Artikel 1
Aanbieders van openbare telecommunicatienetwerken en openbare telecommunicatiediensten,
dragen bij de uitvoering van een bevel op grond van het Wetboek van strafvordering,
dan wel een toestemming op grond van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten
2017, tot het opnemen of aftappen van telecommunicatie, de geïntercepteerde telecommunicatie
over overeenkomstig de technische eisen zoals neergelegd in de als bijlage A bij deze
regeling opgenomen technische standaard (ETSI-IP.nl versie 4.0, 2017-11 op basis van
ETSI TS 102 232-01 tot en met ETSI TS 102 232-07).
Artikel 2
In afwijking van artikel 1 kunnen aanbieders van openbare telecommunicatienetwerken
en openbare telecommunicatiediensten tot 1 januari 2021 bij de uitvoering van een
bevel op grond van het Wetboek van strafvordering, dan wel een toestemming op grond
van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017, tot het opnemen of aftappen
van telecommunicatie, de geïntercepteerde telecommunicatie overdragen overeenkomstig
de technische eisen zoals neergelegd in de als bijlage B bij deze regeling opgenomen
technische standaard TIIT v 1.2.0, 2011-09.
Artikel 3
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2020.
Artikel 4
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling technisch protocol aftappen openbare
telecommunicatienetwerken en -diensten.
TOELICHTING
Algemeen
In hoofdstuk 13 van de Telecommunicatiewet (Tw) worden regels gesteld ter zake van
het bevoegd aftappen van openbare telecommunicatienetwerken en -diensten. Het kan
daarbij gaan om telefonie en internet. In artikel 13.1, eerste lid, Tw is de verplichting
voor aanbieders van openbare telecommunicatienetwerken en -diensten opgenomen om aftapbaar
te zijn. In het tweede lid van dit artikel is vastgelegd dat bij of krachtens algemene
maatregel van bestuur regels kunnen worden gesteld met betrekking tot de technische
aftapbaarheid van de openbare telecommunicatienetwerken en -diensten. Artikel 13.2
Tw verplicht de aanbieders om mee te werken aan de uitvoering van een bevoegd gegeven
bijzondere last tot het aftappen van telecommunicatie. In het derde lid van dit artikel
is vastgelegd dat bij of krachtens algemene maatregel van bestuur regels kunnen worden
gesteld met betrekking tot de te nemen organisatorische en personele maatregelen en
te treffen voorzieningen met betrekking tot aftappen. Aan de hiervoor genoemde bevoegdheden
voor gedelegeerde regelgeving is invulling gegeven met het Besluit aftappen openbare
telecommunicatienetwerken en -diensten. Artikel 3 van dit besluit bepaalt dat de voorzieningen
door middel van welke de ten behoeve van aftappen verkregen telecommunicatie door
de aanbieder wordt doorgegeven in overeenstemming zijn met het bij ministeriële regeling
vast te stellen technisch protocol, dan wel met de bij ministeriële regeling vast
te stellen andere eisen of uitgangspunten. Volgens de nota van toelichting ziet dit
voorschrift op de voorzieningen waarmee en de wijze waarop de inhoud van de af te
tappen telecommunicatie door de aanbieders wordt aangeleverd en moet voorkomen dat
er een afhankelijkheid van een bepaalde leverancier bestaat.
Technisch protocol
Na inwerkingtreding van de Telecommunicatiewet is voorzien in enkele tijdelijke uitvoeringsregelingen,
maar nog niet in een technisch protocol. Dit hield verband met de wens om voor een
technisch protocol aansluiting te zoeken bij een technische standaard die door het
Europees Telecommunicatie Standaardisatie Instituut (ETSI) werd ontwikkeld. Tot op
heden is gewerkt met globale technische eisen zoals opgenomen in
Regeling aftappen openbare telecommunicatienetwerken en -diensten. In de praktijk
wordt aanvullend daaraan al jarenlang gewerkt met technische standaarden die in eerste
instantie zijn ontwikkeld binnen het Overleg Post en Telecommunicatie, deelorgaan
aftappen (OPT-Daf). Dit deelorgaan is bij besluit van 21 mei 1999 door de Staatssecretaris
van Verkeer en Waterstaat ingesteld met als doel overleg tussen aanbieders van openbare
telecommunicatienetwerken en -diensten en de overheid over de nadere uitvoering van
de verplichtingen die uit hoofdstuk 13 van de Telecommunicatiewet en de daarop gebaseerde
regelgeving voortvloeien. Het deelorgaan OPT-Daf is echter in 2004 opgeheven. Latere
aanpassingen in de technische standaard zijn dan ook niet meer door het OPT-Daf vastgesteld.
Wel zijn wijzigingen in deze standaarden altijd in overleg met de belangrijkste spelers
in de sector afgestemd.
Vanuit het verleden zijn voor internet en telefonie verschillende standaarden voor
de overdracht van geïntercepteerde telecommunicatie in gebruik. Uit marktonderzoek
van het Agentschap telecom is gebleken dat zowel bij de aanbieders van de telecommunicatienetwerken
en -diensten als bij de ter zake van aftappen bevoegde autoriteiten behoefte bestaat
aan een uniforme en geformaliseerde technische standaard. Een uniforme standaard heeft
voordelen omdat dan niet verschillende systemen in stand gehouden behoeven te worden.
Thans wordt nog gewerkt overeenkomstig afspraken met de sector. Het is de afgelopen
jaren steeds moeilijker gebleken om tot afspraken te komen, onder meer omdat aanbieders
niet snel geneigd zijn tot aanpassing van systemen en het doen van investeringen als
daaraan geen dwingende regeling ten grondslag ligt. Een formalisering van de standaarden
heeft voordelen omdat duidelijk vastligt aan welke normen moet worden voldaan en de
aanbieders daarop kunnen worden aangesproken. Thans is een ETSI-standaard beschikbaar.
Op grond van deze regeling is de ETSI-standaard voorgeschreven. Voor een overgangsperiode
voorziet deze regeling gelijktijdig in een formalisering van de huidige standaarden.
Tot 1 januari 2021 zullen deze standaarden nog naast elkaar bestaan, en mag geïntercepteerde
telecommunicatie alleen worden overgedragen op de wijze als voorzien in artikel 1
of 2 deze regeling. De huidige standaarden zullen dan worden uitgefaseerd, zodat na
verloop van tijd alleen de ETSI standaard overblijft. Met deze werkwijze worden alle
aanbieders in de gelegenheid gesteld zonder extra kosten op een moment dat hen het
beste uitkomt over te gaan op de nieuwe standaard. Technische ontwikkelingen zullen
tot regelmatige aanpassing van de standaarden nopen. Deze wijzigingen zullen telkens
bij wijzigingsregeling worden geformaliseerd en voor zover nodig zullen dan in overleg
met de sector de bedrijfseconomische effecten en de wenselijkheid van een overgangsperiode
worden bezien.
Overleg
Een ontwerp van deze regeling is tot stand gekomen met inspraak van de aanbieders
door marktconsultatie van het Agentschap Telecom in 2012. Het ontwerp van deze regeling
is in 2012 gepubliceerd op de website van het Ministerie van Justitie en Veiligheid
en het Agentschap Telecom. De vanuit contacten bij het Agentschap Telecom, het CIOT
en de opsporing bekende aanbieders zijn actief benaderd om te reageren op het in consultatie
gebrachte ontwerp van de regeling. Hierop zijn vier inhoudelijke reacties ontvangen.
Naar aanleiding van deze reacties zijn nog enkele aanpassingen in de regeling en de
toelichting aangebracht.
Op deze wijze heeft de markt voldoende de gelegenheid gehad zich over de voorgenomen
regeling uit te spreken. Gelet op de groei van de telecommunicatiemarkt is het onmogelijk
de markt in volle omvang actief te benaderen. Een dergelijke wijze van inspraak zal
ook voor toekomstige wijzigingen worden gehanteerd. Daarnaast kan wanneer daartoe
aanleiding bestaat op ieder moment door de overheid of marktpartijen een overleg worden
geïnitieerd.
Bedrijfseffecten en regeldruk
Er is een vooronderzoek gedaan naar de financiële impact van een formele verankering
van de technische protocollen voor getapte telecomgegevens.
Hoewel eventuele regelgeving nog vooraf ter consultatie zou worden aangeboden, bestond
de behoefte om in een vroeg stadium een indicatie krijgen of een dergelijk voorstel
op voldoende draagvlak onder de telecomaanbieders kon rekenen.
Doel van het onderzoek was inzicht te krijgen in de financiële gevolgen van het voorstel
voor telecomaanbieders.
De doelgroep van het onderzoek bestond uit grote, middelgrote, en kleine telecomaanbieders.
Daarnaast zijn partijen benaderd die uitbesteding van tapdiensten verzorgen. De vorm
van het onderzoek bestond uit een korte schriftelijke vragenlijst met open vragen.
Daarnaast zijn de deelnemers uitgenodigd om met eigen opmerkingen en aanbevelingen
te komen.
Dit onderzoek heeft uitgewezen dat de meeste aanbieders niet verwachten dat het voorstel
tot hogere kosten zal leiden en dat kostenbesparing een reële mogelijkheid is. Gelet
op het beperkte aantal reacties moet bij deze uitkomst wel een voorbehoud worden gemaakt.
De zes grootste aanbieders hebben te kennen gegeven voorstander te zijn van uniformering
en formalisering van de tapstandaarden. De consultatie heeft geen aanwijzingen gegeven
voor negatieve bedrijfseffecten.
Het ontwerp van deze regeling is voor het uitvoeren van een uitvoerbaarheids- en handhaafbaarheidstoets
voorgelegd aan Agentschap Telecom. Het Agentschap Telecom heeft bij brief van 22 maart
2012 aangegeven de voorgestelde regeling uitvoerbaar en handhaafbaar te achten. Daarbij
heeft het Agentschap Telecom enkele aanvullende opmerkingen gemaakt, die op onderdelen
nog tot aanpassing van de regeling en de toelichting hebben geleid.
Deze regeling heeft geen noemenswaardige gevolgen voor de regeldruk voor bedrijven.
Het Adviescollege toetsing regeldruk heeft te kennen gegeven deze conclusie te delen.
Notificatie
Ter voldoening aan richtlijn 2015/1535 (notificatierichtlijn) is de ontwerpregeling
genotificeerd bij de Europese Commissie. In de zogeheten notificatietermijn van drie
maanden zijn er vanuit de Europese Commissie of vanuit lidstaten geen bezwaren ingediend.
Het notificatienummer is 2019/570/NL.
Publicatie en taal
Er is vanwege de omvang, het technische gehalte en de beperkte doelgroep voor gekozen
de in de bijlagen opgenomen technische protocollen niet in de Staatscourant te publiceren.
De technische protocollen zijn in beheer bij het Agentschap Telecom, zijn op de website
van het Agentschap te raadplegen en worden op aanvraag toegezonden. Daarmee is de
kenbaarheid verzekerd.
De in de bijlage opgenomen technische eisen zijn in de Engelse taal gesteld. Het gaat
om zeer technische normen die nauwelijks in gewoon, begrijpelijk Nederlands kunnen
worden vertaald en die slechts door een beperkte groep normadressaten wordt gebruikt.
De sector is internationaal georiënteerd en werkt slechts met Engelstalige standaarden.
De geconsulteerde aanbieders geven daaraan ook de voorkeur, omdat vertaling tot onduidelijkheden
kan leiden waarbij de originele in het Engels gestelde versie de doorslag zal moeten
geven. Hoewel Nederlandse regelgeving in beginsel in de Nederlandse taal moet worden
gesteld, worden voor dit soort specifieke gevallen wel uitzondering gemaakt, zoals
in de Regeling kwaliteitsborging van kerncentrales (Stcrt. 2004, nr. 55). Voorts is van belang dat de gestelde eisen niet strafrechtelijk zullen worden gehandhaafd.
Gelet op het voorgaande is ervoor gekozen de in de Engelse taal gestelde technische
eisen rechtstreeks van toepassing te verklaren.
Inwerkingtreding
Het is van belang dat de regeling op korte termijn in werking treedt. Bij de Nationale
politie is een nieuwe tapkamer aangeschaft. Deze apparatuur wordt thans geïnstalleerd.
Met deze apparatuur worden oude standaarden die praktisch niet meer worden gebruikt
voor het aftappen van telecommunicatie niet meer ondersteund. Door de regeling zo
spoedig mogelijk in werking te laten treden wordt op zo kort mogelijke termijn duidelijkheid
geboden aan de markt ten aanzien van de standaarden die gelden voor de aanlevering
van afgetapte communicatie. Daarmee wordt enerzijds voorkomen dat aan overheidszijde
afgetapte signalen worden ontvangen die zij niet kan verwerken en anderzijds dat private
marktpartijen onnodig investeringen doen in apparatuur die in de toekomst niet meer
ondersteund wordt. Om die reden is ervoor gekozen de regeling al per 1 april 2020
in werking te laten treden.
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer