TOELICHTING
De onderhavige regeling strekt tot wijziging van de Subsidieregeling publieke gezondheid
(hierna: de Subsidieregeling). De Subsidieregeling is vooral gewijzigd in verband
met de subsidiëring van de vaccinatie tegen de pneumokokkenziekte voor de vaccinatiecampagnes
voor 2020–2021 en 2021–2022 en daarnaast in verband met enkele overige aanpassingen.
Als gevolg van deze wijziging ontvangt de Stichting Nationaal Programma Grieppreventie
(hierna: SNPG) ook subsidie van de Minister van VWS voor de vaccinaties die vooral
de huisartsen, maar ook artsen in zorginstellingen als bedoeld in artikel 1, eerste
lid, onder f, van de Wet toelating zorginstellingen gedurende deze campagnes geven
aan personen van 60, 65, 70 en 75 jaar.
Deze vaccinatiecampagne start jaarlijks in oktober en loopt door tot en met april
van het daaropvolgende jaar. In artikel 67b wordt vermeld welke patiënten jaarlijks
in aanmerking komen voor een gesubsidieerde vaccinatie tegen de pneumokokkenziekte
door de huisarts, namelijk alle personen van 60, 65, 70 en 75 jaar.
Artikel 67d, eerste lid, bepaalt de formule op basis waarvan het subsidiebedrag voor
de SNPG wordt berekend. De subsidie bestaat uit een vast bedrag per toegediend vaccin
en een bedrag voor de overige kosten van de uitvoering van de vaccinatiecampagne.
Het vast bedrag per toegediend vaccin bedraagt € 21 en bestaat uit € 20 voor de kosten
van het vaccin en € 1 voor aanloopkosten. De aanloopkosten zijn tijdelijk en houden
verband met de extra kosten die gemoeid gaan met de start van de pneumokokkenvaccinatiecampagne.
Het tarief per toegediend vaccin wordt voor de periode 2020-2023 niet geïndexeerd.
Het bedrag voor de overige kosten van de uitvoering van de vaccinatiecampagne bedraagt
hoogstens € 280.000. Het gaat daarbij om bureau- en administratiekosten van de SNPG.
Artikel 67d, tweede lid, bepaalt welke spillage van vaccins is toegestaan. Bij huisartsen
gaat het om maximaal 5% van het aantal bestelde vaccins. In geval van zorginstellingen
gaat het om 5% tot maximaal 30% van het aantal bestelde vaccins, afhankelijk van de
grootte van de desbetreffende instellingen.
De benodigde middelen voor de uitvoering van de vaccinatiecampagne 2020-2021 zijn
geraamd op basis van de volgende uitgangspunten. Uitgaande van 60% opkomst (470.000
personen) en het bedrag van € 21 per toegediend vaccin, komen de totale kosten van
de campagne naar verwachting neer op € 9,8 miljoen.
In aanvulling op het subsidiebedrag, bedoeld in artikel 67d, kan alleen in het boekjaar
van 1 mei 2020 tot en met 30 april 2021 een aanvullend subsidiebedrag worden verstrekt
voor de materiële kosten van het borgen van de koelkwaliteit en de kosten van extra
koelcapaciteit voor de vaccins tegen de pneumokokkenziekte. Slechts een deel van de
huisartsen zal een oplossing voor het borgen van de bestaande koelkwaliteit of extra
koelcapaciteit nodig hebben. Met het oog op deze specifieke kosten kan de SNPG alleen
voor dit boekjaar een aanvullend subsidiebedrag aanvragen. Dit is geregeld in artikel
67e.
Voor deze aanvullende subsidie geldt een subsidieplafond: er is maximaal € 600.000
beschikbaar. Het aanvullende subsidiebedrag wordt berekend op basis van het aantal
koelkasten ten behoeve waarvan de SNPG subsidie aanvraagt (Qk). Daarbij kan het gaan
om het door huisartsen aanschaffen van een extra koelkast, of om het verbeteren van
de kwaliteit van een bestaande koelkast. Het per koelkast te verstrekken bedrag bedraagt
hoogstens € 300 (Pk). Als met het totale aantal koelkasten waarvoor SNPG aanvullend
subsidie aanvraagt het plafond zou worden overschreden, wordt het beschikbare bedrag
van € 600.000 naar rato verdeeld ten behoeve van de desbetreffende koelkasten.
In de artikelen 67c en 67g zijn uitzonderingen op Hoofdstuk I van de Subsidieregeling
opgenomen. Het gaat hier om het afwijkende boekjaar en om de hoogte van de maximaal
toegestane reservering. In afwijking van artikel 23, eerste lid, bedraagt die reservering
van de overschotten van de instellingssubsidies voor de uitvoering van de griepvaccinaties
en de vaccinatiecampagne tegen pneumokokken ten hoogste € 275.000. Met het oog hierop
is ook artikel 65 aangepast.
De bijzondere registratie- en informatieplicht van de subsidieontvanger is geregeld
in de artikelen 67h en 67i. Hierin is ook bepaald dat de subsidieontvanger medewerking
moet verlenen aan de publieksvoorlichting en aan de evaluatie van de vaccinatiecampagne
die onder verantwoordelijkheid van de staatssecretaris worden verzorgd.
Zoals hiervoor overwogen, worden op grond van de Subsidieregeling de vaccinatiecampagnes
tegen de pneumokokkenziekte van 2020–2021 en 2021–2022 gesubsidieerd. De Subsidieregeling
vervalt met ingang van 1 januari 2022. Gelet hierop zal de Subsidieregeling tijdig
worden geëvalueerd en worden bezien en bekendgemaakt op welke wijze de bekostiging
van de vaccinatiecampagne vanaf 2022 zal worden voortgezet.
Deze wijziging van de Subsidieregeling ziet daarnaast op enkele overige aanpassingen.
In artikel 63, dat ziet op de subsidiëring van de griepvaccinatiecampagne, is bij
een eerdere wijziging abusievelijk bepaald dat het daarbij geïndexeerde tarief ook
ziet op de subsidievaststelling voor de vaccinatiecampagne 2018-2019. Dat is echter
niet het geval. Met de onderhavige wijziging is dat derhalve gecorrigeerd.
Artikel 65 betreft de hoogte van de maximaal toegestane reservering van SNPG voor
de griepvaccinatiecampagne. De maximaal toegestane reservering van SNPG voor de beide
vaccinatiecampagnes (griep en de pneumokokkenziekte) bedraagt voortaan in totaal € 275.000.
Artikel 65 is daarom aangepast en komt overeen met artikel 67g.
In artikel 71, dat ziet op de subsidiëring van de aanvullende seksuele gezondheidszorg,
is bij een eerdere wijziging abusievelijk bepaald dat het daarbij geïndexeerde tarief
ook ziet op de subsidievaststelling over 2019. Ook dat is niet het geval. Met de onderhavige
wijziging is dat gecorrigeerd.
Deze wijziging van de Subsidieregeling heeft mede betrekking op de komende vaccinatiecampagne
tegen de pneumokokkenziekte, die in oktober 2020 aanvangt. SNPG dient ten behoeve
daarvan tijdig haar subsidieaanvraag in te dienen. De bestelling van de vaccins moet
plaatsvinden in mei–juni 2020.
Gelet hierop wordt deze wijzigingsregeling spoedig bekend gemaakt en treedt zij, in
afwijking van de vaste verandermomenten bij regelgeving (VVM), in werking met ingang
van 1 mei 2020.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
P. Blokhuis