Regeling van de Minister van Buitenlandse Zaken van 3 maart 2020, nr. Min-BuZa.2020.4989-16, tot wijziging van de Regeling vrijstelling visumplicht Rijksvisumwet met betrekking tot de visumplicht van Venezolaanse onderdanen voor de toegang tot Aruba, Curaçao, Sint Maarten en de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba

De Minister van Buitenlandse Zaken in overeenstemming met de Minister van Justitie, Veiligheid en Integratie van Aruba, de Minister van Justitie van Curaçao en de Minister van Justitie van Sint Maarten;

Gelet op artikel 5, tweede lid, van de Rijksvisumwet;

Besluit:

Artikel 1

De Regeling vrijstelling visumplicht Rijksvisumwet wordt als volgt gewijzigd:

In de bijlage, Nationaliteiten, bedoeld in artikel 1, onder a, vervalt ‘Venezuela’.

Artikel 2

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2020.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant, in het Afkondigingsblad van Aruba, in het Publicatieblad van Curaçao en in het Afkondigingsblad van Sint Maarten worden geplaatst.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok

TOELICHTING

Deze wijziging brengt mee dat Venezolaanse onderdanen met ingang van 1 april 2020 een visum dienen aan te vragen voor de toegang tot Aruba, Curaçao, Sint Maarten en de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. De aanleiding hiertoe vormt de toename van irreguliere Venezolaanse migratie in de regio. De invoering van de (tijdelijke) Venezolaanse visumplicht draagt bij aan de doelstelling om het personenverkeer uit Venezuela op verantwoorde en gecontroleerde wijze te laten plaats vinden.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok

Naar boven