Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 2 april 2020, nr. WJZ/ 20080639 , tot verlenging van de Regeling tijdelijke maatregelen Plantenziektenwet

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op artikel 3, eerste en tweede lid, van de Plantenziektenwet;

Besluit:

ARTIKEL I

In artikel 10 van de Regeling tijdelijke maatregelen Plantenziektenwet wordt ‘met ingang van 14 april 2020’ vervangen door ‘met ingang van 14 augustus 2020’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaats.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 2 april 2020

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

TOELICHTING

Sinds 14 december 2019 zijn de Plantgezondheidsverordening ((EU) 2016/2031) en de Controleverordening ((EU) 2017/625) van toepassing en hebben een rechtstreeks bindende werking voor lidstaten, bedrijven en burgers van de Europese Unie.

Implementatie van beide verordeningen in nationale regelgeving vindt plaats in de Plantgezondheidswet, gepubliceerd op 19 februari 2020 (Staatsblad 2020, 65) en de onderliggende regelgeving. Het nieuwe stelstel voor de fytosanitaire regelgeving kan echter pas in werking treden als alle onderdelen gereed zijn. Dat is nog niet het geval voor de onderliggende regelgeving.

De huidige Plantenziektenwet met bijbehorende regelgeving blijft daarom van kracht tot het moment dat het nieuwe stelsel in werking kan treden. Deze wet is echter gebaseerd op Richtlijn 2000/29/EG (Fytorichtlijn) en sluit niet aan op de beide verordeningen. Hierdoor ontstaat er een lacune in onder andere de verplichte handhaving en het toezicht op naleving van deze verordeningen.

Met de Regeling houdende tijdelijke maatregelen Plantenziektenwet (verder: regeling), die op 14 december 2019 in werking trad, is een juridische koppeling gelegd tussen de beide verordeningen en de huidige Plantenziektenwet. Op grond van artikel 3, eerste en tweede lid, van de Plantenziektenwet zijn de rechtstreeks geldende verplichtingen uit de verordeningen onder het handhavingsregime van de Plantenziektenwet gebracht. De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit is bevoegd telkens voor een periode van maximaal vier maanden deze regels te stellen in het belang van de bestrijding van schadelijke organismen.

De Regeling tijdelijke maatregelen Plantenziektenwet is van kracht tot 14 april 2020 en wordt voor een periode van vier maanden verlengd tot 14 augustus 2020.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

Naar boven