TOELICHTING
Algemeen
De Tijdelijke subsidieregeling ontwikkeladvies vijfenveertigplussers kent een subsidieplafond.
Er is voor ontwikkeladviestrajecten voor werkenden € 15 miljoen beschikbaar, dat ruimte
geeft voor 25.000 ontwikkeladviezen. Daarnaast is er € 2 miljoen beschikbaar voor
trainingstrajecten ontwikkeladvies voor leidinggevenden van werkenden. Een ontwikkeladviestraject
begint met de registratie van een nieuw traject en wordt, nadat het werk gedaan is
en het advies is uitgebracht, afgesloten met een declaratie. Niet elke registratie
leidt ook tot een declaratie. Soms gaat het traject alsnog niet door, of haakt de
deelnemer tussentijds af. Gezien de geringe hoogte van het subsidiebedrag is het volgens
de geldende regels niet mogelijk om de subsidie vooraf te verstrekken; deze wordt
achteraf betaald, na declaratie. De loopbaanadviseur die een traject wil starten,
moet daarom zelf bepalen of het nog zin heeft om een nieuw traject om te starten.
Dat neemt niet weg dat het risico dat de loopbaanadviseur wel een ontwikkeladviestraject
afrondt, maar daar geen vergoeding voor kan krijgen vanwege einde budget, bestaat.
Daarom is de loopbaanadviseur die een registratie doet, er meermaals op gewezen dat
er een subsidieplafond geldt, dat registratie geen garantie biedt op een declaratie
en dat op de site van Uitvoering van Beleid (UvB) informatie gevonden kan worden over
de stand van zaken inzake het subsidieplafond. De loopbaanadviseur kan daarmee zelf een inschatting maken of het zinvol is om een nieuw traject
te starten.
Daarnaast zijn vanaf half november nadrukkelijke waarschuwingen op de websites van
UvB en Regioplan geplaatst, om potentiële deelnemers te waarschuwen voor een mogelijk
financieel risico.
Aanleiding wijziging
De mogelijkheid om declaraties in te dienen, bestond tot 10 januari 2020. Na sluiting
van de declaratieperiode blijkt dat er ruim 25.800 declaraties zijn ingediend, die
mogelijk voor vergoeding in aanmerking komen. Ondanks dat nog niet exact bekend is
hoeveel van deze declaraties exact voor honorering in aanmerking komen, is wel duidelijk
dat dat er méér dan 25.000 zullen zijn. Als het subsidieplafond is bereikt, moeten
de overtollige declaraties worden afgewezen.
Tegelijkertijd is, na het sluiten van de declaratieperiode, duidelijk geworden dat
van het beschikbare budget van € 2 miljoen voor training leidinggevenden een bedrag
van ongeveer € 1,4 miljoen is overgebleven. Dat bedrag zal niet worden gebruikt.
Met de voorgestelde wijziging worden de subsidieplafonds voor adviezen en trainingen
samengevoegd. Dat betekent dat het overschot aan budget voor trainingen leidinggevenden
gebruikt kan worden voor de subsidie voor ontwikkeladviezen. Dat betekent dat er daarmee
ruimte komt om de resterende declaraties ontwikkeladvies alsnog te voldoen.
Artikelsgewijs
Artikel I, onderdeel 1
In artikel 4 wordt het subsidieplafond geregeld. In totaal was er € 15.000.000 beschikbaar
voor ontwikkeladviestrajecten als bedoeld in artikel 2 onderdeel a. Dit bedrag wordt
door de aanvulling van het bedrag dat beschikbaar was voor trainingstrajecten ontwikkeladvies
voor leidinggevenden als bedoeld in artikel 2, onderdeel b verhoogd naar € 17.000.000.
Het bedrag van € 17.000.000 wordt gereserveerd voor zowel de ontwikkeladviestrajecten
voor werkenden zoals bedoeld in artikel 2, onderdeel a, als de trainingstrajecten
ontwikkeladvies voor leidinggevenden van werkenden als bedoeld in artikel 2, onderdeel
b.
Artikel I, onderdeel 2
Het resterende bedrag van € 2.500.000 wordt, vanwege de verhoging van het subsidieplafond
in het eerste lid, eveneens met € 2.000.000 verhoogd.
Artikel I, onderdeel 3
Artikel 4, vierde lid, vervalt. Het vierde lid bepaalt dat voor subsidies op grond
van artikel 2, onderdeel b, € 2.000.000 beschikbaar is. Deze € 2.000.000 is beschikbaar
voor trainingstrajecten ontwikkeladvies voor leidinggevenden van werkenden. Omdat
het restant van dit bedrag wordt samengevoegd met het bedrag dat eerder was gereserveerd
voor ontwikkeladviestrajecten voor werkenden, die zijn uitgevoerd op de wijze beschreven
in bijlage 1, vervalt dit artikel.
Artikel II
De regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van publicatie daarvan
in de Staatscourant. Daarmee wordt afgeweken van de voorgeschreven vaste verandermomenten
en minimuminvoeringstermijn. De reden dat deze regeling niet op een vast verandermoment
in werking kan treden is dat de subsidieaanvragen tot 10 januari 2020, 17.00 uur konden
worden ingediend, en op die datum pas definitief vastgesteld kon worden hoeveel registraties
en declaraties er in de afgelopen periode zijn ingediend. Naar aanleiding van die
resultaten is besloten voor deze wijziging. Daarbij geeft de snellere inwerkingtreding
van de wijziging snel duidelijkheid over de al ingediende declaraties en ontvangt
de loopbaanadviseur, die het werk al gedaan heeft, eerder een vergoeding.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
W. Koolmees