Verkeersbesluit N217 omleiding Stougjesdijk Oud-Beijerland

Logo Zuid-Holland

PZH-2020-732744370 / DOS-2019-0009388

Inleiding

In het verleden zijn diverse verkeersmaatregelen uitgevoerd op de N217 ter hoogte van Oud Beijerland, in het kader van het nieuwbouwproject ‘Omleiding Stougjesdijk’. Voor deze verkeersmaatregelen is een verkeersbesluit verplicht is. De verkeersborden- en tekens zijn al aanwezig langs- en op de weg. Gebleken is dat deze maatregelen destijds zijn ingesteld zonder dat hier een verkeersbesluit aan ten grondslag ligt. De provincie wenst aan haar wettelijke verplichting te voldoen door in dit besluit alsnog formeel over te gaan tot het instellen van de betreffende maatregelen. Het feit dat een verkeersbesluit nog niet genomen is, zorgt er niet voor dat de werking van de borden geschorst worden. Dit zou voor onduidelijkheid en onveilige situaties kunnen leiden.

Bevoegdheid

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland hebben de bevoegdheid om op grond van artikel 18, eerste lid, sub b van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW) en artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) verkeersbesluiten te nemen voor wegen die bij haar in beheer zijn. Krachtens het ambtelijk mandaatbesluit voor de provinciale organisatie 2020, het ondermandaatbesluit secretaris 2020 en het ondermandaatbesluit directeur Dienst Beheer Infrastructuur 2020, is deze bevoegdheid door Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland gemandateerd aan het hoofd van de eenheid Advies Beheer Assets.

Overwegingen ten aanzien van het besluit

Krachtens artikel 15, eerste lid, van de WVW dient er een verkeersbesluit te worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het BABW inzake het wegverkeer opgenomen verkeerstekens, evenals voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd. Daarnaast moet een verkeersbesluit worden genomen krachtens artikel 15, tweede lid, van de WVW voor maatregelen op of aan de weg tot wijziging van de inrichting van de weg of tot het aanbrengen of verwijderen van voorzieningen ter regeling van het verkeer, indien de maatregelen leiden tot een beperking of uitbreiding van het aantal categorieën weggebruikers dat van een weg of weggedeelte gebruik kan maken.

Motivering

Uit het oogpunt van:

  • het verzekeren van de veiligheid op de weg;

  • het beschermen van weggebruikers en passagiers;

  • het instandhouden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

  • het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer;

is het gewenst om diverse verkeersmaatregelen in te stellen op de N217 ter hoogte van Oud Beijerland ten behoeve van de verkeersveiligheid en doorstroming.

 

Belangenafweging

Het belangrijkste doel van de maatregelen is het verbeteren van de verkeersveiligheid en het waarborgen van de doorstroming.

Turborotonde Stougjesdijk N217

De maximaal toegestane snelheid op de N217 is 80 kilometer per uur. Deze snelheidslimiet past bij de functie en het gebruik van de weg. Op de kruispunten waarbij het verkeer kruist en uitgewisseld wordt tussen de aansluitende wegen is het van belang dat dit veilig en vlot kan plaatsvinden. Uit oogpunt van Duurzaam Veilig Verkeer dienen grote snelheidsverschillen te worden voorkomen. Het CROW (landelijk kennisplatform voor verkeer, vervoer en openbare ruimte) adviseert om een kruispuntvorm eerder in de vorm van een (turbo)rotonde uit te voeren, dan een kruispunt dat geregeld is met verkeerslichten.

Door een kruispunt uit te voeren in de vorm van een (turbo)rotonde wordt de snelheid van het verkeer omlaaggehaald, waardoor het risico op aanrijdingen veel kleiner is dan elke andere kruispuntvorm. Ook is de kans op letsel of dodelijke afloop bij een eventuele aanrijding minder groot dan bij andere kruispuntvormen.

Verbod voor langzaam verkeer op de N217 tussen de rotonde Stougjesdijk en de rotonde Jan van der Heijdenstraat

Op de omleiding N217 voor de Stougjesdijk is langzaam verkeer niet toegestaan. Zoals hiervoor al is aangegeven is de N217 een gebiedsontsluitingsweg waarbij de nadruk ligt op doorstroming. Het toelaten van langzaam verkeer (zoals tractoren) is daarmee van nadelige invloed op het doel van de weg en kan eveneens voor verkeersonveilige situaties zorgen door een combinatie met een lange bocht en daarmee samenhangend verminderd zicht op tegemoetkomend verkeer. Ook heeft het langzaam verkeer een alternatieve route via de Stougjesdijk om op hun bestemming te komen. Wij kiezen daarom voor een geslotenverklaring voor ruiters, vee, wagens, motorvoertuigen die niet sneller kunnen of mogen rijden dan 25 km/h en brommobielen alsmede fietsen, bromfietsen en gehandicaptenvoertuigen.

Inhaalverbod N217 tussen de rotonde Stougjesdijk en de rotonde Jan van der Heijdenstraat

De verkeersintensiteiten op het wegvak en de bocht die in het wegvak aanwezig is, laat het niet toe om op een verkeersveilige manier andere voertuigen in te kunnen halen. Op het wegvak is langzaam verkeer niet toegestaan. Daardoor is er ook geen noodzaak om andere voertuigen in te kunnen halen. Een inhaalverbod is ingesteld door middel van een dubbele doorgetrokken as-markering.

 

Overleg

Overeenkomstig artikel 24 van het BABW is er overleg gepleegd met de korpschef. Deze heeft ingestemd met de maatregelen.

Besluit

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, gelet op het voorgaande besluiten:

  • 1.

    Alle eerder genomen verkeersbesluiten in te trekken die strijdig of gelijk zijn met de hieronder beschreven verkeersmaatregelen die betrekking hebben op het instellen c.q. aanwijzen van verkeersmaatregelen aan desbetreffende wegen of weggedeelten opgenomen in dit besluit;

  • 2.

    Om de verkeersveiligheid en de doorstroming op de rotonde ‘Stougjesdijk’ op de N217 te waarborgen zijn de volgende verkeersborden (conform Bijlage 1 van het RVV 1990) en verkeerstekens geplaatst / aangebracht:

    • a.

      Het bord B6 bij alle toeleidende wegen aan weerszijden van de rijbaan bij het aansluitpunt met de rotonde plaatsen om aan te geven dat verkeer op de rotonde voorrang heeft op het overige verkeer;

    • b.

      Op de locaties waar het bord B6 geplaatst is, zijn ook haaientanden aangebracht ter verduidelijking van de voorrangssituatie.

    • c.

      Op de twee toeleidende wegen van de N217 is op een afstand van 100 meter de voorrangssituatie op de rotonde aangekondigd met het bord B6 met onderbord ‘100 m’;

    • d.

      Het bord D2 aan het begin van de middengeleiders die onderdeel uit maken van de rotonde om het verkeer aan de juiste zijde van de geleider te sturen;

    • e.

      Het bord G12a op een aantal locaties om duidelijk te maken dat (brom)fietsers verplicht gebruik moeten maken van de (brom)fietspaden;

    • f.

      Het bord B6 op de locaties waarbij de fietspaden de aantakkende wegen van/naar de rotonde kruisen, met uitzondering van de middengeleiders;

    • g.

      Haaientanden op de fietspaden waar het bord B6 is geplaatst;

    • h.

      Haaientanden op de gedeeltes van de fietspaden die gelegen zijn in een middengeleider waarbij het gedeelte fietspad een onderdeel is van de oversteek;

    • i.

      Borden D1 op het middeneiland van de rotonde om de verplichte rijrichting van het verkeer aan te geven;

  • 3.

    In het kader van de verkeersveiligheid en de doorstroming op de N217 zijn de volgende verkeerstekens en verkeersborden (conform Bijlage 1 van het RVV 1990) op het wegvak N217 tussen de rotonde Stougjesdijk en de rotonde Jan van der Heijdenstraat geplaatst:

    • a.

      De borden B1 en C9 na de rotondes om aan te geven dat het verkeer zich op een voorrangsweg bevindt;

    • b.

      Een dubbele doorgetrokken as-markering om een inhaalverbod voor al het verkeer te bewerkstelligen;

  • 4.

    Te bepalen dat dit besluit in werking treedt met ingang van de dag na publicatie in de Staatscourant;

  • 5.

    Dit besluit te publiceren in de Staatscourant.

Bezwaar en beroep

Tegen dit besluit kunnen belanghebbenden ingevolge artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bij ons een gemotiveerd bezwaarschrift indienen. Dit bezwaarschrift moet binnen zes weken na de dag van bekendmaking van dit besluit, onder vermelding van “Awb-Bezwaar” in de linkerbovenhoek van enveloppe en bezwaarschrift. Het bezwaar moet worden gericht aan: Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, t.a.v. het Awb-secretariaat, Postbus 90602, 2509 LP Den Haag.

 

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en het volgende te bevatten:

  • naam en adres van de indiener;

  • dagtekening;

  • omschrijving van het besluit waar tegen het bezwaar is gericht;

  • gronden van het bezwaar.

 

Krachtens artikel 6:16 van de Awb schorst het bezwaar de werking van dit besluit niet. Gelet hierop kan – als tegen dit besluit bezwaar wordt gemaakt – ingevolge artikel 8:81 van de Awb bij de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag, sector Bestuursrecht, Postbus 20302, 2500 EH Den Haag (bezoekadres: Prins Clauslaan 60 te Den Haag), een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening worden ingediend. Voor het verzoek zal griffierecht worden geheven.

Wij verzoeken u een kopie van dit verzoek om een voorlopige voorziening toe te zenden aan: Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, Postbus 90602, 2509 LP Den Haag.

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland

Naar boven