Verkeersbesluit – gemeente Haarlemmermeer – Hoofddorp – Parklaan/Draverslaan

Logo Haarlemmermeer

Onderwerp: intrekken parkeerverbod

Nummer: X.2020.03247

Gelet op het volgende:

• Op grond van artikel 15, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 moet een verkeersbesluit worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer genoemde verkeerstekens, alsmede voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd.

• De Algemene wet bestuursrecht (AWB) vereist zorgvuldigheid en belangenafweging bij de totstandkoming van besluiten, waaronder verkeersbesluiten. Artikel 3:2 van de AWB schrijft voor dat het bestuursorgaan de nodige kennis omtrent de relevante feiten en de af te wegen belangen vergaart. Naast de belangenafweging bepaalt artikel 3:4 van de AWB dat de voor een of meer belanghebbenden nadelige gevolgen niet onevenredig mogen zijn in verhouding tot de met het besluit te dienen doelen.

• Artikel 21 van het BABW bevat voorschriften omtrent de motivering van verkeersbesluiten. Het verkeersbesluit moet in ieder geval weergeven welke doelstelling of doelstellingen met het verkeersbesluit worden beoogd. Daarbij moet worden aangegeven welke van de in artikel 2, eerste en tweede lid van de Wegenverkeerswet 1994 genoemde belangen ten grondslag liggen aan het besluit. Indien tevens andere van die belangen in het geding zijn, wordt voorts aangegeven op welke wijze de belangen tegen elkaar zijn afgewogen.

• Artikel 2 van de Wegenverkeerswet noemt de volgende doelen:

  • 1.

    In eerste instantie:

    • a.

      het verzekeren van de veiligheid op de weg;

    • b.

      het beschermen van weggebruikers en passagiers;

    • c.

      het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

    • d.

      het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer.

  • 2.

    In tweede instantie ook voor:

    • a.

      het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade alsmede de gevolgen voor het milieu, bedoeld in de Wet milieubeheer;

    • b.

      het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte aantasting van het karakter of van de functie van objecten of gebieden.

• Overeenkomstig artikel 24 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) dient overleg te worden gevoerd met de korpschef van de Nationale Politie.

• De vermelde wegen zijn in eigendom, beheer en onderhoud van de gemeente Haarlemmermeer.

• Krachtens artikel 18, lid 1 onder d, van de Wegenverkeerswet 1994 worden verkeersbesluiten genomen door het college van B&W. In het Mandaat-, machtiging en volmachtbesluit Haarlemmermeer 2020 is de bevoegdheid tot het nemen en intrekken van verkeersbesluiten een ondermandaat verleend aan de cluster- en teammanagers van de cluster B&O (Beheer & Onderhoud). De maatregelen vallen onder dit ondermandaat. 

Overwegingen en motivatie

Op 20 september 2018 is een verkeersbesluit genomen tot het intrekken van de parkeerschijfzone in de Parklaan en de Draverslaan te Hoofddorp door het verwijderen van de borden E10 en E11 (bijlage I RVV 1990) en het verwijderen van de blauwe markering. Daarvoor in de plaats is per gelijke datum een besluit op grond van de Parkeerverordening Haarlemmermeer 2018 genomen (Aanwijzingsbesluit) om in het betreffende gebied betaald parkeren in te voeren. Tegen dit verkeersbesluit en tegen het Aanwijzingsbesluit hebben diverse omwonenden uit de betreffende straten in oktober 2018 bezwaar gemaakt.

In overleg met bezwaarmakers zijn de bezwaarschriften aangehouden omdat de gemeente de maatregel na de proefperiode wilde evalueren en daartoe een enquête onder de bewoners wilde houden. Tijdens de proefperiode zijn in de huidige situatie parkeervakken aangebracht waarbij het is toegestaan om half op het trottoir te parkeren.

Op de inloopavond in juli 2019 hebben wij de bewoners geïnformeerd over de resultaten van de proef betaald parkeren en de uitkomsten van de enquête. Daaruit blijkt dat er positieve maar ook negatieve gevolgen waren. De (sociale en) verkeershinder en onveiligheid waren naar het oordeel van de bewoners afgenomen, maar de parkeerhinder was er nog steeds. Dit dan meer in de vorm van dagelijkse hinder in plaats van piekdrukte. Uiteindelijk heeft de evaluatie niet geleid tot een bevredigende oplossing waarna de bezwaarmakers in oktober 2019 hebben verzocht de procedure voort te zetten.

Op 14 januari 2020 heeft een hoorzitting plaatsgevonden waarin een aantal vragen zijn gesteld waaronder de vraag of het weglaten van de parkeervakindeling extra parkeerruimte oplevert. Als reactie hierop heeft de gemeente laten weten dat dit inderdaad extra parkeerruimte oplevert.

In 2020 zal de Parklaan en Draverslaan opnieuw worden ingericht waarbij de rijbaan wordt versmald en er parkeerruimte naast de rijbaan wordt aangebracht. Met de nieuwe inrichting kan dan ook uitsluitend op plekken worden geparkeerd die als parkeerruimte is aangemerkt. Op de rijbaan parkeren is niet mogelijk omdat dan de weg wordt geblokkeerd en de overige ruime langs de rijbaan zijn uitritten. Voor een uitrit mag ook niet geparkeerd worden. Met de herinrichting in combinatie van het aanbrengen van parkeerruimte zonder parkeervakindeling kunnen we minimaal evenveel parkeergelegenheid als in de voormalige parkeerschijfzone creëren waarmee tegemoet wordt gekomen aan de bezwaren.

Omdat de Parklaan en de Draverslaan binnen de parkeerverbodszone liggen, waarin buiten de vakken niet geparkeerd mag worden, dienen parkeervakken voorzien te zijn van een parkeervakindeling. Om parkeerruimte zonder parkeervakindeling mogelijk te maken wordt de parkeerverbodszone in de Parklaan en de Draverslaan met dit verkeersbesluit ingetrokken.

Naast het tegemoet komen aan de bezwaren wordt met de maatregelen tevens beoogd de verkeersveiligheid, de bereikbaarheid en de leefbaarheid te waarborgen.

Maatregelen (bebording en belijning)

De volgende maatregelen worden getroffen:

1. Het intrekken van de parkeerverbodszone in de Parklaan en de Draverslaan door het plaatsen van borden conform model E1 uit bijlage I van het RVV 1990:

a. met opdruk “zone”, inhoudende “einde parkeerverbodzone”, op de volgende locaties:

i. In de Parklaan, ter hoogte van de Hoofdweg oostzijde;

ii. In de Parklaan, ter hoogte van de Nieuweweg;

iii. In de Draverslaan, ter hoogte van de Burgemeester Pabstlaan;

iv. In de Nijverheidsstraat, ter hoogte van de Draverslaan.

b. met opdruk “zone”, inhoudende “begin parkeerverbodzone”, op de volgende locaties:

i. In de Parklaan, ter hoogte van de Hoofdweg oostzijde;

ii. In de Parklaan, ter hoogte van de Nieuweweg;

iii. In de Draverslaan, ter hoogte van de Burgemeester Pabstlaan;

iv. In de Nijverheidsstraat, ter hoogte van de Draverslaan.

De aan te brengen bebording staat aangegeven op de bij dit besluit behorende tekening met het nummer 2020-300-005.

Motivering Wegenverkeerswet 1994 (Wvw 1994):

Motivatie van de maatregel geschiedt uit het oogpunt van:

• artikel 2, lid 1a van de Wegenverkeerswet (Wvw) 1994, het verzekeren van de veiligheid op de weg;

• artikel 2, lid 1b van de Wegenverkeerswet (Wvw) 1994, het beschermen van weggebruikers en passagiers;

• artikel 2, lid 1c van de Wegenverkeerswet (Wvw) 1994, het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

• artikel 2, lid 1d van de Wegenverkeerswet (Wvw) 1994, het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer;

• artikel 2, lid 2a van de Wegenverkeerswet (Wvw) 1994, het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade alsmede de gevolgen voor het milieu, bedoeld in de Wet milieubeheer;

• artikel 2, lid 2b van de Wegenverkeerswet (Wvw) 1994, het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte aantasting van het karakter of van de functie van objecten of gebieden.

Door de maatregelen wordt geen van de belangen genoemd in artikel 2 van de Wegenverkeerswet 1994 onevenredig geschaad.

Belangenafweging

Bewoners

De maatregelen zijn in het belang van de bewoners. De parkeergelegenheid blijft ten opzichte van de voormalige parkeerschijfzone gelijk of wordt zelfs meer. Ondanks het laten vervallen van de parkeervakindeling blijft de verkeerssituatie veilig en duidelijk (uniform) omdat er wel wordt aangegeven waar uitsluitend geparkeerd mag worden. Verder bevorderen de maatregelen de leefbaarheid in de wijk.

Bedrijven

De maatregelen hebben geen gevolgen voor bedrijven.

(Doorgaand) gemotoriseerd verkeer

De maatregelen hebben geen gevolgen voor doorgaand gemotoriseerd verkeer omdat deze weg hiervoor niet bedoeld is. De maatregelen zijn in het belang van regulier gemotoriseerd verkeer omdat de verkeerssituatie veilig en duidelijk (uniform) blijft.

Langzaam verkeer

De maatregelen zijn in het belang van langzaam verkeer. Doordat de auto’s in de nieuwe situatie naast de rijbaan worden geparkeerd, in plaats van (half) op de rijbaan, wordt de verkeerssituatie overzichtelijk en daarmee veiliger.

Openbaar vervoer

De maatregelen hebben geen gevolgen voor openbaar vervoer.

Nood- en hulpdiensten

De maatregelen zijn in het belang van nood- en hulpdiensten. Doordat de auto’s in de nieuwe situatie naast de rijbaan worden geparkeerd, in plaats van (half) op de rijbaan, wordt de verkeerssituatie overzichtelijk en daarmee veiliger. Dit komt tevens ten goede aan de bereikbaarheid in en door de straten.

Parkeerders

De parkeergelegenheid blijft ten opzichte van de voormalige parkeerschijfzone gelijk of wordt zelfs meer.

Algemeen belang

De maatregelen waarborgen de verkeersveiligheid, de leefbaarheid en de bereikbaarheid. Dit is in het algemeen belang.

Afweging

Alles afwegende zijn burgemeester en wethouders van mening dat de maatregelen in het algemeen belang zijn en in het bijzonder in het belang van bewoners, langzaam verkeer en de nood- en hulpdiensten. Met de herinrichting en het intrekken van het parkeerverbod worden geen belangen onevenredig geschaad.

Voorbereiding en overleg

Zoals onder ‘overwegingen en motivatie’ is beschreven is uitgebreid contact geweest met de omgeving naar aanleiding van de bezwaren op het verkeers- en aanwijzingsbesluit van september 2018. Na een proefperiode met betaald parkeren, een enquête onder de bewoners, maar ook na een nieuwe hoorzitting zijn wij nu gekomen tot een gedragen inrichting.

Om de rechtstreeks bij het verkeersbesluit betrokken belangen goed af te kunnen wegen verdient het de aanbeveling om, vooral bij complexe en omstreden maatregelen, een voorbereidingsprocedure te volgen. Hier is van afgezien omdat de maatregelen geen complexe maatregelen betreffen en de belangen nu voldoende in beeld zijn door de uitgebreide voorbereiding.

Overleg met de Nationale Politie heeft plaatsgevonden in de Werkgroep Verkeer, waarin de door de korpschef gemachtigde medewerker verkeersadvisering, alsmede de Brandweer en Connexxion, vertegenwoordigd zijn. Op 03-03-2020 is dit besluit behandeld in de werkgroep. De leden van de Werkgroep gaan akkoord met de voorgestelde maatregelen.

Publicatie

Het besluit wordt gepubliceerd in de Digitale Staatscourant.

Besluiten

In overeenstemming met de tekening met het nummer 2020-300-005, die een onderdeel is van dit besluit, wordt besloten tot de volgende verkeersmaatregelen:

1. Het intrekken van het parkeerverbodszone in de Parklaan en de Draverslaan door het plaatsen van borden conform model E1 uit bijlage I van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens (RVV) 1990:

a. met opdruk “zone”, inhoudende “einde parkeerverbodszone”, op de volgende locaties:

i. In de Parklaan, ter hoogte van de Hoofdweg oostzijde;

ii. In de Parklaan, ter hoogte van de Nieuweweg;

iii. In de Draverslaan, ter hoogte van de Burgemeester Pabstlaan;

iv. In de Nijverheidsstraat, ter hoogte van de Draverslaan.

b. met opdruk “zone”, inhoudende “begin parkeerverbodszone”, op de volgende locaties:

i. In de Parklaan, ter hoogte van de Hoofdweg oostzijde;

ii. In de Parklaan, ter hoogte van de Nieuweweg;

iii. In de Draverslaan, ter hoogte van de Burgemeester Pabstlaan;

iv. In de Nijverheidsstraat, ter hoogte van de Draverslaan.

 

2. Dit besluit ter openbare kennis te brengen op 27-3-2020.

 

Burgemeester en Wethouders van Haarlemmermeer

namens dezen,

de gemeentesecretaris,

voor deze,

de teammanager Vakdisciplines,

 

 

 

M. Koster

 

 

 

 

 

Terinzagelegging

Het besluit wordt gepubliceerd in de Staatscourant (overheid.nl). Het besluit en de tekening waarop de maatregelen staan aangegeven, liggen gedurende zes weken vanaf de publicatiedatum voor een ieder na een telefonische afspraak ter inzage op werkdagen van 9.00 tot 17.00 uur in het Informatiecentrum van het raadhuis, Raadhuisplein 1 in Hoofddorp.

 

Bezwaar

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan iedereen wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken, binnen zes weken na publicatie van dit besluit een met redenen omkleed bezwaarschrift indienen bij het college van Burgemeester en Wethouders van Haarlemmermeer, het cluster Juridische Zaken van het team Ondersteuning, Postbus 250, 2130 AG Hoofddorp. Het indienen van een bezwaarschrift schorst de werking van dit besluit niet. Gelijktijdig met of na het indienen van een bezwaarschrift kan een verzoek om een voorlopige voorziening worden gericht aan de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland, p/a Arrondissementsrechtbank Haarlem, sector Bestuursrecht Postbus 1621, 2003 BR Haarlem. Een dergelijk verzoek kan pas worden gedaan als het bezwaarschrift is ingediend en onverwijlde spoed, gelet op het betrokken belang, dat vereist. Voor de behandeling van het verzoek wordt een bedrag aan griffierecht geheven.

 

Naar boven