Verkeersbesluit N218 inhaalverbod vrachtwagens Hartelweg

Logo Zuid-Holland

PZH-2020-732717896 / DOS-2019-0009296

Inleiding

Het wegvak (Hartelweg) van de provinciale weg N218 is een belangrijke schakel van en naar de A15. Het traject heeft tussen de aansluiting met de A15 en de N493 per rijrichting twee rijstroken. Dit wegvak kent circa 50.000 motorvoertuigbewegingen per etmaal (totaal in beide richtingen).

De maximum snelheid is 80 km/h. Het inhaalverbod is vooral ingesteld om de ontstane vermoeiingsproblematiek in de dekplaten van de stalen vallen van de bruggen te beperken. De constructieve veiligheid is niet in het geding.

In het verleden is een inhaalverbod voor vrachtwagens ingesteld en zijn daarvoor de betreffende verkeersborden geplaatst. De provincie Zuid-Holland is verplicht om voor deze maatregel een verkeersbesluit te nemen, ook al is de maatregel in de praktijk al uitgevoerd.

Bevoegdheid

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland hebben de bevoegdheid om op grond van artikel 18, eerste lid, sub b van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW) en artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) verkeersbesluiten te nemen voor wegen die bij haar in beheer zijn. Krachtens het ambtelijk mandaatbesluit voor de provinciale organisatie 2020, het ondermandaatbesluit secretaris 2020 en het ondermandaatbesluit directeur Dienst Beheer Infrastructuur 2020, is deze bevoegdheid door Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland gemandateerd aan het hoofd van de eenheid Advies Beheer Assets.

Overwegingen ten aanzien van het besluit

Krachtens artikel 15, eerste lid, van de WVW dient er een verkeersbesluit te worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het BABW inzake het wegverkeer opgenomen verkeerstekens, evenals voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd. Daarnaast moet een verkeersbesluit worden genomen krachtens artikel 15, tweede lid, van de WVW voor maatregelen op of aan de weg tot wijziging van de inrichting van de weg of tot het aanbrengen of verwijderen van voorzieningen ter regeling van het verkeer, indien de maatregelen leiden tot een beperking of uitbreiding van het aantal categorieën weggebruikers dat van een weg of weggedeelte gebruik kan maken.

Motivering

Uit het oogpunt van:

  • het verzekeren van de veiligheid op de weg;

  • het beschermen van weggebruikers en passagiers;

  • het instandhouden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

  • het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer;

  • het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade;

is het gewenst om een inhaalverbod in te stellen voor vrachtverkeer op de Hartelweg tussen de aansluiting met de A15 en de aansluiting met de N493.

Belangenafweging

Het instellen van een inhaalverbod voor vrachtwagens door middel van bebording is in dit geval de meest wenselijke oplossing. De tijdswinst voor vrachtwagens bij een mogelijkheid om wel in te kunnen halen is verwaarloosbaar en daardoor een ondergeschikt / minder zwaar wegend belang.

Overleg

Overeenkomstig artikel 24 van het BABW is er overleg gepleegd met de korpschef. Deze heeft ingestemd met de maatregel.

Besluit

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, gelet op het voorgaande besluiten:

  • 1.

    Alle eerder genomen verkeersbesluiten in te trekken die strijdig of gelijk zijn met de hieronder beschreven verkeersmaatregelen die betrekking hebben op het instellen c.q. aanwijzen van verkeersmaatregelen aan desbetreffende wegen of weggedeelten opgenomen in dit besluit;

  • 2.

    Door plaatsing van het bord F3 (conform Bijlage 1 van het RVV 1990) een verbod voor vrachtauto’s in te stellen om motorvoertuigen in te halen op de N218 (Hartelweg) tussen de aansluiting met de A15 en de aansluiting met de N493;

  • 3.

    Te bepalen dat dit besluit in werking treedt met ingang van de dag na publicatie in de Staatscourant;

  • 4.

    Dit besluit te publiceren in de Staatscourant.

Bezwaar en beroep

Tegen dit besluit kunnen belanghebbenden ingevolge artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bij ons een gemotiveerd bezwaarschrift indienen. Dit bezwaarschrift moet binnen zes weken na de dag van bekendmaking van dit besluit, onder vermelding van “Awb-Bezwaar” in de linkerbovenhoek van enveloppe en bezwaarschrift. Het bezwaar moet worden gericht aan: Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, t.a.v. het Awb-secretariaat, Postbus 90602, 2509 LP Den Haag.

 

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en het volgende te bevatten:

  • naam en adres van de indiener;

  • dagtekening;

  • omschrijving van het besluit waar tegen het bezwaar is gericht;

  • gronden van het bezwaar.

 

Krachtens artikel 6:16 van de Awb schorst het bezwaar de werking van dit besluit niet. Gelet hierop kan – als tegen dit besluit bezwaar wordt gemaakt – ingevolge artikel 8:81 van de Awb bij de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag, sector Bestuursrecht, Postbus 20302, 2500 EH Den Haag (bezoekadres: Prins Clauslaan 60 te Den Haag), een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening worden ingediend. Voor het verzoek zal griffierecht worden geheven.

Wij verzoeken u een kopie van dit verzoek om een voorlopige voorziening toe te zenden aan: Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, Postbus 90602, 2509 LP Den Haag.

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland

Naar boven