ARTIKEL I
De Subsidieregeling veelbelovende zorg wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1.1 worden de volgende begrippen in alfabetische volgorde ingevoegd:
- – Bacteriofagen:
-
virussen die bacteriën kunnen aanvallen;
- – Generiek geneesmiddel:
-
een geneesmiddel met dezelfde kwalitatieve en kwantitatieve samenstelling aan werkzame
stoffen en dezelfde farmaceutische vorm, waarvan de biologische equivalentie met het
referentiegeneesmiddel is aangetoond in relevante studies inzake biologische beschikbaarheid;
B
Artikel 1.4 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid komt als volgt te luiden:
2. Onder vernummering van het derde en vierde lid tot vierde en vijfde lid, wordt een
lid ingevoegd, luidende:
-
3. De subsidie voor de kosten van de activiteiten bedoeld in het tweede lid, onder a
tot en met e, kan mede betrekking hebben op de zorgkosten voor patiënten met chronische
aandoeningen die hebben deelgenomen aan het onderzoek als bedoeld in het eerste lid,
in de periode lopend van het einde van de behandeling conform het onderzoeksprotocol
tot aan de beslissing van het Zorginstituut over de toelating van de interventie tot
het basispakket.
C
Artikel 1.5 wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel c wordt na ‘off-label toepassing van een geneesmiddel’ ingevoegd ‘dat
geen generiek geneesmiddel is én’.
2. In onderdeel e vervalt ‘uitbreiding van’.
D
Artikel 1.6, onderdeel a, komt te luiden:
E
Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel g door een puntkomma wordt
aan artikel 2.5 een onderdeel toegevoegd, luidende:
F
Onder verlettering van de onderdelen a, b, c, d en e, van artikel 4.1 tot c, d, e,
f en g, worden twee onderdelen ingevoegd, luidende:
-
a. het project binnen zes maanden na subsidieverlening gestart is;
-
b. hij jaarlijks een opgave doet van de werkelijke kosten van het project, voorzien van
een bestuursverklaring;
G
Aan artikel 6.1, eerste lid, wordt aan de eerste volzin toegevoegd ‘op basis van de
werkelijke kosten’.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 februari 2020.
TOELICHTING
Algemeen
Met deze wijzigingen in de subsidieregeling veelbelovende zorg wordt beoogd dat het
aantal interventies dat voor subsidie in aanmerking komt toeneemt. Een voorbeeld daarvan
is kortdurende en langdurende fysiotherapie, zodat ook daarvoor onderzoek naar de
(kosten)effectiviteit kan plaatsvinden. Een ander voorbeeld is dat onderzoek naar
een off-label toepassing van een generiek geneesmiddel voor subsidie in aanmerking
komt, ook als de prevalentie van de aandoening hoger is dan 1: 150.000.
Daarnaast zijn er enkele ondergeschikte wijzigingen aangebracht zoals het opnemen
van een startdatum voor het onderzoeksproject en het doen van een jaarlijkse opgave
van de werkelijke kosten.
Artikelsgewijs
Onderdeel A
Aan de begripsbepalingen worden twee begrippen toegevoegd in verband met andere wijzigingen
in de regeling.
De definitie van bacteriofagen is de definitie die het RIVM hanteert.
De definitie van generiek geneesmiddel is de definitie zoals het CBG die hanteert.
Onderdeel B
De eerste wijziging van dit artikel maakt het mogelijk dat fysiotherapie en oefentherapie
voor subsidie in aanmerking kunnen komen, mits aan de andere voorwaarden van de regeling
wordt voldaan. De wijziging betreft zowel kortdurende als langdurende fysiotherapie
en oefentherapie. De reden voor deze verruiming is dat er weinig financieringsmogelijkheden
zijn voor het uitvoeren van (kosten-)effectiviteitsonderzoek naar fysiotherapie en oefentherapie op basis waarvan
een advies over opname in het basispakket kan worden gegeven.
Daarnaast wordt met deze wijziging mogelijk dat onderzoek naar en behandeling met
bacteriofagen voor subsidie in aanmerking komt, mits aan de andere voorwaarden van
de regeling wordt voldaan. Bacteriofagen zijn geen ATMP's noch geregistreerde geneesmiddelen.
Grootschalig onderzoek naar bacteriofagen komt tot dusverre niet in aanmerking voor
subsidie, ook niet op grond van andere subsidieregelingen. Onderzoek naar de (kosten-)
effectiviteit van bacteriofaagtherapie zou nuttig kunnen zijn, bijvoorbeeld voor de
behandeling van bacteriële infecties die niet meer behandeld kunnen worden met antibiotica.
In de oorspronkelijke regeling was geen mogelijkheid opgenomen om de zorgkosten van
de voortgezette behandeling van patiënten met een chronische aandoening te financieren
na afloop van hun deelname aan het onderzoek, ook niet als deze patiënten volgens
de behandelend arts baat bij voortzetting van de behandeling zouden hebben. Deze wijziging
van de regeling maakt dat alsnog mogelijk.
Onderdeel C
Met deze wijziging wordt een verruiming beoogd van het soort interventie dat voor
subsidie in aanmerking komt. Onderzoek naar off-label toepassing van generieke geneesmiddelen
komt niet vanzelf tot stand. Mits ook aan de andere criteria van de regeling is voldaan,
onder meer ten aanzien van kwaliteit en relevantie, kan dit type onderzoek voor subsidie
in aanmerking komen. Dit sluit aan bij de prioritering die het Zorginstituut aanbrengt
bij de beoordeling of off-label indicaties voldoen aan de stand van de wetenschap:
alleen bij generieke geneesmiddelen hanteert het Zorginstituut niet de norm dat de
prevalentie van de aandoening lager dan 1:150.000 moet liggen.
Onderdeel D
Met deze wijziging komt de eis van CE-markering voor medische technologie bij de indiening
van een aanvraag te vervallen. Voor alle type interventies die voor subsidie in aanmerking
komen, geldt dan dat de veiligheid moet zijn aangetoond met verifieerbare studiegegevens
van klinisch onderzoek.
Deze wijziging is gewenst in verband met de inwerkingtreding op 26 mei 2020 van de
Verordening (EU) 2017/745 van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2017 betreffende
medische hulpmiddelen, tot wijziging van Richtlijn 2001/83/EG, Verordening (EG) nr. 178/2002
en Verordening (EG) nr. 1223/2009, en tot intrekking van Richtlijnen 90/385/EEG en
93/42/EEG van de Raad. Tegelijkertijd wordt met deze wijziging een uniformering in
de werkwijze bereikt.
Omdat een CE-markering wel van belang is voor de toelating van de interventie tot
de markt, is het gewenst dat de CE-markering is verkregen op het moment dat de minister
heeft beslist over de toelating van de interventie tot het basispakket. Daarom zullen
subsidieontvangers herhaaldelijk op het belang van het tijdig aanvragen van een CE-markering
worden gewezen.
Onderdeel E
Doordat ook zorgkosten van de voortgezette behandeling voor patiënten met een chronische
aandoening na afloop van hun deelname aan het onderzoek voor subsidie in aanmerking
komen, zullen deze kosten geraamd moeten worden. Deze kosten kunnen dan in de subsidieverlening
worden meegenomen.
Onderdelen F en G
In de regeling was niet expliciet bepaald wanneer een project uiterlijk van start
moest gaan. Met het nieuwe onderdeel a in artikel 4.1 wordt nu geregeld dat het project
binnen zes maanden na de datum van de subsidieverlening moet starten, bijvoorbeeld
met de concrete voorbereiding voor het onderzoek. De termijn voor het verkrijgen van
de METC-goedkeuring verandert niet. De subsidieontvanger moet er nog steeds voor zorgen
dat deze binnen twaalf maanden na verlening van de subsidie is verkregen.
Het nieuwe onderdeel b in artikel 4.1 en de toevoeging aan artikel 6.1, eerste lid,
zijn opgenomen in verband met het uitvoeren van een Dienst van algemeen economisch
belang. De subsidieontvangers worden voor het aanbieden van de dienst gecompenseerd
op basis van werkelijke kosten. Deze werkelijke kosten vormen daarom ook de basis
voor de subsidievaststelling. In verband met lange looptijd van de onderzoeksprojecten
dienen de subsidieontvangers jaarlijks een opgave te doen bij het Zorginstituut van
de werkelijke kosten, voorzien van een bestuursverklaring. Deze opgave is tevens een
hulpmiddel voor de aanvraag tot subsidievaststelling na afloop van het onderzoeksproject.
De Minister voor Medische Zorg,
B.J. Bruins