Verordening tot wijziging van de Bevoegdhedenverordening Registerloodsen 1995

De ledenvergadering van de Nederlandse loodsencorporatie;

Gelet op de artikelen 4, eerste lid, 15 en 16 van de Loodsenwet;

Besluit:

ARTIKEL I

De Bevoegdhedenverordening registerloodsen 1995 wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 2 komt te luiden als volgt:

Artikel 2

  • 1. Tot het regionale loodsstation Delfzijl behoren de scheepvaartwegen, genoemd in de bijlage bij de Scheepvaartverkeerswet (Stb. 1988, 352), onder punt I, nummer 1.

  • 2. Tot het regionale loodsstation Harlingen behoren de scheepvaartwegen, genoemd in de bijlage bij de Scheepvaartverkeerswet, onder punt I, de nummers 2, – althans de Vlierede, en 3 – althans de trajecten tussen Vlierede, Terschelling, Vlieland, Harlingen, Kornwerderzand, en de trajecten tussen die gebieden of plaatsen en Den Oever, Oude Schild en de Rede van Texel.

  • 3. Tot het regionale loodsstation Den Helder behoren de scheepvaartwegen, genoemd in de bijlage bij de Scheepvaartverkeerswet, onder punt I, de nummers 2, – althans de Rede van Texel en 3, – althans de trajecten tussen de Rede van Texel, Oude Schild, en Den Oever, en de trajecten tussen die gebieden of plaatsen en Kornwerderzand en Harlingen en de Vlierede, alsmede de trajecten van en naar de loodskruispost IJmuiden, Maasmond en Stortemelk.

  • 4. Tot het regionale loodsstation IJmuiden/Amsterdam behoren de scheepvaartwegen, genoemd in de bijlage bij de Scheepvaartverkeerswet, onder punt II, alsmede de trajecten tussen de scheepvaartwegen, genoemd in de bijlage bij de Scheepvaartverkeerswet, onder punt II.1, en de loodskruisposten Maasmond en Steenbank, de rede van Den Helder.

  • 5. Tot het regionale loodsenstation Rijnmond behoren de volgende gebieden:

    Gebied I: Van de scheepvaartwegen genoemd in de bijlage bij de Scheepvaartverkeerswet, onder punt III: de Nieuwe Maas boven de Erasmusbrug tot kilometerraai 991,7, de Hollandsche IJssel tot aan de stuw bij Krimpen aan de IJssel, de Koningshaven, de Oude Maas tussen de Dordtse Spoorbrug en de Spijkenisserbrug, de Dordtse Kil, de Krabbegeul, het Mallegat, het Hollands Diep met inbegrip van het Zuid Hollands Diep bewesten de Moerdijkbruggen tot aan Noordschans met inbegrip van alle havens en sluizen gelegen aan of in voornoemde scheepvaartwegen.

    Gebied II: Van de scheepvaartwegen genoemd in de bijlage bij de Scheepvaartverkeerswet, onder punt III: de territoriale zee alsmede de trajecten van deze scheepvaartweg naar en van de loodskruisposten Steenbank, Wandelaar en IJmuiden, de Maasgeul en de Eurogeul, de Maasmond, de Nieuwe Waterweg tot kilometerraai 1028, het Breeddiep, het Beerkanaal, het Yangtzekanaal, het Calandkanaal en het Hartelkanaal met inbegrip van alle havens en sluizen gelegen aan of in voornoemde scheepvaartwegen.

    Gebied III: Van de scheepvaartwegen genoemd in de bijlage bij de Scheepvaartverkeerswet, onder punt III: de territoriale zee alsmede de trajecten van deze scheepvaartweg naar en van de loodskruisposten Steenbank, Wandelaar en IJmuiden; de Maasmond, de Maasgeul, de Nieuwe Waterweg, de Nieuwe Maas beneden de Erasmusbrug, de Oude Maas beneden de Spijkenisserbrug met inbegrip van alle havens en sluizen gelegen aan of in voornoemde scheepvaartwegen.

    Gebied IV: De Nieuwe Maas boven kilometerraai 991,7, de Oude Maas bovenstrooms de Dordtse Spoorbrug, de Noord, de Rietbaan, het Spui, de Beningen, de Beneden Merwede tot aan Hardinxveld-Giessendam, het Wantij, het Hollands Diep bewesten Noordschans, het Haringvliet, het Vuile Gat, de Krammer benoorden de Krammersluizen, het Zuid-Vlije, het Volkerak, het Slijkgat, het Schelde-Rijnkanaal aan de noordzijde begrensd door het Volkerak en aan de zuidzijde begrensd door de Kreekraksluizen met inbegrip van alle havens en sluizen gelegen aan voornoemde scheepvaartwegen.

    Gebied Va: De aanloop en de haven van Scheveningen.

    Gebied Vb: De passage van de Calandbrug.

  • 6. Tot het regionale loodsstation Scheldemonden behoren de volgende gebieden:

    Gebied VI: De scheepvaartwegen van de reguliere loodskruisposten Wandelaar en Steenbank naar Vlissingen rede, met inbegrip van de rede van Oostende en de rede van Zeebrugge, en de loodskruisposten Maasmond en IJmuiden.

    Gebied VII: De Westerschelde ten westen van de meridiaan over de lichtopstand van Margarethapolder, met inbegrip van Vlissingen rede en de met de Westerschelde in open verbinding staande havens en voorhavens.

    Gebied VIII: De Westerschelde ten oosten van de meridiaan over de lichtopstand van Margarethapolder, en de Beneden Zeeschelde met inbegrip van Antwerpen rede en de hiermee in open verbinding staande havens en voorhavens.

    Gebied IX: Het Kanaal van Gent naar Terneuzen en alle hieraan gelegen havens en ligplaatsen.

    Gebied X: De Oosterschelde, het Veerse meer, het Kanaal door Zuid-Beveland, de Zuid Vlije, het Noord Volkerak, het Kanaal door Walcheren vanaf Veere tot de ingang van het Arnekanaal, de Schelde-Rijn-Verbinding en de scheepvaartwegen van de reguliere loodskruispost Steenbank tot de Roompotsluis, met inbegrip van alle met de voorgaande scheepvaartwegen in open verbinding staande havens en voorhavens.

    Gebied XI: De binnenhavens van Vlissingen.

    Gebied XII: Het Kanaal door Walcheren van Vlissingen tot 100 m noord van de ingang van het Arnekanaal.

  • 7. De scheepvaartwegen, aangewezen krachtens artikel 11, eerste lid, onderdeel b, van de Scheepvaartverkeerswet, behoren tot het regionale loodsstation, waaraan zij door de algemene raad zijn toebedeeld. De aanloop van Scheveningen en de haven van Scheveningen behoren tot het regionale Ioodsstation Rijnmond. Het Schelde-Rijnkanaal, aan de noordzijde begrensd door het Volkerak en aan de zuidzijde begrensd door de Kreekraksluizen behoort zowel tot het regionale loodsstation Rijnmond als tot het regionale loodsstation Scheldemonden.

B

Artikel 3 wordt gewijzigd als volgt:

1. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. Het admittage-gebied van de registerloods omvat het gebied waarvoor hij als student van de opleiding bedoeld in artikel 2.1 van het Besluit opleidingen en bevoegdheden nautische beroepsbeoefenaren met goed gevolg het examen heeft afgelegd, en waarvoor hij als registerloods in het openbare loodsenregister is ingeschreven.

2. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. In aanvulling op het tweede lid wordt het admittage-gebied uitgebreid met het gebied waarvoor de registerloods een aanvullende opleiding heeft gevolgd en met goed gevolg het examen heeft afgelegd.

C

Artikel 4 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het tweede lid wordt de zinsnede ‘Voor de in de artikelen 5 tot en met 11 genoemde specialisaties is de registerloods eerst bevoegd ‘ vervangen door: Indien van toepassing is de registerloods voor de in de artikelen 5 tot en met 11 genoemde specialisaties eerst bevoegd.

2. Het derde lid komt te luiden:

3. De registerloods, die een aanvullende opleiding als bedoeld in artikel 3, derde lid, of een aanvullende opleiding of training als bedoeld in het vorige lid wenst te volgen, behoeft hiervoor de goedkeuring van het bestuur van de desbetreffende regionale loodsencorporatie.

D

Na artikel 4 worden de nieuwe artikelen 4a, 4b, 4c en 4d ingevoegd, die luiden als volgt:

Artikel 4a

  • 1. Het bestuur van de betreffende regionale loodsencorporatie stelt regels waarin zij besluit:

    • a. voor de toelating tot of het behouden van een specialisatie, of voor de toelating tot een hogere bevoegdheid bedoeld in artikel 4, tweede lid, of het een aanvullende opleiding, ervaring, training of vaardigheid betreft;

    • b. voor het op peil houden van de ervaring of vaardigheid van de registerloods ten aanzien van een bevoegdheid of specialisatie, of het een aanvullende opleiding of training betreft; of

    • c. voor de toelating tot een aanvullende opleiding of training, bedoeld onder a of b, welke vooropleiding, vaardigheid of ervaring vereist is.

  • 2. Indien het bestuur van de betreffende regionale loodsencorporatie besluit dat het een aanvullende opleiding betreft, dient de registerloods een daarbij behorend en door het betreffende bestuur vastgesteld examen, met goed gevolg te hebben afgelegd.

Artikel 4b

Het bestuur van de betreffende regionale loodsencorporatie draagt zorg voor een aanvullende opleiding bedoeld in artikel 3, derde lid, of een aanvullende opleiding of training bedoeld in artikel 4, tweede lid, waarbij ten minste wordt voorzien in:

  • a. indien het een opleiding betreft:

    • i. een lesprogramma voor de desbetreffende opleiding;

    • ii. de faciliteiten om in een opleiding te voorzien;

    • iii. de borging van de rechtspositie van een registerloods tijdens de opleiding;

    • iv. een onafhankelijk en deskundig functionerende examencommissie;

    • v. het vaststellen van een examen met bijbehorende toetsbeschrijving; en

    • vi. het afgeven van een verklaring waaruit blijkt dat een examen met goed gevolg is afgelegd;

of

  • b. indien het een training betreft:

    • i. een trainingsprogramma en de faciliteiten om in een training te voorzien; en

    • ii. het afgeven van een verklaring waaruit blijkt dat een training is gevolgd.

Artikel 4c

  • 1. In een lesprogramma als bedoeld in artikel 4b, onder a, onderdeel i, is in ieder geval het volgende vastgelegd:

    • a. algemene informatie van de desbetreffende opleiding;

    • b. het doel van de opleiding;

    • c. de organisatorische inbedding;

    • d. de opzet van de opleiding;

    • e. de inhoudsgebieden;

    • f. examenrooster; en

    • g. lesrooster.

  • 2. In een trainingsprogramma als bedoeld in artikel 4b, onder b, is in ieder geval het volgende vastgelegd:

    • a. algemene informatie van de desbetreffende training;

    • b. het doel van de training;

    • c. de organisatorische inbedding;

    • d. de opzet van de training; en

    • e. het trainingsrooster.

Artikel 4d

  • 1. De examencommissie genoemd in artikel 4b, onder a, onderdeel iv, bestaat uit ten minste zes en ten hoogste negen leden, waaronder een voorzitter, een toetsdeskundige, een of meerdere werkveldvertegenwoordigers en een registerloods van elke regionale loodsencorporatie, niet zijnde een bestuurslid, tenzij bijzondere omstandigheden zich daar tegen verzetten.

  • 2. De examencommissie, bedoeld in het eerste lid, heeft in ieder geval de volgende taken:

    • a. het op objectieve en deskundige wijze borgen van de kwaliteit van de door het bestuur van de betreffende regionale loodsencorporatie vast te stellen examens en bijbehorende toetsbeschrijvingen van de opleidingen bedoeld in de artikelen 3, derde lid, of 4b, onder a, onderdeel v;

    • b. het op objectieve en deskundige wijze borgen van de kwaliteit van de organisatie en de procedures omtrent de examens van de aanvullende opleidingen, bedoeld in artikel 3, derde lid, of artikel 4b;

    • c. het benoemen van de door het bestuur van de betreffende regionale loodsencorporatie voorgedragen kandidaten tot examinatoren; en

    • d. het uitbrengen van een verslag van haar activiteiten omtrent het toezicht op de opleidingen bedoeld in artikel 3, derde lid, of artikel 4b en de daaruit voortvloeiende bevindingen aan het bestuur van de regionale loodsencorporatie.

  • 3. De algemene raad kan, indien het bestuur van de regionale loodsencorporatie geen regels stelt als bedoeld in artikel 4a of geen uitvoering geeft aan haar zorgplicht als bedoeld in artikel 4b, hier zelf in voorzien.

E

Artikel 5 komt te luiden als volgt:

Artikel 5

De registerloods die in het register is ingeschreven voor de scheepvaartwegen die behoren tot het regionale loodsstation Delfzijl is op die scheepvaartwegen bevoegd:

  • a. vanaf het moment van inschrijving in het register, voor schepen met een lengte over alles tot 100 m, of met een diepgang tot 70 dm, of met een breedte tot 50 m;

  • b. vanaf 12 maanden na inschrijving in het register, voor schepen met een lengte over alles tot 125 m, of met een diepgang tot 80 dm, of met een breedte tot 50 m;

  • c. vanaf 24 maanden na inschrijving in het register, voor schepen met een lengte over alles tot 150 m of met een diepgang tot 90 dm;

  • d. Vanaf 48 maanden na inschrijving in het register, voor schepen met een lengte over alles tot 180 m, of met een diepgang tot 100 dm;

  • e. vanaf 60 maanden na inschrijving in het register, voor schepen met een lengte over alles tot 250 m, of met een diepgang tot 110 dm;

  • f. vanaf 72 maanden na inschrijving in het register voor alle schepen.

F

Artikel 6 komt te luiden als volgt:

Artikel 6

De registerloods die in het register is ingeschreven voor de scheepvaartwegen die behoren tot het regionale loodsstation Harlingen is op die scheepvaartwegen bevoegd:

  • a. vanaf het moment van inschrijving in het register, voor schepen met een lengte over alles tot 100 m, of met een diepgang tot 55 dm of met een breedte tot 25 m;

  • b. vanaf 12 maanden na inschrijving in het register, voor schepen met een lengte over alles tot 115 m, of met een diepgang tot 65 dm of met een breedte tot 25 m;

  • c. vanaf 24 maanden na inschrijving in het register, voor schepen met een lengte over alles tot 130 m, of een diepgang van 70 dm;

  • d. vanaf 36 maanden na inschrijving in het register voor alle schepen.

G

Artikel 9 komt te luiden als volgt:

Artikel 9

  • 1. De bevoegdheden van de registerloods die in het register is ingeschreven voor de scheepvaartwegen die behoren tot één of meer gebieden van het regionale loodsstation Rijnmond wordt onderscheiden in de volgende bevoegdheidscategorieën:

    • a. Algemeen loods (gebied I, II en III);

    • b. Europoort loods (gebied II);

    • c. Stad loods (gebied III);

    • d. Dordrecht loods (gebied I en IV);

    • e. Scheveningen loods (gebied Va);

    • f. Calandbrug loods (gebied Vb).

  • 2. Voor de bevoegdheidscategorieën als genoemd in het eerste lid gelden de volgende maximale bevoegdheden:

    • a. Algemeen loods

      • i. in gebied l: voor schepen met een lengte over alles tot 135 m of met een diepgang tot 70 dm; met uitzondering van de Nieuwe Maas tussen de Erasmusbrug en kilometerraai 991,7 en de Hollandse IJssel tot aan de stuw te Krimpen aan de IJssel waar een lengte over alles tot 100 m geldt of een diepgang tot 60 dm;

      • ii. in gebied II: voor schepen met een lengte over alles tot 300 m of met een diepgang tot 143 dm, met uitzondering van gebied Vb waar een lengte over alles van 150 m geldt; en

      • iii. in gebied III: voor schepen met een lengte over alles tot 200 m of met een diepgang tot 110 dm voor de Nieuwe Waterweg bovenstrooms kilometerraai 1028, de Nieuwe Maas tot aan de Erasmusbrug en de Oude Maas beneden de Spijkenisserbrug met inbegrip van alle havens en sluizen gelegen aan voornoemde vaarwegen;

    • b. Europoort loods in gebied II voor alle schepen, met uitzondering van gebied Vb waar een lengte over alles van 150 m geldt;

    • c. Stad loods in gebied III voor alle schepen;

    • d. Dordrecht loods in gebied I en gebied IV voor alle schepen;

    • e. Scheveningen loods in gebied Va voor alle schepen;

    • f. Calandbrug loods in gebied Vb voor alle schepen.

  • 3. Onverminderd het bepaalde in het tweede lid is de registerloods die in het register is ingeschreven voor de scheepvaartwegen die behoren tot één of meer gebieden van het regionale loodsstation Rijnmond, op de scheepvaartwegen die behoren tot de bevoegdheidscategorie Algemeen loods, bevoegd:

    • a. vanaf het moment van inschrijving in het register, voor schepen met een lengte over alles tot 100 m;

    • b. vanaf 12 maanden na inschrijving in het register, voor schepen met een lengte over alles tot 125 m;

    • c. vanaf 24 maanden na inschrijving in het register, voor schepen met een lengte over alles tot 150 m;

    • d. vanaf 36 maanden na inschrijving in het register, voor schepen met een lengte over alles tot 175 m;

    • e. vanaf 48 maanden na inschrijving in het register, voor schepen met een lengte over alles tot 200 m;

    • f. vanaf 60 maanden na inschrijving in het register voor schepen met een lengte over alles tot 250 m;

    • g. vanaf 24 maanden na inschrijving in het register met bevoegdheid volgens artikel 9 lid 3 onderdeel f, voor schepen met een lengte over alles tot 275 m;

    • h. vanaf 36 maanden na inschrijving in het register met bevoegdheid volgens artikel 9 lid 3 onderdeel f, voor schepen met een lengte over alles tot 300 m.

  • 4. De plaatsing in de specialisaties Europoort, Stad, Dordrecht, Scheveningen of Calandbrug loods alsmede de plaatsing in de specialisatie ‘loodsen op afstand vanaf de wal’ vindt plaats door het bestuur van de regionale loodsencorporatie Rotterdam-Rijnmond, met inachtneming van:

    • a. het doorlopend kunnen uitvoeren van de dienstverlening bedoeld in de artikelen 1 en 2 van de Dienstverleningsverordening registerloodsen;

    • b. de persoonlijke voorkeur van de registerloods; en

    • c. mogelijke combinaties van bevoegdheden, zoals deze door het bestuur van de regionale loodsencorporatie Rotterdam-Rijnmond worden vastgesteld.

  • 5. De registerloods die ten minste 12 maanden over de bevoegdheid, genoemd in onderdeel h van het derde lid beschikt, kan door het bestuur van de regionale loodsencorporatie Rotterdam-Rijnmond in de specialisatie Europoort loods worden geplaatst. Alsdan is de registerloods op de tot deze bevoegdheidscategorie behorende scheepvaartwegen bevoegd:

    • a. vanaf die plaatsing, voor schepen met een lengte over alles tot 325 m;

    • b. vanaf 12 maanden na die plaatsing, voor schepen met een lengte over alles tot 350 m;

    • c. vanaf 24 maanden na die plaatsing, voor schepen met een lengte over alles tot 375 m;

    • d. vanaf 36 maanden na die plaatsing, voor schepen met een lengte over alles tot 405 m;

    • e. vanaf 48 maanden na die plaatsing voor alle schepen.

  • 6. De registerloods die ten minste 12 maanden over de bevoegdheid, genoemd in het derde lid, onderdeel e, beschikt kan door het bestuur van de regionale loodsencorporatie Rotterdam-Rijnmond in de specialisatie Stad loods worden geplaatst. Alsdan is de registerloods op de tot deze bevoegdheidscategorie behorende scheepvaartwegen bevoegd:

    • a. vanaf die plaatsing, voor schepen met een lengte over alles tot 225 m;

    • b. vanaf 12 maanden na die plaatsing, voor schepen met een lengte over alles tot 250 m;

    • c. vanaf 24 maanden na die plaatsing, voor schepen met een lengte over alles tot 275 m;

    • d. vanaf 36 maanden na die plaatsing, voor schepen met een lengte over alles tot 300 m;

    • e. vanaf 48 maanden na die plaatsing voor alle schepen.

  • 7. De registerloods die ten minste 12 maanden over de bevoegdheid, genoemd in het derde lid, onderdeel b, beschikt kan door het bestuur van de regionale loodsencorporatie Rotterdam-Rijnmond in de specialisatie Dordrecht loods worden geplaatst. Alsdan is de registerloods op de tot deze bevoegdheidscategorie behorende scheepvaartwegen bevoegd:

    • a. vanaf die plaatsing, voor schepen met een lengte over alles tot 150 m;

    • b. vanaf 12 maanden na die plaatsing, voor schepen met een lengte over alles tot 175 m;

    • c. vanaf 24 maanden na die plaatsing voor schepen voor alle schepen.

  • 8. De registerloods die ten minste 12 maanden over de bevoegdheid, genoemd in het derde lid, onderdeel e, beschikt kan door het bestuur van de regionale loodsencorporatie Rotterdam-Rijnmond in de specialisatie Scheveningen loods worden geplaatst. Alsdan is de registerloods op de tot deze bevoegdheidscategorie behorende scheepvaartwegen bevoegd voor alle schepen.

  • 9. De registerloods die ten minste 12 maanden over de bevoegdheid, genoemd in het derde lid onderdeel f, van beschikt kan door het bestuur van de regionale loodsencorporatie Rotterdam-Rijnmond in de specialisatie Calandbrug loods worden geplaatst. Alsdan is de registerloods op de tot deze bevoegdheidscategorie behorende scheepvaartwegen (passage Calandbrug) bevoegd:

    • a. vanaf die plaatsing, voor schepen met een lengte over alles tot 200 m en maximale breedte van 33 m;

    • b. vanaf 12 maanden na die plaatsing, voor schepen met een lengte over alles tot 225 m en maximale breedte 33 m;

    • c. vanaf 24 maanden na die plaatsing voor alle schepen.

  • 10. Voor de registerloods is het loodsen van de schepen met een diepgang van 143 dm of meer voor de gebieden II en III een specialisatie.

H

Artikel 10, vierde lid, komt te luiden als volgt:

  • 4. Voor de registerloods die in het register is ingeschreven voor het regionale loodsstation Scheldemonden voor de gebieden VII, VIII of IX, zijn specialisaties:

    • a. op de scheepvaartwegen die behoren tot de Buitenhaven Vlissingen, schepen met een lengte over alles van 210 m of meer of een diepgang van 100 dm of meer;

    • b. op de scheepvaartwegen die behoren tot het havengebied Vlissingen-Oost met inbegrip van de Totalsteiger Borssele, schepen met een lengte over alles van 235 m of meer of een diepgang van 125 dm of meer;

    • c. op de scheepvaartwegen die behoren tot de Everingen, schepen met een lengte over alles van 300 m of meer of een diepgang van 125 dm of meer;

    • d. op de scheepvaartwegen die behoren tot:

      • de Braakmanhaven;

      • de Westbuitenhaven Terneuzen; of

      • het Kanaal van Gent naar Terneuzen;

      schepen met een lengte over alles van 225 m of meer of een diepgang van 115 dm of meer, alsmede zogenoemde ‘autoschepen’ met een lengte over alles van 160 m of meer waaraan voor de vaart door de bevoegde autoriteit bijzondere eisen zijn gesteld;

    • e. op de scheepvaartwegen die behoren tot de Put van Terneuzen, schepen met een lengte over alles van 260 m of meer of een diepgang van 125 dm of meer;

    • f. op de scheepvaartwegen die behoren tot de Schelde te Antwerpen schepen met een lengte over alles van 260 m tot 300 m of een diepgang van 125 dm of meer;

    • g. op de scheepvaartwegen die behoren tot de Schelde te Antwerpen schepen met een lengte over alles van 300 m of meer of een diepgang van 140 dm of meer, nadat de registerloods daaraan voorafgaand ten minste 12 maanden geplaatst is geweest in de specialisatie, bedoeld in onderdeel f.

I

Artikel 11 komt te luiden:

Artikel 11

Voor de registerloods zijn eveneens specialisaties:

  • a. het loodsen van schepen op de scheepvaartwegen bedoeld in artikel 2, zevende lid, voor zover het loodsen van deze schepen niet reeds als specialisatie zijn genoemd in de artikelen 7 tot en met 10; of

  • b. het loodsen op afstand vanaf de wal.

J

Artikel 12 komt te vervallen.

K

Artikel 13, tweede lid, komt te luiden:

2. Het eerste lid blijft buiten toepassing ten aanzien van de artikelen 8, tweede lid, 9, achtste lid en 10, vierde lid.

L

Artikel 14 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het tweede lid wordt in de eerste volzin ‘als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van het Loodsenregisterbesluit (Stb. 1988, 394)’ vervangen door: als bedoeld in artikel 1, onderdeel b en c, van de Loodsenregisterverordening.

2. In het derde lid wordt in de eerste volzin ‘artikel 3, tweede lid, onderdelen b en c’ vervangen door artikel 3, derde lid.

M

Artikel 15 komt te luiden:

Artikel 15

  • 1. In afwijking van artikel 3, tweede lid, is het admittage-gebied voor de registerloods die voor de inwerkingtreding van het Besluit opleidingen en bevoegdheden nautische beroepsbeoefenaren het gebied waarvoor de betreffende registerloods in de opleiding tot registerloods met goed gevolg het examen van de opleiding tot registerloods heeft afgelegd en waarvoor hij als registerloods in het openbare loodsenregister is ingeschreven.

  • 2. De besturen van de regionale loodsencorporaties Rotterdam-Rijnmond, Noord of Scheldemonden plaatsen de tot die regionale loodsencorporatie behorende registerloodsen, met ingang van de datum waarop deze verordening van kracht is, in de in artikelen 5, 6, 9 of 10 genoemde bevoegdheden, zodanig dat de krachtens deze artikelen toegekende bevoegdheid zoveel mogelijk overeenkomt met de bevoegdheid van de registerloods op de dag voorafgaande aan de inwerkingtredingsdatum van deze verordening.

  • 3. Behoudens het bepaalde in het tweede lid wordt de bevoegdheid van een registerloods, verkregen bij of krachtens de van toepassing zijnde Bevoegdhedenverordening registerloodsen 1995 op de dag voorafgaande aan de inwerkingtreding van deze verordening, geacht te zijn verkregen bij of krachtens deze verordening.

  • 4. Voor de toelating tot een in de artikelen 5 tot en met 11 van de Bevoegdhedenverordening registerloodsen 1995 bedoelde bevoegdheid, is of wordt door de betreffende registerloods een door het bestuur van de betreffende regionale loodsencorporatie vastgestelde opleiding of training gevolgd. Indien deze vastgestelde training of opleiding is aangevangen voorafgaande aan de inwerkingtreding van deze verordening en is vastgesteld en verzorgd overeenkomstig de artikelen 4, 4a, 4b of 4c van deze verordening, worden deze trainingen en opleidingen beschouwd als opleidingen en trainingen die zijn verzorgd onder deze verordening.

ARTIKEL II

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van plaatsing in de Staatscourant.

Aldus vastgesteld in de ledenvergadering van de Nederlandse loodsencorporatie te Rotterdam, 26 november 2019

Goedgekeurd door de Minister van Infrastructuur en Waterstaat bij besluit van 17 februari 2020, kenmerk IENW/BSK-2020/2904

Bevoegdhedenregeling registerloodsen regio Noord

Het bestuur van de regionale Loodsencorporatie Noord,

Gelet op artikel 4, eerste lid, van de Loodsenwet en de artikelen 3, derde lid, 4, tweede lid, 4a tot en met 4d en 14, derde lid, van de Bevoegdhedenverordening registerloodsen 1995;

Besluit:

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. bestuur: het bestuur van de Regionale Loodsencorporatie Noord;

  • b. registerloods: de registerloods van de Regionale Loodsencorporatie Noord;

  • c. Verordening: Bevoegdhedenverordening registerloodsen 1995.

HOOFDSTUK 2 TOELATING TOT EEN HOGERE BEVOEGDHEID

Artikel 2 Toelating tot een hogere bevoegdheid

  • 1. Voor toelating tot de bevoegdheden genoemd in artikel 5, onderdeel d en f van de Verordening heeft de registerloods de door het bestuur nader te bepalen training voor die bevoegdheid gevolgd.

  • 2. Voor toelating tot de bevoegdheden genoemd in artikel 5, onderdeel e, en artikel 6, onderdeel d van de Verordening heeft de registerloods de betreffende bevoegdheid artikel 5, onderdelen a tot en met d, en artikel 6, onderdeel a tot en met c behaald en heeft hij de door het bestuur vastgesteld examen voor deze opleiding met goed gevolg afgelegd.

HOOFDSTUK 3 HET OP PEIL HOUDEN VAN ERVARING OF VAARDIGHEID

Artikel 3 Herhaaltrainingen

Het bestuur draagt zorg voor de organisatie van herhaaltrainingen teneinde de registerloods in staat te stellen zijn ervaring of vaardigheid met de bevoegdheden op grond artikel 5, onderdelen d, e en f en artikel 6, onderdeel d, van de Verordening, op peil te houden.

HOOFDSTUK 4 UITBREIDING ADMITTAGE-GEBIED

Artikel 4 Afwijkende termijnen

Voor de registerloods die tenminste 36 maanden staat ingeschreven in het register, die geen bevoegdheid heeft op de scheepvaartwegen behorende tot het regionale loodsstation Defzijl, genoemd in artikel 2, eerste lid, van de Verordening en die deze bevoegdheid aanvullend als uitbreiding op zijn admittage-gebied behaalt, worden voor de opbouw van de aanvullende bevoegdheid, te rekenen vanaf de datum waarop deze bevoegdheid in het register is ingeschreven, de termijnen, bedoeld in artikel 5, onderdelen b tot en met f, van de Bevoegdhedenverordening registerloodsen 1995, vastgesteld op onderscheidenlijk 0, 6, 18, 30, 42 maanden.

HOOFDSTUK 5 SLOTBEPALINGEN

Artikel 5 Hardheidsclausule

In alle gevallen waarin deze regeling niet voorzien, beslist het bestuur.

Artikel 6 Intrekking regeling

  • 1. De Nadere eisen ten aanzien van specialisaties zoals bedoeld in de Bevoegdhedenverordening Registerloodsen artikel 4 lid 2 (Delfzijl) van 18 december 1997 te Delfzijl, goedgekeurd bij brief van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 12 januari 1998, kenmerk DGG/J97011256, wordt ingetrokken.

  • 2. De Nadere eisen ten aanzien van specialisaties zoals bedoeld in de Bevoegdhedenverordening Registerloodsen artikel 4 lid 2 (Harlingen/Terschelling) van 6 maart 2000 te Delfzijl, goedgekeurd bij brief van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 14 april 2000, kenmerk DGG/J- 00/002376, wordt ingetrokken.

Artikel 7 Citeerbepaling en inwerkingtreding

Deze regeling wordt aangehaald als ‘Bevoegdhedenregeling registerloodsen regio Noord’ en treedt in werking met ingang van de eerste dag na bekendmaking in de Staatscourant.

Eemshaven, 16 december 2019

Het bestuur van de Regionale Loodsencorporatie Noord

B. Oldenbeuving, voorzitter

Ingevolge artikel 4, eerste lid, van de Loodsenwet, goedgekeurd door de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, d.d. 17 februari 2020, IENW/BSK-2020/29201.

TOELICHTING

Met ingang van 1 januari 2014 is de ‘Aanpassingswet zbo’s IenM aan de Kaderwet zbo’s’ in werking getreden, werd het Besluit adspirant registerloodsen ingetrokken en zijn de landelijke en regionale commissies van gecommitteerden en examencommissies voor de loodsenexamens komen te vervallen.

Voor de initiële opleiding tot registerloods (OTR:MMP) is met ingang van 1 januari 2014 de juridische basis neergelegd in het Besluit opleidingen en bevoegdheden nautische beroepsbeoefenaren. Bij deze opleiding is voor de opleidingsstructuur aansluiting gezocht bij de bepalingen op grond van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.

Voor aanvullende opleidingen, ervaring, trainingen of vaardigheid is het kader voor deze opleidingen neergelegd in de artikelen 4 en 4a tot en met 4d van de Bevoegdhedenverordening registerloodsen 1995. In deze artikelen wordt de bevoegdheid voor het nemen van een besluit voor toelating tot een hogere bevoegdheid of een specialisatie neergelegd bij de besturen van de regionale loodsencorporaties: zij bepalen of er sprake is van een aanvullende opleiding, ervaring, training of vaardigheid.

Voorts zijn in genoemde verordening de kaders neergelegd voor een opleiding in het geval van uitbreiding van het admittage-gebied binnen de regio of in het geval van een overstap van de registerloods naar een andere regio of in het geval van een aanvullende opleiding of training als genoemd in artikel 4, tweede lid, van de Bevoegdhedenverordening registerloodsen 1995.

Bovengenoemde wijzigingen in wet- en regelgeving noopten tot een wijziging van de Nadere eisen ten aanzien van specialisaties zoals bedoeld in de Bevoegdhedenverordening Registerloodsen artikel 4 lid 2 (Delfzijl) van 18 december 1997 en van de Nadere eisen ten aanzien van specialisaties zoals bedoeld in de Bevoegdhedenverordening Registerloodsen artikel 4 lid 2 (Harlingen/Terschelling) van 6 maart 2000. Omdat hiervoor echter ingrijpende wijzigingen noodzakelijk bleken is ervoor gekozen om op basis van het gestelde in artikel 4, eerste lid, van de Loodsenwet een nieuwe regeling vast te stellen, de inhoud van genoemde reglementen daarin zoveel als mogelijk (en nodig) te incorporeren en de drie hierboven genoemde reglementen in te trekken.

Gekozen is voor een opleiding om te komen tot de bevoegdheid als beschreven in artikel 5 onderdeel e van de Verordening, aangezien de specifieke kenmerken (lengte, breedte, diepgang, onder bepaalde omstandigheden geulgebonden) van deze categorie schepen en hoger aanvullende theoretische en praktische kennis vergen, welke een beoordelingsmoment rechtvaardigen.

Bevoegdhedenregeling registerloodsen regio Amsterdam-IJmond

Het bestuur van de Regionale Loodsencorporatie Amsterdam-IJmond,

Gelet op artikel 4, eerste lid, van de Loodsenwet en de artikelen 3, derde lid, 4, tweede lid, 4a tot en met 4d en 14, derde lid, van de Bevoegdhedenverordening registerloodsen 1995;

Besluit:

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALING

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. bestuur: het bestuur van de Regionale Loodsencorporatie Amsterdam-IJmond;

  • b. Loa (Loodsen op afstand): de functie-uitoefening vanaf de wal, genoemd in artikel 2, tweede lid, van de Loodsenwet;

  • c. Loa-loods: de registerloods die bevoegd is tot het geven van Loa;

  • d. registerloods: de registerloods van de Regionale Loodsencorporatie Amsterdam-IJmond.

  • e. opleiding Nautische communicatie: de opleiding gericht op te hanteren procedures en gespreksdiscipline;

  • f. herhaalopleiding Nautische communicatie: de periodiek te herhalen opleiding Nautische communicatie welke noodzakelijk is om de specialisatie als genoemd in artikel 11, onderdeel b, van de Bevoegdhedenverordening registerloodsen 1995 te behouden;

  • g. Verordening: Bevoegdhedenverordening registerloodsen 1995

HOOFDSTUK 2 TOELATING TOT EEN HOGERE BEVOEGDHEID OF EEN SPECIALISATIE

Artikel 2 Toelating tot een hogere bevoegdheid

Voor toelating tot de bevoegdheden genoemd in artikel 8, eerste lid, onderdelen e, f, en g, van de Verordening heeft de registerloods de door het bestuur vastgestelde training voor die betreffende bevoegdheid gevolgd.

Artikel 3 Toelating tot een specialisatie

  • 1. Voor toelating tot een specialisatie genoemd in artikel 8, tweede lid, van de Verordening, heeft de registerloods de bevoegdheid behaald genoemd in artikel 8, eerste lid, onderdeel g, van de Verordening en heeft hij voor de betreffende bevoegdheid een door het bestuur vastgesteld examen voor deze aanvullende opleiding met goed gevolg afgelegd.

  • 2. Voor toelating tot de specialisatie genoemd in artikel 11, eerste lid, onder b, van de Verordening heeft de registerloods met goed gevolg het examen voor de opleiding Nautische communicatie afgelegd en heeft de registerloods met goed gevolg het examen voor de Loa-opleiding afgelegd, waarbij de registerloods bij aanvang van de opleiding Nautische communicatie ten minste de bevoegdheid heeft behaald genoemd in artikel 8, eerste lid, onderdeel e, van de Verordening.

HOOFDSTUK 3 HET OP PEIL HOUDEN VAN ERVARING OF VAARDIGHEID

Artikel 4 Op peil houden van ervaring of vaardigheid

Voor het op peil houden van de ervaring of vaardigheid van de registerloods op grond van de artikelen artikel 7 en 8 van de Verordening verzorgt het bestuur trainingen.

Artikel 5 Behouden specialisatie LOA

  • 1. Om de specialisatie genoemd in artikel 11, eerste lid, onderdeel b, van de Verordening te behouden, volgt de registerloods periodiek de herhaalopleiding Nautische communicatie.

  • 2. Indien het examen voor de herhaalopleiding Nautische communicatie niet met goed gevolg is afgelegd voor het verstrijken van het derde kalenderjaar na het kalenderjaar waarin de registerloods de specialisatie genoemd in artikel 11, eerste lid, onderdeel b, van de Verordening heeft behaald, wordt de registerloods tijdelijk niet als Loa-loods ingezet.

  • 3. Indien het examen voor de herhaalopleiding Nautische communicatie niet met goed gevolg is afgelegd voor het verstrijken van het vijfde kalenderjaar na het kalenderjaar waarin de registerloods de specialisatie genoemd in artikel 11, eerste lid, onder b, van de Verordening heeft behaald, vervalt de bevoegdheid voor genoemde specialisatie.

HOOFDSTUK 4 OPBOUW AANVULLENDE BEVOEGDHEID BIJ UITBREIDING ADMITTAGE-GEBIED

Artikel 6 Afwijkende termijnen

  • 1. Indien de registerloods een examen van een aanvullende opleiding bedoeld in artikel 3, derde lid van de Verordening met goed gevolg heeft afgelegd, worden voor de bevoegdhedenopbouw binnen de uitbreiding van het admittage-gebied te rekenen vanaf de datum waarop de uitbreiding in het register is aangetekend, de termijnen, genoemd in artikel 8, eerste lid, onderdelen a tot en met g, van de Verordening, vastgesteld op onderscheidenlijk 2, 3, 3, 3, 3 en 3 maanden, mits de registerloods bevoegd is voor alle schepen voorafgaand aan de registratie van de uitbreiding van zijn admittage-gebied.

  • 2. Indien de registerloods niet in het bezit is van de bevoegdheid alle schepen bedoeld in het vorige lid, worden de genoemde termijnen gehanteerd tot aan de bevoegdheid die de betreffende registerloods voorafgaand aan die uitbreiding bezit.

HOOFDSTUK 5 SLOTBEPALINGEN

Artikel 7 Onvoorziene gevallen

In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het bestuur.

Artikel 8 Intrekking regeling

Het Reglement Loa-regio Amsterdam-IJmond van 15 december 2014, goedgekeurd door de Minister van Infrastructuur en Milieu bij besluit van 9 februari 2015, nr. IENM/BSK-2015/29303, wordt ingetrokken.

Artikel 9 Citeerbepaling en inwerkingtreding

Deze regeling wordt aangehaald als ‘Regeling bevoegdheden registerloodsen regio Amsterdam-IJmond’ en treedt in werking met ingang van de eerste dag na bekendmaking in de Staatscourant.

IJmuiden, 13 december 2019

Het bestuur van de Regionale Loodsencorporatie Amsterdam-IJmond

J.Y. van der Laan, voorzitter

Ingevolge artikel 4, eerste lid, van de Loodsenwet, goedgekeurd door de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, d.d. 17 februari 2020, IENW/BSK-2020/29200.

TOELICHTING

Met ingang van 1 januari 2014 is de ‘Aanpassingswet zbo’s IenM aan de Kaderwet zbo’s’ in werking getreden, werd het Besluit adspirant registerloodsen ingetrokken en zijn de landelijke en regionale commissies van gecommitteerden en examencommissies voor de loodsenexamens komen te vervallen.

Voor de initiële opleiding tot registerloods (OTR:MMP) is met ingang van 1 januari 2014 de juridische basis neergelegd in het Besluit opleidingen en bevoegdheden nautische beroepsbeoefenaren. Bij deze opleiding is voor de opleidingsstructuur aansluiting gezocht bij de bepalingen op grond van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.

Voor aanvullende opleidingen, ervaring, trainingen of vaardigheid is het kader voor deze opleidingen neergelegd in de artikelen 4 en 4a tot en met 4d van de Verordening. In deze artikelen wordt de bevoegdheid voor het nemen van een besluit voor toelating tot een hogere bevoegdheid of een specialisatie neergelegd bij de besturen van de regionale loodsencorporaties: zij bepalen of er sprake is van een aanvullende opleiding, ervaring, training of vaardigheid.

Voorts zijn in genoemde verordening de kaders neergelegd voor een opleiding in het geval van uitbreiding van het admittage-gebied binnen de regio of in het geval van een overstap van de registerloods naar een andere regio of in het geval van een aanvullende opleiding of training als genoemd in artikel 4, tweede lid, van de Verordening (specialisaties).

Bovengenoemde wijzigingen in wet- en regelgeving noopten tot een wijziging van het Reglement voor de aanvullende opleiding Loodsen op afstand (Loa) regio Amsterdam-IJmond en diverse Reglementen in de regio Scheldemonden.

Omdat hiervoor echter ingrijpende wijzigingen noodzakelijk bleken is ervoor gekozen om op basis van het gestelde in artikel 4, eerste lid, van de Loodsenwet een nieuwe regeling vast te stellen, de inhoud van het Reglement bevoegdheidsverhoging regio Scheldemonden, het Reglement uitbreiding admittage-gebied regio Scheldemonden 2000 en het Reglement voor de aanvullende opleiding Loodsen op afstand (Loa) regio Amsterdam-IJmond daarin zoveel als mogelijk (en nodig) te incorporeren en het Reglement voor de aanvullende opleiding Loodsen op afstand (Loa) regio Amsterdam-IJmond in te trekken.

Artikelsgewijs

Artikel 1 Begripsbepalingen

De in dit artikel opgenomen definities komen overeen met de definities die waren

opgenomen in de regeling die door de inwerkingtreding van de onderhavige regeling

komt te vervallen. Daarnaast zijn 2 nieuwe definities toegevoegd om onderscheid te maken met de, door de NNVO verzorgde, geaccrediteerde VTS-opleiding, die van toepassing is in de regio Rijnmond.

Artikel 2 Toelating tot een hogere bevoegdheid

Voor het verkrijgen van de lengtebevoegdheden tot 200 meter, tot 245 meter en voor het verkrijgen van de bevoegdheid voor alle schepen moet de registerloods eerst de door het bestuur voorgeschreven simulatortraining (stap 5-training, stap 6-training of stap 7-training) volgen.

Artikel 3 Toelating tot een specialisatie

Er zijn in deze regio 2 specialisaties, te weten het loodsen van een geulschip en het loodsen op afstand (Loa). Voor het verkrijgen van de bevoegdheid tot het verrichten van de loodsdienst voor schepen die de IJgeul bevaren, voor zover het betreft schepen die door hun diepgang bij of krachtens wettelijk voorschrift verplicht zijn gebruik te maken van de gehele IJgeul, moet de registerloods eerst de door het bestuur voorgeschreven opleiding volgen. Voor het verkrijgen van de bevoegdheid tot het verrichten van loodsdienst op afstand vanaf de wal moet de registerloods eerst de opleiding Nautische communicatie en de Loa-opleiding volgen. Dit is overgenomen van het Reglement voor de aanvullende opleiding Loodsen op afstand (Loa) regio Amsterdam-IJmond, artikel 3, 4 en 5. De landelijke Loa-opleiding krijgt een andere naam, namelijk opleiding Nautische communicatie. Met de Loa-opleiding wordt de regionale Loa-opleiding bedoeld. Beide opleidingen worden afgesloten met een examen. De registerloods mag pas deelnemen aan de Loa-opleiding als de opleiding Nautische communicatie met voldoende resultaat is afgesloten.

Artikel 4 Op peil houden van ervaring of vaardigheid

In de oude Verordening staat in artikel 4 dat de registerloods eerst bevoegd is voor een specialisatie nadat hij heeft voldaan aan de eisen met betrekking tot een aanvullende opleiding. In de verordening tot wijziging van de Bevoegdhedenverordening is nu ook, naast de toelating tot een specialisatie of de toelating tot een hogere bevoegdheid, het behouden van de specialisatie en het op peil houden van de ervaring of vaardigheid van de registerloods ten aanzien van een bevoegdheid of specialisatie opgenomen. Het bestuur draagt in artikel 4 van deze Regeling zorg voor de organisatie van de calamiteitentraining geulloodsen, calamiteitentraining niet-geulloodsen en peilreizen om de deskundigheid van de registerloods op peil te houden.

Artikel 5 Behouden specialisatie LOA

Dit onderdeel komt overeen met artikel 8 van het Reglement Loa-regio Amsterdam-IJmond van 15 december 2014. De herhalingscursus wordt voortaan herhaalopleiding Nautische communicatie genoemd om onderscheid te maken met de, door de NNVO verzorgde, geaccrediteerde VTS-opleiding, die van toepassing is in de regio Rijnmond.

Artikel 6 Afwijkende termijnen

Een registerloods van een andere regio kan overstappen naar de regio Amsterdam-IJmond. In deze regio verloopt de opbouw van de aanvullende bevoegdheid versneld, mits een registerloods is ingeschreven in het loodsenregister. Deze groei blijft beperkt tot zijn bevoegdheid die hij voor de registratie van de uitbreiding heeft.

Bevoegdhedenregeling registerloodsen regio Rotterdam-Rijnmond

Het bestuur van de Regionale Loodsencorporatie Rotterdam-Rijnmond,

Gelet op artikel 4, eerste lid, van de Loodsenwet en de artikelen 3, derde lid, 4, tweede lid, 4a tot en met 4d en 14, derde lid, van de Bevoegdhedenverordening registerloodsen 1995;

Besluit:

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. bestuur: het bestuur van de Regionale loodsencorporatie Rotterdam-Rijnmond;

  • b. Loa (Loodsen op afstand): de functie-uitoefening vanaf de wal, genoemd in artikel 2, tweede lid, van de Loodsenwet;

  • c. Loa-loods: de registerloods die bevoegd is tot het geven van Loa;

  • d. registerloods: de registerloods van de Regionale Loodsencorporatie Rotterdam-Rijnmond;

  • e. VTS-opleiding: de opleiding, gericht op te hanteren procedures en gespreksdiscipline;

  • f. VTS-herhaalopleiding: de periodiek te herhalen VTS-opleiding welke noodzakelijk is om de specialisatie als genoemd in artikel 11, onderdeel b, van de Bevoegdhedenverordening registerloodsen 1995 te behouden;

  • g. Verordening: Bevoegdhedenverordening registerloodsen 1995.

HOOFDSTUK 2 TOELATING TOT EEN HOGERE BEVOEGDHEID OF EEN SPECIALISATIE

Artikel 1 Toelating tot een hogere bevoegdheid

  • 1. Voor toelating tot de bevoegdheden genoemd in artikel 9, derde lid, onderdeel f en artikel 9, vijfde lid, onderdeel e van de Verordening heeft de registerloods met goed gevolg het examen van de door het bestuur vastgestelde opleiding voor die betreffende bevoegdheid afgelegd.

  • 2. Voor toelating tot de bevoegdheid genoemd in artikel 9, vijfde lid, onderdeel c van de Verordening heeft de registerloods met goed gevolg het examen van de door het bestuur vastgestelde opleiding voor die betreffende bevoegdheid afgelegd, waarbij de registerloods bij aanvang van de opleiding ten minste 24 maanden beschikt over de specialisatie Geul Europoort, genoemd in artikel 9, tiende lid, van de Verordening.

Artikel 3 Toelating tot een specialisatie

  • 1. Voor toelating tot een specialisatie genoemd in artikel 9, vijfde lid, onderdeel a van de Verordening, heeft de registerloods de door het bestuur nader te bepalen training gevolgd, waarbij hij bij aanvang van die training ten minste 12 maanden beschikt over de bevoegdheid genoemd in artikel 9, derde lid, onderdeel h, van de Verordening.

  • 2. Voor toelating tot een specialisatie genoemd in artikel 9, zesde lid, onderdeel a, van de Verordening, heeft de registerloods met goed gevolg het examen van de betreffende opleiding afgelegd, waarbij de registerloods bij aanvang van die training ten minste 12 maanden beschikt over de bevoegdheid genoemd in artikel 9, derde lid, onderdeel e, van de Verordening.

  • 3. Voor toelating tot de specialisatie genoemd in artikel 9, zevende lid, onderdeel a, van de Verordening heeft de registerloods met goed gevolg het examen van de betreffende opleiding afgelegd, waarbij de registerloods bij aanvang van de opleiding ten minste 12 maanden beschikt over de bevoegdheid genoemd in artikel 9, derde lid, onderdeel b, van de Verordening.

  • 4. Voor toelating tot de specialisatie genoemd in artikel 9, achtste lid, van de Verordening heeft de registerloods met goed gevolg het examen van de betreffende opleiding afgelegd, waarbij de registerloods bij aanvang van de opleiding ten minste 12 maanden beschikt over de bevoegdheid genoemd in artikel 9, derde lid, onderdeel e, van de Verordening.

  • 5. Voor toelating tot de specialisatie genoemd in artikel 9, negende lid onderdeel a, van de Verordening heeft de registerloods met goed gevolg het examen van de betreffende opleiding afgelegd, waarbij de registerloods bij aanvang van de opleiding ten minste 12 maanden beschikt over de bevoegdheid genoemd in artikel 9, derde lid, onderdeel f, van de Verordening.

  • 6. Voor toelating tot de specialisatie genoemd in artikel 9, tiende lid, van de Verordening heeft de registerloods met goed gevolg het examen van de opleiding Geulopleiding Europoort afgelegd, waarbij de registerloods bij aanvang van die opleiding tenminste beschikt over de bevoegdheid genoemd in artikel 9, derde lid onder h, van de Verordening.

  • 7. Voor toelating tot de specialisatie genoemd in artikel 9, tiende lid, van de Verordening heeft de registerloods met goed gevolg het examen van de opleiding Semi geulopleiding Stad afgelegd, waarbij de registerloods bij aanvang van die opleiding tenminste beschikt over de bevoegdheid genoemd in artikel 9, zesde lid onder e, van de Verordening.

  • 8. Voor toelating tot de specialisatie genoemd in artikel 11, onderdeel b, van de Verordening, heeft de registerloods met goed gevolg de examens van de opleiding tot VTS-operator en van de regio specifieke Loa-opleiding afgelegd, waarbij de registerloods bij aanvang van de opleiding tot VTS-operator ten minste 12 maanden beschikt over de bevoegdheid genoemd in artikel 9, derde lid, onderdeel h, van de Verordening en in het bezit is van het Algemeen Certificaat voor de Maritieme Radiocommunicatie (MARCOM-A) of een daaraan gelijkgesteld diploma.

HOOFDSTUK 3 HET OP PEIL HOUDEN VAN ERVARING OF VAARDIGHEID EN HET BEHOUDEN EN INTREKKEN VAN EEN SPECIALISATIE

§ 1 Specialisaties ‘artikel 9, vijfde tot en met tiende lid.’

Artikel 4 Herhaaltrainingen

Het bestuur draagt zorg voor de organisatie van herhaaltrainingen teneinde de registerloods in staat te stellen zijn ervaring of vaardigheid met de specialisaties op grond van artikel 9, vijfde tot en met tiende lid, van de Verordening, op peil te houden.

§ 2 Specialisatie Loa

Artikel 5 Herhaalopleiding specialisatie Loa
  • 1. Om de specialisatie genoemd in artikel 11, onderdeel b, van de Verordening te behouden, volgt de registerloods periodiek de herhaalopleiding Loodsen op afstand.

  • 2. Indien het examen voor de herhaalopleiding Loodsen op afstand niet met goed gevolg is afgelegd uiterlijk voor het einde van het derde kalenderjaar na het kalenderjaar waarin de registerloods de specialisatie genoemd in artikel 11, onderdeel b, van de Verordening heeft behaald, wordt de registerloods tijdelijk niet als Loa-loods ingezet.

  • 3. Indien het examen voor de herhaalopleiding Loodsen op afstand niet met goed gevolg is afgelegd voor het einde van het vijfde kalenderjaar na het kalenderjaar waarin de registerloods de specialisatie genoemd in artikel 11, onderdeel b, van de Verordening heeft behaald, vervalt de bevoegdheid voor genoemde specialisatie.

HOOFDSTUK 4 UITBREIDING ADMITTAGE-GEBIED

Artikel 6 Samenhang specialisatie

Voor de registerloods die onbevoegd is op de scheepvaartwegen binnen de gebieden IV of Va, genoemd in artikel 2, vijfde lid, van de Verordening, geldt de toelating tot een van de specialisaties genoemd in artikel 9, zevende lid onder a en artikel 9, achtste lid, van de Verordening tevens als uitbreiding op zijn admittage-gebied.

HOOFDSTUK 5 SLOTBEPALINGEN

Artikel 7 Hardheidsclausule

In alle gevallen waarin deze regeling niet voorzien, beslist het bestuur.

Artikel 8 Intrekking regelingen

  • 1. De Nadere voorschriften bevoegdheden registerloodsen Rotterdam – Rijnmond van 17 mei 2010, goedgekeurd door de Minister van Verkeer en Waterstaat bij besluit van 15 september 2010, VenW/BSK-2010/43394, wordt ingetrokken.

  • 2. Het Reglement Loa – regio Rotterdam-Rijnmond van 15 december 2014, goedgekeurd door de Minister van Infrastructuur en Milieu bij besluit van 9 februari 2015, nr. IENM/BSK-2015/29303, wordt ingetrokken.

Artikel 9 Citeerbepaling en Inwerkingtreding

Deze regeling wordt aangehaald als ‘Bevoegdhedenregeling registerloodsen regio Rotterdam-Rijnmond’ en treedt in werking met ingang van de eerste dag na bekendmaking in de Staatscourant.

Rotterdam, 9 december 2019

Het bestuur van de Regionale Loodsencorporatie Rotterdam-Rijnmond

T.S. de Groot, voorzitter

Ingevolge artikel 4, eerste lid, van de Loodsenwet, goedgekeurd door de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, d.d. 17 februari 2020, IENW/BSK-2020/29202.

TOELICHTING

Met ingang van 1 januari 2014 is de ‘Aanpassingswet zbo’s IenM aan de Kaderwet zbo’s’ in werking getreden, werd het Besluit adspirant registerloodsen ingetrokken en zijn de landelijke en regionale commissies van gecommitteerden en examencommissies voor de loodsenexamens komen te vervallen.

Voor de initiële opleiding tot registerloods (OTR:MMP) is met ingang van 1 januari 2014 de juridische basis neergelegd in het Besluit opleidingen en bevoegdheden nautische beroepsbeoefenaren. Bij deze opleiding is voor de opleidingsstructuur aansluiting gezocht bij de bepalingen op grond van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.

Voor aanvullende opleidingen, ervaring, trainingen of vaardigheid is het kader voor deze opleidingen neergelegd in de artikelen 4 en 4a tot en met 4d van de Bevoegdhedenverordening registerloodsen 1995. In deze artikelen wordt de bevoegdheid voor het nemen van een besluit voor toelating tot een hogere bevoegdheid of een specialisatie neergelegd bij de besturen van de regionale loodsencorporaties: zij bepalen of er sprake is van een aanvullende opleiding, ervaring, training of vaardigheid.

Voorts zijn in genoemde verordening de kaders neergelegd voor een opleiding in het geval van uitbreiding van het admittage-gebied binnen de regio of in het geval van een overstap van de registerloods naar een andere regio of in het geval van een aanvullende opleiding of training als genoemd in artikel 4, tweede lid, van de verordening (specialisaties).

Bovengenoemde wijzigingen in wet- en regelgeving noopten tot een wijziging van het Reglement bevoegdheidsverhoging regio Rotterdam-Rijnmond, het Reglement uitbreiding admittage-gebied regio Rotterdam-Rijnmond 2000 en het Reglement voor de aanvullende opleiding Loodsen op afstand (Loa) regio Rotterdam-Rijnmond. Omdat hiervoor echter ingrijpende wijzigingen noodzakelijk bleken is ervoor gekozen om op basis van het gestelde in artikel 4, eerste lid, van de Loodsenwet een nieuwe regeling vast te stellen, de inhoud van genoemde reglementen daarin zoveel als mogelijk (en nodig) te incorporeren en de drie hierboven genoemde reglementen in te trekken.

Bevoegdhedenregeling registerloodsen regio Scheldemonden

Het bestuur van de Regionale Loodsencorporatie Scheldemonden,

Gelet op artikel 4, eerste lid, van de Loodsenwet en de artikelen 3, derde lid, 4, tweede lid, 4a tot en met 4d en 14, derde lid, van de Bevoegdhedenverordening registerloodsen 1995;

Besluit:

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. bestuur: het bestuur van de Regionale Loodsencorporatie Scheldemonden;

  • b. Loa (Loodsen op afstand): de functie-uitoefening vanaf de wal, genoemd in artikel 2, tweede lid, van de Loodsenwet;

  • c. Loa-loods: de registerloods die bevoegd is tot het geven van Loa;

  • d. registerloods: de registerloods van de Regionale Loodsencorporatie Scheldemonden;

  • e. opleiding Nautische communicatie: de opleiding gericht op te hanteren procedures en gespreksdiscipline;

  • f. herhaalopleiding Nautische communicatie: de periodiek te herhalen opleiding Nautische communicatie welke noodzakelijk is om de specialisatie als genoemd in artikel 11, onderdeel b, van de Bevoegdhedenverordening registerloodsen 1995 te behouden;

  • g. verordening: Bevoegdhedenverordening registerloodsen 1995.

HOOFDSTUK 2 TOELATING TOT EEN HOGERE BEVOEGDHEID OF EEN SPECIALISATIE

Artikel 2 Toelating tot een hogere bevoegdheid: training

Voor toelating tot de bevoegdheden genoemd in artikel 10, eerste lid, onderdelen d, e, g en h, en artikel 10, tweede lid, onderdelen d, e en g, van de verordening heeft de registerloods de door het bestuur vastgestelde training voor die betreffende bevoegdheid gevolgd.

Artikel 3 Toelating tot een specialisatie: opleiding

  • 1. Voor toelating tot een specialisatie genoemd in artikel 10, vierde lid, onderdelen a tot en met f, van de verordening, heeft de registerloods de bevoegdheid behaald genoemd in artikel 10, tweede lid, onderdeel g, van de verordening en heeft hij voor de betreffende bevoegdheid een door het bestuur vastgestelde aanvullende opleiding doorlopen en het daarbij behorende examen met goed gevolg afgelegd.

  • 2. Voor toelating tot de specialisatie, genoemd in artikel 10, vierde lid, onderdeel g, van de verordening heeft de registerloods een door het bestuur vastgestelde aanvullende opleiding doorlopen en het daarbij behorende examen met goed gevolg afgelegd.

  • 3. Voor toelating tot de specialisatie genoemd in artikel 11, onderdeel b, van de verordening heeft de registerloods met goed gevolg het examen voor de opleiding Nautische communicatie afgelegd en heeft de registerloods een regio specifieke Loa-opleiding doorlopen en het daarbij behorende examen met goed gevolg afgelegd, waarbij de registerloods bij aanvang van de opleiding Nautische communicatie ten minste bevoegd is tot het loodsen van schepen tot lengte over alles 180 meter.

HOOFDSTUK 3 HET OP PEIL HOUDEN VAN ERVARING OF VAARDIGHEID EN HET BEHOUDEN EN INTREKKEN VAN EEN SPECIALISATIE

§ 1 Specialisaties ‘artikel 10, vierde lid, onderdelen a. tot en met g.’

Artikel 4 Op peil houden van ervaring of vaardigheid

Het bestuur draagt zorg voor de organisatie van trainingen teneinde de registerloods in staat te stellen zijn ervaring of vaardigheid met de specialisaties op grond van artikel 10, vierde lid, onderdelen a tot en met g, van de verordening, op peil te houden.

§ 2 Specialisatie Loa

Artikel 5 Behouden specialisatie Loa
  • 1. Om de specialisatie genoemd in artikel 11, onderdeel b, van de verordening te behouden, volgt de registerloods periodiek de herhaalopleiding Nautische communicatie.

  • 2. Indien het examen voor de herhaalopleiding Nautische communicatie niet met goed gevolg is afgelegd voor het einde van het derde kalenderjaar na het kalenderjaar waarin de registerloods de specialisatie genoemd in artikel 11, onderdeel b, van de verordening heeft behaald, wordt de registerloods tijdelijk niet als Loa-loods ingezet.

  • 3. Indien het examen voor de herhaalopleiding Nautische communicatie niet met goed gevolg is afgelegd voor het einde van het vijfde kalenderjaar na het kalenderjaar waarin de registerloods de specialisatie genoemd in artikel 11, onderdeel b, van de verordening heeft behaald, vervalt de bevoegdheid voor genoemde specialisatie.

HOOFDSTUK 4 UITBREIDING ADMITTAGE-GEBIED

Artikel 6 Afwijkende termijnen

  • 1. Voor de registerloods die geen bevoegdheid heeft op de scheepvaartwegen binnen de gebieden VIII of IX genoemd in artikel 2, zesde lid, van de verordening en deze aanvullend als uitbreiding op zijn admittage-gebied behaalt, worden voor de opbouw van de bevoegdheid, te rekenen vanaf de datum waarop deze in het register door de algemene raad is aangetekend, de termijnen, genoemd in artikel 10, tweede lid, onderdelen b tot en met g, van de verordening, vastgesteld op onderscheidenlijk 1, 3, 6, 21, 36 en 48 maanden.

  • 2. Voor de registerloods die geen bevoegdheid heeft op de scheepvaartwegen binnen gebied VI genoemd in artikel 2, zesde lid, van de verordening en deze aanvullend als uitbreiding op zijn admittage-gebied behaalt, worden voor de opbouw van de aanvullende bevoegdheid, te rekenen vanaf de datum waarop deze in het register is ingeschreven, de termijnen, bedoeld in artikel 10, eerste lid, onderdelen b tot en met h, van de verordening, vastgesteld op onderscheidenlijk 0, 1, 3, 6, 12, 16 en 21 maanden.

Artikel 7 Doorgroeibeperking

Voor de registerloods die de bevoegdheid, genoemd in artikel 6 van deze regeling heeft behaald, maar nog niet beschikt over de bevoegdheid voor alle schepen genoemd in artikel 10 van de verordening, groeit niet op grond van de termijnen, genoemd in artikel 6 van deze regeling, voorbij zijn bevoegdheid, genoemd in artikel 10 van de verordening.

HOOFDSTUK 5 SLOTBEPALINGEN

Artikel 8 Niet voorziene gevallen

In alle gevallen waarin deze regeling niet voorzien, beslist het bestuur.

Artikel 9 Intrekking regelingen

  • 1. Het Reglement bevoegdheidsverhoging regio Scheldemonden’ van 19 april 2010, goedgekeurd door de Minister van Verkeer en Waterstaat bij besluit van 2 augustus 2011, nr. IenM/BSK-2011/109342, wordt ingetrokken.

  • 2. Het Reglement uitbreiding admittage-gebied regio Scheldemonden 2000 van 10 januari 2000, goedgekeurd door de Minister van Verkeer en Waterstaat bij besluit van 17 maart 2000, nr. DGG/J-00/002011, wordt ingetrokken.

  • 3. Het Reglement Loa-regio Scheldemonden van 8 december 2014, goedgekeurd door de Minister van Infrastructuur en Milieu bij besluit van 9 februari 2015, nr. IENM/BSK-2015/29303, wordt ingetrokken.

Artikel 10 Citeerbepaling en inwerkingtreding

Deze regeling wordt aangehaald als ‘Bevoegdhedenregeling registerloodsen regio Scheldemonden’ en treedt in werking met ingang van de eerste dag na bekendmaking in de Staatscourant.

Vlissingen, 16 december 2019

Het bestuur van de Regionale Loodsencorporatie Scheldemonden

G.B.P. Jaburg, voorzitter

Ingevolge artikel 4, eerste lid, van de Loodsenwet, goedgekeurd door de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, d.d. 17 februari 2020, IENW/BSK-2020/29203

TOELICHTING

Met ingang van 1 januari 2014 is de ‘Aanpassingswet zbo’s IenM aan de Kaderwet zbo’s’ in werking getreden, werd het Besluit adspirant registerloodsen ingetrokken en zijn de landelijke en regionale commissies van gecommitteerden en examencommissies voor de loodsenexamens komen te vervallen.

Voor de initiële opleiding tot registerloods (OTR:MMP) is met ingang van 1 januari 2014 de juridische basis neergelegd in het Besluit opleidingen en bevoegdheden nautische beroepsbeoefenaren. Bij deze opleiding is voor de opleidingsstructuur aansluiting gezocht bij de bepalingen op grond van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.

Voor aanvullende opleidingen, ervaring, trainingen of vaardigheid is het kader voor deze opleidingen neergelegd in de artikelen 4 en 4a tot en met 4d van de Bevoegdhedenverordening registerloodsen 1995. In deze artikelen wordt de bevoegdheid voor het nemen van een besluit voor toelating tot een hogere bevoegdheid of een specialisatie neergelegd bij de besturen van de regionale loodsencorporaties: zij bepalen of er sprake is van een aanvullende opleiding, ervaring, training of vaardigheid.

Voorts zijn in genoemde verordening de kaders neergelegd voor een opleiding in het geval van uitbreiding van het admittage-gebied binnen de regio of in het geval van een overstap van de registerloods naar een andere regio of in het geval van een aanvullende opleiding of training als genoemd in artikel 4, tweede lid, van de Bevoegdhedenverordening registerloodsen 1995 (specialisaties).

Bovengenoemde wijzigingen in wet- en regelgeving noopten tot een wijziging van het Reglement bevoegdheidsverhoging regio Scheldemonden, het Reglement uitbreiding admittage-gebied regio Scheldemonden 2000 en het Reglement voor de aanvullende opleiding Loodsen op afstand (Loa) regio Scheldemonden. Omdat hiervoor echter ingrijpende wijzigingen noodzakelijk bleken is er voor gekozen om op basis van het gestelde in artikel 4, eerste lid, van de Loodsenwet een nieuwe regeling vast te stellen, de inhoud van genoemde reglementen daarin zoveel als gewenst/mogelijk (en nodig) te incorporeren en de drie hierboven genoemde reglementen in te trekken.

Naar boven