Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat van 3 april 2020, nr. WJZ/ 20087495, tot wijziging van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies in verband met de aanpassing van titel 3.2 (PPS-toeslagmodule) en titel 3.3 (subsidiemodule TKI MKB-versterking) omtrent de inzet van gelden voor innovatiemakelaars

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,

Gelet op artikel 3, derde lid, van de Kaderwet EZK- en LNV-subsidies en de artikelen 2, 4, 5 en 16 van het Kaderbesluit nationale EZ-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3.2.5, derde lid, onderdeel b, wordt als volgt gewijzigd:

1. In subonderdeel 2° wordt ‘niet meer bedraagt dan 50%’ vervangen door ‘maximaal 100% bedraagt’.

2. Onder vervanging van ‘, en’ aan het slot van subonderdeel 2° door een puntkomma en onder vernummering van subonderdeel 3° tot subonderdeel 4° wordt een subonderdeel ingevoegd, luidende:

  • 3°. het TKI van de in een kalenderjaar verleende PPS-programmatoeslag maximaal een bedrag van € 100.000 aanwendt voor innovatieadviesdiensten, of, indien 0,5% van de door het TKI in dat kalenderjaar verleende PPS-programmatoeslag een bedrag vertegenwoordigt van € 100.000 of meer, maximaal 0,5% van die PPS-programmatoeslag, en

B

In artikel 3.3.8, tweede lid, wordt ‘50 procent’ vervangen door ‘100 procent’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, en werkt ten aanzien van artikel I, onderdeel A, terug tot en met 1 januari 2020.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 3 april 2020

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer

TOELICHTING

I. ALGEMEEN

1. Doel en aanleiding

Deze regeling wijzigt in de eerste plaats titel 3.2 van de Regeling nationale EZK-en LNV-subsidies (RNES). Daarin is de subsidiemodule ‘PPS-toeslag onderzoek en innovatie’ vervat. Daarnaast wijzigt titel 3.3 van de RNES, waarin de subsidiemodule ‘TKI MKB-versterking’ is opgenomen. De wijzigingen in beide modules houden verband met de aanwending door Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI’s) van ontvangen subsidie voor de inzet van de zogenoemde innovatiemakelaars ten behoeve van het mkb.

De TKI’s stellen innovatiemakelaars beschikbaar aan het mkb om hen op deze manier te betrekken in het missiegedreven topsectoren- en innovatiebeleid. De innovatiemakelaar moet ervoor zorgen dat een mkb’er kan innoveren binnen de kennis- en innovatieagenda’s (KIA’s) die door topteams (ingesteld via het Instellingsbesluit topteams Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid) worden opgesteld ten behoeve van de maatschappelijke thema’s en sleuteltechnologieën waarvoor het TKI de PPS-toeslag inzet. De innovatiemakelaar geeft innovatieadvies met als doel bewustwording bij de (met name technologievolgende) mkb’er van de innovatiepotentie zoals omschreven in de KIA’s voor zijn/haar productie-/bedrijfsproces. Daarnaast verwijst de innovatiemakelaar een mkb’er naar een mogelijke samenwerkingspartner voor bijvoorbeeld het ontwikkelen van een gemeenschappelijke innovatievraag of het betreden van nieuwe afzetmarkten. Ook verwijst de innovatiemakelaar naar een potentieel geschikte financierings-/subsidiebron die hem kan helpen bij het innoveren van zijn product of (productie-/bedrijfs-)proces.

Op grond van de module TKI MKB-versterking of (naar keuze van het TKI) de module PPS-toeslag (beide opgenomen in de RNES) ontvangt een TKI subsidie voor de advieskosten van een innovatiemakelaar (waarvan dus uiteindelijk ook de mkb’er profijt heeft ingeval het TKI de ontvangen subsidie aanwendt voor de inzet van innovatiemakelaars). Tot op heden was die subsidie gemaximeerd op 50% van de advieskosten van een innovatiemakelaar. Dit betekende dat de betrokken mkb’er zelf de overige 50% van de advieskosten diende te dragen (cofinanciering).

Een grote meerderheid van de TKI’s heeft aangegeven dat zij de afgelopen jaren nauwelijks in staat is gebleken om voor dit advies de vereiste 50% cofinanciering direct van de betrokken mkb’er te verkrijgen. De doelgroep van de innovatiemakelaar is het technologievolgend mkb dat vaak met kleine winstmarges onderneemt en/of niet kapitaalkrachtig is. Het innovatieadvies is pas een eerste stap in een langer innovatieproces waarbij dit advies één van de factoren is voor – op de langere termijn – bedrijfsgroei, het betreden van nieuwe markten, het verhogen van winstkansen etc. Omdat het innovatieadvies geen rendementsperspectief op de korte termijn biedt, zijn (ook al kleine) cofinancieringsbijdragen een te hoge drempel om gebruik te maken van de adviesdiensten van een innovatiemakelaar.

Met deze wijzigingsregeling is het TKI in staat gesteld om de innovatieadviesdienst voor maximaal 100% te subsidiëren (artikel I, onderdeel A, punt 1, en onderdeel B). Er is een maatschappelijk voordeel als het mkb dat nu vanwege de cofinancieringseis geen gebruik maakt van de innovatiemakelaars, op deze wijze toch kan worden betrokken bij uitrol en implementatie van het missiegedreven topsectoren- en innovatiebeleid.

Het subsidieplafond dat voor de module TKI MKB-versterking geldt, blijft onverminderd van kracht. Voor de PPS-toeslagmodule is door middel van deze wijzigingsregeling een plafond ingevoerd ten aanzien van het bedrag van de in een kalenderjaar verleende PPS-toeslag dat een TKI voor de inzet van een innovatiemakelaar mag aanwenden (artikel I, onderdeel A, punt 2). Hiermee wordt onderstreept dat de hoofddoelstelling van de PPS-toeslagregeling het ondersteunen is van R&D in PPS-verband binnen de maatschappelijke uitdagingen, sleuteltechnologieën en het maatschappelijk verdienvermogen. Binnen de PPS-toeslagmodule is de aanwending van toeslag voor de inzet van innovatiemakelaars met andere woorden secundair, en behoort dat gelet op de opzet van de module dus ook te zijn, anders dan onder de TKI MKB-versterkingsmodule. De bekostiging door TKI’s van de inzet van innovatiemakelaars vindt met andere woorden vooral plaats op grond van deze laatstgenoemde module.

2. Staatssteun

Titels 3.2 en 3.3 bevatten staatssteun en worden gerechtvaardigd onder artikel 25 (wat betreft de samenwerkingsprojecten die bestaan uit fundamenteel of industrieel onderzoek, experimentele ontwikkeling of een combinatie daarvan) en artikel 28 (wat betreft innovatieadviesdiensten) van de algemene groepsvrijstellingsverordening.

De hierboven beschreven wijzigingen hebben geen gevolgen voor de staatssteunrechtvaardiging. De verhoging van de steunintensiteit van 50% naar 100% binnen zowel de PPS-toeslagmodule als de TKI MKB-versterkingsmodule is in overeenstemming met artikel 28, vierde lid, van de algemene groepsvrijstellingsverordening dat een maximaal steunpercentage van 100% noemt. Daarbij is tevens voldaan aan de in dat lid vervatte voorwaarde dat het totale bedrag van de steun voor innovatieadviesdiensten en diensten inzake innovatieondersteuning ten hoogste € 200.000 bedraagt per onderneming over een periode van drie jaar. Binnen de PPS-toeslagmodule is dit geborgd door het slot van het reeds bestaande artikel 3.2.5, derde lid, onderdeel b, subonderdeel 2°, van de RNES en binnen de TKI MKB-versterkingsmodule via artikel 3.3.8, derde lid. In elk van die artikelen is bepaald dat het totale bedrag aan PPS-programmatoeslag respectievelijk het maximale subsidiebedrag dat een TKI voor innovatieadviesdiensten aanwendt, maximaal € 10.000 per mkb-onderneming over een periode van één jaar bedraagt. In artikel 3.2.5., derde lid, onderdeel b, subonderdeel 3°, van de RNES (PPS-toeslagmodule), en in artikel 3.3.8, vierde lid, van de RNES (TKI mkb-versterkingsmodule) is vervolgens bepaald dat aan een mkb’er gedurende maximaal drie jaar innovatieadviesdiensten worden geleverd.

Ook het ingevoerde plafond voor de aanwending van de in een kalenderjaar verleende PPS-programmatoeslag voor innovatieadviesdiensten heeft geen gevolgen voor de staatssteunrechtvaardiging. Het plafond geeft alleen aan het maximumbedrag aan PPS-programmatoeslag dat het TKI mag inzetten voor innovatieadviesdiensten, maar ziet niet op de hoogte van de steun aan de individuele mkb’er die de dienst ontvangt.

3. Regeldruk

De wijziging betreffende de afschaffing van de cofinancieringseis in de PPS-toeslagmodule en de TKI MKB-versterkingsmodule (artikel I, onderdeel A, punt 1, en onderdeel B) heeft geen gevolgen voor het niveau van de regeldruk. Voorwaarde in beide modules was voorheen dat de mkb’er de factuur van de innovatiemakelaar voor de helft zelf moest betalen. Het TKI moest zorgen dat niet meer dan de helft van die factuur door het TKI zou worden voldaan. Met het schrappen van de cofinancieringseis hoeft de mkb’er geen betalingshandeling meer te verrichten, maar deze moet nog altijd aan het TKI een verklaring sturen voor welk bedrag hij innovatieadvies heeft ontvangen. De TKI’s dienen ter borging van de naleving van de steunkaders immers nog steeds per mkb’er het bedrag aan innovatieadviesdiensten te administreren die de innovatiemakelaar heeft verstrekt. Daarom is er wat het schrappen van de cofinancieringseis betreft sprake van een neutraal gevolg voor de regeldruk van het afschaffen van de cofinancieringseis.

De invoering van het plafond voor aanwending van PPS-programmatoeslag voor innovatieadviesdiensten (artikel I, onderdeel A, punt 2) heeft geen invloed op de werkzaamheden van de TKI’s. Het in acht nemen van het plafond past binnen de reguliere administratieve handelingen voor het TKI in het bijhouden van het budget. Ook in dit opzicht is derhalve geen sprake van wijzigingen in de regeldruk.

Omdat er geen gevolgen voor de regeldruk zijn, heeft ATR de regeling niet geselecteerd voor een formeel advies.

4. Vaste verandermomenten

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van publicatie in de Staatscourant (vermoedelijk op of rond 1 april 2020, een vast verandermoment). Met de bekendmaking van deze regeling wordt aldus mogelijk wat betreft de datum van inwerkingtreding afgeweken van het kabinetsbeleid omtrent vaste verandermomenten, en wordt afgeweken van de regel binnen dat kabinetsbeleid dat er minimaal twee maanden moeten zitten tussen het moment van publicatie en de inwerkingtreding van de regeling. Deze afwijking is echter gerechtvaardigd te achten.

De wijziging dat met de ontvangen PPS-programmatoeslag en de TKI MKB-versterkingssubsidie voortaan niet slechts 50%, maar 100% van de subsidiabele kosten voor inzet van innovatiemakelaars mag worden gedekt, geldt als een begunstigende wijziging waarmee een, zoals uitgelegd in paragraaf 1 van het algemeen deel van de toelichting, niet goed functionerend element uit de beide subsidiemodules is gerepareerd.

Daarnaast geldt dat de invoering van een plafond voor de aanwending van de verdiende PPS-programmatoeslag voor innovatiemakelaars in de praktijk niet als belemmerend wordt ervaren, omdat er sowieso slechts een beperkt deel van de verleende PPS-programmatoeslag voor innovatiemakelaars wordt ingezet. Het ingevoerde plafond geeft voldoende ruimte voor de door de TKI’s gewenste mate van aanwending van PPS-programmatoeslag voor innovatiemakelaars. Dit is ook bevestigd vanuit de TKI’s. Aan de TKI’s als potentiële subsidieaanvragers binnen beide modules zijn de kernpunten van de op handen zijnde wijzigingen in februari 2020 gecommuniceerd. Daarbij hebben zij aangegeven zich in de geschetste wijzigingen te kunnen vinden en hebben zij voor zover nodig ook tijd gehad om zich voor te bereiden op de wijzigingen. Tegen deze achtergrond is er geen sprake van enige vorm van benadeling van betrokken partijen door de kortere termijn tussen publicatie en inwerkingtreding van deze wijzigingsregeling.

II. ARTIKELEN

Artikel I, onderdeel A, punt 1, en onderdeel B

Deze wijzigingen in onderdeel A, punt 1, en onderdeel B strekken in feite tot afschaffing van de cofinancieringseis, bedoeld in paragraaf 1 van het algemeen deel van de toelichting. De TKI’s mogen voortaan niet slechts maximaal 50%, maar maximaal 100% van de advieskosten van een innovatiemakelaar bekostigen op basis van de ontvangen TKI MKB-versterkingssubsidie respectievelijk de ontvangen PPS-programmatoeslag. Door gebruik van het woord ‘maximaal’ behoudt een TKI de mogelijkheid om desgewenst alsnog slechts een deel van de advieskosten te dragen en het overige deel voor rekening van de betrokken mkb’er te laten komen.

Artikel I, onderdeel A, punt 2

De wijziging in onderdeel A, punt 2, strekt tot invoering van een nieuw subonderdeel 3°. Met dit onderdeel is een maximum ingevoerd aan de hoeveelheid verdiende PPS-programmatoeslag die een TKI mag aanwenden voor de diensten van innovatiemakelaars. Waar dit maximum in een concreet precies geval ligt, hangt in feite af van de omstandigheden van het geval.

Het uitgangspunt is dat het TKI van de in een kalenderjaar verleende PPS-programmatoeslag maximaal € 100.000 mag inzetten voor innovatieadviesdiensten. Echter, indien aan een TKI in een kalenderjaar dusdanig veel PPS-programmatoeslag is verleend, dat 0,5% van dat bedrag aan PPS-programmatoeslag een bedrag vertegenwoordigt van ten minste € 100.000, dan bedraagt het maximum voor de aanwending van toeslag voor innovatiemakelaars 0,5% van die verleende PPS-programmatoeslag. Dit is verwoord in het derde lid, onderdeel b, subonderdeel 3° (nieuw). Het overige deel van de PPS-programmatoeslag moet aangewend worden voor publiek-private samenwerkingsprojecten.

Het toepasselijke plafond voor het TKI geldt ook indien het desbetreffende TKI actief is binnen een topsector waarbinnen meerdere TKI’s actief zijn, zoals de topsector Water & Maritiem, waarbinnen het TKI Deltatechnologie, het TKI Watertechnologie en het TKI Maritiem opereren.

Artikel II

Deze wijzigingsregeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van publicatie in de Staatscourant, met dien verstande dat ten aanzien van artikel I, onderdeel A, terugwerkende kracht tot 1 januari 2020 geldt.

Deze terugwerkende kracht is opportuun geacht, omdat het aanvragers van PPS-programmatoeslag binnen de openstellingsperiode van 1 januari 2020 tot 28 mei 2020 aldus de mogelijkheid biedt om de aanwending van PPS-programmatoeslag voor innovatiemakelaars binnen de door deze wijzigingsregeling geboden nieuwe (en naar de mening van de TKI’s: gunstige, althans feitelijk niet beperkende) kaders vorm te geven – dus zonder cofinanciering door het mkb en weliswaar met inachtneming van een bepaald plafond, maar waarbij het plafond voor de TKI’s voldoende werkbaar is. In paragraaf 1 van het algemeen deel van de toelichting is dit nader uiteengezet.

Het feit dat die openstellingsperiode ten tijde van de inwerkingtreding van deze wijzigingsregeling deels reeds verstreken is, vormt overigens geen obstakel, nu de TKI’s (ook met de voorafgaande kennis van de komst van deze wijzigingsregeling) hun aanvragen voor PPS-programmatoeslag hebben aangehouden of hooguit een pro forma aanvraag hebben ingediend die onder meer wat beoogde aanwending betreft nog aangevuld moet worden.

Een en ander ligt anders ten aanzien van de TKI MKB-versterkingsmodule. Terugwerkende kracht is hier niet nodig c.q. niet aan de orde. De openstellingsperiode voor deze module start op 7 april 2020 (dus na publicatie en inwerkingtreding van deze wijzigingsregeling) en eindigt op 2 juli 2020. De vorige openstellingsperiode (van 15 april 2019 tot en met 4 juli 2019) is inmiddels al geruime tijd gesloten.

In paragraaf 4 van het algemeen deel van de toelichting is verder aangegeven hoe deze publicatie en datum van inwerkingtreding zich verhouden tot het kabinetsbeleid betreffende de vaste verandermomenten.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer

Naar boven