Verkeersbesluit provinciale weg N213

Logo Zuid-Holland

PZH-2019-721044672 / DOS-2019-0001534

Inleiding

De provinciale weg N213 is een belangrijke schakel in het Westlandse wegennet en (samen met de N211) een veelgebruikte route voor verkeer tussen Den Haag-Zuid en de A20. De N213 loopt vanaf het turboplein Westerleeplein (kruispunt A20 / N223 / N213) via het Vlietpolderplein en Naaldwijk richting het kruispunt met de N211 ter hoogte van Poeldijk. De N213 bevat de straten Burgermeester Elsenweg en Nieuweweg. Op de N213 zijn diverse verkeersmaatregelen toegepast ter bevordering van doorstroming van het verkeer, zoals de aanleg van een turbopleinen en wegverbreding. Voor de verkeersborden en verkeerstekens, behorende bij deze verkeersmaatregelen, moet een verkeersbesluit genomen worden.

Bevoegdheid

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland hebben de bevoegdheid om op grond van artikel 18, eerste lid, sub b van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW) en artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) verkeersbesluiten te nemen voor wegen die bij haar in beheer zijn. Krachtens het ambtelijk mandaatbesluit voor de provinciale organisatie 2020, het ondermandaatbesluit secretaris 2020 en het ondermandaatbesluit directeur Dienst Beheer Infrastructuur 2020, is deze bevoegdheid door Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland gemandateerd aan het hoofd van de eenheid Advies Beheer Assets.

Overwegingen ten aanzien van het besluit

Krachtens artikel 15, eerste lid, van de WVW dient er een verkeersbesluit te worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het BABW inzake het wegverkeer opgenomen verkeerstekens, evenals voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd. Daarnaast moet een verkeersbesluit worden genomen krachtens artikel 15, tweede lid, van de WVW voor maatregelen op of aan de weg tot wijziging van de inrichting van de weg of tot het aanbrengen of verwijderen van voorzieningen ter regeling van het verkeer, indien de maatregelen leiden tot een beperking of uitbreiding van het aantal categorieën weggebruikers dat van een weg of weggedeelte gebruik kan maken.

Motivering

Uit het oogpunt van:

  • het verzekeren van de veiligheid op de weg;

  • het beschermen van weggebruikers en passagiers;

  • het instandhouden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

  • het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer;

  • het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade;

  • het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte aantasting van het karakter of de van de functie van objecten of gebieden;

is het gewenst om de N213 aan te wijzen als gebiedsontsluitingsweg buiten de bebouwde kom en de hierbij behorende verkeersmaatregelen vast te stellen.

Belangenafweging

De provinciale weg N213 vormt een belangrijke schakel in het wegennet in het Westland. Samen met de aansluitende N211 biedt de N213 een verbinding tussen Den Haag-Zuid en de A20. Daarnaast draagt de N213 in belangrijke mate bij aan de ontsluiting van de kern Naaldwijk en de daarnaast gelegen (logistieke) bedrijventerreinen van of gerelateerd aan de bloemenveiling. Hieruit volgt de belangrijke verkeersfunctie van de N213 en het belang om de bijbehorende verkeersmaatregelen vast te stellen ter bevordering van de bereikbaarheid. In overeenstemming met de landelijke ontwerprichtlijnen en inzichten in het kader van een duurzaam veilige weginrichting wordt de N213 aangewezen als gebiedsontsluitingsweg buiten de bebouwde kom. Daar waar er uitwisseling met ander verkeer plaatsvindt worden de bijbehorende voorrangsregelingen ingesteld.

Overleg

Overeenkomstig artikel 24 van het BABW is er overleg gepleegd met de korpschef. Deze heeft ingestemd met de maatregelen.

Besluit

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, gelet op het voorgaande, besluiten:

  • 1.

    Alle eerder genomen verkeersbesluiten in te trekken die strijdig of gelijk zijn met de hieronder beschreven verkeersmaatregelen die betrekking hebben op het instellen c.q. aanwijzen van verkeersmaatregelen aan desbetreffende wegen of weggedeelten opgenomen in dit besluit.

  • 2.

    Voor het in de gemeente Westland buiten de bebouwde kom gelegen gedeelte van de provinciale weg N213 tussen de turbopleinen Westerleeplein en Vlietpolderplein (hectometer 4.9 t/m 5.8) de volgende verkeersmaatregelen vast te stellen:

    • a.

      Door plaatsing van borden B1 uit bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV) de hoofdrijbaan van de N213 aan te wijzen als voorrangsweg buiten de bebouwde kom;

    • b.

      Door plaatsing van borden C9 uit bijlage I van het RVV de hoofdrijbaan gesloten te verklaren voor ruiters, vee, wagens, motorvoertuigen die niet sneller kunnen of mogen rijden dan 25 km/h en brommobielen alsmede fietsen, bromfietsen en gehandicaptenvoertuigen;

    • c.

      Door plaatsing van bord D4 uit bijlage I van het RVV ter hoogte van hectometer 5.1 Rechts (uitrit bedrijventerrein) aan te geven dat verkeer op de N213 de verplichting heeft rechtdoor te rijden;

    • d.

      Door plaatsing van borden G12a uit bijlage I van het RVV het naast de hoofdrijbaan gelegen vrijliggende pad aan te wijzen als verplicht (brom-) fietspad;

    • e.

      Door het aanbrengen van de markering ‘LIJN BUS’ op het wegdek rechter rijstrook in de rijrichting van het Westerleeplein en het aanbrengen van een onderbroken markering een busstrook in te stellen.

  • 3.

    Voor het in de gemeente Westland buiten de bebouwde kom gelegen turboplein Vlietpolderplein (kruispunt N213 / N222) de volgende verkeersmaatregelen vast te stellen:

    • a.

      Door plaatsing van borden D1 uit het RVV de verplichte rijrichting op de rotonde aan te geven;

    • b.

      Door plaatsing van bord D3 uit bijlage I van het RVV op de verkeerseilanden van alle toeleidende wegen van het turboplein, alle weggebruikers te verplichten het bord voorbij te gaan aan de linkerzijde of rechterzijde;

  • c.

    Door plaatsing van borden B6 uit bijlage I van het RVV en het aanbrengen van haaientanden op het wegdek aan te geven dat verkeer dat de rotonde vanaf alle takken nadert voorrang dient te verlenen aan het verkeer op de rotonde;

  • d.

    Door plaatsing van borden G12a uit bijlage I van het RVV het pad (De Snelbinder) boven de rotonde aan te wijzen als verplicht (brom-) fietspad.

  • e.

    Door plaatsing van borden B1 uit bijlage I van het RVV de Piet Struijkweg bij het verlaten van de rotonde aan te wijzen als voorrangsweg buiten de bebouwde kom;

  • f.

    Door plaatsing van borden A1 (60) uit bijlage I van het RVV een snelheidsbeperking van 60 km/h in te stellen voor verkeer dat de rotonde aan de zijde van de Piet Struijkweg verlaat;

  • g.

    Door plaatsing van borden C9 uit bijlage I van het RVV op de Piet Struijkweg bij het verlaten van de rotonde gesloten te verklaren voor ruiters, vee, wagens, motorvoertuigen die niet sneller kunnen of mogen rijden dan 25 km/h en brommobielen alsmede fietsen, bromfietsen en gehandicaptenvoertuigen;

  • h.

    Door plaatsing van borden C2 uit bijlage I van het RVV de hoofdrijbaan van het turboplein gesloten te verklaren voor voertuigen in tegengestelde richting.

  • 4.

    Voor het in de gemeente Westland buiten de bebouwde kom gelegen gedeelte van de provinciale weg N213 tussen de turbopleinen Westerleeplein en Vlietpolderplein (hectometer 6.0 t/m 6.7) de volgende verkeersmaatregelen vast te stellen:

    • a.

      Door plaatsing van borden B1 uit bijlage I van het RVV de hoofdrijbaan van de N213 aan te wijzen als voorrangsweg buiten de bebouwde kom;

    • b.

      Door plaatsing van borden C9 uit bijlage I van het RVV de hoofdrijbaan gesloten te verklaren voor ruiters, vee, wagens, motorvoertuigen die niet sneller kunnen of mogen rijden dan 25 km/h en brommobielen alsmede fietsen, bromfietsen en gehandicaptenvoertuigen;

    • c.

      Door plaatsing van borden G12a uit bijlage I van het RVV het naast de hoofdrijbaan gelegen vrijliggende pad aan te wijzen als verplicht (brom-) fietspad.

  • 5.

    Voor het in de gemeente Westland buiten de bebouwde kom gelegen kruispunt N213 – Lange Broekweg de volgende verkeersmaatregelen vast te stellen:

    • a.

      Door plaatsing van borden B6 uit bijlage I van het RVV en het aanbrengen van haaientanden op het wegdek aan te geven dat verkeer vanaf de Lange Broekweg voorrang dient te verlenen aan verkeer op de N213;

    • b.

      Door plaatsing van borden A1 (50) uit bijlage I van het RVV een snelheidsbeperking van 50 km/h in te stellen;

    • c.

      Door plaatsing van borden G12a uit bijlage I van het RVV het pad tussen de hoofdrijbaan en de Meester Jan Tuningstraat pad aan te wijzen als verplicht (brom-) fietspad;

    • d.

      Door plaatsing van borden B6 uit bijlage I van het RVV en het aanbrengen van haaientanden op het (brom-)fietspad aan te geven dat bestuurders op het (brom-)fietspad vanuit de zijde van de Meester Jan Tuningstraat voorrang dienen te verlenen aan het kruisende verkeer op de hoofdrijbaan N213;

    • e.

      Door plaatsing van bord D4 uit bijlage I van het RVV aan te geven dat verkeer uit noordelijke richting de verplichting heeft rechtdoor te rijden;

    • f.

      Door plaatsing van bord D6 uit bijlage I van het RVV aan te geven dat verkeer uit zuidelijke richting de verplichting heeft rechtdoor te rijden of rechtsaf te slaan.

  • 6.

    Voor het in de gemeente Westland buiten de bebouwde kom gelegen gedeelte van de provinciale weg N213 tussen de kruispunten N213 – Lange Broekweg en N213 – N465 – Middel Broekweg (hectometer 6.7 t/m 7.1) de volgende verkeersmaatregelen vast te stellen:

    • a.

      Door plaatsing van borden B1 uit bijlage I van het RVV de hoofdrijbaan van de N213 aan te wijzen als voorrangsweg buiten de bebouwde kom;

    • b.

      Door plaatsing van borden C9 uit bijlage I van het RVV de hoofdrijbaan gesloten te verklaren voor ruiters, vee, wagens, motorvoertuigen die niet sneller kunnen of mogen rijden dan 25 km/h en brommobielen alsmede fietsen, bromfietsen en gehandicaptenvoertuigen;

    • c.

      Door plaatsing van borden A1 (50) uit bijlage I van het RVV een snelheidsbeperking van 50 km/h in te stellen;

    • d.

      Door plaatsing van borden G12a uit bijlage I van het RVV het naast de hoofdrijbaan gelegen vrijliggende pad aan te wijzen als verplicht (brom-) fietspad;

    • e.

      Door het aanbrengen van de markering ‘LIJN BUS’ op het wegdek rechter rijstrook in de rijrichting van het Westerleeplein en het aanbrengen van een onderbroken markering een busstrook in te stellen.

  • 7.

    Voor het in de gemeente Westland buiten de bebouwde kom gelegen kruispunt N213 – N464 – Middel Broekweg de volgende verkeersmaatregelen vast te stellen:

    • a.

      Door plaatsing van borden B6 uit bijlage I van het RVV en het aanbrengen van haaientanden op het wegdek aan te geven dat verkeer vanaf de N465 en vanaf de Middel Broekweg voorrang dient te verlenen aan verkeer op de N213;

    • b.

      Door plaatsing van borden A1 (50) uit bijlage I van het RVV een snelheidsbeperking van 50 km/h in te stellen;

    • c.

      Door plaatsing van borden B6 uit bijlage I van het RVV en het aanbrengen van haaientanden op het (brom-)fietspad aan te geven dat bestuurders op het (brom-)fietspad voorrang dienen te verlenen aan het kruisende verkeer op de hoofdrijbaan N213;

    • d.

      Door plaatsing van bord D2 uit bijlage I van het RVV op de middengeleiders van alle toeleidende wegen van het kruispunt, alle weggebruikers te verplichten het bord voorbij te gaan aan de rechterzijde.

  • 8.

    Voor het in de gemeente Westland buiten de bebouwde kom gelegen gedeelte van de provinciale weg N213 tussen de kruispunten N213 – N465 – Middel Broekweg en N213 - Dijkweg (hectometer 7.2 t/m 8.2) de volgende verkeersmaatregelen vast te stellen:

    • a.

      Door plaatsing van borden B1 uit bijlage I van het RVV de hoofdrijbaan van de N213 aan te wijzen als voorrangsweg buiten de bebouwde kom;

    • b.

      Door plaatsing van borden C9 uit bijlage I van het RVV de hoofdrijbaan gesloten te verklaren voor ruiters, vee, wagens, motorvoertuigen die niet sneller kunnen of mogen rijden dan 25 km/h en brommobielen alsmede fietsen, bromfietsen en gehandicaptenvoertuigen;

    • c.

      Door plaatsing van borden G12a uit bijlage I van het RVV het naast de hoofdrijbaan gelegen vrijliggende pad aan te wijzen als verplicht (brom-) fietspad;

    • d.

      Door plaatsing van borden B6 uit bijlage I van het RVV en het aanbrengen van haaientanden aan te geven dat (brom)fietsverkeer voorrang moet verlenen aan het kruisende verkeer op de doorsteek van- en naar het terrein van de Flora Holland (ter hoogte van hectometer 7.6 en 8.0).

  • 9.

    Voor het in de gemeente Westland buiten de bebouwde kom gelegen kruispunt N213 – Dijkweg de volgende verkeersmaatregelen vast te stellen:

    • a.

      Door plaatsing van borden B6 uit bijlage I van het RVV en het aanbrengen van haaientanden op het wegdek aan te geven dat verkeer vanaf de Dijkweg voorrang dient te verlenen aan verkeer op de N213;

    • b.

      Door plaatsing van borden A1 (50) uit bijlage I van het RVV een snelheidsbeperking van 50 km/h in te stellen;

    • c.

      Door plaatsing van borden B6 uit bijlage I van het RVV en het aanbrengen van haaientanden op het (brom-)fietspad aan te geven dat bestuurders op het (brom-)fietspad voorrang dienen te verlenen aan het kruisende verkeer;

    • d.

      Door plaatsing van bord D2 uit bijlage I van het RVV op de middengeleiders van alle toeleidende wegen van het kruispunt, alle weggebruikers te verplichten het bord voorbij te gaan aan de rechterzijde.

  • 10.

    Voor het in de gemeente Westland buiten de bebouwde kom gelegen gedeelte van de provinciale weg N213 tussen het kruispunt N213 – Dijkweg en de rotonde N213 – Bosweg (hectometer 8.3 t/m 9.0) de volgende verkeersmaatregelen vast te stellen:

    • a.

      Door plaatsing van borden B1 uit bijlage I van het RVV de hoofdrijbaan van de N213 aan te wijzen als voorrangsweg buiten de bebouwde kom;

    • b.

      Door plaatsing van borden C15 uit bijlage I van het RVV de hoofdrijbaan gesloten te verklaren voor fietsen, bromfietsen en voor gehandicaptenvoertuigen;

    • c.

      Door plaatsing van borden G12a uit bijlage I van het RVV het naast de hoofdrijbaan gelegen vrijliggende pad, met uitzondering van het stuk parallelweg tussen hectometer 8.6 en 8.7, aan te wijzen als verplicht (brom-) fietspad;

    • d.

      Door het aanbrengen van een dubbele ononderbroken asmarkering op het wegdek een inhaalverbod in te stellen op de weg.

  • 11.

    Voor de in de gemeente Westland buiten de bebouwde kom gelegen rotonde N213 – Bosweg de volgende verkeersmaatregelen vast te stellen:

    • a.

      Door plaatsing van borden D1 uit bijlage I van het RVV de verplichte rijrichting op de rotonde aan te geven;

    • b.

      Door plaatsing van borden B6 uit bijlage I van het RVV en het aanbrengen van haaientanden op het wegdek aan te geven dat verkeer dat de rotonde vanaf alle takken nadert voorrang dient te verlenen aan het verkeer op de rotonde;

    • c.

      Door plaatsen van borden C15 uit bijlage I van het RVV de rijbaan vanuit de westelijke en oostelijke tak van de rotonde gesloten te verklaren voor fietsen, bromfietsen en voor gehandicaptenvoertuigen;

    • d.

      Door plaatsing van bord D2 uit bijlage I van het RVV op de middengeleiders van alle toeleidende wegen van de rotonde, alle weggebruikers te verplichten het bord voorbij te gaan aan de rechterzijde.

  • 12.

    Voor het in de gemeente Westland buiten de bebouwde kom gelegen gedeelte van de provinciale weg N213 tussen de rotonde N213 – Bosweg en het kruispunt N213 – Nieuweweg - Bospolder (hectometer 9.1 t/m 9.6) de volgende verkeersmaatregelen vast te stellen:

    • a.

      Door plaatsing van borden B1 uit bijlage I van het RVV de hoofdrijbaan van de N213 aan te wijzen als voorrangsweg buiten de bebouwde kom;

    • b.

      Door plaatsing van borden C15 uit bijlage I van het RVV de hoofdrijbaan gesloten te verklaren voor fietsen, bromfietsen en voor gehandicaptenvoertuigen;

    • c.

      Door plaatsing van borden G12a uit bijlage I van het RVV het naast de hoofdrijbaan gelegen vrijliggende pad aan te wijzen als verplicht (brom-) fietspad;

    • d.

      Door het aanbrengen van een dubbele ononderbroken asmarkering op het wegdek een inhaalverbod in te stellen op de weg.

  • 13.

    Voor het in de gemeente Westland buiten de bebouwde kom gelegen kruispunt N213 – Nieuweweg - Bospolder de volgende verkeersmaatregelen vast te stellen:

    • a.

      Door plaatsing van borden B6 uit bijlage I van het RVV en het aanbrengen van haaientanden op het wegdek aan te geven dat verkeer vanaf de Dijkweg voorrang dient te verlenen aan verkeer op de N213;

    • b.

      Door plaatsing van borden A1 (50) uit bijlage I van het RVV een snelheidsbeperking van 50 km/h in te stellen;

    • c.

      Door plaatsing van borden B6 uit bijlage I van het RVV en het aanbrengen van haaientanden op het (brom-)fietspad aan te geven dat bestuurders op het (brom-)fietspad voorrang dienen te verlenen aan het kruisende verkeer;

    • d.

      Door plaatsing van bord D2 uit bijlage I van het RVV op de middengeleiders van alle toeleidende wegen van het kruispunt, alle weggebruikers te verplichten het bord voorbij te gaan aan de rechterzijde.

  • 14.

    Voor het in de gemeente Westland buiten de bebouwde kom gelegen gedeelte van de provinciale weg N213 tussen het kruispunten N213 – Nieuweweg en N213 – N211 (hectometer 9.7 t/m 10.9) de volgende verkeersmaatregelen vast te stellen:

    • a.

      Door plaatsing van borden B1 uit bijlage I van het RVV de hoofdrijbaan van de N213 aan te wijzen als voorrangsweg buiten de bebouwde kom;

    • b.

      Door plaatsing van borden G12a uit bijlage I van het RVV het naast de hoofdrijbaan gelegen vrijliggende pad aan te wijzen als verplicht (brom-) fietspad;

    • c.

      Door plaatsing van borden B6 uit bijlage I van het RVV en het aanbrengen van haaientanden op het (brom-)fietspad aan te geven dat bestuurders op het (brom-)fietspad uit de zijstraten op dit wegvak voorrang dienen te verlenen aan het kruisende verkeer;

    • d.

      Door het aanbrengen van een dubbele ononderbroken asmarkering op het wegdek een inhaalverbod in te stellen op de weg.

  • 15.

    Te bepalen dat dit besluit in werking treedt met ingang van de dag na publicatie in de Staatscourant.

  • 16.

    Dit besluit te publiceren in de Staatscourant.

Bezwaar en beroep

Tegen dit besluit kunnen belanghebbenden ingevolge artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bij ons een gemotiveerd bezwaarschrift indienen. Dit bezwaarschrift moet binnen zes weken na de dag van bekendmaking van dit besluit, onder vermelding van “Awb-Bezwaar” in de linkerbovenhoek van enveloppe en bezwaarschrift. Het bezwaar moet worden gericht aan: Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, t.a.v. het Awb-secretariaat, Postbus 90602, 2509 LP Den Haag.

 

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en het volgende te bevatten:

  • naam en adres van de indiener;

  • dagtekening;

  • omschrijving van het besluit waar tegen het bezwaar is gericht;

  • gronden van het bezwaar.

 

Krachtens artikel 6:16 van de Awb schorst het bezwaar de werking van dit besluit niet. Gelet hierop kan – als tegen dit besluit bezwaar wordt gemaakt – ingevolge artikel 8:81 van de Awb bij de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag, sector Bestuursrecht, Postbus 20302, 2500 EH Den Haag (bezoekadres: Prins Clauslaan 60 te Den Haag), een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening worden ingediend. Voor het verzoek zal griffierecht worden geheven.

Wij verzoeken u een kopie van dit verzoek om een voorlopige voorziening toe te zenden aan: Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, Postbus 90602, 2509 LP Den Haag.

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland

Naar boven