Aankondiging procedure beëindiging en aanvraag aanbodkanalen landelijke publieke omroep, Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Kennisgeving als bedoeld in artikel 3:12, tweede en derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) van de Minister voor Basis- en Voorgezet Onderwijs en Media, Arie Slob.

In de begroting van 2019 heeft de Nederlandse Publieke Omroep (NPO) aanvragen ingediend voor ministeriële instemming met het beëindigen van het overig televisieprogrammakanaal NPO 3 extra en de omroepportals bnn.nl en vara.nl. Daarnaast heeft de NPO in de begroting van 2020 een aanvraag ingediend voor ministeriële instemming met een nieuw aanbodkanaal, NPO Kennis. Met de NPO is besproken dat de aanvragen uit de begroting 2019 gecombineerd behandeld kunnen worden met de aanvraag voor NPO Kennis in de begroting 2020. De begrotingen inclusief de aanvragen zijn gepubliceerd op de site van de NPO: https://over.npo.nl/organisatie/onze-waarde-voor-nederland/begroting#content#content.

Deze aanvragen zijn gebaseerd op de artikelen 2.20, tweede lid, onderdelen b en c, en 2.21, derde lid, van de Mediawet 2008. Op deze aanvragen is de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 van de Awb van toepassing. Bij het uitvoeren van de procedure wordt gehandeld conform de voorgenomen wijzigingen in de procedure zoals die zijn opgenomen in het thans bij de Eerste Kamer aanhangige wetsvoorstel tot wijziging van de Mediawet 2008.1

De begroting van 2019 met daarin de aanvragen voor het beëindigen van het overig televisieprogrammakanaal NPO 3 extra en de omroepportals bnn.nl en vara.nl stuur ik voor advies toe aan de Raad voor Cultuur en het Commissariaat voor de Media. Datzelfde doe ik met de begroting van 2020 met de aanvraag van het nieuwe aanbodkanaal NPO Kennis. Tevens stuur ik de aanvraag van het nieuwe aanbodkanaal NPO Kennis voor een marktimpactanalyse naar de Autoriteit Consument en Markt. Ik vraag de genoemde instanties de adviezen en marktimpactanalyse uiterlijk 13 maart 2020 aan mij op te sturen.

Indien belanghebbenden dat wensen, kunnen zij hun eerste inbreng over de aanvragen van de NPO opsturen naar het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Het ministerie zal de inbreng vervolgens delen met de Raad voor Cultuur, het Commissariaat voor de Media en de Autoriteit Consument en Markt. De genoemde instanties zullen de inbreng dan betrekken bij het opstellen van hun adviezen en marktimpactanalyse, mits deze inbreng uiterlijk 7 februari 2020 door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is ontvangen.

Nadat de Raad voor Cultuur, het Commissariaat voor de Media en de Autoriteit Consument en Markt hebben geadviseerd en gerapporteerd over de aanvragen stel ik mede op basis van de adviezen en rapporten per aanvraag een ontwerpbesluit op. Van de ontwerpbesluiten zal ik kennis geven in de Staatscourant. Ik zal de ontwerpbesluiten ook ter inzage leggen door publicatie op www.rijksoverheid.nl en toesturen aan de mij bekende partijen die naar mijn oordeel belanghebbenden kunnen zijn.

Vervolgens kunnen belanghebbenden gedurende zes weken hun zienswijze schriftelijk of mondeling over de ontwerpbesluiten indienen. Bij de publicatie van de ontwerpbesluiten in de Staatscourant zal ik vermelden op welke wijze schriftelijke en mondelinge zienswijzen kunnen worden ingediend. Deze informatie zal ik ook op www.rijksoverheid.nl zetten. De zes weken gaan in op de dag dat het ontwerpbesluit ter inzage is gelegd.

Tenslotte zal ik op basis van de ontwerpbesluiten en ingezonden zienswijzen het definitieve besluit ter kennis geven in de Staatscourant. Een belanghebbende kan tegen het definitieve besluit beroep instellen bij de Sector Bestuursrecht van de Rechtbank Amsterdam, Postbus 84500, 1080 BN, Amsterdam. Het beroepsschrift moet binnen 6 weken na de dag waarop het definitieve besluit op de hiervoor vermelde wijze kennis is gegeven en ter inzage is gelegd aan de rechtbank worden gestuurd.


X Noot
1

Wijziging van de Mediawet 2008 in verband met aanscherping van de nieuwedienstenprocedure, modernisering van procedures voor de benoeming van raden van toezicht en besturen, modernisering van het bestuur en verduidelijking van de positie van de Ster, alsmede technische verbeteringen onder meer in verband met taken van het Commissariaat voor de Media, Kamerstukken I, 2018–2019, 35 042, nr. A.

Naar boven