Tijdelijke ontheffing op grond van artikel 6.58 van de Wet luchtvaart in verband met de uitbraak van COVID-19 (Tijdelijke ontheffing van periodieke trainingen in verband met uitbraak COVID-19 2020)

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, na overleg met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikel 6.58, eerste lid, van de Wet luchtvaart;

BESLUIT:

Artikel 1

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat verleent vanwege de uitbraak van het virus dat de ziekte COVID-19 veroorzaakt, ontheffing van:

  • a. artikel 3, eerste lid, van het Besluit vervoer gevaarlijke stoffen door de lucht voor zover het betreft deel 1, artikel 4.2.3, van de Technische Voorschriften voor periodieke trainingen die tussen 1 maart 2020 en 30 november 2020 moeten worden gevolgd;

  • b. artikel 10 van de Regeling erkenning opleidingsinstellingen en examinering vervoer gevaarlijke stoffen door de lucht.

Artikel 2

Aan de ontheffing worden de volgende voorschriften verbonden:

  • a. de werkgever dient er zorg voor te dragen dat de medewerkers bekend zijn met de relevante wettelijke voorschriften bij het uitvoeren van hun functie;

  • b. deze ontheffing geldt voor trainingen die alleen klassikaal gevolgd kunnen worden.

Artikel 3

Deze ontheffing geldt gedurende vier maanden na afloop van de termijn van 24 maanden, bedoeld in deel 1, artikel 4.2.3, van de Technische Voorschriften respectievelijk vier maanden na afloop van de termijn van 24 maanden, bedoeld in artikel 10 van de Regeling erkenning opleidingsinstellingen en examinering vervoer gevaarlijke stoffen door de lucht, met dien verstande dat de ontheffing in ieder geval eindigt op 30 november 2020.

Artikel 4

Dit besluit wordt aangehaald als: Tijdelijke ontheffing van periodieke trainingen in verband met uitbraak COVID-19 2020.

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant en werkt terug tot en met 1 maart 2020.

Deze ontheffing zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

Bezwaar

Op grond van artikel 7:1 Algemene wet bestuursrecht kan een belanghebbende bij dit besluit daartegen binnen zes weken na de dag waarop dit besluit bekend is gemaakt, een bezwaarschrift indienen bij het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen. Een dergelijk bezwaarschrift dient u te adresseren aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, Postbus 20901, 2500 EX Den Haag. Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste te bevatten:

  • a) naam en adres van de indiener;

  • b) de dagtekening;

  • c) een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt (datum en nummer of kenmerk);

  • d) een opgave van de redenen waarom men zich met het besluit niet kan verenigen;

  • e) een afschrift van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt.

TOELICHTING

COVID-19

Deze ontheffing wordt verleend in verband met de uitbraak van het virus dat de ziekte COVID-19 veroorzaakt, waardoor bepaalde klassikale trainingen niet meer gevolgd kunnen worden. Het betreft trainingen die op grond van artikel 3 van het Besluit vervoer gevaarlijke stoffen door de lucht vereist zijn in het kader van ICAO-Technische Voorschriften en die vereist zijn voor de Regeling erkenning vervoer gevaarlijke stoffen door de lucht en de Regeling erkenning opleidingsinstellingen en examinering vervoer gevaarlijke stoffen door de lucht.

Artikel 1, onder a

Gelet op de recente ontwikkelingen inzake het virus dat de ziekte COVID-19 veroorzaakt en de impact hiervan op de gehele luchtvaartsector verleent de Minister van Infrastructuur en Waterstaat ontheffing van de verplichting om binnen 24 maanden een nieuwe periodieke training te volgen in het kader van de geldigheid van de gevaarlijke goederen opleidingen van de categorieën van medewerkers, bedoeld in de Technische Voorschriften (Chapter 1.4, Tabel 1-4, 1-5, 1-6, artikel 1;4.2.7, 1;4.2.8.)

Op grond van de ICAO-Technische Voorschriften voor het veilige vervoer van gevaarlijke stoffen door de lucht, deel 1; 4.2.3, moet binnen 24 maanden na eerdere training periodieke training worden gegeven om ervoor te zorgen dat de kennis actueel is. Als de periodieke training echter wordt voltooid binnen de laatste drie maanden van geldigheid van eerdere training, loopt de geldigheidsperiode vanaf de maand waarop de periodieke training was voltooid tot 24 maanden na de vervalmaand van die vorige opleiding.

Als gevolg van de verspreiding van het virus dat de ziekte COVID-19 veroorzaakt, kunnen ondernemingen geconfronteerd worden met de situatie dat het niet langer mogelijk is dat zij hun medewerkers opnieuw tijdig een periodieke training kunnen laten volgen omdat klassikale trainingen niet meer zijn toegestaan.

Gegeven deze omstandigheid verleent de Minister van Infrastructuur en Waterstaat ontheffing om de betrokken medewerkers te ontheffen van de periodieke trainingseisen ingevolge de ICAO-Technische Voorschriften voor zover het de geldigheidsduur van 24 maanden betreft. De geldigheidsduur van bestaande opleidingscertificaten die een verloopdatum hebben tussen 1 maart 2020 en 30 november 2020, zullen tijdelijk worden verlengd met vier maanden tot uiterlijk 30 november 2020. Ten aanzien van initiële opleidingen worden geen ontheffingen verleend.

Artikel 1, onder b

Met deze ontheffing blijven ondernemingen en opleidingsinstellingen ook voldoen aan de gestelde trainingseisen zoals genoemd in de Regeling erkenningen vervoer gevaarlijke stoffen door de lucht, respectievelijk de Regeling erkenning opleidingsinstellingen en examinering vervoer gevaarlijke stoffen door de lucht.

Artikel 2

Aan de ontheffing wordt in artikel 2, onder a, het voorschrift verbonden dat de werkgever er zorg voor dient te dragen dat de medewerkers op de hoogte zijn en blijven van de relevante wettelijke voorschriften bij het uitoefenen van hun functie. Hiermee wordt voorkomen dat – voor zover dit al het geval zou zijn – de veiligheid vanwege deze ontheffing in gevaar zou kunnen komen.

Artikel 2, onderdeel b, bepaalt dat de ontheffing alleen van toepassing is op trainingen die alleen klassikaal gevolgd kunnen worden.

Artikel 3

Met deze ontheffing wordt de geldigheid van de herhalingstrainingen verlengd met een termijn van vier maanden tenzij de periode van het verstrijken van de geldigheidsduur tot 30 november korter is. Dit komt overeen met de termijn van de ontheffing die geldt voor de operator op grond van de ontheffing voor de recurrent training van de operator dangerous goods voor Training and checking in accordance with Annex III (Part-ORO) to Regulation (EU) No 965/2012 (ontheffing van 18 maart 2020, ILT-2020/7619).

Bekendmaking

Een ontheffing dient op grond van artikel 3:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bekend te worden gemaakt door toezending of uitreiking. Als de bekendmaking niet op deze wijze kan plaatsvinden, kan bekendmaking op andere geschikte wijze plaatsvinden, artikel 3:41, tweede lid, Awb. Gezien de spoedeisendheid in verband met de ziekte COVID-19 en het zeer grote aantal geadresseerden is ervoor gekozen om bekendmaking te laten verlopen door middel van publicatie in de Staatscourant. Daarnaast zal dit besluit met toelichting ook op de website van ILT worden gepubliceerd.

Naar boven