TOELICHTING
1. Inleiding
Met deze wijziging van de Regeling zorgverzekering (Rzv) is:
-
– het geneesmiddel ipilimumab voor de toepassing in combinatie met nivolumab voor de
eerstelijns behandeling van gevorderd heldercellig niercelcarcinoom met intermediair/ongunstig
risicoprofiel bij volwassenen met een Karnofskyscore ≥70 (of vergelijkbare maat) per
1 april 2020 tijdelijk opgenomen in het basispakket van de zorgverzekering in verband
met het afsluiten van een financieel arrangement met de leverancier;
-
– het geneesmiddel givosiran (merknaam Givlaari) in de sluis geplaatst voor de behandeling
van acute hepatische porfyrie (AHP) bij volwassenen en adolescenten van 12 jaar en
ouder.
2. Sluis
Met het oog op het nemen van maatregelen die een beheerste instroom in het basispakket
mogelijk maken, is per 1 juli 2018 in artikel 2.4a van het Besluit zorgverzekering
(Bzv) de bevoegdheid om dure intramurale geneesmiddelen (tijdelijk) uit te sluiten
nadrukkelijk geregeld (Stb. 2018, 131). De toepassing van deze bevoegdheid wordt ‘de sluis’ genoemd. Zolang een geneesmiddel
in de sluis is geplaatst, is het uitgesloten van het basispakket en wordt het niet
vergoed uit hoofde van de zorgverzekering.
Een intramuraal geneesmiddel komt in aanmerking voor de sluis in de volgende twee
gevallen:
-
• het verwacht macrokostenbeslag van de verstrekking van het geneesmiddel voor de behandeling
van één nieuwe indicatie of van meerdere nieuwe indicaties samen bedraagt € 40 miljoen
of meer per jaar. Alle nieuwe indicaties worden in de sluis geplaatst. Op het moment
van plaatsing in de sluis bestaande indicaties worden uitgezonderd van de toepassing
van de sluis. Het geneesmiddel is voor bestaande indicaties derhalve niet uitgesloten
van het basispakket;
-
• de verwachte kosten van de verstrekking van het geneesmiddel voor de behandeling van
een nieuwe indicatie zijn € 50.000 of meer per jaar en het verwachte macrokostenbeslag
van die verstrekkingen bedraagt € 10 miljoen of meer per jaar. Ook deze nieuwe indicatie
wordt in de sluis geplaatst.
Onder een indicatie valt niet alleen een indicatie waarvoor het geneesmiddel is of
wordt geregistreerd, maar ook ‘off-label’ gebruik van het geneesmiddel dat is of wordt
geprotocolleerd of gestandaardiseerd door de beroepsgroep. Plaatsing in de sluis geschiedt
binnen een maand na registratie respectievelijk vaststelling van het protocol of de
standaard voor de nieuwe indicatie.
Terwijl het geneesmiddel in de sluis is geplaatst, kan eventuele opname in het basispakket
worden beoordeeld. Hierover kan Zorginstituut Nederland (hierna: Zorginstituut) advies
worden gevraagd. De sluis maakt het mogelijk maatregelen te treffen om de verstrekking
van het geneesmiddel op betaalbare wijze via het basispakket toegankelijk te maken
en te houden. Dit kunnen financiële maatregelen zijn, in het bijzonder het sluiten
van een financieel arrangement met de leverancier van het geneesmiddel, alsmede maatregelen
om gepast gebruik van het geneesmiddel te bevorderen en te borgen.
Als, voor zover van toepassing, het Zorginstituut advies heeft uitgebracht en er voldoende
maatregelen zijn getroffen voor gepast gebruik van het geneesmiddel en voor het afdekken
van financiële risico’s, kan besloten worden over opname van het geneesmiddel in het
basispakket.
De opname in het basispakket kan tijdelijk of onder voorwaarden geschieden. De tijdelijkheid
of de voorwaarden zijn dan afgeleid van de maatregelen die zijn geïnitieerd of getroffen
voor het realiseren van gepast gebruik van het geneesmiddel en voor het afdekken van
financiële risico’s. Wanneer de opname tijdelijk is, bijvoorbeeld gedurende de looptijd
van een financieel arrangement, dient rekening gehouden te worden met de mogelijkheid
dat het geneesmiddel daarna geen deel meer uitmaakt van het basispakket.
Ipilimumab
Sluisplaatsing
Per 28 december 2018 is het geneesmiddel ipilimumab in de sluis geplaatst voor zover
verstrekt in het kader van andere behandelingen dan de reeds in het basispakket opgenomen
toepassingen bij melanoom. Aanleiding voor dat besluit was de positieve opinie van
15 november 2018 van het CHMP over het gebruik van ipilimumab in combinatie met nivolumab
voor de eerstelijnsbehandeling van gevorderd niercelcarcinoom met intermediair/ongunstig
risicoprofiel bij volwassenen.
Met de uitsluiting van ipilimumab is voorkomen dat het geneesmiddel voor deze en eventuele
andere nieuwe indicaties automatisch het basispakket zou instromen. Dit is gedaan
op basis van de verwachting dat de totale kosten voor de inzet van ipilimumab bij
de behandeling van de nieuwe indicaties zouden kunnen stijgen tot meer dan € 40 miljoen
op jaarbasis. Daarom is ipilimumab uitgesloten van het basispakket voor alle nieuwe
indicaties.
Advies Zorginstituut en financieel arrangement
Op 29 mei 2019 heeft het Zorginstituut advies uitgebracht over ipilimumab in combinatie
met nivolumab voor de behandeling van nielcelcarcinoom. Volgens het Zorginstituut
voldoet ipilimumab in combinatie met nivolumab aan het in artikel 2.1, tweede lid,
van het Besluit zorgverzekering (Bzv) opgenomen criterium ‘stand van de wetenschap
en praktijk’ voor de eerstelijnsbehandeling bij patiënten met een gevorderd heldercellig
nielcelcarcinoom met een intermediair/ongunstig risicoprofiel bij volwassenen met
een Karnofskyscore ≥ 70 (of een vergelijkbare maat). Dit is een beperking ten opzichte
van de indicatie waarvoor het middel is geregistreerd, hetgeen overigens onverlet
laat de mogelijkheid dat, op basis van nieuwe gegevens, er een herbeoordeling door
het Zorginstituut kan plaatsvinden. Het Zorginstituut raamt de meerkosten van deze
combinatiebehandeling op € 25,9 miljoen in het derde jaar na opname (incl. toedieningskosten:
€ 27,5 miljoen). Hierbij is geen rekening gehouden met het vertrouwelijk financieel
arrangement voor nivolumab. Het verwachte kostenbeslag van ipilimumab als onderdeel
van de combinatiebehandeling raamt het Zorginstituut op € 15,8 miljoen (incl. toedieningskosten:
€ 16,1 miljoen). Het Zorginstituut heeft geadviseerd om te onderhandelen over de prijs
van ipilimumab alvorens te beslissen over pakketopname van de combinatiebehandeling.
De redenen hiervoor zijn onder andere de onzekerheid over de toegevoegde waarde op
langere termijn ten opzichte van de standaardbehandeling en de onduidelijkheid van
de toegevoegde waarde van de combinatietherapie ten opzichte van nivolumab als monotherapie.
In maart 2020 zijn de onderhandelingen met de leverancier van ipilimumab afgerond.
Op grond van die onderhandelingsresultaten zijn er voldoende waarborgen dat bij opname
van ipilimumab in het basispakket de uitgaven voor de inzet in combinatie met nivolumab
voor de eerstelijnsbehandeling van gevorderd heldercellig nielcelcarcinoom met een
intermediair/ongunstig risicoprofiel bij volwassenen met een Karnofskyscore ≥ 70 (of
een vergelijkbare maat) op een aanvaardbaar niveau blijven en deze inzet doelmatig
is, zodat opname in het basispakket maatschappelijk verantwoord is en het geneesmiddel
voor patiënten de komende jaren toegankelijk kan blijven. Het afgesloten financieel
arrangement gaat in met ingang van 1 april 2020 en loopt tot en met 31 december 2023.
Uitgaande van een correcte uitvoering van het financieel arrangement is met deze wijziging
van de Rzv geregeld dat het geneesmiddel ipilimumab voor genoemde eerstelijnsbehandeling
van de indicatie niercelcarcinoom in diezelfde periode van 1 april 2020 tot en met
31 december 2023 niet meer uitgesloten van het basispakket. Ipilimumab blijft uitgesloten
van het basispakket voor zover verstrekt in het kader van andere behandelingen dan:
-
a) van 1 april 2020 tot en met 31 december 2023 de toepassing in combinatie met nivolumab
voor de eerstelijnsbehandeling van gevorderd heldercellig nielcelcarcinoom met een
intermediair/ongunstig risicoprofiel bij volwassenen met een Karnofskyscore ≥ 70 (of
een vergelijkbare maat);
-
b) als monotherapie voor de behandeling van melanoom in een gevorderd stadium bij volwassenen
en adolescenten van twaalf jaar en ouder;
-
c) in combinatie met nivolumab voor de behandeling van melanoom in een gevorderd stadium
bij volwassenen.
Givosiran
Op 3 maart 2020 heeft de Europese Commissie een handelsvergunning afgegeven voor de
toelating tot de Europese markt van givosiran voor de behandeling van acute hepatische
porfyrie (AHP) bij volwassenen en adolescenten van 12 jaar en ouder.
Toepassing sluis
De verstrekking van het geneesmiddel givosiran komt in aanmerking voor plaatsing in
de sluis.
Dit is niet eerder aangekondigd in een brief aan de Tweede Kamer omdat op de Horizonscan
van het Zorginstituut staat dat het een extramuraal geneesmiddel is dat onder het
geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS) valt. Op basis van specifieke kenmerken van
dit geneesmiddel lijkt er echter sprake te zijn van een intramuraal geneesmiddel.
In die richting wijzen enkele randvoorwaarden die – althans in de eerste fase – aan
de behandeling met givosiran worden gesteld. Zo vindt de toediening van dit geneesmiddel
in beginsel in de intramurale setting plaats, onder meer omdat acute medisch-specialistische
zorg nodig kan zijn. Bovendien is er een beperkte groep medisch specialisten die kennis
heeft over de behandeling van acute hepatische porfyrie (AHP) vanwege de geringe omvang
van de patiëntpopulatie, zodat deze behandeling is geconcentreerd bij één expertisecentrum.
Blijkens de publicatie van de Horizonscan door Zorginstituut in december 2019 komen
er in de aankomende drie jaar naar verwachting 10-20 patiënten in aanmerking voor
deze nieuwe behandeling met givosiran. De beroepsgroep geeft aan dat het onzeker is
hoeveel patiënten daadwerkelijk zullen worden behandeld.
De prijs van het geneesmiddel in Nederland is op dit moment onbekend. In de Horizonscan
worden de kosten op basis van de Amerikaanse prijs geraamd op € 520.000 per patiënt
per jaar. De behandelkosten kunnen verdubbelen afhankelijk van het gewicht van de
patiënt. Behandeling met givosiran is langdurig. Rekening houdend met maximaal 20
patiënten in de komende drie jaar leidt dat tot een verwacht macro kostenbeslag van
ten minste € 10,4 miljoen per jaar.
Op basis van bovenstaande gegevens voldoet givosiran aan de criteria voor toepassing
van de sluis aangezien de verwachte kosten van de verstrekking van het geneesmiddel
voor de behandeling van een nieuwe indicatie € 50.000 of meer per jaar zijn en het
verwachte macrokostenbeslag van die verstrekkingen € 10 miljoen of meer per jaar bedraagt.
Consequentie van de toepassing van de sluis is dat de verstrekking van givosiran voor
de behandeling van acute hepatische porfyrie (AHP) bij volwassenen en adolescenten
van 12 jaar en ouder in de sluis wordt geplaatst.
Vervolg
De leverancier is reeds geïnformeerd over de toepassing van de sluis voor de behandeling
met givosiran. De volgende stap is advisering door het Zorginstituut over opname in
het basispakket. Ten behoeve van de advisering wordt de leverancier verzocht een dossier
in te dienen bij het Zorginstituut. In het advies kan het Zorginstituut ingaan op
het sluiten van een financieel arrangement of het bevorderen van gepast gebruik. Wanneer
het advies is uitgebracht en er – voor zover van toepassing – sprake is van succesvolle
onderhandelingen over een financieel arrangement en van waarborgen voor gepast gebruik,
kan besloten worden givosiran, voor de behandeling van acute hepatische porfyrie (AHP)
bij volwassenen en adolescenten van 12 jaar en ouder, alsnog in het basispakket op
te nemen.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge