Provincie Noord-Brabant - verkeersbesluit - N629 - hoofdrijbaan N629 en fietsfiets/bromfietspaden tussen km 2,200 (kruising met de Provincialeweg en de Ter Horst), Noord-Brabant

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Overwegingen ten aanzien van het besluit

De provinciale weg N629 (gebiedsontsluitingsweg), tussen Oosterhout

(km 1,000) en Oosteind (km 2,300), wordt gereconstrueerd. Reden hiervoor is dat dagelijks problemen worden ervaren met bereikbaarheid, leefbaarheid en verkeersveiligheid op en langs de N629, tussen Oosterhout en Dongen.

De gemeenten Oosterhout en Dongen hebben samen met de provincie Noord-Brabant besloten de verkeers- en leefbaarheidsproblematiek op te lossen. Hiervoor moet onder andere het tracé van de N629, ter hoogte van de aansluitingen op Rijksweg A27, worden gewijzigd. In de planstudie is bepaald de N629, tussen km 1,000 en km 2,300, aanzienlijk moet worden uitgebouwd naar 2 x 2 rijstroken met onder meer een ongelijkvloerse oostelijke aansluiting op Rijksweg A27. Deze aansluiting wordt uitgevoerd als een zogenaamde kluifrotonde. Een kluifrotonde is in de gegeven situatie veiliger en zorgt voor een betere doorstroming. Verder wordt de kruising Ter Horst – Provincialeweg – N629 voorzien van verkeerslichten.

Dit verkeersbesluit heeft betrekking op de hoofdrijbaan van de N629, tussen km 1,000 en km 2,300 en de fiets/bromfietspaden tussen km 2,200 (kruising met de Provincialeweg en de Ter Horst) en km 2,300.

Met dit verkeersbesluit beogen wij de verkeersveiligheid, bereikbaarheid en doorstroming te waarborgen en de leefbaarheid te verhogen.

Vereiste van besluit

Op grond van artikel 15, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 moet een verkeersbesluit worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer

(BABW) genoemde verkeerstekens, alsmede voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd.

Motivering van het besluit

Op grond van artikel 21 van het BABW bevat de motivering van een verkeersbesluit welke doelstelling of doelstellingen met het verkeersbesluit worden beoogd. Daarbij wordt aangegeven welke van de in artikel 2, eerste en tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994 genoemde belangen ten grondslag liggen aan het verkeersbesluit. Indien tevens andere dan voornoemde belangen in het geding zijn, wordt voorts aangegeven op welke wijze de belangen tegen elkaar zijn afgewogen.

Aan dit verkeersbesluit liggen de volgende belangen ten grondslag:

• het verzekeren van de veiligheid op de weg;

• het beschermen van weggebruikers en passagiers;

• het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

• het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer;

Op de N629 wordt op twee locaties een adviessnelheid aangegeven. De adviessnelheid van 60 km per uur geldt in beide richtingen voor het gedeelte tussen ongeveer km 1,350 en km 1,930 (ter hoogte van de kluifrotonde). De adviessnelheid van 50 km per uur geldt in beide richtingen voor de bocht ter hoogte van km 2,300. De borden model A4 (Adviessnelheid) van bijlage 1 van het RVV 1990, passen bij de weginrichting van de betreffende wegvakken en komt de verkeersveiligheid ten goede.

Op het betreffende gedeelte van de N629, inclusief de kluifrotonde en de toe- en afritten daarvan, wordt de voorrang geregeld door plaatsing van borden model B1 (Voorrangsweg) en B6 (Verleen voorrang aan bestuurders op de kruisende weg) van bijlage 1 van het RVV 1990 en het aanbrengen van haaientanden. De kluifrotonde wordt voorzien van borden model D1 (Rotonde; verplichte rijrichting) van bijlage 1 van het RVV 1990. Om spookrijden via de afritten naar de kluifrotonde te voorkomen en om het oneigenlijk gebruik van het fiets/bromfietspad ten oosten van de N629, tussen km 2,200 en km 2,300 te voorkomen, worden borden model C2 (Eenrichtingsweg, in deze richting gesloten voor voertuigen, ruiters en geleiders van rij- trekdieren of vee) van bijlage 1 van het RVV 1990 geplaatst.

Om de weggebruikers te attenderen op de aanwezigheid van middengeleiders en middenbermen en de wijze waarop men deze moet passeren, worden deze voorzien van borden model D2 (Gebod voor alle bestuurders het bord voorbij te gaan aan de zijde die de pijl aangeeft) van bijlage 1 van het RVV 1990.

De fiets/bromfietspaden tussen km 2,200 (kruising met de Provincialeweg en de Ter Horst) en km 2,300 worden als zodanig aangeduid door borden G12a (Fiets/bromfietspad) van bijlage 1 van het RVV 1990. Bij de oversteek van de N629 worden tevens borden B6 (Verleen voorrang aan bestuurders op de kruisende weg) en haaientanden geplaatst.  

Overleg politie

Overeenkomstig artikel 24 van het BABW is overleg gepleegd met de korpschef van de politie eenheid Zeeland - West - Brabant. In het rapport van 16 maart 2020, kenmerk PL2000-2020067644, heeft de politie aangegeven akkoord te zijn met het te nemen verkeersbesluit.

Ter verzekering van de aan het verkeersbesluit ten grondslag liggende belangen is het noodzakelijk de hierna, onder ‘besluiten’, genoemde verkeerstekens te verwijderen dan wel te plaatsen.

Besluiten

• 1. Op provinciale weg N629, tussen Oosterhout (km 1,000) en Oosteind (km 2,300), alle met een verkeersbesluit geplaatste verkeerstekens te verwijderen;   

• 2. Op de hoofdrijbaan van de provinciale weg N629, tussen Oosterhout (km 1,000) en Oosteind (km 2,300), de volgende verkeerstekens van bijlage 1 van het RVV 1990 te plaatsen: 

  • Borden model A4 (Adviessnelheid);

  • Borden model B1 (Voorrangsweg);

  • Borden model B6 (Verleen voorrang aan bestuurders op de kruisende weg);

  • Haaientanden (artikel 80 RVV 1990);

  • Borden model C2 (Eenrichtingsweg, in deze richting gesloten voor voertuigen, ruiters en geleiders van rij- trekdieren of vee);

  • Borden model D1 (Rotonde; verplichte rijrichting);

  • Borden model D2 (Gebod voor alle bestuurders het bord voorbij te gaan aan de zijde die de pijl aangeeft);

• 3. Op de fiets/bromfietspaden van de provinciale weg N629, tussen de kruising met de Provincialeweg en de Ter Horst (km 2,200) en Oosteind (km 2,300), de volgende verkeerstekens van bijlage 1 van het RVV 1990 te plaatsen:

  • Borden G12a (Fiets/bromfietspad);

  • Haaientanden (artikel 80 RVV 1990).

De te plaatsen verkeerstekens zijn weergegeven op de bij dit besluit behorende tekeningen van 08-01-2020, blad 1 tot en met blad 3, met registratienummer 008567-TEK-21024-21026.

’s-Hertogenbosch, 17 maart 2020.

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

namens deze,

H.W.J. Swaans,

programmamanager Multimodale Bereikbaarheid

Bezwaar

Bezwaren tegen dit besluit kunnen binnen zes weken na de bekendmaking van dit besluit worden ingediend bij:

Het college van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Secretariaat van de hoor- en adviescommissie

Postbus 90151

5200 MC te ‘S‑HERTOGENBOSCH

Wij vragen u om op de linkerbovenhoek van de envelop het woord "bezwaarschrift" te vermelden.

Het bezwaarschrift moet zijn voorzien van een handtekening, naam en adres van de indiener, de dagtekening en ons kenmerk van het besluit. Ook dient u een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar gericht is en de gronden van het bezwaar hierin op te nemen.

Daarnaast vragen wij u vriendelijk om een kopie van dit besluit bij te voegen. Kunt u ons ook uw telefoonnummer geven? De provincie kan dan, mocht dit nodig zijn, u bellen om samen de beste aanpak van behandeling van uw bezwaarschrift te bespreken.

Meer informatie over de behandeling van bezwaarschriften vindt u op www.brabant.nl/bezwaar.

U kunt het secretariaat van de Hoor- en adviescommissie bereiken via telefoonnummer (073) 680 83 04, faxnummer (073) 680 76 80 en e mailadres bezwaar@brabant.nl.

Voorlopige voorziening

Bovenstaand besluit treedt in werking, ook al wordt een bezwaarschrift ingediend. Het is daarom mogelijk om gelijktijdig met of na het indienen van een bezwaarschrift een zogenaamde “voorlopige voorziening” te vragen bij: de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Oost-Brabant, sector Bestuursrecht, Postbus 70584, 5201 CZ 's‑Hertogenbosch.

Een voorlopige voorziening is in feite het nemen van een tijdelijke maatregel, bijvoorbeeld het schorsen van het besluit gedurende de tijd die nodig is om de bezwaren te behandelen en daarop een besluit te nemen. Voorwaarde om zo’n voorlopige voorziening te vragen is, dat er sprake is van spoedeisend belang.

Voor het vragen van een voorlopige voorziening is griffierecht verschuldigd. 

Afschriften

Een afschrift van dit besluit is verzonden aan:

- *

- *

- *

Hier vermelden aan wie afschriften van het verkeersbesluit zijn verzonden, zoals degenen waarmee overleg is gepleegd en belanghebbenden die bekend zijn. In ieder geval dienen afschriften te worden verzonden naar:

• bibliotheek provinciehuis (exemplaar voor inzage);

• DIV provinciehuis (archiefexemplaar);

• de gemeente waarbinnen de provinciale weg ligt waarvoor het verkeersbesluit geldt,

• busdiensten en

• de afdeling TET van de Dienst voor het Wegverkeer, en

• de van toepassing zijnde gemeenschappelijke meldkamer (met verzoek binnen de politie-organisatie zo nodig verder te verspreiden naar de plaatselijke politieteams):

Gemeenschappelijke meldcentrum Brabant Noord

Postbus 758

5201 AT te Den Bosch

Gemeenschappelijke meldkamer Brabant Midden en West Brabant

Postbus 8040

5004 GA te Tilburg

Regionaal coördinatie en informatiecentrum Brabant Zuid-Oost

Postbus 528

5600 AM te Eindhoven