Regeling van de Minister van Justitie en Veiligheid van 3 maart 2020, nr. DGP/ARBVW 2020-282553, tot wijziging van het Besluit algemene rechtspositie politie, het Besluit bezoldiging politie, het Besluit reis-, verblijf- en verhuiskosten politie, de Regeling landelijk sociaal statuut politie en de Regeling maaltijdvergoeding bij overwerk politie, in verband met de jaarlijkse indexering van bedragen aan de prijsontwikkeling

De Minister van Justitie en Veiligheid,

Gelet op de artikelen 54a, vijfde lid, en 55y, tiende lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie, artikel 3bis a, twaalfde lid, en 50a, tweede lid, van het Besluit bezoldiging politie, artikel 38, eerste en tweede lid, van het Besluit reis-, verblijf- en verhuiskosten politie, artikel 20d, eerste lid, onderdeel b, van de Regeling landelijk sociaal statuut politie en artikel 2, vijfde lid, van de Regeling maaltijdvergoeding bij overwerk politie;

Besluit:

ARTIKEL I

Het Besluit algemene rechtspositie politie wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 54a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 166.440’ vervangen door ‘€ 170.605’.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 83.225’ vervangen door ‘€ 85.310’.

B

Artikel 55y wordt als volgt gewijzigd:

1. In het derde lid wordt ‘€ 81.000’ vervangen door ‘€ 83.000’.

2. In het derde en achtste lid wordt ‘€ 55.000’ vervangen door ‘€ 56.000’.

3. In het derde en achtste lid wordt ‘€ 27.000’ vervangen door ‘€ 28.000’.

ARTIKEL II

Het Besluit bezoldiging politie wordt als volgt gewijzigd:

In bijlage IV bij artikel 3bis a, derde lid, wordt in de aanhef ‘01-01-2017’ vervangen door ‘01-01-2020’, ‘€ 882,00’ vervangen door ‘€ 897,00’ en ‘€ 986,17’ vervangen door ‘€ 1.002,94’.

ARTIKEL III

Het Besluit reis-, verblijf- en verhuiskosten politie wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 13, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt ‘€ 15,12’ vervangen door ‘€ 15,68’.

2. In onderdeel b wordt ‘€ 15,67’ vervangen door ‘€ 16,36’.

3. In onderdeel c wordt ‘€ 23,71’ vervangen door ‘€ 24,75’.

4. In onderdeel d wordt ‘€ 103,72’ vervangen door ‘€ 104,76’.

5. In onderdeel e wordt ‘€ 10,13’ vervangen door ‘€ 10,23’.

B

In artikel 14, eerste lid, wordt ‘€ 103,72’ vervangen door ‘€ 104,76’.

C

In artikel 14a, eerste lid, wordt ‘€ 428,71’ vervangen door ‘€ 433,00’.

ARTIKEL IV

In artikel 20d, eerste lid, onderdeel b, van de Regeling landelijk sociaal statuut politie wordt ‘€ 81.000’ telkens vervangen door ‘€ 83.000’.

ARTIKEL V

In artikel 2, vierde lid, van de Regeling maaltijdvergoeding bij overwerk politie wordt ‘€ 15,67’ vervangen door ‘€ 16,36’ en wordt ‘€ 23,71’ vervangen door ‘€ 24,75’.

ARTIKEL VI

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2020.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

TOELICHTING

ARTIKEL I, ONDERDEEL A

Op basis van artikel 54a, vijfde lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie, worden de bedragen genoemd in het eerste en tweede lid van dat artikel per 1 januari van elk kalenderjaar bij ministeriële regeling gewijzigd overeenkomstig de consumentenprijsindex (CPI) die door het Centraal Bureau voor de Statistiek periodiek wordt vastgesteld en gepubliceerd. De gewijzigde bedragen eindigen op nul of vijf euro door afronding.

De in artikel 54a, eerste en tweede lid, genoemde maximumbedragen worden per 1 januari 2020 gewijzigd met het procentuele verschil tussen de prijsindex van de meest recent beschikbare CPI van het jaar 2019 en de CPI over dezelfde maand in het jaar 2018. De maximumbedragen worden daarom verhoogd met het indexcijfer dat is berekend op basis van het verschil tussen de CPI van oktober 2019 en die van oktober 2018. De uitkomst hiervan (1.025) wordt vermenigvuldigd met de voornoemde bedragen en vervolgens worden de bedragen afgerond op nul of op vijf euro. Dat betekent dat de bedragen van € 166.440 respectievelijk € 83.225 vervangen worden door € 170.605 respectievelijk € 85.310.

ARTIKEL I, ONDERDEEL B en ARTIKEL IV

Artikel 55y van het Besluit algemene rechtspositie politie bepaalt dat de in het derde en achtste lid genoemde bedragen per 1 januari van elk kalenderjaar worden geïndexeerd, overeenkomstig de contractlonen zoals deze voor het betrokken jaar blijkens bekendmaking in de Macro-Economische Verkenningen (MEV) in het voorafgaande jaar is geraamd. Hierbij wordt rekenkundig afgerond naar het naaste veelvoud van € 1.000. De ontwikkeling van de contractlonen wordt voor 2020 blijkens de MEV geraamd op 2,50%.

  • Het bedrag van € 81.000 resulteert na verhoging met 2,50% in een bedrag van € 83.025. Dit bedrag wordt rekenkundig afgerond op: € 83.000.

  • Het bedrag van € 55.000 resulteert na verhoging met 2,50% in een bedrag van € 56.376. Dit bedrag wordt rekenkundig afgerond op: € 56.000.

  • Het bedrag van € 27.000 resulteert na verhoging met 2,50% in een bedrag van € 27.675. Dit bedrag wordt rekenkundig afgerond op: € 28.000.

Ook het bedrag van € 81.000 in artikel 20d, eerste lid, onderdeel b, van de Regeling landelijk sociaal statuut politie wordt op dezelfde wijze verhoogd en bedraagt na wijziging € 83.000.

ARTIKEL II

Met deze regeling worden de bedragen genoemd in bijlage IV van het Besluit bezoldiging politie, aangepast conform artikel 17, tweede lid, van het Besluit studiefinanciering 2000. Hiermee wordt uitvoering gegeven aan het bepaalde in artikel 3bis a, twaalfde lid, van het Besluit bezoldiging politie. De nieuwe bedragen per januari 2020 worden overeenkomstig de CPI met 1,70% verhoogd en zijn als volgt:

  • Opleidingsniveau 2, 3 en 4: € 897,00 (was: € 882,00)

  • Opleidingsniveau 5 en 6: € 1.002,94 (was: € 986,17)

ARTIKEL III

Artikel 38, eerste lid, van het Besluit reis-, verblijf- en verhuiskosten politie bepaalt dat de bedragen, genoemd in de artikelen 13, tweede lid, 14, eerste lid, en 14a, eerste lid, per 1 januari van elk kalenderjaar bij ministeriele regeling worden gewijzigd, overeenkomstig de door het Centraal Bureau voor de Statistiek vastgestelde geschoonde consumentenprijsindex voor restaurants en accommodaties.

De vergoedingsbedragen bij dienstreizen voor logies, ontbijt, lunch, diner, kleine uitgaven overdag en kleine uitgaven ’s avonds worden jaarlijks met ingang van 1 januari aangepast aan de ontwikkeling van de relevante onderdelen van de consumentenprijzen:

  • De bedragen voor de vergoeding van kleine uitgaven overdag is per 1 januari 2020 vervallen. De maximale vergoeding in verblijfkosten zal voortaan uit vijf in plaats van zes componenten bestaan: de dagcomponent voor kleine uitgave overdag ten belope van € 5,07 is vervallen (Staatsblad 2019, 594). De kleine uitgaven ’s avonds worden geïndexeerd met de gewogen gemiddelde wijziging van het totaal van de componenten ontbijt, lunch en diner. Dit betreft 3,70%.

  • De bedragen voor lunch en diner worden geïndexeerd met de gewogen gemiddelde ontwikkeling van de consumentenprijsindexen voor ‘restaurants’, ‘fastfood en afhaalservice’ en ‘café’s’ in de periode oktober 2018 tot oktober 2019. Dit betreft 4,40%.

  • De bedragen voor logies en ontbijt worden geïndexeerd met de ontwikkeling van de consumentenprijsindex voor accommodaties in de periode oktober 2018 tot oktober 2019. Dit betreft 1,00%.

  • Het maximumbedrag per maand voor de vergoeding van kosten voor tijdelijke huisvesting wordt geïndexeerd met de afgeleide consumentenprijsindex voor ‘accommodaties’ in de periode oktober 2018 tot oktober 2019. Dit betreft 1,00%.

De vergoedingen voor verblijfkosten tijdens dienstreizen worden aldus aangepast met ingang van 1 januari 2020:

  • het bedrag voor kleine uitgaven overdag: € 5,26 (was € 5,07).

  • het bedrag voor kleine uitgaven ‘s avonds: € 15,68 (was € 15,12).

  • het bedrag voor een lunch: € 16,36 (was € 15,67).

  • het bedrag voor een avondmaaltijd: € 24,75 (was € 23,71).

  • het bedrag voor logies: € 104,76 (was € 103,72).

  • het bedrag voor een ontbijt: € 10,23 (was € 10,13).

  • het bedrag voor tijdelijke huisvesting: € 433,00 (was 428,71).

ARTIKEL V

Artikel 2, vijfde lid, van de Regeling maaltijdvergoeding bij overwerk politie schrijft voor dat de tarieven genoemd in artikel 2, vierde lid, per 1 januari van elk kalenderjaar worden gewijzigd, overeenkomstig de door het Centraal Bureau voor de Statistiek geschoonde consumentenprijsindex voor restaurants en accommodaties. De bedragen voor lunch en diner zijn geïndexeerd met de gemiddelde wijziging van de afgeleide consumentenprijsindexen voor ‘restaurants en cafés en ‘fastfood en afhaalservice’ en betreft 4,40%.

De vergoedingen voor lunch en diner worden aldus aangepast met ingang van 1 januari 2020:

  • het maximale bedrag voor een lunch: € 16,36 (was € 15,67).

  • het maximale bedrag voor een avondmaaltijd: € 24,75 (was € 23,71).

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

Naar boven