Verkeersbesluit diverse verkeersmaatregelen wegvak N217 tussen Oud-Beijerland en de aansluiting met de A29

Logo Zuid-Holland

PZH-2020-732731084 / DOS-2019-0009385

Inleiding

In het verleden zijn diverse verkeersmaatregelen uitgevoerd ten behoeve van de verkeersveiligheid en doorstroming op de N217 tussen Oud-Beijerland en de aansluiting met de A29. Voor deze verkeersmaatregelen is een verkeersbesluit verplicht. De verkeersborden en tekens zijn reeds aanwezig langs en op de weg. Gebleken is dat deze maatregelen destijds zijn ingesteld zonder dat hier een verkeersbesluit aan ten grondslag ligt. De provincie wenst aan haar wettelijke verplichting te voldoen door in dit besluit alsnog formeel over te gaan tot het instellen van de betreffende maatregelen. Het feit dat een verkeersbesluit nog niet genomen is, zorgt er niet voor dat de werking van de borden geschorst worden. Dit zou tot onduidelijkheid en onveilige situaties kunnen leiden.

Bevoegdheid

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland hebben de bevoegdheid om op grond van artikel 18, eerste lid, sub b van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW) en artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) verkeersbesluiten te nemen voor wegen die bij haar in beheer zijn. Krachtens het ambtelijk mandaatbesluit voor de provinciale organisatie 2020, het ondermandaatbesluit secretaris 2020 en het ondermandaatbesluit directeur Dienst Beheer Infrastructuur 2020, is deze bevoegdheid door Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland gemandateerd aan het hoofd van de eenheid Advies Beheer Assets.

Overwegingen ten aanzien van het besluit

Krachtens artikel 15, eerste lid, van de WVW dient er een verkeersbesluit te worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het BABW inzake het wegverkeer opgenomen verkeerstekens, evenals voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd. Daarnaast moet een verkeersbesluit worden genomen krachtens artikel 15, tweede lid, van de WVW voor maatregelen op of aan de weg tot wijziging van de inrichting van de weg of tot het aanbrengen of verwijderen van voorzieningen ter regeling van het verkeer, indien de maatregelen leiden tot een beperking of uitbreiding van het aantal categorieën weggebruikers dat van een weg of weggedeelte gebruik kan maken.

Motivering

Uit het oogpunt van:

  • het verzekeren van de veiligheid op de weg;

  • het beschermen van weggebruikers en passagiers;

  • het instandhouden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

  • het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer;

is het gewenst om diverse verkeersmaatregelen in te stellen op de N217 tussen Oud-Beijerland en de aansluiting met de A29 ten behoeve van de verkeersveiligheid en doorstroming op de weg.

 

Belangenafweging

Het belangrijkste doel van de maatregelen is het verbeteren van de verkeersveiligheid en het waarborgen van de doorstroming.

Vrijliggende busbaan

De intensiteiten op de hoofdrijbaan van de N217 tussen Oud-Beijerland en de aansluiting met de A29 zijn rond de 28.000 motorvoertuigen per etmaal. Deze intensiteiten zorgen in de spitsperiode mogelijk voor filevorming. Het beleid van het Rijk en de provincie is om het openbaar vervoer te stimuleren. Congestie op het wegennet zorgt voor vertraging in reistijd. Dat geldt ook voor een bus als zij gemengd door het verkeer verplaatsen. Met een busbaan kan de bus snel van herkomst naar bestemming zonder vertraging op te lopen op het drukke gedeelte van de N217.

Turborotonde Jan van der Heijdenstraat en Tienvoet

De maximaal toegestane snelheid op de N217 is 80 kilometer per uur. Deze snelheidslimiet past bij de functie en het gebruik van de weg. Op de kruispunten waarbij het verkeer kruist en uitgewisseld wordt tussen de aansluitende wegen is het van belang dat dit veilig en vlot kan plaatsvinden. Uit oogpunt van Duurzaam Veilig Verkeer dienen grote snelheidsverschillen te worden voorkomen. Het CROW (landelijk kennisplatform voor verkeer, vervoer en openbare ruimte) adviseert om een kruispuntvorm eerder in de vorm van een (turbo)rotonde uit te voeren, dan een kruispunt dat geregeld is met verkeerslichten.

Door een kruispunt uit te voeren in de vorm van een (turbo)rotonde wordt de snelheid van het verkeer omlaaggehaald, waardoor het risico op aanrijdingen veel kleiner is dan elke andere kruispuntvorm. Ook is de kans op letsel of dodelijke afloop bij een eventuele aanrijding minder groot dan bij andere kruispuntvormen.

Verbod voor langzaam verkeer op de N217 tussen de rotonde Jan van der Heijdenstraat en de aansluiting met de A29

Zoals hiervoor al is aangegeven is de N217 een gebiedsontsluitingsweg waarbij de nadruk ligt op doorstroming. Het toelaten van langzaam verkeer (zoals tractoren) brengt daarmee het doel van de weg in gevaar en kan eveneens voor verkeersonveilige situaties zorgen. Met de hoge intensiteiten op de N217 is langzaam verkeer niet op een verkeersveilige manier af te wikkelen. Bovendien is er een parallelvoorziening aanwezig waar dit langzame verkeer gebruik van kan maken. Wij hebben daarom gekozen voor een geslotenverklaring voor ruiters, vee, wagens, motorvoertuigen die niet sneller kunnen of mogen rijden dan 25 km/h en brommobielen alsmede fietsen, bromfietsen en gehandicaptenvoertuigen.

Inhaalverbod N217 tussen de rotonde Jan van der Heijdenstraat en de aansluiting met de A29

De verkeersintensiteiten op het wegvak zijn dusdanig hoog dat deze situatie het niet toelaat om op een verkeersveilige manier andere voertuigen in te laten halen. Op het wegvak is langzaam verkeer niet toegestaan. Daardoor is er ook geen noodzaak om andere voertuigen in te kunnen halen. Een inhaalverbod is ingesteld door middel van een dubbele doorgetrokken as-markering.

Lagere maximumsnelheid ter hoogte van het kruispunt N217 met de aansluiting A29

In het kader van de verkeersveiligheid is op het kruispunt N217/A29 een lagere maximumsnelheid ingesteld. De oude snelheid was 80 km/h en de nieuw gehanteerde snelheid is 50 km/h. Bij roodlichtnegatie is de kans op een aanrijding tussen twee voertuigen groot. Als daar ook nog eens een hoge snelheid een rol speelt, is de kans dat een ongeval ernstige gevolgen kan hebben groot, waarbij (ernstig) letsel niet onwaarschijnlijk is. Door het instellen van een lagere maximumsnelheid worden de gevolgen daarvan bij een ongeval beperkt. De maatregel wordt ondersteund met plateaus ter hoogte van het kruispunt en snelheidscamera’s van de politie.

 

Overleg

Overeenkomstig artikel 24 van het BABW is er overleg gepleegd met de korpschef. Deze heeft ingestemd met de maatregelen.

Besluit

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, gelet op het voorgaande, besluiten voor de N217 in de gemeente Oud-Beijerland en de gemeente Binnenmaas het volgende:

  • 1.

    Alle eerder genomen verkeersbesluiten in te trekken die strijdig of gelijk zijn met de hieronder beschreven verkeersmaatregelen die betrekking hebben op het instellen c.q. aanwijzen van verkeersmaatregelen aan desbetreffende wegen of weggedeelten opgenomen in dit besluit;

  • 2.

    Om de verkeersveiligheid en de doorstroming op de rotonde ‘Jan van der Heijdenstraat’ op de N217 te waarborgen zijn de volgende verkeerstekens en verkeersborden (conform Bijlage 1 van het RVV 1990) geplaatst / aangebracht:

    • a.

      Het bord B6 bij alle toeleidende wegen aan weerszijden van de rijbaan bij het aansluitpunt met de rotonde plaatsen om aan te geven dat het verkeer op de rotonde voorrang heeft;

    • b.

      Op de locaties waar het bord B6 geplaatst is, zijn ook haaientanden aangebracht ter verduidelijking van de voorrangssituatie.

    • c.

      Op de twee toeleidende wegen van de N217 is op een afstand van 100 meter de voorrangssituatie op de rotonde aangekondigd met het bord B6 met onderbord ‘100 m’;

    • d.

      Het bord D2 aan het begin van de middengeleiders die onderdeel uit maken van de rotonde om het verkeer aan de juiste zijde van de geleider te sturen;

    • e.

      Het bord D1 op vier locaties in het middeneiland van de rotonde om de verplichte rijrichting van het verkeer aan te geven;

  • 3.

    In het kader van de verkeersveiligheid en de doorstroming op de N217 zijn de volgende verkeerstekens en verkeersborden (conform Bijlage 1 van het RVV 1990) op/langs de hoofdrijbaan van de N217 tussen de rotonde Jan van der Heijdenstraat en de rotonde Tienvoet geplaatst:

    • a.

      De borden B1 en C9, net na de rotonde Jan van der Heijdenstraat en net na de rotonde Tienvoet, te plaatsen. Met bord B1 wordt aangegeven dat de hoofdrijbaan van de N217 een voorrangsweg is. Met bord C9 wordt aangegeven dat de hoofdrijbaan gesloten is voor ruiters, vee, wagens, motorvoertuigen die niet sneller kunnen of mogen rijden dan 25 km/h en brommobielen alsmede fietsen, bromfietsen en gehandicaptenvoertuigen;

    • b.

      Een dubbele doorgetrokken as-markering om een inhaalverbod voor al het verkeer te bewerkstelligen;

    • c.

      Het bord D5 rechts, net voor de T-splitsing met de Westdijk komende vanaf Oud-Beijerland, te plaatsen om aan te geven dat de verplichte rijrichting rechtsaf is;

    • d.

      Het bord B1, net na de T-splitsing met de Westdijk komende vanaf Oud-Beijerland, plaatsen om aan te geven dat de hoofdrijbaan van de N217 een voorrangsweg is;

    • e.

      De borden B6, C9 en D6 rechts, aan de zuidzijde van de N217 op de Westdijk;

    • f.

      Haaientanden op het wegdek van de Westdijk aan de zuidzijde van de N217 ter verduidelijking van de voorrangssituatie;

    • g.

      Het bord D4 aan de noordzijde van de N217 net voor de T-splitsing met de Westdijk komende vanaf de A29 om een verplichte rijrichting rechtdoor aan te geven;

    • h.

      Het bord C4 rechts, aan de noordzijde van de N217 ter hoogte van de T-splitsing met de Westdijk, om een éénrichtingsweg aan te geven;

  • 4.

    Om de verkeersveiligheid en de doorstroming op de rotonde ‘Tienvoet’ op de N217 te waarborgen zijn de volgende verkeerstekens en verkeersborden (conform Bijlage 1 van het RVV 1990) geplaatst/ aangebracht:

    • a.

      Het bord B6, bij alle toeleidende wegen aan weerszijden van de rijbaan bij het aansluitpunt met de rotonde plaatsen om aan te geven dat het verkeer op de rotonde voorrang heeft;

    • b.

      Op de locaties waar het bord B6 geplaatst is, zijn ook haaientanden aangebracht ter verduidelijking van de voorrangssituatie.

    • c.

      Op de twee toeleidende wegen van de N217 is op een afstand van 100 meter de voorrangssituatie op de rotonde aangekondigd met het bord B6 met onderbord ‘100 m’;

    • d.

      Het bord D2, aan het begin van de middengeleiders die onderdeel uit maken van de rotonde om het verkeer aan de juiste zijde van de geleider te sturen;

    • e.

      Het bord G12a, op een aantal locaties om duidelijk te maken dat (brom)fietsers verplicht gebruik moeten maken van de (brom)fietspaden;

    • f.

      Het bord B6, op de locaties waarbij de fietspaden de aantakkende wegen van/naar de rotonde kruisen, plaatsen om aan te geven dat het kruisende verkeer voorrang heeft;

    • g.

      Haaientanden op de fietspaden waar het bord B6 is geplaatst ter verduidelijking van de voorrangssituatie;

    • h.

      Het bord D1, op vier locaties in het middeneiland van de rotonde om de verplichte rijrichting van het verkeer aan te geven;

    • i.

      Het bord C15, aan de zuidzijde van de rotonde op de toeleidende weg naar de rotonde om deze gesloten te verklaren voor fietsen, bromfietsen en gehandicaptenvoertuigen;

    • j.

      Het bord G7, bij het voetpad aan de noord-oost zijde van de rotonde;

  • 5.

    In het kader van de verkeersveiligheid en duidelijkheid ten aanzien van alle weggebruikers zijn de volgende verkeerstekens en verkeersborden (conform Bijlage 1 van het RVV 1990) op/langs de hoofdrijbaan van de N217 tussen de rotonde Tienvoet en de aansluiting met de A29, aangebracht:

    • a.

      De borden B1 en C9, net na de rotonde Tienvoet op de N217 in de richting van de A29, te plaatsen. Met bord B1 wordt aangegeven dat de hoofdrijbaan van de N217 een voorrangsweg is. Met bord C9 wordt aangegeven dat de hoofdrijbaan gesloten is voor ruiters, vee, wagens, motorvoertuigen die niet sneller kunnen of mogen rijden dan 25 km/h en brommobielen alsmede fietsen, bromfietsen en gehandicaptenvoertuigen;

    • b.

      Een dubbele doorgetrokken as-markering om een inhaalverbod voor al het verkeer te bewerkstelligen;

  • 6.

    Om de verkeersveiligheid en de doorstroming op het westelijke kruispunt van de N217 en de A29 dat geregeld is met verkeerslichten te waarborgen zijn de volgende verkeersborden en verkeerstekens (conform Bijlage 1 van het RVV 1990) geplaatst / aangebracht:

    • a.

      Het bord D2, aan het begin van de middengeleiders die onderdeel uit maken van het kruispunt om het verkeer aan de juiste zijde van de geleider te sturen;

    • b.

      Het bord A1 met de snelheidslimiet 50, 300 meter ten westen het kruispunt en 100 meter ten oosten van het kruispunt;

    • c.

      Het bord B6, op de aansluitende op- en afritten om de voorrangssituatie te regelen zodat het verkeer op de N217 in de voorrang zit.

    • d.

      Het bord B1, net na het kruispunt aan zowel de westzijde als de oostzijde, plaatsen om aan te geven dat de hoofdrijbaan van de N217 een voorrangsweg is;

    • e.

      Haaientanden op de locaties waar ook de borden B6 geplaatst zijn ter verduidelijking van de voorrangssituatie;

  • 7.

    In het kader van de verkeersveiligheid en duidelijkheid ten aanzien van alle weggebruikers zijn de volgende verkeerstekens en verkeersborden (conform Bijlage 1 van het RVV 1990) op/langs de busbaan, die parallel gelegen is aan de noordzijde van de N217 tussen Oud-Beijerland en de aansluiting met de A29, aangebracht:

    • a.

      Het bord C1, met het onderbord “Uitgezonderd lijnbussen” aan het begin van de busbaan bij Oud-Beijerland, ten noorden van de rotonde ‘Jan van der Heijdenstraat’ en aan weerszijden van de kruising met aansluiting Tienvoet, te plaatsen om de busbaan gesloten te verklaren voor alle verkeer met uitzondering van lijnbussen;

    • b.

      Het bord D4, met het onderbord “Uitgezonderd lijnbussen” aan de noordzijde van de rotonde ‘Jan van der Heijdenstraat’, te plaatsen om een verplichte rijrichting rechtdoor in te stellen met uitzondering van lijnbussen;

    • c.

      Het bord B6, aan het einde van de busbanen bij het kruispunt met de Tienvoet, te plaatsen om aan te geven dat verkeer op de busbaan voorrang moet verlenen aan het kruisende verkeer;

    • d.

      Het bord C1, met het onderbord “Uitgezonderd lijnbussen” bij de toegang van de busbaan op het kruispunt N217/A29;

  • 8.

    Te bepalen dat dit besluit in werking treedt met ingang van de dag na publicatie in de Staatscourant;

  • 9.

    Dit besluit te publiceren in de Staatscourant.

Bezwaar en beroep

Tegen dit besluit kunnen belanghebbenden ingevolge artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bij ons een gemotiveerd bezwaarschrift indienen. Dit bezwaarschrift moet binnen zes weken na de dag van bekendmaking van dit besluit, onder vermelding van “Awb-Bezwaar” in de linkerbovenhoek van enveloppe en bezwaarschrift. Het bezwaar moet worden gericht aan: Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, t.a.v. het Awb-secretariaat, Postbus 90602, 2509 LP Den Haag.

 

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en het volgende te bevatten:

  • naam en adres van de indiener;

  • dagtekening;

  • omschrijving van het besluit waar tegen het bezwaar is gericht;

  • gronden van het bezwaar.

 

Krachtens artikel 6:16 van de Awb schorst het bezwaar de werking van dit besluit niet. Gelet hierop kan – als tegen dit besluit bezwaar wordt gemaakt – ingevolge artikel 8:81 van de Awb bij de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag, sector Bestuursrecht, Postbus 20302, 2500 EH Den Haag (bezoekadres: Prins Clauslaan 60 te Den Haag), een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening worden ingediend. Voor het verzoek zal griffierecht worden geheven.

Wij verzoeken u een kopie van dit verzoek om een voorlopige voorziening toe te zenden aan: Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, Postbus 90602, 2509 LP Den Haag.

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland

Naar boven