De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
Gelet op artikel 21, eerste lid, van Verordening (EU) 2019/1009 van het Europees Parlement
en de Raad van 5 juni 2019 tot vaststelling van voorschriften inzake het op de markt
aanbieden van EU-bemestingsproducten en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr.
1069/2009 en (EG) nr. 1107/2009 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2003/2003
(PbEU 2019, L170), en artikel 40, tweede lid, van de Meststoffenwet;
Besluit:
ARTIKEL I
De Uitvoeringsregeling Meststoffenwet wordt als volgt gewijzigd:
A
In de opsomming van artikel 1, eerste lid, wordt in de alfabetische volgorde een definitie
ingevoegd, luidende:
- Verordening (EU) 2019/1009:
-
Verordening (EU) 2019/1009 van het Europees parlement en de Raad van 5 juni 2019 tot
vaststelling van voorschriften inzake het op de markt aanbieden van EU-bemestingsproducten
en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 1069/2009 en (EG) nr. 1107/2009 en
tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2003/2003 (PbEU 2019, L170);
B
In de artikelen 57b, eerste en derde lid, en 60, derde lid, onderdeel c, wordt ‘Voedsel
en Waren Autoriteit’ telkens vervangen door ‘Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit’.
C
In artikel 129 vervalt ‘van het Ministerie van Economische Zaken’.
D
Na artikel 133 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 134
Als aanmeldende autoriteit bedoeld in artikel 21, eerste lid, van Verordening (EU)
2019/1009 wordt aangewezen de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van 16 april 2020.
’s-Gravenhage, 14 april 2020
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten
TOELICHTING
1. Algemeen
Met Verordening (EU) 2019/1009 van het Europees parlement en de Raad van 5 juni 2019
tot vaststelling van voorschriften inzake het op de markt aanbieden van EU-bemestingsproducten
en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 1069/2009 en (EG) nr. 1107/2009 en
tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2003/2003 (PbEU 2019, L170) (hierna: de verordening)
beoogt de Europese Unie de eisen voor het verhandelen van meststoffen, kalkmeststoffen,
bodemverbeteraars, groeimedia, remmers en biostimulanten tussen EU-lidstaten te harmoniseren.
Met onderhavige wijziging van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet wordt de Nederlandse
Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) aangewezen als de nationale aanmeldende autoriteit
voor instanties die de conformiteit van bemestingsproducten beoordelen. Hiermee wordt
uitvoering gegeven aan artikel 21, eerste lid, van de verordening. Voor de NVWA is
gekozen omdat de uit deze aanwijzing voortvloeiende taken en verantwoordelijkheden
passen bij de overige (toezichthoudende) taken en verantwoordelijkheden van de NVWA
op het gebied van meststoffen en omdat de NVWA daarnaast beschikt over de benodigde
kennis en expertise van alle bemestingsproducten die in de verordening worden benoemd.
De aanwijzing van de NVWA past ook goed bij de handhavende taken van de NVWA in andere
regelgeving in de land- en tuinbouw zoals inzake dierlijke bijproducten en gewasbeschermingsmiddelen.
Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om op enkele plekken in de Uitvoeringsregeling
Meststoffenwet technische correcties door te voeren met betrekking tot de wijze waarop
de NVWA wordt aangeduid of is gepositioneerd.
De verordening voorziet in een conformiteitsbeoordeling voor bedoelde bemestingsproducten,
voordat deze op de markt gebracht worden. De verordening reguleert daarbij voor dit
terrein het vrije verkeer van goederen conform de aanpak van het zogenaamde New Legislative
Framework (NLF).
De beoordeling of producten op de markt gebracht kunnen worden, kan op grond van de
verordening bij sommige bemestingsproducten door de fabrikant zelf worden gedaan (door
middel van zelfcertificering). Bij andere bemestingsproducten wordt een conformiteitsbeoordeling
uitgevoerd door een derde partij, een zogenoemde aangemelde instantie (notifying body).
Deze aangemelde instanties kunnen beoordelen of het product dan wel het kwaliteitssysteem
van het vervaardigingsproces van het product voldoet aan de eisen van de verordening.
Een nationale aanmeldende autoriteit dient conformiteitsbeoordelende instanties bij
de Europese Commissie aan te melden. Met onderhavige aanwijzing wordt duidelijk, ook
voor de (inter)nationale partijen, welke autoriteit in Nederland de wijzigingen in
het Europese aanmeldingssysteem (NANDO) doorvoert.
De verordening is op 5 juni 2019 gepubliceerd en op 26 juni 2019 in werking getreden.
Zij is voor het grootste deel met ingang van 16 juli 2022 van toepassing. Enkele onderdelen
zijn eerder van toepassing. Dit betreft ten eerste de artikelen 20 tot en met 36 van
de verordening inzake de aanmelding van conformiteitsbeoordelingsinstanties. Deze
artikelen zijn per 16 april 2020 van kracht. De regeling dient ter uitvoering van
die artikelen. Daarnaast zijn reeds per 15 juli 2019 bepalingen van toepassing die
de Commissie opdragen bepaalde uitvoeringshandelingen vast te stellen.
2. Inwerkingtreding en vaste verandermomenten
Deze regeling treedt met ingang van 16 april 2020 in werking omdat de verplichting
van artikelen 21, eerste lid, van de verordening om een aanmeldende autoriteit aan
te wijzen, gelet op artikel 53, onderdeel b, van de verordening op die datum van toepassing
is. Omdat het de implementatie van een EU-verordening betreft is deze uitzondering
op de vaste verandermomenten gerechtvaardigd.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten