Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 10 maart 2020, 2019-0000159962, tot wijziging van de Tijdelijke subsidieregeling ontwikkeladvies vijfenveertigplussers in verband met aanpassing van het subsidieplafond

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 3, eerste lid, van de Kaderwet SZW-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 4 van de Tijdelijke subsidieregeling ontwikkeladvies vijfenveertigplussers wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. Voor subsidies op grond van artikel 2 is in totaal € 17.000.000 beschikbaar.

2. In het tweede en derde lid wordt ‘€ 2.500.000’ vervangen door ‘€ 4.500.000’.

3. Het vierde lid vervalt.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 10 maart 2020

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees

TOELICHTING

Algemeen

De Tijdelijke subsidieregeling ontwikkeladvies vijfenveertigplussers kent een subsidieplafond. Er is voor ontwikkeladviestrajecten voor werkenden € 15 miljoen beschikbaar, dat ruimte geeft voor 25.000 ontwikkeladviezen. Daarnaast is er € 2 miljoen beschikbaar voor trainingstrajecten ontwikkeladvies voor leidinggevenden van werkenden. Een ontwikkeladviestraject begint met de registratie van een nieuw traject en wordt, nadat het werk gedaan is en het advies is uitgebracht, afgesloten met een declaratie. Niet elke registratie leidt ook tot een declaratie. Soms gaat het traject alsnog niet door, of haakt de deelnemer tussentijds af. Gezien de geringe hoogte van het subsidiebedrag is het volgens de geldende regels niet mogelijk om de subsidie vooraf te verstrekken; deze wordt achteraf betaald, na declaratie. De loopbaanadviseur die een traject wil starten, moet daarom zelf bepalen of het nog zin heeft om een nieuw traject om te starten.

Dat neemt niet weg dat het risico dat de loopbaanadviseur wel een ontwikkeladviestraject afrondt, maar daar geen vergoeding voor kan krijgen vanwege einde budget, bestaat. Daarom is de loopbaanadviseur die een registratie doet, er meermaals op gewezen dat er een subsidieplafond geldt, dat registratie geen garantie biedt op een declaratie en dat op de site van Uitvoering van Beleid (UvB) informatie gevonden kan worden over de stand van zaken inzake het subsidieplafond. De loopbaanadviseur kan daarmee zelf een inschatting maken of het zinvol is om een nieuw traject te starten.

Daarnaast zijn vanaf half november nadrukkelijke waarschuwingen op de websites van UvB en Regioplan geplaatst, om potentiële deelnemers te waarschuwen voor een mogelijk financieel risico.

Aanleiding wijziging

De mogelijkheid om declaraties in te dienen, bestond tot 10 januari 2020. Na sluiting van de declaratieperiode blijkt dat er ruim 25.800 declaraties zijn ingediend, die mogelijk voor vergoeding in aanmerking komen. Ondanks dat nog niet exact bekend is hoeveel van deze declaraties exact voor honorering in aanmerking komen, is wel duidelijk dat dat er méér dan 25.000 zullen zijn. Als het subsidieplafond is bereikt, moeten de overtollige declaraties worden afgewezen.

Tegelijkertijd is, na het sluiten van de declaratieperiode, duidelijk geworden dat van het beschikbare budget van € 2 miljoen voor training leidinggevenden een bedrag van ongeveer € 1,4 miljoen is overgebleven. Dat bedrag zal niet worden gebruikt.

Met de voorgestelde wijziging worden de subsidieplafonds voor adviezen en trainingen samengevoegd. Dat betekent dat het overschot aan budget voor trainingen leidinggevenden gebruikt kan worden voor de subsidie voor ontwikkeladviezen. Dat betekent dat er daarmee ruimte komt om de resterende declaraties ontwikkeladvies alsnog te voldoen.

Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel 1

In artikel 4 wordt het subsidieplafond geregeld. In totaal was er € 15.000.000 beschikbaar voor ontwikkeladviestrajecten als bedoeld in artikel 2 onderdeel a. Dit bedrag wordt door de aanvulling van het bedrag dat beschikbaar was voor trainingstrajecten ontwikkeladvies voor leidinggevenden als bedoeld in artikel 2, onderdeel b verhoogd naar € 17.000.000. Het bedrag van € 17.000.000 wordt gereserveerd voor zowel de ontwikkeladviestrajecten voor werkenden zoals bedoeld in artikel 2, onderdeel a, als de trainingstrajecten ontwikkeladvies voor leidinggevenden van werkenden als bedoeld in artikel 2, onderdeel b.

Artikel I, onderdeel 2

Het resterende bedrag van € 2.500.000 wordt, vanwege de verhoging van het subsidieplafond in het eerste lid, eveneens met € 2.000.000 verhoogd.

Artikel I, onderdeel 3

Artikel 4, vierde lid, vervalt. Het vierde lid bepaalt dat voor subsidies op grond van artikel 2, onderdeel b, € 2.000.000 beschikbaar is. Deze € 2.000.000 is beschikbaar voor trainingstrajecten ontwikkeladvies voor leidinggevenden van werkenden. Omdat het restant van dit bedrag wordt samengevoegd met het bedrag dat eerder was gereserveerd voor ontwikkeladviestrajecten voor werkenden, die zijn uitgevoerd op de wijze beschreven in bijlage 1, vervalt dit artikel.

Artikel II

De regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van publicatie daarvan in de Staatscourant. Daarmee wordt afgeweken van de voorgeschreven vaste verandermomenten en minimuminvoeringstermijn. De reden dat deze regeling niet op een vast verandermoment in werking kan treden is dat de subsidieaanvragen tot 10 januari 2020, 17.00 uur konden worden ingediend, en op die datum pas definitief vastgesteld kon worden hoeveel registraties en declaraties er in de afgelopen periode zijn ingediend. Naar aanleiding van die resultaten is besloten voor deze wijziging. Daarbij geeft de snellere inwerkingtreding van de wijziging snel duidelijkheid over de al ingediende declaraties en ontvangt de loopbaanadviseur, die het werk al gedaan heeft, eerder een vergoeding.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees

Naar boven