Regeling van de Minister voor Medische Zorg van 3 april 2020, 1654379-202509-S, houdende een specifieke uitkering voor lokale Sportakkoorden (Regeling Sportakkoord 2020–2022)

De Minister voor Medische Zorg,

Gelet op artikelen 3 en 5 van de Kaderwet VWS-subsidies;

Besluit:

Artikel 1 Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

living lab:

(een) door lokale partijen vastgestelde plaats(en) in wijken, gemeenschappen, instellingen of organisaties waar lokale partijen innovatieve oplossingen voor maatschappelijke uitdagingen bedenken en testen.

lokaal sportakkoord:

akkoord waarin door ten minste vier lokale partijen, waaronder ten minste één gemeente en drie sportaanbieders, afspraken zijn gemaakt over het beleid op het gebied van sport en beweging en dat is gebaseerd op het Nationale Sportakkoord;

lokale partijen:

actoren in het lokale speelveld die een bijdrage leveren aan het lokale sport- en beweegbeleid zoals gemeenten, niet-commerciële sportaanbieders zoals sportverenigingen, commerciële sportaanbieders zoals fitnesscentra, zorgaanbieders zoals fysiotherapeuten en toeleveranciers van sport en beweegmaterialen;

minister:

Minister voor Medische Zorg;

Nationaal Sportakkoord:

Nationaal Sportakkoord van 26 juni 2018, Stcrt. 2018, 57536;

sportformateur:

een door lokale partijen in gezamenlijkheid aangesteld onafhankelijk persoon die het proces om te komen tot een lokaal sportakkoord faciliteert;

uitkering:

een specifieke uitkering als bedoeld in artikel 15a in de Financiële-verhoudingswet

Artikel 2 Activiteiten die in aanmerking komen voor een uitkering

  • 1. De minister kan aan een gemeente jaarlijks een uitkering verstrekken voor de kosten van de uitvoering van een lokaal sportakkoord of een living lab.

  • 2. Indien er sprake is van een aanvraag als bedoeld in artikel 9 kan de minister uitsluitend voor het jaar 2020 ook een uitkering verstrekken voor het aanstellen van een sportformateur.

Artikel 3 Toepasselijkheid Kaderregeling en Awb

  • 1. Op deze regeling is de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS niet van toepassing, met uitzondering van hoofdstuk 5.

  • 2. Op deze regeling zijn de artikelen 4:35, 4:48 tot en met 4:50, 4:56 en 4:57 van de Algemene wet bestuursrecht van overeenkomstige toepassing.

Artikel 4 Hoogte van de uitkering

De maximale hoogte van de uitkering per gemeente is de hoogte zoals vastgesteld in Bijlage IV.

Artikel 5 Aanvraag tot verlening

  • 1. Een uitkering wordt op aanvraag verstrekt.

  • 2. Voor de aanvraag tot verlening van de uitkering wordt een door de minister vastgesteld formulier gebruikt.

  • 3. De aanvraag tot verlening van een uitkering voor het jaar 2020 kan worden ingediend tot en met 8 juni 2020.

  • 4. De aanvraag tot verlening van een uitkering voor de jaren 2021 en 2022 kan worden ingediend tot en met 8 november voorafgaand aan het jaar waarvoor de uitkering wordt aangevraagd.

  • 5. De aanvraag gaat vergezeld van een ondertekende intentieverklaring volgens het model in Bijlage I.

  • 6. In afwijking van het vijfde lid gaat een aanvraag als bedoeld in artikel 9 vergezeld van een ondertekende intentieverklaring volgens het model in Bijlage II.

  • 7. In afwijking van het vijfde en het zesde lid gaat een aanvraag van de gemeenten Amsterdam, Den Haag, Eindhoven, Rotterdam en Utrecht, vergezeld van een ondertekende intentieverklaring volgens het model uit Bijlage III. Dit model ziet ook op een door deze gemeenten ingediende aanvraag als bedoeld in artikel 9.

Artikel 6 Verlening en bevoorschotting

  • 1. De minister neemt binnen 17 weken na 8 juni 2020 een besluit omtrent de verlening van de uitkering voor het jaar 2020.

  • 2. De minister neemt voor de jaren 2021 en 2022 binnen 17 weken na 8 november van het betreffende jaar een besluit omtrent de verlening van de uitkering.

  • 3. Het besluit tot verlening vermeldt in elk geval voor welke activiteiten de uitkering verleend wordt, het bedrag van de uitkering, de wijze van verantwoording, de periode waarvoor de uitkering wordt verleend en de wijze waarop het verrichten van de activiteiten kan worden aangetoond.

  • 4. De minister verleent bij het besluit tot verlening van de uitkering een voorschot van 100% dat in één keer wordt betaald.

Artikel 7 Eindrapportage/verantwoording

  • 1. Een ontvanger van een uitkering verstrekt jaarlijks uiterlijk op 15 juli van het jaar volgend op de verlening van de uitkering de verantwoordingsinformatie overeenkomstig het bepaalde in artikel 27 van het Besluit financiële verhouding 2001.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders neemt de volgende verantwoordingsinformatie op in de bijlage van de jaarrekening over het jaar waarvoor de uitkering wordt verstrekt:

    • a. of een sportformateur is aangesteld;

    • b. of uitvoering is gegeven aan de geformuleerde ambities uit het lokale sportakkoord;

    • c. of uitvoering is gegeven aan een living lab.

Artikel 8 Vaststelling van de uitkering

  • 1. De minister besluit uiterlijk 6 maanden na ontvangst van de verantwoordingsinformatie, bedoeld in artikel 7, over de vaststelling van de uitkering.

  • 2. Indien de activiteiten waarvoor de uitkering is verleend zijn verricht en daarnaast volledig is voldaan aan de verplichtingen die verbonden zijn aan de uitkering, wordt de uitkering vastgesteld op het bedrag dat is bepaald in de verlening.

Artikel 9 Overgangsrecht

Aanvragen voor een decentralisatie-uitkering die reeds zijn ingediend op grond van de Rijksbegroting 2020, XVI Volksgezondheid, Welzijn en Sport, artikel 6, worden aangemerkt als een aanvraag op grond van artikel 5 van de onderhavige regeling.

Artikel 10 Inwerkingtreding en vervaldatum

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2020.

  • 2. Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2023.

Artikel 11 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling Sportakkoord 2020–2022

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Medische Zorg, M.J. van Rijn

BIJLAGE I STANDAARDMODEL INTENTIEVERKLARING

Deze verklaring moet ten minste ondertekend zijn:

  • namens het college van burgemeester en wethouders

  • door drie sportaanbieders

Hiermee verklaart de gemeente..............................................dat zij:

  • In 2020 zal deelnemen aan de Regeling Sportakkoord 2020–2021 en hierbij de volgende zaken in acht neemt:

    • a. dat er samenspraak is met de lokale sport en maatschappelijke partijen, een lokaal of regionaal sportakkoord ontwikkeld is en deze tevens beschikbaar gesteld is aan Vereniging Sport en Gemeenten;

    • b. dat het uitvoeringsbudget wordt ingezet om één of meer van de geformuleerde ambities uit het lokale/regionale sportakkoord te verwezenlijken;

    • c. dat de inzet van het uitvoeringsbudget wordt afgestemd met de ondertekenende partijen van het lokale/regionale sportakkoord;

    • d. dat de ondertekenende partijen regelmatig bijeenkomen om de voortgang te bespreken;

    • e. dat de gemeente en lokale partijen mee dienen te werken aan monitoring ten behoeve van lerend beleid.

* Voor 2021 dient u voor 8 november 2020 uitvoeringsbudget aan te vragen. U wordt hierover te zijner tijd geïnformeerd.

Plaats:

Datum:

   

Namens college van B&W:

Handtekening

   

Namens Sportaanbieder 1:

 

Naam Organisatie

Handtekening

   

Namens Sportaanbieder 2:

 

Naam Organisatie

Handtekening

   

Namens Sportaanbieder 3:

 

Naam Organisatie

Handtekening

BIJLAGE II MODEL INTENTIEVERKLARING VOOR REEDS INGEDIENDE AANVRAGEN ONDER VOORMALIGE DECENTRALISATIEUITKERING

Deze verklaring moet ten minste ondertekend zijn:

  • namens het college van burgemeester en wethouders

  • door drie sport- en beweegaanbieders*

* Bijvoorbeeld een vertegenwoordiging van de binnensport, buitensport en een commerciële aanbieder.

Hiermee verklaart de gemeente .............................................dat zij:

  • In de periode 2020 zal deelnemen aan de Regeling Lokale Sportakkoorden – Sportformateur en hierbij de volgende zaken in acht neemt:

    • a. dat het budget van € 15.000,– wordt benut voor de inzet van een sportformateur;

    • b. dat de sportformateur voldoet aan het beschreven profiel;

    • c. dat de gegevens van de sportformateur verstrekt worden aan Vereniging Sport en Gemeenten;

    • d. dat de sportformateur deelneemt aan een kick-off bijeenkomst, aanwezig is bij vervolgbijeenkomsten georganiseerd door Vereniging Sport en Gemeenten en op deze wijze actief bijdraagt aan kennisdeling ten faveure van het lokale beleid;

    • e. dat de sportformateur lokale bijeenkomsten voor gemeente, lokale sport en maatschappelijke partners organiseert om input te verzamelen voor de ontwikkeling van een Lokaal Sportakkoord;

    • f. dat ondertekenende partijen ten minste twee keer per jaar bijeenkomen om de voortgang te bespreken;

    • g. dat partijen zich inspannen om te komen tot een lokaal en/of regionaal akkoord;

    • h. dat de ambities uit het Nationaal Sportakkoord als leidraad worden genomen;

    • i. dat gebruik wordt gemaakt van de beschikbare lokale en landelijke data die de ambities van een lokaal en/of regionaal sportakkoord onderbouwen;

    • j. dat maatschappelijke partners uit onderwijs, (gezondheids-)zorg en sociaal domein betrokken worden om tot een akkoord te komen;

    • k. dat gestreefd wordt naar een sterke vertegenwoordiging van de lokale sportsector (ook commercieel) bij de ontwikkeling van een lokaal en/of regionaal sportakkoord;

    • l. dat de gemeente en lokale partners meewerken aan monitoring en lerend beleid.

Of,

  • Dat de gemeente in 2020 zal deelnemen aan de Regeling Lokale Sportakkoorden – uitvoeringsbudget* en hierbij de volgende zaken in acht neemt:

    • a. dat er samenspraak is met de lokale sport en maatschappelijke partners een lokaal of regionaal sportakkoord ontwikkeld is en deze tevens beschikbaar gesteld is aan Vereniging Sport en Gemeenten;

    • b. dat het uitvoeringsbudget wordt ingezet om één of meer van de geformuleerde ambities uit het lokale/regionale sportakkoord te verwezenlijken;

    • c. dat de inzet van het budget wordt afgestemd met de ondertekende partijen van het lokale/regionale sportakkoord;

    • d. dat de ondertekenende partijen regelmatig bijeenkomen om de voortgang te bespreken;

    • e. dat de gemeente en lokale partners mee dienen te werken aan monitoring ten behoeve van lerend beleid.

* Het uitvoeringsbudget per jaar voor gemeenten tot:

• 20.000 inwoners:

€ 10.000,–

• 40.000 inwoners:

€ 20.000,–

• 60.000 inwoners:

€ 30.000,–

• 80.000 inwoners:

€ 40.000,–

• 100.000 inwoners:

€ 50.000,–

• 130.000 inwoners:

€ 60.000,–

• 200.000 inwoners:

€ 80.000,–

• 225.000 inwoners:

€ 120.000,–

• Groter dan 225.000 inwoners:

€ 200.000,–

** Voor 2020 dient u voor 8 november 2019 of voor 9 april 2020 uitvoeringsbudget aan te vragen, voor 2021 dient u voor 7 november 2020 uw uitvoeringsbudget aan te vragen. U wordt hierover te zijner tijd geïnformeerd.

***Maak uw keuze door het/de gekozen vakje(s) zwart te kleuren

Plaats:

Datum:

   

Namens college van B&W:

Handtekening

   

Namens Sportaanbieder 1:

 

Naam Organisatie

Handtekening

   

Namens Sportaanbieder 2:

 

Naam Organisatie

Handtekening

   

Namens Sportaanbieder 3:

 

Naam Organisatie

Handtekening

BIJLAGE III MODEL INTENTIEVERKLARING VOOR GROTE 5 GEMEENTEN

Deze verklaring moet ten minste ondertekend zijn:

  • namens het college van burgemeester en wethouders

  • door drie sportaanbieders*

  • door een kennisinstelling (minimaal één hogeschool of universiteit)

* Bijvoorbeeld een vertegenwoordiging van de binnensport, buitensport en een commerciële aanbieder.

Hiermee verklaart de gemeente .................................................dat zij:

  • In 2020 zal deelnemen aan de Regeling Sportakkoord 2020–2021 en hierbij de volgende zaken in acht neemt:

    • a. dat er een plan van aanpak is ontwikkeld waarin het living lab beschreven staat;

    • b. dat de ambities uit het Nationaal Sportakkoord als leidraad worden genomen;

    • c. dat burgers actief betrokken worden tijdens ontwikkeling van het living lab;

    • d. dat een kennisinstelling onderdeel is van het consortium;

    • e. dat de inzet van het budget wordt afgestemd met de samenwerkende partijen in het living lab;

    • f. dat de samenwerkende partijen regelmatig bijeenkomen om de voortgang te bespreken;

    • g. dat gestreefd wordt naar een sterke vertegenwoordiging van de lokale sportsector (ook commercieel) bij de ontwikkeling van het living lab;

    • h. dat de G5 onderling actief kennis deelt over het living lab en voor gemeenten buiten de G5 toegankelijk maakt;

    • i. dat de gemeente en lokale partners meewerken aan monitoring en lerend beleid.

* Voor 2021 dient u voor 8 november 2020 uitvoeringsbudget aan te vragen. U wordt hierover te zijner tijd geïnformeerd.

Plaats:

Datum:

   

Namens college van B&W:

Handtekening

   

Namens Sportaanbieder 1:

 

Naam Organisatie

Handtekening

   

Namens Sportaanbieder 2:

 

Naam Organisatie

Handtekening

   

Namens Sportaanbieder 3:

 

Naam Organisatie

Handtekening

   

Namens Kennisinstelling:

 

Naam Organisatie

Handtekening

BIJLAGE IV LIJST VAN MAXIMALE UITKERINGSBEDRAGEN PER GEMEENTE VOOR HET JAAR 2020

De onderstaande lijst van gemeenten en maximumbedragen is gebaseerd op de CBS-registratie van de inwonersaantallen per gemeente per 1 januari 2019. Aan de hand daarvan zijn de gemeenten ingedeeld en zijn middelen toegekend op basis van een eerder gecommuniceerde staffel. Daarnaast is het voor het jaar 2020 zo dat er gemeenten zijn die zowel een sportformateur willen aanstellen als uitvoering willen geven aan het lokale sportakkoord of een living lab. Bij deze gemeenten zijn de normbedragen bij elkaar opgeteld.

Gemeente

Maximale uitkering voor jaar 2020

Aa en Hunze

€ 35.000

Aalsmeer

€ 35.000

Aalten

€ 20.000

Achtkarspelen

€ 35.000

Alblasserdam

€ 35.000

Albrandswaard

€ 20.000

Alkmaar

€ 75.000

Almelo

€ 40.000

Almere

€ 120.000

Alphen aan den Rijn

€ 60.000

Alphen-Chaam

€ 10.000

Altena

€ 45.000

Ameland

€ 25.000

Amersfoort

€ 80.000

Amstelveen

€ 50.000

Amsterdam

€ 200.000

Apeldoorn

€ 95.000

Appingedam

€ 25.000

Arnhem

€ 80.000

Assen

€ 40.000

Asten

€ 10.000

Baarle Nassau

€ 10.000

Baarn

€ 35.000

Barendrecht

€ 30.000

Barneveld

€ 45.000

Beek

€ 10.000

Beekdaelen

€ 35.000

Beemster

€ 25.000

Beesel

€ 10.000

Berg en Dal

€ 35.000

Bergeijk

€ 25.000

Bergen (L.)

€ 20.000

Bergen (NH)

€ 25.000

Bergen op Zoom

€ 40.000

Berkelland

€ 30.000

Bernheze

€ 35.000

Best

€ 45.000

Beuningen

€ 10.000

Beverwijk

€ 10.000

Bladel

€ 35.000

Blaricum

€ 25.000

Bloemendaal

€ 35.000

Bodegraven-Reeuwijk

€ 20.000

Boekel

€ 10.000

Borger-Odoorn

€ 20.000

Borne

€ 20.000

Borsele

€ 40.000

Boxmeer

€ 35.000

Boxtel

€ 20.000

Breda

€ 50.000

Brielle

€ 25.000

Bronckhorst

€ 20.000

Brummen

€ 20.000

Brunssum

€ 20.000

Bunnik

€ 35.000

Bunschoten

€ 20.000

Buren

€ 20.000

Capelle aan den IJssel

€ 55.000

Castricum

€ 35.000

Coevorden

€ 35.000

Cranendonck

€ 20.000

Cuijk

€ 35.000

Culemborg

€ 35.000

Dalfsen

€ 35.000

Dantumadiel

€ 25.000

De Bilt

€ 30.000

De Fryske Marren

€ 30.000

De Ronde Venen

€ 45.000

De Wolden

€ 20.000

Delft

€ 60.000

Delfzijl

€ 35.000

Den Bosch

€ 80.000

Den Haag

€ 200.000

Den Helder

€ 30.000

Deurne

€ 35.000

Deventer

€ 65.000

Diemen

€ 35.000

Dinkelland

€ 30.000

Doesburg

€ 10.000

Doetinchem

€ 40.000

Dongen

€ 20.000

Dordrecht

€ 50.000

Drechterland

€ 25.000

Drimmelen

€ 35.000

Dronten

€ 45.000

Druten

€ 10.000

Duiven

€ 20.000

Echt Susteren

€ 35.000

Edam-Volendam

€ 35.000

Ede

€ 50.000

Eemnes

€ 25.000

Eersel

€ 25.000

Eijsden-Margraten

€ 20.000

Eindhoven

€ 200.000

Elburg

€ 20.000

Emmen

€ 60.000

Enkhuizen

€ 25.000

Enschede

€ 80.000

Epe

€ 35.000

Ermelo

€ 35.000

Etten Leur

€ 45.000

Geertruidenberg

€ 35.000

Geldrop-Mierlo

€ 20.000

Gemert-Bakel

€ 20.000

Gennep

€ 10.000

Gilze en Rijen

€ 20.000

Goeree Overflakkee

€ 30.000

Goes

€ 20.000

Goirle

€ 35.000

Gooise Meren

€ 45.000

Gorinchem

€ 20.000

Gouda

€ 40.000

Grave

€ 25.000

Groningen

€ 200.000

Gulpen-Wittem

€ 10.000

Haaksbergen

€ 35.000

Haaren

€ 10.000

Haarlem

€ 80.000

Haarlemmermeer

€ 80.000

Halderberge

€ 35.000

Hardenberg

€ 55.000

Harderwijk

€ 45.000

Hardinxveld Giessendam

€ 10.000

Harlingen

€ 25.000

Hattem

€ 25.000

Heemskerk

€ 20.000

Heemstede

€ 35.000

Heerde

€ 25.000

Heerenveen

€ 30.000

Heerhugowaard

€ 45.000

Heerlen

€ 50.000

Heeze-Leende

€ 25.000

Heiloo

€ 35.000

Hellendoorn

€ 20.000

Hellevoetsluis

€ 30.000

Helmond

€ 50.000

Hendrik-Ido-Ambacht

€ 35.000

Hengelo O

€ 50.000

Het Hogeland

€ 30.000

Heumen

€ 10.000

Heusden

€ 30.000

Hillegom

€ 20.000

Hilvarenbeek

€ 10.000

Hilversum

€ 50.000

Hoeksche Waard

€ 50.000

Hof van Twente

€ 20.000

Hollands Kroon

€ 30.000

Hoogeveen

€ 30.000

Hoorn

€ 40.000

Horst aan de Maas

€ 30.000

Houten

€ 45.000

Huizen

€ 45.000

Hulst

€ 20.000

IJsselstein

€ 20.000

Kaag en Braassem

€ 20.000

Kampen

€ 30.000

Kapelle

€ 10.000

Katwijk

€ 40.000

Kerkrade

€ 45.000

Koggenland

€ 20.000

Krimpen aan den IJssel

€ 35.000

Krimpenerwaard

€ 45.000

Laarbeek

€ 35.000

Landerd

€ 25.000

Landgraaf

€ 20.000

Landsmeer

€ 25.000

Langedijk

€ 20.000

Lansingerland

€ 40.000

Laren

€ 25.000

Leeuwarden

€ 60.000

Leiden

€ 75.000

Leiderdorp

€ 35.000

Leidschendam-Voorburg

€ 40.000

Lelystad

€ 55.000

Leudal

€ 35.000

Leusden

€ 20.000

Lingewaard

€ 30.000

Lisse

€ 20.000

Lochem

€ 20.000

Loon op Zand

€ 20.000

Lopik

€ 10.000

Loppersum

€ 25.000

Losser

€ 20.000

Maasdriel

€ 35.000

Maasgouw

€ 35.000

Maassluis

€ 35.000

Maastricht

€ 60.000

Medemblik

€ 30.000

Meerssen

€ 25.000

Meierijstad

€ 50.000

Meppel

€ 20.000

Middelburg

€ 30.000

Midden-Delfland

€ 25.000

Midden-Drenthe

€ 35.000

Midden-Groningen

€ 40.000

Mill en Sint Hubert

€ 25.000

Moerdijk

€ 20.000

Molenlanden

€ 45.000

Montferland

€ 20.000

Montfoort

€ 25.000

Mook en Middelaar

€ 10.000

Neder Betuwe

€ 35.000

Nederweert

€ 25.000

Nieuwegein

€ 40.000

Nieuwkoop

€ 20.000

Nijkerk

€ 30.000

Nijmegen

€ 80.000

Nissewaard

€ 50.000

Noardeast-Fryslan

€ 45.000

Noord-Beveland

€ 10.000

Noordenveld

€ 20.000

Noordoostpolder

€ 45.000

Noordwijk

€ 40.000

Nuenen c.a.

€ 35.000

Nunspeet

€ 35.000

Oegstgeest

€ 20.000

Oirschot

€ 10.000

Oisterwijk

€ 35.000

Oldambt

€ 35.000

Oldebroek

€ 35.000

Oldenzaal

€ 20.000

Olst-Wijhe

€ 10.000

Ommen

€ 25.000

Oost Gelre

€ 20.000

Oosterhout

€ 45.000

Ooststellingwerf

€ 35.000

Oostzaan

€ 10.000

Opmeer

€ 25.000

Opsterland

€ 35.000

Oss

€ 50.000

Oude IJsselstreek

€ 20.000

Ouder-Amstel

€ 25.000

Oudewater

€ 25.000

Overbetuwe

€ 30.000

Papendrecht

€ 20.000

Peel en Maas

€ 45.000

Pekela

€ 25.000

Pijnacker-Nootdorp

€ 30.000

Purmerend

€ 65.000

Putten

€ 35.000

Raalte

€ 35.000

Reimerswaal

€ 20.000

Renkum

€ 20.000

Renswoude

€ 25.000

Reusel-De Mierden

€ 25.000

Rheden

€ 45.000

Rhenen

€ 20.000

Ridderkerk

€ 30.000

Rijssen-Holten

€ 20.000

Rijswijk

€ 30.000

Roerdalen

€ 35.000

Roermond

€ 45.000

Roosendaal

€ 40.000

Rotterdam

€ 200.000

Rozendaal

€ 10.000

Rucphen

€ 20.000

Schagen

€ 30.000

Scherpenzeel

€ 10.000

Schiedam

€ 40.000

Schiermonnikoog

€ 25.000

Schouwen-Duiveland

€ 20.000

Simpelveld

€ 25.000

Sint Anthonis

€ 25.000

Sint Michielsgestel

€ 20.000

Sittard-Geleen

€ 35.000

Sliedrecht

€ 35.000

Sluis

€ 20.000

Smallingerland

€ 45.000

Soest

€ 45.000

Someren

€ 25.000

Son en Breugel

€ 25.000

Stadskanaal

€ 20.000

Staphorst

€ 10.000

Stede Broec

€ 35.000

Steenbergen

€ 35.000

Steenwijkerland

€ 30.000

Stein

€ 20.000

Stichtse Vecht

€ 55.000

Súdwest Fryslân

€ 65.000

Terneuzen

€ 30.000

Terschelling

€ 25.000

Texel

€ 25.000

Teylingen

€ 35.000

Tholen

€ 20.000

Tiel

€ 30.000

Tilburg

€ 120.000

Tubbergen

€ 20.000

Twenterand

€ 20.000

Tynaarlo

€ 35.000

Tytsjerksteradiel

€ 35.000

Uden

€ 30.000

Uitgeest

€ 25.000

Uithoorn

€ 20.000

Urk

€ 35.000

Utrecht

€ 200.000

Utrechtse Heuvelrug

€ 30.000

Vaals

€ 25.000

Valkenburg aan de Geul

€ 10.000

Valkenswaard

€ 20.000

Veendam

€ 35.000

Veenendaal

€ 55.000

Veere

€ 20.000

Veldhoven

€ 45.000

Velsen

€ 55.000

Venlo

€ 60.000

Venray

€ 30.000

Vijfheerenlanden

€ 30.000

Vlaardingen

€ 40.000

Vlieland

€ 25.000

Vlissingen

€ 30.000

Voerendaal

€ 25.000

Voorschoten

€ 35.000

Voorst

€ 20.000

Vught

€ 20.000

Waadhoeke

€ 45.000

Waalre

€ 25.000

Waalwijk

€ 45.000

Waddinxveen

€ 35.000

Wageningen

€ 35.000

Wassenaar

€ 35.000

Waterland

€ 25.000

Weert

€ 45.000

Weesp

€ 25.000

West Betuwe

€ 45.000

West Maas en Waal

€ 10.000

Westerkwartier

€ 40.000

Westerveld

€ 25.000

Westervoort

€ 25.000

Westerwolde

€ 20.000

Westland

€ 75.000

Weststellingwerf

€ 20.000

Westvoorne

€ 10.000

Wierden

€ 20.000

Wijchen

€ 30.000

Wijdemeren

€ 35.000

Wijk bij Duurstede

€ 20.000

Winterswijk

€ 20.000

Woensdrecht

€ 35.000

Woerden

€ 45.000

Wormerland

€ 25.000

Woudenberg

€ 10.000

Zaanstad

€ 95.000

Zaltbommel

€ 35.000

Zandvoort

€ 10.000

Zeewolde

€ 35.000

Zeist

€ 40.000

Zevenaar

€ 45.000

Zoetermeer

€ 60.000

Zoeterwoude

€ 25.000

Zuidplas

€ 30.000

Zundert

€ 20.000

Zutphen

€ 30.000

Zwartewaterland

€ 35.000

Zwijndrecht

€ 30.000

Zwolle

€ 75.000

   

TOELICHTING

Algemeen

Op 28 juni 2018 is het Nationale Sportakkoord ondertekend door de strategische partners, te weten: NOC*NSF, Vereniging Sport en Gemeenten en het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Dit akkoord bestaat uit zes deelakkoorden waarin doelstellingen zijn opgenomen om de Nederlandse sportsector te versterken. De zes deelakkoorden waarin deze nationale doelstellingen zijn opgenomen zijn:

  • Vitale sportaanbieders

  • Duurzame Sportinfrastructuur

  • Positieve Sportcultuur

  • Vaardig in Bewegen

  • Inclusieve sport

  • Topsport inspireert

Om de doelstellingen te behalen is de doorvertaling van de nationale doelstellingen naar lokale doelstellingen centraal gesteld. Daarom is de afspraak gemaakt om lokale partijen vanuit de nationale partijen te faciliteren in het creëren en uitvoeren van een lokaal sportakkoord. De onderhavige regeling is hier de uitwerking van vanuit het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Met deze regeling worden lokale partijen financieel gefaciliteerd in het opstellen van een lokaal sportakkoord door het aanstellen van een lokale sportformateur. Daarna worden zij, door de inzet van uitvoeringsbudgetten, gefaciliteerd in de uitvoering hiervan.

Om tot een aanvraag voor het aanstellen van een sportformateur of het verkrijgen van uitvoeringsbudget over te kunnen gaan, zal de aanvrager een intentieverklaring moeten ondertekenen.

Een andere manier om te realiseren dat de gemeente, sport- en beweegaanbieders en andere (potentiële) lokale partijen uitvoering geven aan de nationale doelstellingen, is door middel van living labs. De uitvoering van een living lab vindt plaats in wijken, gemeenschappen, instellingen of organisaties waar de burger woont, werkt, sport en beweegt.

Staatssteun

De steun wordt in dit geval niet verleend aan een onderneming die een economische activiteit verricht waardoor niet kan worden gesproken van staatssteun. De gemeenten kunnen een specifieke uitkering (uitkering) krijgen voor de uitvoering van hun publieke taken en zijn daarvoor geen ondernemingen in de zin van de staatssteunregels. Logischerwijs dienen de gemeenten bij het invullen van deze publieke taken zelf ook rekening te houden met de staatssteunregels.

Regeldrukgevolgen

“Het Adviescollege Toetsing Regeldruk heeft de regeling beoordeeld en geconstateerd dat de regeling uitsluitend regeldrukgevolgen heeft voor gemeentes en niet voor burgers en bedrijven. Deze gevolgen vallen niet onder de definitie van regeldruk en behoeven derhalve niet besproken te worden.

Artikelsgewijs

Artikel 2 Activiteiten die in aanmerking komen voor een uitkering

De minister kan aan een gemeente jaarlijks een uitkering verstrekken voor de uitvoering van een lokaal sportakkoord of een living lab. Deze uitvoeringskosten zijn ook wel bekend als het uitvoeringsbudget.

Daarnaast kan de minister uitsluitend voor het jaar 2020 tevens een uitkering verstrekken voor de kosten van het aanstellen van een sportformateur. Dit geldt enkel voor aanvragen die reeds zijn ingediend voor een decentralisatie- uitkering als bedoeld in artikel 9.

Artikel 3 Toepasselijkheid Kaderregeling en Awb

Op de op grond van onderhavige regeling verleende en vastgestelde uitkeringen is de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS, met uitzondering van hoofdstuk 5, niet van toepassing. In hoofdstuk 5 van deze Kaderregeling staan enkele algemene verplichtingen voor de ontvanger, zoals een meldingsplicht en de verplichting mee te werken tot onderzoek dat van belang is voor het nemen van een besluit of het ontwikkelen van beleid van de minister.

Verder zijn de artikelen 4:35, 4:48 tot en met 4:50, 4:56 en 4:57 van de Algemene wet bestuursrecht van overeenkomstige toepassing op deze regeling.

Artikel 5 Aanvraag tot verlening

Een uitkering wordt op aanvraag verstrekt en gaat vergezeld van een intentieverklaring volgens een passend model uit Bijlage I, II of III. Voor een dergelijke intentieverklaring is gekozen om ervoor te zorgen dat gewaarborgd wordt dat brede lokale samenwerking plaatsvindt. Deze samenwerking is noodzakelijk om ambities van de lokale akkoorden te realiseren. Deze ambities zijn namelijk ook met een brede coalitie van partijen opgesteld.

De aanvraag tot verlening van een uitkering voor het jaar 2020 kan worden ingediend voor 8 juni 2020. Eerder was gekozen voor 8 april 2020 als uiterste termijn voor het indienen van een aanvraag voor 2020. Er is echter, in verband met de genomen maatregelen naar aanleiding van het coronavirus, gekozen om gemeenten meer tijd te geven en deze termijn op te schuiven naar 8 juni 2020

Voor de jaren 2021 en 2022 geldt dat de aanvraag moet worden ingediend voor 8 november van het jaar voorafgaand aan het betreffende jaar.

Om in 2021 en 2022 de middelen aan het begin van het jaar te verstrekken aan de gemeenten, is voor deze termijn gekozen.

Artikel 7 Eindrapportage/verantwoording

De aanvrager geeft in de verantwoording aan of een sportformateur is aangesteld, of uitvoering is gegeven aan de geformuleerde ambities uit het lokale sportakkoord, of dat uitvoer is gegeven aan een living lab. Omdat gekozen is voor normbedragen volstaat één generieke verantwoording per activiteit.

Artikel 9 Overgangsrecht

De aanvragen die reeds zijn ingediend in het kader van de decentralisatie- uitkering, worden behandeld als een aanvraag op grond van onderhavige regeling voor een uitkering. Dat betreft aanvragen die zien op éen of meerdere van de activiteiten genoemd in artikel 2.

Artikel 10 Inwerkingtreding en vervaldatum

Alle aanvragen voor een uitkering die zijn ontvangen tussen 1 januari 2020 en het moment van publicatie van de onderhavige regeling, worden in behandeling genomen op grond van deze regeling alsof zij zijn ingediend na het moment van publicatie van onderhavige regeling.

De Minister voor Medische Zorg, M. J. van Rijn

Naar boven