Verkeersbesluit afsluiting fietspad N214

Logo Zuid-Holland

PZH-2020-729090628 / DOS-2020-0000894

Inleiding

In opdracht van Rijkswaterstaat wordt de aansluiting van de N3 en de N214 op de A15 bij Papendrecht aangepast voor een betere doorstroming. Om de benodigde kabels en leidingen te kunnen verleggen, voorbelasting aan te brengen en daarna de nieuwe infrastructuur te realiseren, dient de fietsoversteek bij de rotonde Veerweg te worden afgesloten voor het fietsverkeer. Het fietsverkeer wordt omgeleid via het Wilgenpad. Tevens dient het noordelijke fietspad dat langs de N214 loopt tussen de rotonde met de Peilmolenweg en de rotonde met de Veerweg te worden afgesloten voor fietsers. Dit fietsverkeer wordt via het tegenoverliggende tweerichtingsfietspad omgeleid. De werkzaamheden zijn gepland van 12-03-2020 07:00 uur tot en met 31-07-2021 18:00 uur.

Bevoegdheid

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland hebben de bevoegdheid om op grond van artikel 18, eerste lid, sub b van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW) en artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) verkeersbesluiten te nemen voor wegen die bij haar in beheer zijn. Krachtens het ambtelijk mandaatbesluit voor de provinciale organisatie 2020, het ondermandaatbesluit secretaris 2020 en het ondermandaatbesluit directeur Dienst Beheer Infrastructuur 2020, is deze bevoegdheid door Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland gemandateerd aan het hoofd van de eenheid Advies Beheer Assets.

Overwegingen ten aanzien van het besluit

Krachtens artikel 15, eerste lid, van de WVW dient er een verkeersbesluit te worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het BABW inzake het wegverkeer opgenomen verkeerstekens, evenals voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd. Daarnaast moet een verkeersbesluit worden genomen krachtens artikel 15, tweede lid, van de WVW voor maatregelen op of aan de weg tot wijziging van de inrichting van de weg of tot het aanbrengen of verwijderen van voorzieningen ter regeling van het verkeer, indien de maatregelen leiden tot een beperking of uitbreiding van het aantal categorieën weggebruikers dat van een weg of weggedeelte gebruik kan maken.

Op grond van het bepaalde in artikel 37 van het BABW moet een verkeersbesluit worden genomen voor de in artikel 34 van het BABW bedoelde tijdelijke plaatsing van verkeerstekens en het uitvoeren van tijdelijke maatregelen, indien de omstandigheden die tot de tijdelijke plaatsing of tijdelijke maatregelen leiden van langere duur zijn dan vier maanden, dan wel zich regelmatig voordoen.

Motivering

Uit het oogpunt van:

  • het verzekeren van de veiligheid op de weg;

  • het beschermen van weggebruikers en passagiers;

  • het instandhouden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

  • het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer;

is het gewenst om het fietspad tussen de Veerweg en Pijlmolenkade af te sluiten en ter hoogte van de rotonde met de Veerweg een snelheidsbeperking in te stellen.

Belangenafweging

Om de benodigde kabels en leidingen te kunnen verleggen en om genoeg veilige werkruimte te creëren dient de noordelijke fietsoversteek bij de rotonde N214 – Veerweg en het noordelijke (brom)fietspad naast de N214 worden afgesloten. Er is een verkeersmaatregelenplan opgesteld met daarin een omleidingsroute voor het (brom)fietsverkeer om de omrijbeweging zoveel mogelijk beperkt te houden.

Verder is het voor de uitvoering van de werkzaamheden het noodzakelijk dat er naast de N214 barriers worden geplaatst op korte afstand naast de weg. Om de verkeersveiligheid te waarborgen wordt een snelheidsbeperking ingesteld tot 50 km/h tussen de aansluiting met de A15 en hectometer 1.9. Ten westen van de rotonde N214 – Veerweg wordt op de Veerweg een snelheidsbeperking tot 30 km/h ingesteld.

Overleg

Overeenkomstig artikel 24 van het BABW is er overleg gepleegd met de korpschef. Deze heeft ingestemd met de maatregelen.

Besluit

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, gelet op het voorgaande, besluiten voor de periode van 12-03-2020 tot met het einde van de werkzaamheden (gepland op 31-07-2021):

  • 1.

    Alle eerder genomen verkeersbesluiten in te trekken die strijdig of gelijk zijn met de hieronder beschreven verkeersmaatregelen die betrekking hebben op het instellen c.q. aanwijzen van verkeersmaatregelen aan desbetreffende wegen of weggedeelten opgenomen in dit besluit;

  • 2.

    Voor het in de gemeente Molenlanden buiten de bebouwde kom gelegen fietspad aan de noordzijde van de provinciale weg N214 tussen Veerweg en Pijlmolenweg de volgende verkeersmaatregelen vast te stellen overeenkomstig bijgaande tekeningen met tekeningnummer 40018023-107:

    • a.

      Door plaatsing van borden C1 uit bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV) de het fietspad aan de noordzijde van de N214 gesloten te verklaren voor fietsverkeer in beide richtingen;

  • 3.

    Voor het in de gemeente Molenlanden buiten de bebouwde kom gelegen gedeelte van de provinciale weg N214 tussen de aansluiting met de A15 en hectometer 1.9 de volgende verkeersmaatregelen vast te stellen overeenkomstig bijgaande tekeningen met tekeningnummer 40018023-110:

    • a.

      Door plaatsing van borden A1-50 uit bijlage I van het RVV tussen hectometer 1.9 en de aansluiting met de A15 een snelheidsbeperking tot 50 km/h in te stellen voor verkeer in zuidelijke rijrichting.

    • b.

      Door plaatsing van borden A1-50 uit bijlage I van het RVV tussen de rotonde met de Veerweg en hectometer 1.9 een snelheidsbeperking tot 50 km/h in te stellen voor verkeer in noordelijke rijrichting.

    • c.

      Door plaatsing van borden A1-50 uit bijlage I van het RVV, op circa 50 meter ten westen van de rotonde N214 - Veerweg, een snelheidsbeperking tot 30 km/h in te stellen voor verkeer dat de rotonde vanuit westelijke richting van de rotonde nadert.

  • 4.

    Te bepalen dat dit besluit in werking treedt met ingang van de dag na publicatie in de Staatscourant;

  • 5.

    Dit besluit te publiceren in de Staatscourant.

Bezwaar en beroep

Tegen dit besluit kunnen belanghebbenden ingevolge artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bij ons een gemotiveerd bezwaarschrift indienen. Dit bezwaarschrift moet binnen zes weken na de dag van bekendmaking van dit besluit, onder vermelding van “Awb-Bezwaar” in de linkerbovenhoek van enveloppe en bezwaarschrift. Het bezwaar moet worden gericht aan: Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, t.a.v. het Awb-secretariaat, Postbus 90602, 2509 LP Den Haag.

 

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en het volgende te bevatten:

  • naam en adres van de indiener;

  • dagtekening;

  • omschrijving van het besluit waar tegen het bezwaar is gericht;

  • gronden van het bezwaar.

 

Krachtens artikel 6:16 van de Awb schorst het bezwaar de werking van dit besluit niet. Gelet hierop kan – als tegen dit besluit bezwaar wordt gemaakt – ingevolge artikel 8:81 van de Awb bij de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag, sector Bestuursrecht, Postbus 20302, 2500 EH Den Haag (bezoekadres: Prins Clauslaan 60 te Den Haag), een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening worden ingediend. Voor het verzoek zal griffierecht worden geheven.

Wij verzoeken u een kopie van dit verzoek om een voorlopige voorziening toe te zenden aan: Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, Postbus 90602, 2509 LP Den Haag.

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland

Naar boven