Besluit van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 13 maart 2020, nr. MINBUZA-2020.5027-38, tot vaststelling van subsidieplafonds op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 (Subsidieplafonds OKP tweede kwartaal 2020)

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking;

Gelet op de artikelen 6, 7 en 10 van het Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse Zaken;

Gelet op de artikelen 6.4 en 6.5 van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006;

Besluit:

Artikel 1

Voor subsidieverlening in het kader van het OKP 2018–022 geldt voor de periode vanaf 1 april tot en met 30 juni 2020 voor subsidieverstrekking voor activiteiten gericht op het verstrekken van beurzen, het aanbieden van trainingen en het verstrekken van institutionele samenwerkingsprojecten een subsidieplafond van € 6.575.000,–. Dit bedrag is als volgt verdeeld over de verschillende soorten subsidies:

  • a. subsidies voor activiteiten gericht op het verstrekken van beurzen voor de volgende soorten opleidingen:

    • 1. Short Courses: € 1.400.000,–, waarvan € 250.000,– beschikbaar is voor activiteiten gericht op het geven van Short Courses aan kandidaten wonend en werkzaam in Jordanië, Libanon, Egypte, Palestijnse Gebieden, Burkina Faso, Ethiopië, Mali of Niger, voor zover er voldoende hierop gerichte aanvragen zijn die voldoen aan de maatstaven die in de bijlage bij dit besluit zijn neergelegd.

    • 2. Masters: € 1.050.000,–, waarvan € 120.000,– beschikbaar is voor activiteiten gericht op het geven van Masters aan kandidaten wonend en werkzaam in Jordanië, Libanon, Egypte, Palestijnse Gebieden, Burkina Faso, Ethiopië, Mali of Niger, voor zover er voldoende hierop gerichte aanvragen zijn die voldoen aan de maatstaven die in de bijlage bij dit besluit zijn neergelegd.

    Hierbij geldt dat indien middelen resteren van de middelen die beschikbaar zijn voor subsidieverstrekking voor het verstrekken van beurzen voor één van beide soorten opleidingen, genoemd onder 1. en 2., deze middelen beschikbaar zijn voor subsidieverstrekking voor het verstrekken van beurzen voor de andere soort opleiding.

  • b. subsidies voor activiteiten gericht op het aanbieden van Tailor-Made trainingen Plus:

    € 3.025.000,–, welk bedrag als volgt is verdeeld over 9 openstellingen:

    • 1. één openstelling van € 125.000,– voor activiteiten in Tunesië

    • 2. één openstelling van € 200.000,– voor activiteiten in Tanzania;

    • 3. één openstelling van € 300.000,– voor activiteiten in Tunesië;

    • 4. één openstelling van € 400.000,– voor activiteiten in Benin;

    • 5. twee openstellingen van elk € 400.000,– voor activiteiten in Indonesië;

    • 6. één openstelling van € 400.000,– voor activiteiten in Nigeria;

    • 7. twee openstellingen van elk € 400.000,– voor activiteiten in de Sahel-landen.

  • c. subsidies voor activiteiten gericht op het verstrekken van institutionele samenwerkingsprojecten in Jordanië: € 1.100.000,–.

Artikel 2

  • 1. De landenlijst in de Annex bij de bijlage bij het Besluit van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 8 maart 2018, nr. minbuza-2018.385214, tot vaststelling van een subsidieplafond en beleidsregels voor subsidiëring op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 (Orange Knowledge Programme 2018–2022)1 wordt vervangen door de volgende landenlijst:

    Annex Landenlijst Orange Knowledge Programme (OKP)

    Categorie A

    Categorie B

    Categorie C

    Bangladesh

    Afghanistan

    Albanië

    Benin

    Burkina Faso

    Armenië

    Burundi

    DR Congo

    Bhutan

    Colombia

    Guinea

    Bolivia

    Egypte

    Guatemala

    Cambodja

    Ethiopië

    Jemen

    Cuba

    Ghana

    Libanon

    Filipijnen

    Indonesië1

    Liberia

    Georgië

    Irak

    Niger

    Macedonië

    Jordanië

    Nigeria

    Nepal

    Kenia

    Senegal

    Nicaragua

    Mali

    Sierra Leone

    Pakistan

    Mozambique

    Soedan

    Peru

    Myanmar

    Somalië

    Sri Lanka

    Oeganda

    Zuid Soedan

    Suriname

    Palestijnse Gebieden

    Zambia

    Thailand

    Rwanda

     

    Zimbabwe

    Tanzania

       

    Tunesië

       

    Vietnam

       

    Zuid-Afrika

       
    X Noot
    1

    Met uitzondering van activiteiten gericht op het verstrekken van individuele beurzen in Indonesië; deze komen niet in aanmerking voor subsidie.

  • 2. Voor subsidieverlening in de periode bedoeld in artikel 1 geldt dat activiteiten gericht op het verstrekken van beurzen voor opleidingen als bedoeld in artikel 1 in Irak niet in aanmerking komen voor subsidie.

Artikel 3

Voor de openstellingen genoemd in artikel 1, onder a tot en met c, worden op www.nuffic.nl nadere beleidsregels bekend gemaakt.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 juli 2020, met dien verstande dat het van toepassing blijft op subsidies die voor die datum zijn verleend.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, namens deze, de Directeur-Generaal Internationale Samenwerking, K. van der Heijden

Naar boven