Regeling van de Minister voor Milieu en Wonen, van 2 maart 2020, nr. IENW/BSK-2020/13053, tot wijziging van de Regeling beheer verpakkingen ten behoeve van het invoeren van statiegeld op kunststof drankflessen

De Minister voor Milieu en Wonen,

Gelet op de artikelen 14 en 15, eerste lid, van het Besluit beheer verpakkingen 2014;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De Regeling beheer verpakkingen wordt als volgt gewijzigd:

Onder vernummering van paragraaf 5 tot paragraaf 6 en onder vernummering van de artikelen 6 en 7 tot 8 en 9, wordt na artikel 5 een paragraaf ingevoegd, luidende:

Paragraaf 5 Statiegeld op drankverpakkingen

Artikel 6

De minimale hoogte van het statiegeld, bedoeld in artikel 12, eerste lid, van het besluit, wordt vastgesteld op € 0,15 voor kunststof flessen met een inhoud tot 1 liter en op € 0,25 voor kunststof flessen met een inhoud van 1 liter tot en met 3 liter.

Artikel 7

De vorm en inhoud van de aanduiding omtrent het statiegeld, bedoeld in artikel 15, eerste lid, van het besluit, bestaat uit het woord ‘Statiegeldfles’ in een lettergrootte van minimaal 1,2 millimeter.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop artikel 12 van het Besluit beheer verpakkingen 2014 in werking treedt.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Milieu en Wonen, S. van Veldhoven-van der Meer

TOELICHTING

Inleiding

Met deze regeling wordt de Regeling beheer verpakkingen gewijzigd.

Tegelijkertijd met inwerkingtreding van de artikelen omtrent statiegeld op drankverpakkingen in het Besluit beheer verpakkingen 2014, wordt met deze regeling een paragraaf met bepalingen omtrent statiegeld op drankverpakkingen in de Regeling beheer verpakkingen ingevoegd. Daarbij wordt in de artikelen 6 (nieuw) en 7 (nieuw) bepaald wat respectievelijk de minimale hoogte is van het statiegeld en wat de vorm en inhoud is van de aanduiding omtrent het statiegeld die de producent of importeur op de kunststof fles moet aanbrengen.

Met het oog op een logische nummering van de Regeling beheer verpakkingen wordt daarbij ‘Paragraaf 5 Slotbepalingen’ van de Regeling beheer verpakkingen vernummerd tot paragraaf 6 en worden de daarin opgenomen artikelen 6 en 7 vernummerd tot de artikelen 8 en 9.

Statiegeldverplichting

Het Besluit beheer verpakkingen 2014 bevat in paragraaf 6 artikelen omtrent statiegeld op drankverpakkingen. Deze artikelen zullen worden gewijzigd door het Besluit maatregelen kunststof drankflessen1 dat 1 juli 2020 in werking zal treden. Na inwerkingtreding van dat besluit is in artikel 12 van het Besluit beheer verpakkingen 2014 vastgelegd dat producenten en importeurs die water of frisdrank in een kunststof fles van 3 liter of minder in de handel brengen, verplicht zijn op deze fles statiegeld in rekening te brengen en die fles na gebruik, met terugbetaling van het statiegeld, weer in te nemen.

Artikel 14 van het Besluit beheer verpakkingen 2014 vormt de grondslag voor het in de Regeling beheer verpakkingen vastleggen van de minimale hoogte van het statiegeld.

Er bestaat een relatie tussen de kosten voor producenten en importeurs van het statiegeldstelsel en de hoogte van het statiegeld. Dit aspect, alsmede de kosten voor het statiegeldstelsel, komt aan de orde in de toelichting bij het Besluit maatregelen kunststof drankflessen waarmee de regelgeving omtrent statiegeld op drankverpakkingen in het Besluit beheer verpakkingen 2014 is gewijzigd. Kortheidshalve wordt daarna verwezen en om die reden is in deze regeling aan dit financiële aspect geen aandacht besteed.

Inzameldoelstelling kunststof drankflessen

Met ingang van 2022 rust op producenten en importeurs die drank in een kunststof fles met een inhoud van 3 liter of minder in Nederland in de handel brengen, de verplichting om per kalenderjaar ten minste 90 gewichtsprocent van het totaal van deze door hen in dat kalenderjaar in de handel gebrachte flessen, doppen en deksels inbegrepen, gescheiden in te zamelen. Deze doelstelling is opgenomen in artikel 6a van het Besluit beheer verpakkingen 2014 zoals dat is gewijzigd met het Besluit maatregelen kunststof drankflessen.

De verwachting is dat het statiegeld op kunststof flessen voor water en frisdrank in belangrijke mate zal bijdragen aan het verwezenlijken van deze doelstelling.

Mocht echter op enig moment blijken dat voor consumenten de met deze regeling in de Regeling beheer verpakkingen vastgelegde minimale hoogte van het statiegeld van € 0,15 voor kleine flessen en € 0,25 voor grote flessen een onvoldoende prikkel vormt om de statiegeldfles in te leveren op de inleverpunten die producenten en importeurs daarvoor beschikbaar stellen, dan kunnen deze er voor kiezen het statiegeldbedrag zelfstandig te verhogen. Een wijziging van de Regeling beheer verpakkingen is daarvoor niet nodig.

Het vaststellen van een lager bedrag aan statiegeld door producenten en importeurs dan het in de Regeling beheer verpakkingen vastgelegde bedrag is niet mogelijk.

Minimale hoogte statiegeld

De minimale hoogte van het statiegeld wordt met deze regeling vastgelegd in artikel 6 (nieuw) van de Regeling beheer verpakkingen en vastgesteld op € 0,15 voor kunststof flessen met een inhoud tot 1 liter en op € 0, 25 voor kunststof flessen met een inhoud van 1 liter tot en met 3 liter.

Deze bedragen dienen minimaal als statiegeld door producenten en importeurs in rekening te worden gebracht op het moment dat zij een kunststof fles voor water of frisdrank in de handel brengen. Hetzelfde bedrag dient door hen te worden terugbetaald op het moment dat de fles na gebruik wordt ingeleverd.

Het statiegeld op de kleine flessen wordt ingevoerd ter bestrijding van zwerfafval dat veroorzaakt wordt door deze flessen. Dat betekent dat de prikkel om de flessen terug te brengen naar de innamepunten hoog genoeg moet zijn om invloed te hebben op het gedrag van de consument. Tegelijkertijd moet het een proportioneel bedrag zijn ten opzichte van de prijs van het product. Mede op basis van analyses van buitenlandse systemen is daarom gekozen voor een minimale hoogte van het statiegeldbedrag voor kleine kunststof flessen met een inhoud tot 1 liter van € 0,15.

Voor grote kunststof flessen met een inhoud van 1 tot en met 3 liter is de minimale hoogte van het statiegeld van € 0,25 gelijk aan het bedrag aan statiegeld van het – voor de inwerkingtreding van de statiegeldverplichtingen op grond van Besluit beheer verpakkingen 2014 – (vrijwillig) door producenten en importeurs gehanteerde statiegeldsysteem op grote flessen.

Vorm en inhoud aanduiding statiegeld

In artikel 7 (nieuw) worden, overeenkomstig de mogelijkheid die artikel 15, eerste lid, van het Besluit beheer verpakkingen 2014 daarvoor biedt, de vorm en inhoud vastgesteld van de aanduiding omtrent het statiegeld, waarmee producenten en importeurs de flessen waarop de statiegeldverplichtingen betrekking hebben, dienen te voorzien.

Op een kunststof drankfles voor water of frisdrank dient het woord 'Statiegeldfles' te worden geplaatst in een lettergrootte van minimaal 1,2 millimeter (mm). Deze minimale lettergrootte sluit aan bij de op de grond van de Verordening voedselinformatie2 voorgeschreven lettergrootte voor ingrediënten van levensmiddelen op etiketten.

Overeenkomstig artikel 15, tweede lid, van het Besluit beheer verpakkingen 2014 dient deze aanduiding duidelijk en onuitwisbaar op de fles te worden aangebracht.

Het woord ‘Statiegeldfles’ op de fles maakt het voor de houder ervan duidelijk dat het om een zogenaamde statiegeldfles gaat en dat bij inlevering ervan door producenten en importeurs het door hen reeds geheven statiegeldbedrag moet worden terugbetaald.

De hoogte van het statiegeld behoeft niet op de fles te worden vermeld. Om te kunnen vaststellen of een kunststof drankfles een statiegeldfles is, is de aanduiding ‘Statiegeldfles’ afdoende.

De verplichting tot het opnemen van de aanduiding ‘Statiegeldfles’ op flessen die onder het statiegeldstelsel vallen, leidt ertoe dat met name voor de zogenaamde kleine kunststof flessen voor water en frisdrank de informatie op de fles of het etiket moet worden aangepast. De kosten hiervan worden als gering ingeschat.

Aangezien een aanzienlijk deel van de grote kunststof flessen reeds onderdeel uitmaken van het door producenten en importeurs op vrijwillige basis uitgevoerde statiegeldstelsel en deze flessen om die reden al een aanduiding ‘Statiegeldfles’ op het etiket of de fles hebben staan, zullen de kosten voor deze categorie van flessen gering tot nihil zijn.

Voorbereiding van de regeling

Deze regeling is van 7 oktober tot en met 4 november 2019 aangemeld voor internetconsulatie. In het kader daarvan zijn 11 reacties ingediend.

Algemeen beeld van de ingediende reacties is dat er overwegend positief wordt gestaan ten aanzien van het voornemen tot het invoeren van statiegeld maar dat het grootste deel van de indieners de regeling niet ver genoeg vindt gaan, en dat met name het statiegeldbedrag zou moeten worden verhoogd.

Met betrekking tot deze reacties wordt aangegeven dat met deze regeling uitvoering is gegeven aan de reeds in 2018 gemaakte afspraken en de artikelen die in het Besluit maatregelen kunststof drankflessen zijn opgenomen. Deze regeling heeft, in tegenstelling tot wat er in één van de reacties aangegeven wordt, wel betrekking op flesjes kleiner van 0,5 liter. Voor kunststof flessen tot 1 liter is het statiegeld bedrag € 0,15 en voor flessen van 1 liter tot en met 3 liter is het bedrag € 0.25. Het betreft hier een minimale hoogte van het statiegeld. Verwacht wordt dat met een dergelijk minimale hoogte het zwerfafvalprobleem, veroorzaakt door kleine kunststof flessen, afdoende wordt aangepakt en dat er voldoende kunststof flessen via het statiegeldstelsel worden ingezameld om te voldoen aan de 90% doelstelling van gescheiden inzameling. Mocht dit niet het geval zijn dan kunnen producenten en importeurs besluiten het statiegeld te verhogen. Ten aanzien van de reactie dat voor de aanduiding ‘Statiegeldfles’ op de fles het lettertype van 1,2 mm te klein en niet goed leesbaar is, wordt opgemerkt dat deze minimale lettergrootte aansluit bij de op de grond van Verordening voedselinformatie voorgeschreven lettergrootte voor ingrediënten van levensmiddelen op etiketten.

Er is in het kader van de voorbereiding van deze regeling afgezien van een MKB-toets. Reden hiervoor is dat met deze regeling geen sprake is van een stelselwijziging die een dergelijke toets zou rechtsvaardigen. De stelselwijziging die met de invoering van een statiegeldverplichting zal plaatsvinden, vindt haar grondslag in het Besluit beheer verpakkingen 2014 en niet in de Regeling beheer verpakkingen.

Vanwege het ontbreken van (additionele) omvangrijke gevolgen voor de regeldruk van deze regeling heeft de Adviescommissie Toetsing Regeldruk (ATR) afgezien van een formeel advies.

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op het moment dat artikel 12 van het Besluit beheer verpakkingen 2014 in werking treedt. Op dat moment zijn producenten en importeurs die water of frisdrank in een kunststof fles van 3 liter of minder in de handel brengen, verplicht op deze fles statiegeld in rekening te brengen en die fles na gebruik, met terugbetaling van het statiegeld, weer in te nemen.

De regeling zal ruim voor inwerkingtreding van het statiegeldstelsel in de Staatscourant worden geplaatst.

Het besluit over het al dan niet in werking laten treden van de statiegeldartikelen, waaronder artikel 12, in het Besluit beheer verpakkingen 2014 wordt in 2020 genomen. Indien wordt besloten deze artikelen niet in werking te laten treden, treedt ook deze regeling niet in werking.

De Minister voor Milieu en Wonen, S. van Veldhoven-van der Meer


X Noot
1

Besluit van 6 maart 2020 tot wijziging van het Besluit beheer verpakkingen 2014 in verband met het opnemen van een doelstelling voor gescheiden inzameling voor kunststof drankflessen en het aanpassen van de artikelen over statiegeld op drankverpakkingen (Stb. 2020, 122)

X Noot
2

Verordening (EU) 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1924/2006 en (EG) nr. 1925/2006 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 87/250/EEG van de Commissie, Richtlijn 90/496/EEG van de Raad, Richtlijn 1999/10/EG van de Commissie, Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijnen 2002/67/EG en 2008/5/EG van de Commissie, en Verordening (EG) nr. 608/2004 van de Commissie (Pb EU 2011 L 304)

Naar boven