomen van de situatie dat een auto die is opgeladen tijdens de nachtelijke uren moet worden verplaatst naar een ander parkeervak;

  • -

    het laatstgenoemde is daarbij als meest zwaarwegend aangemerkt, waarbij vermeld moet worden, dat buiten de nachtelijke uren de doorstroming en benutting op parkeerplaatsen uitsluitend voor het opladen van elektrische voertuigen nog steeds voldoende wordt gestimuleerd;

  • -

    daarmee is aangenomen, dat dit verkeersbesluit geen besluit is met onevenredig nadelige gevolgen als bedoeld in artikel 3:4, lid 2, van de Algemene wet bestuursrecht, mede omdat in de nabijheid van in sub 1 vermelde parkeervakken voldoende parkeerruimte voor andere dan de elektrische voertuigen aanwezig blijft, hetgeen ook geldt voor parkeerplaatsen waar elektrische auto’s kunnen worden opgeladen.

Zoetermeer, 7 april 2020

Namens burgemeester en wethouders van Zoetermeer,

de manager van de afdeling Stadsbeheer.

N.B. 1 Als gevolg van de maatregelen m.b.t. het coronavirus kan dit besluit niet getekend worden; dit besluit is zonder die ondertekening wel rechtsgeldig.

N.B. 2

Belanghebbenden die zich niet met een besluit kunnen verenigen, kunnen op grond van artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) binnen zes weken na publicatie van dit besluit een gemotiveerd bezwaar in te dienen bij het college van burgemeester en wethouders van Zoetermeer (Postbus 15, 2700 AA Zoetermeer). Het indienen van een bezwaarschrift schorst de werking van dit besluit niet. Hiertoe kan op grond van het bepaalde in artikel 8:81 Awb een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening worden ingediend bij de voorzieningenrechter van de Rechtbank

’s-Gravenhage (sector bestuursrecht, Postbus 20302, 2500 EH Den Haag). In dit geval is het wel vereist dat een bezwaarschrift tegen het besluit is ingediend en dat sprake is van een spoedeisend belang bij het treffen van die voorziening.

Naar boven