Besluit van de Minister van Justitie en Veiligheid en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 16 maart 2020, nr. 2837510, directie Wetgeving en Juridische Zaken, houdende wijziging van de Instellingsregeling Commissie herziening wetgeving ambtsdelicten Kamerleden en bewindspersonen en van het Benoemings- en vergoedingenbesluit Commissie herziening wetgeving ambtsdelicten Kamerleden en bewindspersonen in verband met verlenging van de adviestermijn en uitbreiding van het secretariaat van de commissie

De Minister van Justitie en Veiligheid en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

Gelet op artikel 6, eerste lid, van de Kaderwet adviescolleges en artikel 15, derde lid, van de Kaderwet adviescolleges;

Besluiten:

ARTIKEL I

De Instellingsregeling Commissie herziening wetgeving ambtsdelicten Kamerleden en bewindspersonen wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 4, eerste lid, wordt ‘1 januari 2020’ vervangen door ‘1 juli 2020’.

B

In artikel 6 wordt ‘1 juli 2020’ vervangen door ‘1 januari 2021’.

ARTIKEL II

In artikel 3, tweede lid, wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:

c. T.G.J. (Thomas) van Arnhem.

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2020.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.W. Knops

TOELICHTING

Zoals vermeld in de brieven aan de Tweede en Eerste Kamer van 20 december 2019 (Kamerstukken II 2019/20, 34 340, nr. 17; Kamerstukken I 2019/20, 34 871, H), heeft de Commissie herziening wetgeving ambtsdelicten Kamerleden en bewindspersonen (commissie-Fokkens) laten weten dat de in haar instellingsregeling genoemde termijn van 1 januari 2020 voor het uitbrengen van haar advies niet haalbaar is gebleken en dat zij verwacht haar advies uit te kunnen brengen kort voor het zomerreces van 2020. Met het oog hierop worden via artikel I in de instellingsregeling de in dat verband noodzakelijke wijzigingen aangebracht. Verder wordt via artikel II voorzien in uitbreiding van het ambtelijk secretariaat van de commissie.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.W. Knops

Naar boven