Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatscourant 2020, 10893 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatscourant 2020, 10893 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Gelet op de artikelen 4 en 5 van de Wet overige OCW-subsidies en de artikelen 1.3 en 2.1 van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS;
Besluit:
In deze regeling wordt verstaan onder:
dienst Uitvoering Onderwijs;
collegegeld als bedoeld in artikel 7.46 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;
op basis van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek bekostigde bachelor- of masteropleiding die opleidt tot het verkrijgen van een bevoegdheid om les te geven in een school of instelling die valt onder de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs of de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;
Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;
tijdvak dat aanvangt op 1 september van een jaar en eindigt op 31 augustus van het daaropvolgende jaar.
De Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS is van toepassing op deze regeling.
1. De minister kan subsidie verstrekken aan een aanvrager die instellingscollegegeld moet betalen in verband met het volgen van een tweede lerarenopleiding.
2. Onverminderd artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht weigert de minister subsidieverlening aan een aanvrager, indien deze van de minister al een tegemoetkoming in het collegegeld ontvangt of heeft ontvangen voor het volgen van de tweede lerarenopleiding.
1. Een subsidieaanvraag wordt gedaan met gebruikmaking van het daarvoor bestemde aanvraagformulier dat wordt bekendgemaakt op de website van DUO.
2. De minister kan een aanvrager vragen bewijsstukken van eerder behaalde getuigschriften aan te leveren.
Subsidieaanvragen kunnen worden ingediend van 1 oktober tot en met 31 december in het eerste studiejaar van de lerarenopleiding waarvoor subsidie wordt aangevraagd. Aanvragen na 31 december worden ontvangen, worden afgewezen.
1. De subsidie bedraagt € 3.500,– per aanvrager, of bij lager instellingscollegegeld ten hoogste dat bedrag.
2. Voor subsidieverstrekking op grond van deze regeling is jaarlijks € 2.500.000,– beschikbaar.
De minister verdeelt het beschikbare subsidiebedrag op volgorde van binnenkomst van de aanvragen.
De subsidie wordt direct vastgesteld binnen 13 weken na indiening van de aanvraag.
De minister kan een of meer bepalingen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover de toepassing, gelet op het belang dat deze regeling beoogt te beschermen, zou leiden tot onbillijkheid van overwegende aard.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap I.K. van Engelshoven
Het kabinet heeft de afgelopen jaren veel maatregelen genomen om de kwaliteit van het onderwijs te verhogen en het beroep van leraar aantrekkelijker te maken. Daartoe is bijvoorbeeld in 2008 de lerarenbeurs ingesteld (zie thans de Subsidieregeling lerarenbeurs). Van de lerarenbeurs kan gebruik worden gemaakt door leraren uit het primair en voortgezet onderwijs, middelbaar en hoger beroepsonderwijs, alsook leraren uit het speciaal onderwijs. Bestaande leraren kunnen de beurs aanwenden voor het volgen van verdiepende of verbredende bachelor- of masteropleiding, en kunnen subsidie ontvangen voor collegegeld, reiskosten en studiemateriaal. Het bestuur van de onderwijsinstelling, waar de leraar werkzaam is, ontvangt subsidie als compensatie voor het aan de leraar te verlenen studieverlof.
In de praktijk is het zo dat er nu leraren zijn die geen werk kunnen vinden, bijvoorbeeld een docent maatschappijleer. Wanneer deze personen een tweede lerarenopleiding willen volgen dan moeten zij het (hogere) instellingscollegegeld betalen. Wanneer een leraar nog werkzaam is als leraar of werkzaam is geweest als leraar in de 12 maanden voor de aanvraag, zou hij de bovengenoemde lerarenbeurs kunnen aanvragen. Voorwaarde is wel dat hij hier nog niet eerder gebruik van heeft gemaakt. Ook bestaat er de mogelijkheid van de zij-instroomsubsidie als een leraar op een school wordt aangenomen en binnen twee jaar een bevoegdheid kan halen. Een leraar die echter niet meer werkzaam is en wel een opleiding wil volgen in het onderwijsdomein, of die in een bepaalde sector werkzaam is en niet als zij-instromer de stap durft te zetten om in een andere sector te gaan werken en tezelfdertijd de opleiding te volgen, moet zelf de kosten dragen van de studie – te weten het instellingscollegegeld.
Dit betekent mogelijk een belemmering voor het volgen van een tweede studie in het onderwijs, en dus ook voor het gaan of blijven werken in het onderwijs. Deze subsidieregeling dient ertoe om personen tegemoet te komen om in het onderwijs te blijven werken. Gezien het lerarentekort ziet de regering hier de noodzaak om in ieder geval zo veel mogelijk leraren voor het onderwijs te behouden.
De Subsidieregeling tweede lerarenopleiding maakt het voor leraren financieel aantrekkelijker om een tweede lerarenopleiding (bachelor of master) te volgen die opleidt tot een bevoegdheid en waarvoor instellingscollegegeld moet worden betaald, indien zij geen aanspraak mogen en kunnen maken op een andere subsidieregeling. Voor de subsidie komen bijvoorbeeld leraren in aanmerking die na een eerdere opleiding moeizaam een baan kunnen vinden en die geen aanspraak mogen en kunnen maken op een regeling zoals de Lerarenbeurs, of de subsidie voor zij-instromers. De subsidie tweede lerarenopleiding wordt eenmalig verstrekt en dient tijdens het eerste studiejaar van de opleiding waarvoor deze bedoeld is, te worden aangevraagd.
Gezien het afwijkende collegegeldsysteem op Caribisch Nederland kunnen studenten die op Caribisch Nederland een tweede lerarenopleiding volgen geen aanspraak maken op deze regeling.
De met deze regeling gemoeide administratieve lasten zijn beperkt. De uitvoering van de regeling ligt bij de Dienst Uitvoering Onderwijs (hierna: DUO). De aanvraag moet worden ingediend door middel van het daartoe door DUO op de website ter beschikking gestelde formulier. De aanvrager dient op dit aanvraagformulier aan te geven welke opleiding hij wil gaan doen en wat zijn huidige onderwijsbevoegdheid is. Hiervoor dient de aanvrager bewijsstukken aan te kunnen leveren als BRON-gegevens ontoereikbaar zijn.
Deze regeling is mede gebaseerd op de artikelen 1.3 en 2.1 van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS (hierna: kaderregeling) Om die reden is de kaderregeling van toepassing.
Toelichting op het tweede lid: Dit betreffen regelingen expliciet gericht op het tegemoetkomen in collegegeld, en regelingen die hier indirect voor bedoeld zijn (zoals de Lerarenbeurs, tegemoetkoming leraren of de subsidie zij-instroom). Studiefinanciering en halvering collegegeld vallen hier buiten; aanvragers van de voorliggende regeling zijn toegestaan naast deze regeling aanspraak te maken op Studiefinanciering en halvering collegegeld indien dat voor hen van toepassing is.
Het aanvraagformulier wordt gepubliceerd op de website van DUO. Na het invullen van het aanvraagformulier, stelt DUO vast of de aanvrager een lerarenopleiding heeft afgerond. Indien nodig vraagt DUO eerdere getuigschriften op bij de aanvrager, omdat DUO geen inzicht heeft in de onderwijsopleidingen die voor 1993 zijn afgerond.
De subsidie is ten hoogste € 3.500,–. Voor dit bedrag is gekozen, omdat dit een goede balans is tussen enerzijds een financiële stimulans, en anderzijds het aantal studenten dat van de regeling gebruik kan maken.
Deze regeling kent een hardheidsclausule, waarmee in geval van een onbillijkheid van overwegende aard van de regeling afgeweken kan worden.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2020-10893.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.