Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 3 maart 2020, kenmerk 1649720-201966-PG, houdende wijziging van de Subsidieregeling publieke gezondheid in verband met vaccinatie tegen de pneumokokkenziekte en enkele overige aanpassingen

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 3 en 5 van de Kaderwet VWS-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling publieke gezondheid wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 63, eerste lid, vervalt de zinsnede ‘1 mei 2018 tot en met 30 april 2019 en in het boekjaar van’.

B

Artikel 65 komt te luiden:

Artikel 65

In afwijking van artikel 23 bedraagt het totaal van de in artikel 23, eerste lid, bedoelde reservering van de overschotten van de instellingssubsidies, bedoeld in artikel 60 en 67a, ten hoogste € 275.000.

C

In hoofdstuk II wordt na paragraaf 5 een paragraaf ingevoegd, luidende:

§5a. Vaccinatie tegen pneumokokken

Artikel 67a

Voor de uitvoering van de vaccinatie tegen de pneumokokkenziekte kan de minister een instellingssubsidie verstrekken aan de Stichting Nationaal Programma Grieppreventie te Utrecht.

Artikel 67b

De subsidie, bedoeld in artikel 67a, wordt verstrekt voor vaccinaties tegen de pneumokokkenziekte die in de periode van 1 mei van enig jaar tot en met 30 april van het daaropvolgende jaar worden toegediend door:

  • a. huisartsen aan personen van 60, 65, 70 en 75 jaar;

  • b. artsen aan personen als bedoeld onder a die verblijven in een instelling als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder f, van de Wet toelating zorginstellingen.

Artikel 67c

In afwijking van artikel 19, eerste lid, loopt het boekjaar voor de instellingssubsidie, bedoeld in artikel 67a, van 1 mei van enig jaar tot en met 30 april van het daaropvolgende jaar.

Artikel 67d
  • 1. Met ingang van het boekjaar van 1 mei 2020 tot en met 30 april 2021 bestaat de subsidie, bedoeld in artikel 67a, uit het bedrag dat wordt berekend overeenkomstig de volgende formule:

    Qt x Pt + U

    waarbij wordt verstaan onder:

    • Qt. het aantal toegediende vaccins, bedoeld in artikel 67b, dat in het boekjaar waarvoor de subsidie wordt verstrekt in het kader van de vaccinatie tegen de pneumokokkenziekte;

    • Pt. een bedrag van € 21;

    • U. het verschil tussen de overige baten en lasten van de uitvoering van de vaccinatie tegen pneumokokken, voor zover opgenomen in een door de minister goedgekeurde begroting, tot ten hoogste € 280.000.

  • 2. Bij het aantal toegediende vaccins, bedoeld in het eerste lid, onder Qt, wordt de volgende spillage toegestaan:

    • a. voor huisartsen maximaal 5% van het aantal bestelde vaccins;

    • b. voor zorginstellingen 5% tot maximaal 30% van het aantal bestelde vaccins, afhankelijk van de grootte van de desbetreffende instellingen.

Artikel 67e
  • 1. In aanvulling op het subsidiebedrag, bedoeld in artikel 67d, komen in het boekjaar van 1 mei 2020 tot en met 30 april 2021 ook de materiële kosten van het borgen van de koelkwaliteit en extra koelcapaciteit voor de vaccins, bedoeld in artikel 67b, eenmalig voor subsidie in aanmerking, overeenkomstig de volgende formule:

    Qk x Pk

    waarbij wordt verstaan onder:

    • Qk. het aantal koelkasten ten behoeve waarvan in het boekjaar van 1 mei 2020 tot en met 30 april 2021 aanvullende subsidie wordt aangevraagd, in het kader van de vaccinatie tegen de pneumokokkenziekte;

    • Pk. een bedrag van ten hoogste € 300.

  • 2. Het subsidieplafond voor de aanvullende subsidie, bedoeld in het eerste lid, bedraagt voor het boekjaar van 1 mei 2020 tot en met 30 april 2021 € 600.000.

  • 3. Het uit hoofde van het plafond beschikbare bedrag wordt naar rato verdeeld indien het totaal aangevraagde bedrag het plafond overschrijdt.

Artikel 67f

Bij de verlening van de subsidie, bedoeld in artikel 67a, kan de minister verplichtingen opleggen met betrekking tot de kwaliteit van de vaccinatie tegen de pneumokokkenziekte.

Artikel 67g

In afwijking van artikel 23 bedraagt het totaal van de in artikel 23, eerste lid, bedoelde reservering van de overschotten van de instellingssubsidies, bedoeld in artikel 60 en 67a, ten hoogste € 275.000.

Artikel 67h

De stichting, genoemd in artikel 67a, draagt er zorg voor dat huisartsen, bedoeld in artikel 67b, de gevaccineerden registreren en deze registratie gedurende ten minste twintig jaren bewaren.

Artikel 67i

De stichting, genoemd in artikel 67a:

  • a. verleent medewerking aan de publieksvoorlichting over de vaccinatie tegen de pneumokokkenziekte en aan de evaluatie hiervan, die door de minister of door andere organisaties in opdracht van de minister worden uitgevoerd;

  • b. draagt er zorg voor dat huisartsen die deelnemen aan de uitvoering van de vaccinatie tegen de pneumokokkenziekte, zich verplichten hun medewerking te verlenen aan de evaluatie bedoeld onder a.

D

In artikel 71, in de aanhef, vervalt de zinsnede ‘2019 en’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 mei 2020.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, P. Blokhuis

TOELICHTING

De onderhavige regeling strekt tot wijziging van de Subsidieregeling publieke gezondheid (hierna: de Subsidieregeling). De Subsidieregeling is vooral gewijzigd in verband met de subsidiëring van de vaccinatie tegen de pneumokokkenziekte voor de vaccinatiecampagnes voor 2020–2021 en 2021–2022 en daarnaast in verband met enkele overige aanpassingen.

Als gevolg van deze wijziging ontvangt de Stichting Nationaal Programma Grieppreventie (hierna: SNPG) ook subsidie van de Minister van VWS voor de vaccinaties die vooral de huisartsen, maar ook artsen in zorginstellingen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder f, van de Wet toelating zorginstellingen gedurende deze campagnes geven aan personen van 60, 65, 70 en 75 jaar.

Deze vaccinatiecampagne start jaarlijks in oktober en loopt door tot en met april van het daaropvolgende jaar. In artikel 67b wordt vermeld welke patiënten jaarlijks in aanmerking komen voor een gesubsidieerde vaccinatie tegen de pneumokokkenziekte door de huisarts, namelijk alle personen van 60, 65, 70 en 75 jaar.

Artikel 67d, eerste lid, bepaalt de formule op basis waarvan het subsidiebedrag voor de SNPG wordt berekend. De subsidie bestaat uit een vast bedrag per toegediend vaccin en een bedrag voor de overige kosten van de uitvoering van de vaccinatiecampagne.

Het vast bedrag per toegediend vaccin bedraagt € 21 en bestaat uit € 20 voor de kosten van het vaccin en € 1 voor aanloopkosten. De aanloopkosten zijn tijdelijk en houden verband met de extra kosten die gemoeid gaan met de start van de pneumokokkenvaccinatiecampagne. Het tarief per toegediend vaccin wordt voor de periode 2020-2023 niet geïndexeerd. Het bedrag voor de overige kosten van de uitvoering van de vaccinatiecampagne bedraagt hoogstens € 280.000. Het gaat daarbij om bureau- en administratiekosten van de SNPG.

Artikel 67d, tweede lid, bepaalt welke spillage van vaccins is toegestaan. Bij huisartsen gaat het om maximaal 5% van het aantal bestelde vaccins. In geval van zorginstellingen gaat het om 5% tot maximaal 30% van het aantal bestelde vaccins, afhankelijk van de grootte van de desbetreffende instellingen.

De benodigde middelen voor de uitvoering van de vaccinatiecampagne 2020-2021 zijn geraamd op basis van de volgende uitgangspunten. Uitgaande van 60% opkomst (470.000 personen) en het bedrag van € 21 per toegediend vaccin, komen de totale kosten van de campagne naar verwachting neer op € 9,8 miljoen.

In aanvulling op het subsidiebedrag, bedoeld in artikel 67d, kan alleen in het boekjaar van 1 mei 2020 tot en met 30 april 2021 een aanvullend subsidiebedrag worden verstrekt voor de materiële kosten van het borgen van de koelkwaliteit en de kosten van extra koelcapaciteit voor de vaccins tegen de pneumokokkenziekte. Slechts een deel van de huisartsen zal een oplossing voor het borgen van de bestaande koelkwaliteit of extra koelcapaciteit nodig hebben. Met het oog op deze specifieke kosten kan de SNPG alleen voor dit boekjaar een aanvullend subsidiebedrag aanvragen. Dit is geregeld in artikel 67e.

Voor deze aanvullende subsidie geldt een subsidieplafond: er is maximaal € 600.000 beschikbaar. Het aanvullende subsidiebedrag wordt berekend op basis van het aantal koelkasten ten behoeve waarvan de SNPG subsidie aanvraagt (Qk). Daarbij kan het gaan om het door huisartsen aanschaffen van een extra koelkast, of om het verbeteren van de kwaliteit van een bestaande koelkast. Het per koelkast te verstrekken bedrag bedraagt hoogstens € 300 (Pk). Als met het totale aantal koelkasten waarvoor SNPG aanvullend subsidie aanvraagt het plafond zou worden overschreden, wordt het beschikbare bedrag van € 600.000 naar rato verdeeld ten behoeve van de desbetreffende koelkasten.

In de artikelen 67c en 67g zijn uitzonderingen op Hoofdstuk I van de Subsidieregeling opgenomen. Het gaat hier om het afwijkende boekjaar en om de hoogte van de maximaal toegestane reservering. In afwijking van artikel 23, eerste lid, bedraagt die reservering van de overschotten van de instellingssubsidies voor de uitvoering van de griepvaccinaties en de vaccinatiecampagne tegen pneumokokken ten hoogste € 275.000. Met het oog hierop is ook artikel 65 aangepast.

De bijzondere registratie- en informatieplicht van de subsidieontvanger is geregeld in de artikelen 67h en 67i. Hierin is ook bepaald dat de subsidieontvanger medewerking moet verlenen aan de publieksvoorlichting en aan de evaluatie van de vaccinatiecampagne die onder verantwoordelijkheid van de staatssecretaris worden verzorgd.

Zoals hiervoor overwogen, worden op grond van de Subsidieregeling de vaccinatiecampagnes tegen de pneumokokkenziekte van 2020–2021 en 2021–2022 gesubsidieerd. De Subsidieregeling vervalt met ingang van 1 januari 2022. Gelet hierop zal de Subsidieregeling tijdig worden geëvalueerd en worden bezien en bekendgemaakt op welke wijze de bekostiging van de vaccinatiecampagne vanaf 2022 zal worden voortgezet.

Deze wijziging van de Subsidieregeling ziet daarnaast op enkele overige aanpassingen. In artikel 63, dat ziet op de subsidiëring van de griepvaccinatiecampagne, is bij een eerdere wijziging abusievelijk bepaald dat het daarbij geïndexeerde tarief ook ziet op de subsidievaststelling voor de vaccinatiecampagne 2018-2019. Dat is echter niet het geval. Met de onderhavige wijziging is dat derhalve gecorrigeerd.

Artikel 65 betreft de hoogte van de maximaal toegestane reservering van SNPG voor de griepvaccinatiecampagne. De maximaal toegestane reservering van SNPG voor de beide vaccinatiecampagnes (griep en de pneumokokkenziekte) bedraagt voortaan in totaal € 275.000. Artikel 65 is daarom aangepast en komt overeen met artikel 67g.

In artikel 71, dat ziet op de subsidiëring van de aanvullende seksuele gezondheidszorg, is bij een eerdere wijziging abusievelijk bepaald dat het daarbij geïndexeerde tarief ook ziet op de subsidievaststelling over 2019. Ook dat is niet het geval. Met de onderhavige wijziging is dat gecorrigeerd.

Deze wijziging van de Subsidieregeling heeft mede betrekking op de komende vaccinatiecampagne tegen de pneumokokkenziekte, die in oktober 2020 aanvangt. SNPG dient ten behoeve daarvan tijdig haar subsidieaanvraag in te dienen. De bestelling van de vaccins moet plaatsvinden in mei–juni 2020.

Gelet hierop wordt deze wijzigingsregeling spoedig bekend gemaakt en treedt zij, in afwijking van de vaste verandermomenten bij regelgeving (VVM), in werking met ingang van 1 mei 2020.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, P. Blokhuis

Naar boven