Regeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 23 maart 2020, nr. IENW/BSK-2020/56692, tot wijziging van de Regeling tijdelijk verbod burgerluchtverkeer luchtruim Nederland in verband met het virus dat de ziekte COVID-19 veroorzaakt

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Gelet op artikel 21, van Verordening (EG) Nr. 1008/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 24 september 2008 inzake gemeenschappelijke regels voor de exploitatie van luchtdiensten in de Gemeenschap (PbEU 2008, L 293) en artikel 5.10, eerste lid, onderdeel a, van de Wet luchtvaart;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De Regeling tijdelijk verbod burgerluchtverkeer luchtruim Nederland in verband met het virus dat de ziekte COVID-19 veroorzaakt wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 2, tweede lid, wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel e door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • f. Oostenrijk.

B

Aan artikel 3 wordt na het tweede lid een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. In afwijking van het eerste lid geldt deze regeling met betrekking tot Oostenrijk vanaf maandag 23 maart 2020, vanaf het tijdstip waarop daarvan mededeling wordt gedaan door de verlener van luchtverkeersdiensten door middel van luchtvaartpublicaties zijnde Notice to Airmen en geldt deze tot maandag 6 april 2020, 21.00 uur, tenzij de minister voor dat tijdstip tot verlenging van de regeling heeft besloten.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 23 maart 2020 op het tijdstip waarop mededeling wordt gedaan door de verlener van luchtverkeersdiensten door middel van luchtvaartpublicaties zijnde Notice to Airmen.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en van de inhoud van deze regeling zal mededeling worden gedaan in de luchtvaartpublicaties.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

TOELICHTING

De onderhavige wijzigingsregeling ziet op de wijziging van de Regeling tijdelijk verbod burgerluchtverkeer luchtruim Nederland in verband met het virus dat de ziekte COVID-19 veroorzaakt.

De Regeling tijdelijk verbod burgerluchtverkeer luchtruim Nederland in verband met het virus dat de ziekte COVID-19 veroorzaakt, voorzag in eerste instantie voor het Europese deel van Nederland in een verbod op luchtverkeer met passagiers afkomstig uit de volgende hoog-risico landen: Italië, China, Iran en Zuid-Korea. Het tijdelijke verbod is op 21 maart 2020 uitgebreid naar luchtverkeer met passagiers afkomstig uit Spanje. Naar aanleiding van het advies van het RIVM heeft de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport de Minister van Infrastructuur en Waterstaat verzocht het tijdelijke verbod uit te breiden voor luchtverkeer met passagiers afkomstig uit Oostenrijk. Deze uitbreiding is noodzakelijk omdat ook dit land inmiddels is te kwalificeren als hoog-risico land. Het tijdelijke verbod voor luchtverkeer afkomstig uit Oostenrijk zal eveneens voor een periode van veertien dagen gelden, tot maandag 6 april 2020, 21.00 uur, tenzij de minister voor dat tijdstip tot verlenging van het verbod heeft besloten.

Onderhavige wijzigingen worden op grond van artikel 5.10, vierde lid, van de Wet luchtvaart bekendgemaakt door middel van een Notice to Airmen (NOTAM). Een NOTAM is een bericht aan luchtvarenden gedistribueerd via een communicatienetwerk voor luchtverkeersdiensten met inlichtingen over de instelling, toestand of verandering van enige luchtvaartfaciliteit, -dienstverlening, -procedure of -gevaar, waarvan het noodzakelijk is dat personen die betrokken zijn bij de vluchtvoorbereiding en -uitvoering daarvan tijdig kennis nemen.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

Naar boven